De laatste stap in je onderzoek is het samenvoegen van alle informatie die je gedurende het onderzoeksproces hebt verzameld en dit netjes in een onderzoeksrapport opschrijven. Het schrijven van een samenhangend onderzoeksrapport is niet makkelijk. Hoe je dit het beste aanpakt, welke volgorde gebruikelijk is, en aan welke wetenschappelijke eisen je rapport moet voldoen wordt per onderzoeksfase beschreven.
Een paar algemene punten die van belang zijn:
Je begint niet pas aan het schrijven van je onderzoeksrapport aan het einde van je onderzoek. Eigenlijk schrijf je er gedurende het hele proces aan; je maakt in het begin alvast een (voorlopige) inhoudsopgave en houdt keuzes, inzichten en resultaten bij op de juiste plek.
Je maakt een duidelijke keuze met betrekking tot je doelgroep. Voor wie schrijf je het onderzoeksrapport en door wie zal het rapport gelezen worden? Deze overwegingen neem je mee bij keuzes met betrekking tot de opbouw en schrijfstijl van je onderzoeksrapport.
Houd er rekening mee dat je verschillende keren een conceptversie van je rapport zult overhandigen aan je begeleider(s) en je dus ook meerdere keren commentaar te verwerken zult krijgen. Houd hier rekening mee in je tijdsplanning.
Opbouw
In feite schrijf je een onderzoeksrapport zoals je het onderzoek hebt opgebouwd. Hoe bondig of uitgebreid een rapport moet zijn is moeilijk te zeggen, maar er zijn wel een aantal aanknopingspunten. Een wetenschappelijk verslag moet de informatie bevatten zodat het onderzoek zelfstandig herhaald kan worden op basis van de informatie uit het verslag. De structuur ligt ook min of meer vast, en volgt vaak het volgende format:
Titelblad
Voorwoord
Samenvatting
Inleiding
Methode
Resultaten
Conclusie en discussie
Literatuurlijst
Bijlagen
Op het titelblad staat ten eerste de titel. Denk goed na over de vorm van je titel (en eventuele ondertitel). Het moet de lading dekken, het moet in één zin duidelijk zijn waar het onderzoeksrapport over gaat, maar ook nieuwsgierigheid opwekken. Om een te lange titel te voorkomen, kan de titel verder uitgelegd worden in de ondertitel. Naast een titel moet op het titelblad je naam, datum en plaats, naam van je begeleider en de naam van het instituut waar je het rapport voor schrijft verschijnen.
De samenvatting moet kort en bondig zijn (variërend van een halve pagina tot een aantal pagina’s, afhankelijk van de omvang van je onderzoeksrapport). In de samenvatting beschrijf je het hele onderzoek (opzet, vraagstelling, methode) en de belangrijkste resultaten. Op basis van de samenvatting zullen mensen bepalen of ze verder willen lezen in je rapport, dus alles moet erin staan. Je schrijft een samenvatting pas op het eind, wanneer je hele rapport klaar is en je overzicht hebt over wat de hoofd- en bijzaken zijn. Een wat uitgebreidere samenvatting wordt ook wel een managementsamenvatting genoemd. Deze moet de belangrijkste en meest bruikbare informatie bevatten, zodat een organisatie zo met de resultaten, conclusies en aanbevelingen aan de slag kan. Voor persoonlijke (bedank)woorden schrijf je een voorwoord. Deze plaats je voor de samenvatting.
De inleiding van je verslag bestaat uit de aanleiding voor je onderzoek, de probleem- en doelstelling en de onderzoeksvragen die centraal staan in je onderzoek. Je kunt hier ook een theoretische inleiding op ander onderzoek over je onderwerp introduceren. Hiermee toon je ook de relevantie van je onderzoek aan. Een belangrijk doel van de inleiding is om je lezers te interesseren (wetenschappelijk of praktijkgericht) voor het onderwerp. Als je onderzoek erg praktijkgericht is kun je de theoretische achtergrond tot een minimum beperken door de begrippen kort af te bakenen, ze op te nemen in een model, of een aparte paragraaf over theorie te schrijven voor de geïnteresseerden.
Het hoofdstuk over methodes is een belangrijk onderdeel van je verslag. Hierin beschrijf je nauwkeurig voor welke onderzoeksmethode(n) je hebt gekozen, waarom, en hoe je deze methode(n) hebt toegepast. Op basis van de informatie in dit hoofdstuk moet een onderzoek precies na te bootsen zijn. Je geeft aan wat je verstaat onder de (operationele) populatie, hoe je het steekproefkader bepaald hebt en op welke manier je de steekproef getrokken hebt. Je geeft aan voor welke dataverzamelingsmethode(n) je gekozen hebt, en op basis van welke argumenten. Zet de beperkingen en mogelijkheden op een rij, en verantwoord je keuze in methodologische maar ook in praktische zin, dus in termen van geld, tijd en onderzoekseenheden. Geef aan welke instrumenten je gebruikt hebt om de theorie te toetsen en om je onderzoeksvragen te beantwoorden. Laat zien hoe je begrippen hebt geoperationaliseerd; hoe je ze hebt omgezet in meetbare eenheden. Beschrijf welke analysemethoden je hebt gebruikt om de gegevens te verwerken, te beschrijven en te toetsen. Bij kwalitatieve analyse ligt er vaak een model ten grondslag aan de analyse, zoals de eerder genoemde gefundeerde theoriebenadering. Dit zijn theoretische uitgangspunten en worden dus niet hier besproken, tenzij ze gebruikt zijn als uitgangspunt voor het inhoudelijke deel van het onderzoek.
De resultaten moeten een zo objectief mogelijk beeld geven van de verzamelde informatie. Voordat je de daadwerkelijke resultaten presenteert beschrijf je eerst het verloop van het veldwerk. Je presenteert en beschrijft de gevonden resultaten, maar gaat nog niet over tot de interpretatie, dit komt in de conclusies aan bod.
In je conclusie kijk je terug op het onderzoeksproces. Wat waren de vragen waarmee je het onderzoek begon, en hoe is het onderzoek verlopen? Je herhaalt de probleem- en doelstelling en beantwoordt de centrale vraag en deelvragen. Hier ga je de resultaten interpreteren en er conclusies aan verbinden.
In de discussie is ruimte voor je eigen mening, en eventuele discussie en reflectie over de gebruikte methoden, het verloop van je onderzoek en de relatie tot ander onderzoek.
Aanbevelingen zijn voornamelijk van belang als je praktijkgericht onderzoek hebt uitgevoerd. Je doet een aantal aanbevelingen voor verandering in een organisatie of aanbevelingen voor vervolgonderzoek, geïnspireerd door vragen die zijn opgekomen door jouw onderzoek. Suggesties voor veranderingen moeten haalbaar en op de korte termijn te behalen zijn, anders belanden ze zeer waarschijnlijk in de prullenmand.
In de literatuurlijst verwijs je naar literatuur van anderen die je gebruikt hebt in je onderzoek. Het is belangrijk om hier op de juiste wijze naar te verwijzen. Kijk na wat de voor jou geldende richtlijnen zijn. Let er op dat verwijzingen die in je tekst vermeld staan ook in de literatuurlijst staan, en andersom.
In de bijlagen wordt aanvullende informatie opgenomen die niet nodig is voor het doorlezen en begrijpen van het onderzoeksverslag, maar wel als naslagwerk gebruikt kan worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onderwerplijsten, volledige vragenlijsten, uitnodigingsbrieven, te grote tabellen, en responsgegevens.
APA-richtlijnen
De richtlijnen voor het schrijven van veel sociaal-wetenschappelijke onderzoeksverslagen zijn afkomstig van een instituut voor standaardisering: the American Psychological Association (APA). Deze regels hebben tot doel om een standaard te creëren voor de structuur van een artikel of onderzoeksverslag, de opmaak daarvan, de literatuurverwijzingen en de literatuurlijst. In kader 10.8 en 10.9 in Verhoeven (2010, p. 303) staat vermeld hoe naar verschillende typen bronnen verwezen moet worden volgens de APA-richtlijnen in de literatuurlijst en in de lopende tekst.
Schrijftips
Maak een uitgebreide inhoudsopgave tijdens het begin van je onderzoeksproces. Zo’n inhoudsopgave kan je goed op weg helpen tijdens het schrijven. Bij elk hoofdstuk maak je (sub)paragrafen, waarbij je aangeeft welke informatie daar moet komen. Op deze manier kun je snel zien welke informatie waar terecht moet komen en waar je nog informatie mist.
Plan genoeg tijd in voor het schrijfproces. Zorg dat je voldoende tijd hebt om het onderzoeksverslag te schrijven, tussentijds in te leveren, en commentaar te verwerken. De volgende onderdelen kun je gebruiken om je tijd in te plannen: doorlezen van je resultaten, vaststellen van de uitgebreide inhoudsopgave, maken van een eerste opzet met gebruik van steekwoorden, uitschrijven van de opzet, herlezen van de opzet, herschrijven van de opzet, (concept)versie inleveren. De laatste stappen zul je een aantal keer moeten herhalen.
Zorg dat je overzicht houdt over de verschillende versies die je hebt geschreven, door middel van duidelijke nummering. Geef in de documentnaam of in de kop- of voettekst de datum of een versienummer aan.
Laat je onderzoek door collega’s of mede-studenten doorlezen, de zogenaamde peer assessment. Organiseer een bespreking van je werk in groepsvorm om het te kunnen bediscussiëren. Beoordeel andermans werk zoals je dat zelf ook graag zou zien, geef geen botte, maar opbouwende kritiek, en geef handige tips en aanvullende informatie.
Schrijf je onderzoeksverslag voor de juiste doelgroep. Het kan zijn dat je rapport voor verschillende doelgroepen geschikt moet zijn. Om die reden kan het zelfs zo zijn dat je twee versies van het rapport schrijft, bijvoorbeeld als je verslag geschikt moet zijn voor zowel onderzoekers als het management van een organisatie. Let bij het schrijven voor een doelgroep bijvoorbeeld op: aansluiting op de kennis van je doelgroep, het vermijden van jargon, een duidelijke en kernachtige samenvatting met aanbevelingen voor het management, of een uitgebreide methodologische uitleg en theoretische onderbouwing voor mede-onderzoekers.
Beoordelen van publicaties
Sommige onderzoeksrapporten worden alleen intern gebruikt, anderen worden openbaar gemaakt door middel van publicatie in een (wetenschappelijk) tijdschrift of krant. Zulke publicaties worden beoordeeld aan de hand van een aantal aspecten. De bruikbaarheid van de resultaten bijvoorbeeld. Of de gehanteerde theorie en methoden. Dit hangt af van de functie die het onderzoeksverslag voor jou heeft. Het beoordelen van een publicatie hangt ook af van het doel van het artikel, en de doelgroep die met het artikel bereikt wordt. Hier worden er een aantal besproken:
Onderzoekers: publicaties komen meestal in een wetenschappelijk tijdschrift over hun vakgebied, om een theorie te belichten of een methode te toetsen.
Studenten: publicaties hebben meestal het doel om studenten iets te leren over een onderzoeksopzet en het uitvoeren van onderzoek.
Managers/beleidsmakers: publicaties hebben meestal het doel om aanbevelingen te doen voor beleid. De nadruk ligt op de samenvatting en de aanbevelingen.
Uitvoerenden: Wanneer de aanbevelingen tot doel hebben de uitvoerenden in een organisatie tot verandering aan te zetten is het van belang om na te gaan of de informatie en de aanbevelingen passen bij de voorkennis van deze personen.
Breed publiek: Dit is een moeilijke doelgroep om voor te schrijven, omdat het een zeer gevarieerde groep mensen betreft. Houd het kort en duidelijk, en vermijd jargon.
Aan publicaties in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften wordt een hoge status verleend. Dit zegt echter niet per definitie dat de kwaliteit van het onderzoek ook hoog is. Wel gaat er aan publicatie een periode van peer review vooraf. Collega-onderzoekers beoordelen het onderzoek en het artikel en leveren commentaar. Daarmee wordt geprobeerd een extra kwaliteitscheck in te bouwen. Echter, niet alle peer reviews zijn van hoge kwaliteit, en aangezien je artikel niet geplaatst zal worden als je het commentaar niet meeneemt in een nieuwe versie, kan de keuze voor het overnemen van bepaalde standpunten een politiek of strategische keuze worden. Kijk daarom altijd kritisch naar de gepresenteerde informatie, hoe prestigieus het tijdschrift of boek ook is.
Relaties
- Onderzoek doen - Analysefase: Hoe verwerk je kwantitatieve gegevens?
- Onderzoek doen - Analysefase: Hoe verwerk je kwalitatieve gegevens?
- Onderzoek doen - Evaluatiefase: Hoe kom je bij conclusies, discussie en aanbevelingen?
- Onderzoek doen - Evaluatiefase: Hoe stel je een onderzoeksrapport samen?
- Hoe maak je een diagnostisch verslag: van aanmelding tot advisering?
- ‹ vorige
- 2 van 2
Chapters
Teksten & Informatie
JoHo 'chapter 'pagina
Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?
- JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp
Crossroad: volgen
- Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website
Crossroad: kiezen
- Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.
Footprints: bewaren
- Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
- Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.
Abonnement: nemen
- Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.
Abonnement: checken
- Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee
Prints: maken
- Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.