Hoe zit het goederenrecht en het burgerlijk procesrecht in elkaar, en wat zijn de deelgebieden?
- Wat wordt verstaan onder vermogen en vermogensrecht?
- Wat is de rol van het vermogensrecht binnen het burgerlijk procesrecht (het formele procesrecht)?
- Hoe kan je goederen verkrijgen of verliezen?
- Wat zijn absolute rechten op goederen?
- Wat is bezit?
- Wat is overdracht?
- Wat is derdenwerking en publicatie?
- Hoe worden derden beschermd tegen beschikkingsonbevoegdheid?
- Op welke wijzen kan een goed geleverd worden?
- Wat houdt verkrijging door verjaring in?
- Welke eigendomsverkrijgingen zijn opgenomen in Boek 5 BW?
- Wat zijn beperkte rechten op goederen?
- Wat zijn voorrangsrechten?
- Bronnen en meer lezen
Wat wordt verstaan onder vermogen en vermogensrecht?
- In juridische zin wordt met ‘vermogen’ bedoeld: alle op geld waardeerbare rechten en verplichtingen die iemand heeft.
- Men is bijvoorbeeld eigenaar van een aantal zaken, denk aan een huis, een auto of sieraden. Daarnaast kan men vorderingen hebben, bijvoorbeeld op een vriend die geld heeft geleend. Andersom kan men zelf ook een verplichting of schuld hebben. Dit alles tezamen vormt het ‘vermogen’.
- Het (objectief) vermogensrecht omvat alle regels met betrekking tot de rechten en verplichtingen die men heeft. Het objectieve recht betreft alle op dit moment in Nederland geldende regels. Uit dit objectieve recht vloeien zogenaamde subjectieve rechten voort. Subjectief recht ziet op bevoegdheden die iemand kan hebben. Zo heeft iemand die eigenaar is van een auto de bevoegdheid om deze te gebruiken, te verkopen of uit te lenen. Een subjectief recht, zoals het eigendomsrecht, vloeit voort uit het objectieve vermogensrecht.
Wat is de rol van het vermogensrecht binnen het burgerlijk procesrecht (het formele procesrecht)?
- Het burgerlijk procesrecht valt uiteen in twee verschillende delen:
- Het vermogensrecht: waar rechten ter vrije beschikking van de rechtssubjecten staan. De tussenkomst van de rechter wordt ingeroepen voor beslechting van een geschil over de inhoud van de rechtsbetrekking en/of ter verkrijging van een afdwingbare vordering.
- Het personen- en familierecht: waar rechten niet ter vrije beschikking staan. De taak van de rechter is hierbij het behartigen van specifieke belangen.
- Dit verschil werkt door in de doelstellingen en de regels van de betreffende rechtspleging.
Hoe kan je goederen verkrijgen of verliezen?
- Een vermogen is niet statisch en ondergaat vaak wijzigingen door verkrijging en verlies van goederen.
- De verkrijging van goederen kan gebeuren onder algemene en onder bijzondere titel (art. 3:80 lid 1).
- Verkrijging onder algemene titel betekent dat de verkrijger het geheel of een (evenredig) deel van een vermogen verkrijgt van een ander. Dit betekent dat hij zowel alle activa (het totaal van de vermogensrechten) als alle passiva (het totaal van de schulden) verkrijgt, of een evenredig deel daarvan. De verkrijger wordt nu rechthebbende op zowel alle absolute als relatieve rechten. In art. 3:80 lid 2 worden er vier algemene titels genoemd:
- erfopvolging,
- boedelmenging (bij het huwelijk),
- fusie,
- splitsing.
- Verkrijging onder bijzonder titel is het verkrijgen van een of meer bepaalde goederen en dus niet het gehele vermogen zoals bij algemene titel.
- Iedere verkrijging die niet onder algemene titel plaatsvindt, is een verkrijging onder bijzondere titel.
- Art. 3:80 lid 3 noemt drie vormen van verkrijging onder bijzondere titel:
- overdracht,
- verjaring
- toe-eigening.
- Maar ook natrekking, schatvinding en vermenging geschieden door middel van verkrijging onder bijzondere titel (art. 5:13 jo. 5:14 jo. 5:15 BW).
- Verkrijging door overdracht is erg gebruikelijk en komt vaak voor. Bij overdracht gaat een bepaald goed uit het vermogen van de ene persoon over in dat van een ander persoon.
Wat zijn absolute rechten op goederen?
- Een absoluut recht is het recht van één tegenover iedereen, dit betekent dat het recht te handhaven is tegenover wie dan ook. Dit wordt ook wel ‘absolute werking’ genoemd.
- Het duidelijkste voorbeeld van een absoluut recht is het eigendomsrecht, het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben.
- Eigendom staat gedefinieerd in Boek 5 in art. 5:1 lid 1 BW en houdt in dat de eigenaar kan bepalen dat anderen niet van zijn eigendom kunnen genieten, ofwel eenieder wordt uitgesloten van dit genot, zie art. 5:1 lid 2. Alleen een eigenaar mag dus gebruik maken van zijn zaken, tenzij hij anderen hiertoe toestemming verleent.
- Een eigenaar komt niet alleen het vrije gebruik van zijn zaak toe, ook is hij exclusief bevoegd om over zijn zaak te beschikken: deze te vervreemden (verkopen) of er een beperkt recht op te vestigen, bijvoorbeeld een hypotheek of vruchtgebruik.
- Hij mag dit beschikkingsrecht ook door een ander laten uitoefenen. Enkel de eigenaar kan aldus een andere persoon eigenaar van de zaak maken
Wat is bezit?
- Bezit is niet hetzelfde als eigendom. Bezit is de uiterlijke machtsuitoefening door een eigenaar, maar nooit de eigendom zelf. Het is echter wel zo dat de bezitter vaak ook de eigenaar is. Het bezit schept dan ook het (bewijs)vermoeden van eigendom.
- Om te begrijpen wat ‘bezit’ is, moet eerst gekeken worden naar het begrip ‘houden’. De houder van een goed is degene die macht uitoefent over dat goed.
Wat is overdracht?
-
Overdracht is een wijze van verkrijging onder bijzondere titel. Hierdoor gaat een goed van het vermogen van de verkoper over in dat van de koper. Overdracht is niet hetzelfde als levering.
-
Art. 3:84 lid 1 BW noemt drie vereisten voor de overdracht van goederen:
-
Levering;
-
krachtens geldige titel;
-
verricht door een beschikkingsbevoegde.
-
Voor eigendomsoverdracht kan men niet slechts volstaan met de levering van het goed. Ook aan de andere twee eisen dient te zijn voldaan. Bovendien moet het goed ‘overdraagbaar zijn’. Eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, zo volgt uit art. 3:83 lid 1 BW. Een auto, woning of vorderingsrecht kan dus worden overgedragen. Men kan niet afspreken dat een goed niet overgedragen kan worden, dat zou het handelsverkeer belemmeren.
Wat is derdenwerking en publicatie?
- Een koper kan te maken krijgen met bijvoorbeeld een kwalitatieve verplichting. Een dergelijke verplichting heeft derdenwerking: de koper is geen partij geweest bij de overeenkomst, maar hier wel aan gebonden.
- Dit geldt ook als er een absoluut recht op het gekochte goed rust, denk aan een hypotheekrecht. De koper van een huis wil niet onverwachts met een hypotheekrecht worden geconfronteerd dat de verkoper daarop had gevestigd.
- Derdenwerking is daarom enkel gerechtvaardigd wanneer men het absolute recht dat op het goed rust, ten tijde van de verkrijging ‘kende of had kunnen kennen’.
- In het objectieve recht komen dan ook verschillende publicatievereisten voor. Wanneer op een huis een hypotheekrecht wordt gevestigd, wordt dit gepubliceerd in de openbare registers.
Hoe worden derden beschermd tegen beschikkingsonbevoegdheid?
-
Eén van de eisen van overdracht is de beschikkingsbevoegdheid van de persoon die het goed wil overdragen. Het ontbreken van de beschikkingsbevoegdheid kan gerepareerd worden als voldaan is aan de eisen voor derdenbescherming door art. 3:86 of art. 3:88 BW.
-
Het is niet altijd redelijk dat een derde te goeder trouw die bijvoorbeeld een goed koopt van iemand die hiervan niet de rechthebbende is, het goed niet mag houden. Daarom zijn er derdenbeschermende bepalingen in het BW opgenomen. De eerste mogelijkheid is neergelegd in art. 3:86 BW.
-
Om na te gaan of er een geslaagd beroep op derdenbescherming door de koper die niet op de hoogte was van de beschikkingsonbevoegdheid van de verkoper kan worden gedaan, moet er aan de volgende vereisten zijn voldaan:
-
Er moet sprake zijn van een levering van een roerende zaak, niet-registergoed, of een recht aan toonder of order;
-
De levering vindt plaats in overeenstemming met art. 3:90, art. 3:91 of art. 3:93 BW;
-
De levering geschiedt anders dan om niet;
-
De verkrijger is op het moment van de levering te goeder trouw. Het recht helpt de verkrijger hier een handje mee doordat de houder wordt geacht bezitter te zijn en de bezitter wordt geacht rechthebbende te zijn (art. 3:109 jo 3:119).
-
Op welke wijzen kan een goed geleverd worden?
- Het leveren van goederen kan alleen geschieden op de door de wet genoemde manieren. Het zelf creëren van een nieuwe mogelijkheid tot levering is niet mogelijk.
- Roerende zaken, niet-registergoederen worden geleverd via bezitsverschaffing (art. 3:90 lid 1 BW). Onroerende zaken, registergoederen worden geleverd via art. 3:89 lid 4.
- Bezitsverschaffing is overigens niet hetzelfde als eigendomsoverdracht. Bezitsverschaffing is één van de drie voorwaarden vermeld in art. 3:84 voor eigendomsoverdracht, namelijk de levering. Een bezitter kan dus wel het bezit overdragen aan een ander, maar hij kan niet de eigendom overdragen aan een ander. Ook een detentor (houder) kan een goed overdragen, maar dit dan alleen met instemming van de bezitter.
Wat houdt verkrijging door verjaring in?
- Verjaring is een van de manieren om goederen te verkrijgen onder bijzondere titel (art. 3:80 lid 3 BW).
- Verjaring kan op twee manieren.
- Ten eerste bestaat er de verkrijgende verjaring. Het gaat hier om personen die voorheen slechts bezitter waren, maar door tijdsverloop rechthebbende van het goed zijn geworden.
- Ten tweede is er de bevrijdende verjaring. Dit is het door tijdsverloop teniet gaan van een rechtsvordering (titel 3.11). Verkrijgende verjaring treedt van rechtswege in. Hier hoeft men geen expliciet beroep op te doen. Bevrijdende verklaring vereist dit nu juist wel. Zo verbiedt bijvoorbeeld art. 3:322 BW de rechter om de bevrijdende verjaring ambtshalve toe te passen.
Welke eigendomsverkrijgingen zijn opgenomen in Boek 5 BW?
- In boek 5 komen de volgende eigendomsverkrijgingen voor:
- Eigendomsverkrijging door toe-eigening
- Eigendomsverkrijging van een gevonden zaak
- Eigendomsverkrijging van een gevonden schat
- Eigendomsverkrijging door middel van natrekking
- Eigendomsverkrijging door middel van vermenging
- Eigendomsverkrijging door middel van zaaksvorming
- Eigendomsverkrijging door middel van vruchttrekking
Wat zijn beperkte rechten op goederen?
- Art. 3:8 BW stelt: ‘Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard’. Het meer omvattend recht noemen we het ‘moederrecht’, het beperkte recht het ‘dochterrecht’.
- Sommige beperkte rechten kunnen slechts gevestigd worden op zaken, deze staan in Boek 5. De beperkte rechten uit Boek 5 zijn erfdienstbaarheid, erfpacht en opstal.
- Andere beperkte rechten kunnen op goederen – dus zowel op zaken als op vermogensrechten – worden gevestigd en staan dus in Boek 3. De beperkte rechten in Boek 3 zijn het recht van vruchtgebruik, pand en hypotheek.
- De beperkte rechten kennen een gesloten stelsel. Het is dus niet mogelijk om nieuwe beperkte rechten te construeren (art. 3:81 lid 1).
- Beperkte rechten kunnen verdeeld worden in genots- en zekerheidsrechten.
- Genotsrechten zijn beperkte rechten die de rechthebbende de bevoegdheid geven een goed dat aan een ander toebehoort te gebruiken en het genot ervan te hebben. Hieronder vallen dus het recht van vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en het appartementsrecht.
- De zekerheidsrechten verschaffen de schuldeiser een sterkere positie bij verhaal van zijn vordering. Het pandrecht en hypotheekrecht zijn zekerheidsrechten op het gebonden goed.
- Alle beperkte rechten hebben absolute werking. Als A bijvoorbeeld zijn huis verkoopt, en dit huis is bezwaard met het recht van vruchtgebruik ten behoeve van B, dan kan A dit huis alleen verkopen inclusief het vruchtgebruik. Het recht van vruchtgebruik gaat dus mee in de overdracht.
Wat zijn voorrangsrechten?
- Art. 3:276 BW bepaalt dat een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar kan verhalen. Men verhaalt zich door het te gelde maken van het goed van de schuldenaar: executie. Uit de executieopbrengst wordt de vordering voldaan.
- Om zich te mogen verhalen is een executoriale titel nodig, die de schuldeiser bij de rechter kan verkrijgen. Dit is bijvoorbeeld een vonnis waarin X veroordeeld is om Y een geldsom te betalen. Met dit vonnis kan Y beslag leggen op goederen van X, de goederen verkopen en de geldsom voldoen uit de verkoopopbrengst. Echter, in het geval van een faillissement dient hij zich eerst bij de curator te melden, aangezien pand- en hypotheekhouder separatisten zijn en dus voorrang genieten op executoriale titels. Zij kunnen handelen alsof er geen faillissement was (art. 57 Faillissementswet).
- Pand- en hypotheekhouder hebben geen executoriale titel van de rechter nodig om tot verkoop van het met pand of hypotheek bezwaarde goed over te gaan; zij kunnen het goed paraat executeren (respectievelijk art. 3:248 jo. 3:268).
- Alle crediteuren hebben onderling een gelijk recht op voldoening uit de netto-opbrengst van de goederen van hun schuldenaar. Dit naar evenredigheid van ieders vordering (art. 3:277). Dit wordt ook wel ‘partias creditorum’ genoemd, de gelijkheid van de schuldeisers.
- Op de hoofdregel van art. 3:227 – gelijkheid van schuldeisers, bestaan uitzonderingen. Sommige schuldeisers hebben namelijk ‘voorrang’. Zij mogen zich het eerst verhalen op de executie-opbrengst. Een schuldeiser met voorrang wordt ook wel een ‘preferente schuldeiser’ genoemd. Een ‘gewone’ schuldeisers wordt een ‘concurrente schuldeiser’ genoemd.
- Er bestaat een gesloten systeem van voorrangsrechten. Schuldeisers kunnen alleen voorrang hebben op grond van wettelijk erkende redenen, zoals pand, hypotheek en voorrecht art. 3:278 lid 1.
Bronnen en meer lezen
- Privaatrecht & Contracten: opleiding tot studeren in het buitenland
- Ondernemingsrecht & Handelsrecht - studie en kennis
- Keuzewijzer voor samenvattingen van Compendium van het Nederlandse vermogensrecht - Hijma & Olthof
- Keuzewijzer voor samenvattingen van Hoofdstukken Vermogensrecht - Nieuwenhuis
- Keuzewijzer voor samenvattingen van Zwaartepunten van het vermogensrecht - Reehuis - 11e druk
- Keuzewijzer voor samenvattingen van Pitlo Deel 3: Goederenrecht - Reehuis & Heisterkamp - 14e druk