- Hoe kunnen we intelligentie definiëren?
- Wat is er te zeggen over de geschiedenis van intelligentie-onderzoek?
- Welke intelligentietests zijn er?
- Welke andere benaderingen voor intelligentietests zijn er te noemen?
- Wat is het verband tussen intelligentie en genetica?
- Wat is het verband tussen intelligentie en omgeving?
- Wat is het verband tussen intelligentie en ras?
Hoe kunnen we intelligentie definiëren?
Er zijn verschillende manieren om intelligentie te definiëren. Oordelen over iemand zijn intelligentieniveau worden vaak gebaseerd op het soort gedrag dat wordt waargenomen bij individuen. Een intelligent persoon zou bijvoorbeeld efficiënter werken of complexer denken over onderwerpen. Deze oordelen over het niveau van intelligentie die worden gebaseerd op het gedrag en uiterlijk van een persoon worden impliciete theorieën over intelligentie genoemd. Expliciete theorieën over intelligentie zijn oordelen die zijn gebaseerd op conclusies uit onderzoeken over intelligentieverschillen tussen individuen.
Een impliciete theorie gaat over hoe intelligentie een vast of kneedbaar concept is. De incremental theorie stelt dat intelligentie een kneedbaar construct is, de entity theorie stelt juist dat intelligentie een vaststaand concept is. Impliciete theorieën van intelligentie kunnen zich ook focussen op de invloed van intelligentie op emotie en zelf-regulatie. Binnen culturen verschilt het begrip intelligentie sterk, in Westerse culturen wordt het gezien als problemen kunnen oplossen en het opnemen van nieuwe kennis, terwijl in Afrikaanse culturen intelligentie gaat over het hebben van sociale skills en volwassenheid.
Wat is er te zeggen over de geschiedenis van intelligentie-onderzoek?
Wat zijn de multifactoriële theorieën?
James Cattell was zeer geïnteresseerd in het testen van het psychologisch functioneren van het individu. Hij ontwikkelde een 'mental test waar dit psychologisch functioneren van de mens kon worden onderzocht op gebied van zintuigen, snelheid, tijd perceptie, en geheugen.
Later kwam Alfred Binet met zijn Binet – Simon Scale of Intelligence die bestond uit 30 taken. Deze taken waren gerelateerd aan dagelijkse levenstaken en werden geordend op moeilijkheidsgraad. De uitkomst van deze test gaf de 'mentale leeftijd' van een kind weer en deze uitkomst kond ook vergeleken worden met prestaties van andere kinderen met dezelfde leeftijd. Voor volwassenen is de Binet-Simon scale een minder goede maat, omdat de cognitieve ontwikkeling van een volwassene niet met dezelfde mate toeneemt als de cognitieve ontwikkeling van een kind.
Wilhelm Stern introduceerde het concept van de Intelligence Quotient (IQ) in 1912. IQ wordt omgerekend door de mentale leeftijd van de persoon te delen door de chronische leeftijd en te vermenigvuldigen met 100:
Intelligence Quotient (IQ) = Mentale leeftijd / Chronische leeftijd x 100
Charles Spearman introduceerde zijn theorie over 'general intelligence = factor g'. Hij gebruikte een factor analyse als methode om de relaties tussen intellectuele prestatietaken te onderzoeken. Factor analyse is een statische methode die een complexe groep variabelen kan samenvatten of verminderen, in dit geval bestond deze groep uit intellectuele taken. Taken die hoog correleren met elkaar worden gegroepeerd en zo ontstaan er minder taken, oftewel minder factoren door deze factor analyse.
Raymond Cattell (1963) kwam met een 2 factor theorie die de 'g' opsplitst in 2 intelligentie factoren:
Gekristalliseerde intelligentie (crystallized intelligence): bevat feitelijke kennis die verkregen is op school en door het leven zelf.
Vloeiende intelligentie (fluid intelligence): bevat het vermogen om relaties te zien tussen ideeën en objecten zonder hiervoor geleerd te hebben.
Wat zijn de hiërarchische theorieën?
De vorige theorieën zijn allemaal multifactoriële theorieën. Deze theorieën focussen zich op factoren, bij nummer en content. Maar er zijn ook andere manieren om theorieën te classificeren, zoals kijken naar de hiërarchische organisatie van de componenten. Dit wordt de hiërarchische theorie genoemd, in het leven geroepen door Vernon. Hij stelde dat intelligentie georganiseerd kan worden in een hiërarchie met meerdere levels van kunnen.
Carroll kwam ook met een hiërarchisch model van intelligentie, genaamd het Three-stratum model van cognitieve vermogen. Waarin in stratum I er 69 verschillende begaafdheden zijn, die in stratum II samengevat kunnen worden in 8 brede factoren, die in stratum III samenvallen in één factor g.
Wat is de meervoudige intelligentietheorie?
Gardner kwam op met het idee dat, in plaats van te focussen op één concept van IQ, dat er een breder perspectief van intelligentie gebruikt moest worden. Volgens de meervoudige intelligentietheorie bestaan de hersenen uit 7 of meer intelligenties die allemaal onfhankelijk van elkaar zijn. Doordat deze intelligenties onafhankelijk van elkaar zijn, kan een persoon hoog scoren in verbale intelligentie, maar laag schoren in musicale intelligentie.
Wat is de succesvolle intelligentie theorie?
Sternberg vond dat een individu zijn mogelijkheid om zo goed mogelijk aan te kunnen passen aan de omgeving ook gezien moest worden als een onderdeel van intelligentie. Hij kwam met de triarchic theory of intelligence, wat zich meer focust op succesvolle intelligentie, wat gaat over de omgevingsmoeilijkheden die een individu kan tegenkomen in hun weg naar aanpassingsvermogen. De theorie gat over analytische, creatieve en praktische intelligentie
Welke intelligentietests zijn er?
Wat zijn de Stanford-Binet test en de Wechsler Schalen?
Deze testen worden gezien als de gouden standaard van intelligentietesten. Ze zijn in eerste instantie gemaakt om praktische benodigdheden van individuen te meten, maar na meerdere factoranalyses is de structuur steeds verder aangepast. Bij de Stanford-Binet test krijgt een participant taakjes op zijn eigen niveau voorgelegd. Te makkelijke en te moeilijke taken worden hiermee vermeden. Wechsler intelligentie schalen kunnen bij mensen tussen de 16 en 90 jaar worden afgenomen. Beide testen geven uitstekende informatie over de cognitieve prestatie van een individu. Andere psychologische testen worden vaak in combinatie met deze intelligentietests afgenomen.
Wat houdt Raven’s Progressive Matrices in?
Bij deze test moet de participant een matrix steeds aanvullen met een missend onderdeel. De items lopen op qua moeilijkheid. Deze test wordt gezien als cultuuronafhankelijk en is tevens onafhankelijk van verbale capaciteiten.
Welke andere benaderingen voor intelligentietests zijn er te noemen?
Wat zijn psychofysische meetmethoden?
Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van psychofysische meetmethoden voor intelligentie omdat er dan geen sprake is van een culturele bias. Een voorbeeld is mentale snelheid, wat nodig is voor het uitvoeren van complexe taken. Manieren om mentale snelheid te meten zijn keuze reactietijd en inspectietijd.
Welke biologische meetmethoden zijn er?
Electroencephalography (EEG) en event-related potentials (ERP) zijn manieren om elektrische signalen in de hersenen te lokaliseren. Deze methoden zijn beter in het traceren van breinactiviteit in milliseconden, wanneer je deze methoden vergelijkt met fRMI en PET-technieken. Door deze biologische meetmethoden is gebleken dat frontale en occipitale hersengebieden actief waren in makkelijke taken van de Raven’s Progressive Matrices. Verder bleek dat een hoog IQ geassocieerd is met hoge activatie in selectieve hersengebieden.
Wat is het verband tussen intelligentie en genetica?
Er is veel discussie over de erfelijkheid van intelligentie. De correlaties die uit onderzoeken komen lopen uiteen tussen de 0.4 en 0.7. Wel is vastgesteld dat de erfelijkheid van cognitieve vaardigheden minder is bij individuen met een lage sociaaleconomische status (SES), vergeleken met de erfelijkheid bij individuen met een hoge SES. Deze interactie tussen genen en SES komt in meerdere studies naar voren, maar is niet altijd consistent. In families met een lage SES lijken gedeelde omgevingsgebeurtenissen een grotere invloed te hebben op intelligentie dan de genen.
Wat is het verband tussen intelligentie en omgeving?
De omgeving van een individu heeft een grote invloed op intelligentie. Een kind dat borstvoeding krijgt, zal 6-8 punten hoger scoren op IQ dan een kind dat geen borstvoeding krijgt. Sommige omgevingsfactoren hebben een invloed op intelligentie, hoewel de precieze mechanismen en hun invloeden niet compleet bekend zijn. Dit is nog onbekend omdat het moeilijk is alle factoren los van elkaar te onderzoeken.
Wanneer we het hebben over beïnvloedingen door de omgeving, komt het Flynn effect naar voren. Dit houdt in dat IQ in een populatie toeneemt bij elke succesvolle generatie. Als we kijken naar het gemiddelde intelligentie niveau over de jaren heen, neemt deze lijn inderdaad toe. Sommigen zeggen dat deze trend komt door een toename aan voeding. Mensen aan de lagere kant van de IQ spectrum zouden meer profiteren van voeding dan mensen aan de hogere kant, maar dit wordt niet in alle onderzoeken bevestigd.
Wat is het verband tussen intelligentie en ras?
Conclusies over rassenverschillen in IQ zijn vaak gebaseerd op testen die in het Westen werden gemaakt. Cultuur speelt een grote rol in het afnemen van IQ testen. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk bij de Chitling Test of Intelligence, die vragen heeft als 'A “handkerchief head” is...'. Handkerchief head verwijst naar de bandana’s die slaven op plantages droegen en is een term die gebruikt wordt onder Afro-Amerikanen om een donker persoon als onderdanig aan blanke aan te duiden. Deze test wordt heel slecht gemaakt door blanke mensen.
In sommige onderzoeken wordt een verschil in IQ scores tussen blanke en donkere mensen gevonden, maar deze is relatief klein. Als er al een verschil was, dan is hier in ieder geval geen genetische basis voor. Dat roept de vraag op: is ras eigenlijk wel een nuttige classificeerder als we het hebben over IQ? Ras heeft geen biologische basis, maar is een sociaal geconstrueerd concept. Een groep wetenschappers was bezorgd over ras in onderzoek dat er richtlijnen zijn opgesteld.
Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen
Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)
Aansluiten (voor online toegang tot alle webpagina's)
Hoe het werkt
- Om alle online toegang te krijgen, kun je je aansluiten bij JoHo (JoHo Membership + Online Toegang)
- vervolgens ontvang je de link naar je online account en heb je online toegang
Aanmelden bij JoHo
- Welke soorten psychologische testen zijn er?
- Waar vinden persoonlijkheidstesten hun oorsprong?
- Study guide with Testtheorie: Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen by Drenth and Sijtsma
- Wat zijn probleemoplossingsstrategieën en wat is intelligentie? - Chapter 13
- Wat is intelligentie? - Chapter 8
- Hoe kan intelligentie worden gemeten? - Chapter 9
- Wat is de rol van intelligentie in persoonlijkheid? - Chapter 12
- Samenvattingen per hoofdstuk bij de 1e druk van Mastering Modern Psychological Testing van Reynolds & Livingston - Bundel
- Hoe werkt het leerproces, het geheugen en intelligentie? - Chapter 12
- Study guide with Personality Psychology: Domains of Knowledge About Human Nature by Larsen et al.
- Wat is persoonlijkheidspsychologie? - Chapter 1
- Hoe maak je een goed persoonlijkheidsonderzoek, meting en onderzoeksdesign? - Chapter 2
- Wat zijn persoonlijkheidseigenschappen en taxonomieën? - Chapter 3
- Wat zijn meetproblemen bij het meten van eigenschappen? - Chapter 4
- Hoe verandert persoonlijkheid over tijd? - Chapter 5
- Wat is de link tussen genetica en persoonlijkheid? - Chapter 6
- Welke fysiologische theorieën ontstaan er met betrekking tot persoonlijkheid? - Chapter 7
- Welke evolutionaire perspectieven zijn er gerelateerd aan persoonlijkheid? - Chapter 8
- Wat is de psychoanalytische benadering van persoonlijkheid? - Chapter 9
- Wat is de link tussen motieven en persoonlijkheid? - Chapter 10
- Wat is de cognitieve benadering van persoonlijkheid? - Chapter 11
- Wat is de rol van intelligentie in persoonlijkheid? - Chapter 12
- Wat is de relatie tussen emotie en persoonlijkheid? - Chapter 13
- Hoe ontstaat het zelfconcept? - Chapter 14
- Wat is de link tussen persoonlijkheid en sociale interactie? - Chapter 15
- Wat is de link tussen sekse, gender en persoonlijkheid? - Chapter 16
- Zijn er grote persoonlijkheidsverschillen binnen verschillende culturen? - Chapter 17
- Welke invloed hebben stress, coping, aanpassen en gezondheid op persoonlijkheid? - Chapter 18
- Wat zijn persoonlijkheidsstoornissen? - Chapter 19
- Wat kunnen we zeggen over de toekomst? - Chapter 20
- Samenvattingen en studiehulp bij Personality Psychology: Domains of Knowledge About Human Nature van Larsen et al. - Boektool
- 1 van 2
- volgende ›
Chapters
Teksten & Informatie
JoHo 'chapter 'pagina
Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?
- JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp
Crossroad: volgen
- Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website
Crossroad: kiezen
- Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.
Footprints: bewaren
- Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
- Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.
Abonnement: nemen
- Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.
Abonnement: checken
- Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee
Prints: maken
- Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.