Samenvattingen voor Business Management: van tentamen doen tot studie en stage in het buitenland

 

van vaardigheden verbeteren, vacatures verkennen tot vertrekken naar het buitenland

van slim studeren tot samenvattingen stampen

Samenvattingen, aantekeningen, oude tentamens en begrippenlijsten voor: Business Management

 

Business Management: selecties

Business Management: relaties

Wegwijzer bij studeren en tentamens voor Business Management

Leren, studeren en stage in het buitenland voor Business Management

Business Management

Samenvattingen, studeren, studiehulp, stages en ervaring opdoen in het buitenland

Bedrijfsorganisatie en economie: begrippen en definities

Bedrijfsorganisatie en economie: begrippen en definities

Wat is economie?

Wat is economie?

Wat betekent economie?

  • Economie betekent alle productie en ruilhandelactiviteiten die plaatsvinden: al het kopen en verkopen. Omdat middelen schaars zijn, wordt bestudeerd hoe mensen beslissingen maken, hoe mensen met elkaar omgaan en welke krachten en trends de economie beïnvloeden. 

Wat is macro-economie?

  • Macro-economie betreft de economie van een gehele maatschappij, in het bijzonder fenomenen zoals inflatie, werkeloosheid en economische groei.

Wat is micro-economie?

  • Micro-economie betreft hoe een gezin of bedrijf beslissingen maakt en zich gedraagt in specifieke markten.

Wat is fiscale economie?

  • Fiscale economie betreft economie die samenhangt met belastingen.

Wat is Internationale economie?

  • Internationale economie betreft de interacties tussen economische machten in de wereldeconomie

Wat is bedrijfseconomie?

  • Bedrijfseconomie betreft het economisch handelen van productieorganisaties, waarbij arbeid en kapitaal worden ingezet om ondernemingsdoelen na te streven.

 

Wat is het verschil tussen accountancy en boekhouden?

Wat is het verschil tussen accountancy en boekhouden?

 

Wat is het verschil tussen boekhouden en accounting?

  • Een boekhouder legt veranderingen vast in het eigen vermogen, de bezittingen en de schulden van een bedrijf.
  • Bij bedrijven van meer dan 50 werknemers, een omzet van meer dan 8,8 miljoen of ingewikkelde financiële transacties wordt meestal een accountant ingeschakeld.
  • Handelingen die door een accountant worden gedaan, zijn bijvoorbeeld de boekhouding controleren, periodieke uitgaven en inkomsten verwerken, jaarrekeningen opstellen, budgetten met resultaten vergelijken en belastingvoordelen in kaart brengen.

Welke financiële overzichten kun je opstellen?

  • De boekhouding in het algemeen geeft veranderingen weer in het eigen vermogen, de bezittingen en de schulden.
  • In financiële dagboeken worden dagelijks alle financiële gebeurtenissen geregistreerd, bijvoorbeeld in een kasboek, verkoopboek etc.
  • Het grootboek houdt voor elke balanspost afzonderlijk een overzicht (grootboekrekening) bij van de financiële feiten. Debet (schulden) en credit (bezittingen) moeten in het grootboek gelijke bedragen zijn.
  • De jaarrekening bestaat uit een balans, resultatenrekening en een toelichting en geeft externe verslaglegging onder andere voor de fiscus over het vermogen en het resultaat alsmede omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van het bedrijf. De jaarrekening is het financiële gedeelte van het jaarverslag en valt meestal onder de verantwoordelijkheid van een accountant.
  • De balans geeft de financiële situatie van een bedrijf weer, met aan de linkerkant de activa (bezittingen) en aan de rechterkant de passiva (bronnen waarmee een bedrijf is opgebouwd). De passiva bestaan uit vreemd vermogen (schulden) en eigen vermogen (activa min de schulden).
  • De winst- en verliesrekening of resultatenrekening geeft de opbrengsten en kosten van een bepaalde periode weer, meestal een jaar.
  • Het kasstroomoverzicht is niet wettelijk verplicht maar wordt door de grote ondernemingen meestal wel opgenomen als extra vorm van verslaglegging. Het geeft objectief de mutaties binnen de liquide middelen (direct te gebruiken financiële middelen) over een jaar weer.

Meer lezen:

Wat is het verschil tussen enkel en dubbel boekhouden?

  • Bij enkel boekhouden worden financiële dagboeken bijgehouden en wordt direct hieruit de jaarrekening afgeleid.
  • Bij dubbel boekhouden wordt naast financiële dagboeken een grootboek bijgehouden, waaruit de jaarrekening wordt afgeleid.
  • Het is wettelijk verplicht dat de interne boekhouding binnen bedrijven, die wordt gebruikt door aandeelhouders en werknemers, overeenkomt met externe verslaglegging voor de fiscus en overige belanghebbende organisaties.
Wat is het verschil tussen micro-economie en macro-economie, en waarom bestaat micro-economie?

Wat is het verschil tussen micro-economie en macro-economie, en waarom bestaat micro-economie?


Wat is het verschil tussen micro- en macro-economie?

  • Definitie: Micro-economie bestudeert het economisch gedrag van individuele economische eenheden zoals producenten en consumenten en de markten die deze eenheden omvatten.
  • Definitie: Macro-economie bestudeert het economisch gedrag van samengestelde economische eenheden (meestal landen of nog grotere eenheden) en werkt met samengestelde economische variabelen zoals economische groei, interest en werkloosheid.
  • Uit deze definities blijkt dat micro en macro economie elkaar aanvullen: de grotere eenheden zijn opgebouwd uit de kleinere en het gedrag van de kleinere eenheden wordt mede bepaald door grotere eenheden. Denk hierbij aan de invloed die vakbonden, werkgeversorganisaties, consumentenbonden en nationale staten hebben op individuele consumenten of fabrikanten.
  • Micro-economie probeert het (i.c. economische) gedrag van mensen te verklaren en te voorspellen. Daarnaast gaat het over de verdeling van schaarse goederen. De vraag die hierbij vaak gesteld wordt is hoe kan iemand, met de schaarse middelen die er zijn, zo goed mogelijk in zijn behoefte voorzien. Om te komen tot meer dan een beschrijving van unieke gebeurtenissen, worden daarbij vooral theorieën gebruikt. Een theorie is een systeem van regels en veronderstellingen om gebeurtenissen in de praktijk te verklaren. Aangezien zich steeds nieuwe situaties voordoen, zal men de theorieën blijven verbeteren. Micro-economische theorieën nemen vaak de vorm aan van modellen.
  • Definitie: Een model is een mathematische weergave van een element uit de praktijk, met behulp van een theorie geconstrueerd, zodat relevante aspecten gekwantificeerd kunnen worden.
  • Let wel, een model geeft enkel bepaalde aspecten van de praktijk weer, het is dus een abstractie. Een model kan alleen iets voorspellen indien de voorwaarde wordt aangenomen, dat alle niet in het model weergegeven aspecten geen invloed of altijd dezelfde invloed hebben op de uitkomst (de zgn. ceteris paribus-clausule).
  • Daarnaast wordt er in de micro economie gekeken naar een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Hier komen de begrippen positieve en normatieve aspecten aan de orde
  • Definitie: Positieve aspecten van wetenschap beschrijven hoe elementen in de praktijk samenhangen.
  • Definitie: Normatieve aspecten van wetenschap beschrijven welke samenhangen van elementen in de praktijk wenselijk zijn.
  • Over de wenselijkheid van bepaalde situaties in de werkelijkheid (geen inflatie, 100% werkgelegenheid, de dictatuur van het proletariaat, optimalisatie van de winst van mijn bedrijf, een zo hoog mogelijk rendement op mijn investering) kan de micro-economie geen uitspraken doen. Wel kan, door het verduidelijken van bepaalde samenhangen, het maken van keuzes worden vereenvoudigd.

Welke groepen zijn te onderscheiden in de micro-economische theorie en praktijk?

  • De individuele economische factoren die de micro-economie bestudeerd vallen in twee groepen uiteen: aanbieders en afnemers. In de praktijk vervult iedereen in de loop der tijd beide rollen, maar voor de theorie wordt enkel het moment van aanbieden en het moment van afnemen beschouwd.
  • Definitie: Een markt is een samentrekking van aanbieders en afnemers, die door hun interacties en mogelijke interacties de prijs van een product bepaalt.
  • Definitie: Een industrie omvat alle aanbieders van eenzelfde product.
  • Definitie: Een markt met volkomen concurrentie is er een met vele aanbieders en afnemers van gelijkwaardige producten. Hierbij hebben individuele aanbieders of afnemers geen enkele invloed op de prijs.
  • Definitie: Arbitrage is het kopen van een product tegen een lage prijs en dit goed doorverkopen voor een hogere prijs op een andere locatie.
  • De prijs die in een markt met volkomen concurrentie ontstaat, noemen we de marktprijs. De marktprijs fluctueert hevig, doordat bedrijven met elkaar concurreren. Op markten met minder concurrentie kunnen gelijkwaardige producten tegen verschillende prijzen worden aangeboden. De marktprijs van een product is dan de gemiddelde prijs. Wanneer bepaalde goederen op de ene locatie duurder zijn dan op de andere locatie kan er arbitrage optreden. Deze arbitrage zal doorgaan, tot het moment dat er geen significant verschil in prijs meer is tussen de twee locaties.
  • Definitie: Een markt zonder concurrentie is een markt waarin één aanbieder de prijs bepaald. Er is hier sprake van een monopolistische markt. (Bijvoorbeeld de diamantenmarkt).
  • Definitie: Een kartel is een groep aanbieders van gelijkwaardige producten die een onderlinge prijs- of leveringsafspraak hebben gemaakt. (Bijvoorbeeld de OPEC, een kartel van olieproducerende landen).
  • De marktgrootte geeft aan welke aanbieders en afnemers tot een bepaalde markt gerekend worden, zowel geografisch als ook per productcategorie.
  • De markt voor onroerend goed is bijvoorbeeld sterk geografisch bepaald: Een vierkante meter kantoorruimte in het WTC in Amsterdam wordt op een andere markt verhandeld dan een vierkante meter kantoorruimte in Zwolle of Roermond.
  • Andere producten zoals aardolie kennen een wereldmarkt: hun prijs is overal op de wereld ongeveer gelijk (omdat het anders winstgevend zou worden het product van de ene naar de andere markt te brengen).
  • Het bepalen van de marktgrootte is vaak erg belangrijk om precieze concurrentieverhoudingen te begrijpen en om beslissingen te nemen met betrekking tot het beleid van een bedrijf.

Wat zijn reële en nominale prijzen?

  • Bij het vergelijken van de prijs van een bepaald goed op verschillende tijdstippen, moeten prijzen gemeten worden aan het algemene prijsniveau op die tijdstippen om zo reële in plaats van nominale prijzen te krijgen.
  • Definitie: Reële prijzen zijn prijzen aangepast aan inflatie
  • Definitie: Nominale prijzen zijn absolute prijzen, niet aangepast aan inflatie
  • Om de inflatie te bepalen gebruiken we prijsindexcijfers:
  • Definitie: De consumenten prijs index (CPI) meet het gezamenlijk prijsniveau van consumentengoederen
  • Definitie: De producenten prijs index (PPI) meet het gezamenlijk prijsniveau van grondstoffen, halffabricaten en productiefactoren

Bronnen

 

Wat is human resource management (HRM)?

Wat is human resource management (HRM)?

  • De meest gehanteerde definitie van HRM in de literatuur is van Storey (2000): “HRM is een specifieke benadering van personeelsbeleid, die ernaar streeft competitief voordeel te halen en te behouden door het op een strategische wijze inzetten van sterk betrokken en bekwame medewerkers, en hierbij gebruikmaakt van een scala aan personeelstechnieken”.
  • Recentelijk is ook de term talentmanagement belangrijk. Hierbij gaat het om “het strategisch management van de stroom van talent door de organisatie, met als doel verzekeren dat het nodige talent wordt aangetrokken, behouden, ontwikkeld en gemotiveerd om te werken richting de strategische doelstellingen van de organisatie” (Effron & Ort, 2010; McCauley & Wakefield, 2006).

Bronnen en meer lezen

Wat is micro- en macro-economie, internationale economie. fiscale economie en econometrie?

Wat is micro- en macro-economie, internationale economie. fiscale economie en econometrie?

Wat is micro-economie?

  •  Micro-economie bestudeert het economisch gedrag van individuele economische eenheden zoals producenten en consumenten en de markten die deze eenheden omvatten. Micro-economie probeert het (i.c. economische) gedrag van mensen te verklaren en te voorspellen. Daarnaast gaat het over de verdeling van schaarse goederen. De vraag die hierbij vaak gesteld wordt is hoe kan iemand, met de schaarse middelen die er zijn, zo goed mogelijk in zijn behoefte voorzien.

Wat is macro-economie?

  • Economische principes worden ontwikkeld op twee niveaus: micro- en macro-niveau. Micro-economie houdt zich bezig met keuzes die individuele consumenten, gezinnen en bedrijven maken. Macro-economie houdt zich bezig met het grote plaatje van de economie: de overheid, de huishoudens en de bedrijvensector. 
  • Macro-economie bestudeert de werking van de economie als geheel, en nationale economie in het bijzonder, teneinde economische gebeurtenissen te verklaren en economische politiek te verbeteren. Zo worden binnen de macro-economie bijvoorbeeld verbanden bestudeerd tussen de totale consumptie, de totale productie, de totale werkloosheid en het nationaal inkomen.
  • Bron en verder verdiepen: Macroeconomics (Mankiw).

Wat is internationale economie?

  • De internationale financiële markten spelen een steeds grotere rol in de wereld. Monetaire en macro-economische verhoudingen tussen landen bepalen voor een belangrijk deel de internationale financiële ontwikkelingen.
  • Bron en verder verdiepen: International Finance (Eun, Resnick & Sabherwal)

Wat is econometrie?

  • Econometrie is de toepassing van statistische methoden op economische data.

Wat is fiscale economie?

  • De fiscale economie is de tak van economie die zich bezighoudt met belastingen en alles wat daarmee samenhangt.
  • Het begrip fiscale economie kan vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd. Vanuit de ondernemer bekeken is de fiscus een kostenpost die een sterke invloed heeft op de beslissingen van de ondernemer. 
Wat is omzetbelasting (BTW)?

Wat is omzetbelasting (BTW)?

 

  • De wet op de omzetbelasting 1968 heeft het karakter van een algemene verbruiksbelasting. Omdat deze belasting niet rechtstreeks bij de verbruiker, maar van de ondernemer wordt geheven, wordt de omzetbelasting een algemene indirecte verbruiksbelasting genoemd.
  • De wetgever gaat ervan uit dat de ondernemer de belasting in zijn prijzen doorberekent. Op deze wijze wordt dan indirect toch het verbruik belast. De algemene verbruiksbelasting of bijzondere verbruiksbelasting zou ook van de verbruiker zelf rechtstreeks kunnen worden geheven. In dat geval is er sprake van een directe verbruiksbelasting. In Nederland komt deze heffingsvariant niet voor.
  • Wel wordt bij invoer van buiten de Europese Unie de belasting van de verbruiker geheven in gevallen waarin hij de goederen zelf invoert, maar dat is niet voldoende om de hele heffing om die reden te kunnen typeren als een directe verbruiksbelasting.

Systemen van omzetbelasting

  • In het kader van de harmonisatie van belastingen in de EU hebben de lidstaten zich verplicht de omzetbelasting te heffen volgens het systeem van de belasting over de toegevoegde waarde en wel volgens de methode van aftrek van voorbelasting volgens het kasstelvariant.
  • Het belangrijkste motief voor deze keuze was dat deze methode technisch het beste resultaat heeft als men een verbruiksbelasting op de consumptieve bestedingen wil heffen. Een bijkomend voordeel hierbij is dat de lidstaten een zekere mate van vrijheid behouden op het gebied van tarieven en van enkele vrijstellingen. In Nederland is dit systeem van omzetbelasting op 1 januari 1969 in werking getreden door het van kracht worden van de Wet op de omzetbelasting 1968.
  • Er zijn nog meer voordelen op te noemen. De interne neutraliteit is in dit systeem gewaarborgd, doordat de belasting steeds evenredig is aan de prijs. Ook extern is neutraliteit mogelijk. Doordat in elke schakel de belasting die op een goed rust nauwkeurig bekend is, kan door middel van restitutie van deze belasting worden bereikt dat het product geheel belastingvrij is (en ook zonder fiscale subsidie) het land verlaat. Het is ook mogelijk dat over ingevoerde goederen precies evenveel belasting wordt geheven als bij vervaardiging in het binnenland geheven wordt. Verdere voordelen zijn het ontbreken van een uit fiscaal motief ingegeven integratie-impuls in de productieketen (het aantal transacties is niet van invloed op de uiteindelijke belastingdruk) en een verminderde kans op fraude door betere controlemogelijkheden die geboden worden door het systeem van de gefractioneerde heffing (er wordt op verschillende punten in de keten gecontroleerd).
  • De belangrijkste nadelen zijn het grote aantal belastingplichten (alle ondernemers) en de eventuele administratieve problemen voor (voornamelijk) kleine ondernemers.

Het belastbare feit

  • Het is de bedoeling dat de omzetbelasting drukt op de binnenlandse consumptie. Dit is het bestemmingslandbeginsel. Het maakt daarbij niet uit of de geconsumeerde goederen in het land zelf zijn voortgebracht of uit een ander land afkomstig zijn. Voor beide typen consumptiegoederen moet de belastingdruk even hoog zijn.
  • Tot 31 december 1992 was het bereiken van een dergelijke gelijke belastingdruk een behoorlijke uitdaging vanwege het bestaan van interne grenzen binnen de Europese Unie.
  • Door middel van de leuze ‘Europa 1992’ werd ernaar gestreefd alle fysieke binnengrensbelemmeringen per 31 december 1192 op te heffen. Dit hield in dat ook het bestaande systeem van heffing van omzetbelasting bij in- en uitvoer moest worden aangepast.
  • Bij de aankoop van goederen (nieuwe vervoersmiddelen uitgezonderd) die door particulieren en daarmee gelijkgestelden personen (onder andere vrijgestelde ondernemers) uit een andere lidstaat worden meegenomen naar hun eigen land, geldt vanaf 1 januari 1993 het oorsprongslandbeginsel.
  • De gekochte goederen kunnen door de koper worden meegenomen naar zijn eigen land zonder dat er omzetbelasting over de invoer wordt geheven. De omzetbelasting van het land van aankoop blijft dus op deze goederen rusten en de opbrengst komt ook dit land ten goede. Buurlanden hebben er daarom belang bij ter voorkoming van concurrentieverstoring hun tarieven onderling op elkaar af te stemmen. Deze vrije invoerregeling geldt echter uitdrukkelijk niet voor ondernemers.
  • Voor ondernemers blijft het bestemmingsbeginsel gelden. Wanneer zij goederen importeren uit een andere lidstaat, dan is er sprake van een ‘intracommunautaire verwerving’. Voor de leverancier is er sprake van een ‘intracommunautaire levering’. De intracommunautaire levering geschiedt tegen het 0%-tarief. De goederen verlaten het land dus geheel geschoond van omzetbelasting. De afnemer dient de intracommunautaire verwerving als belastbaar feit aan te merken is daarover omzetbelasting verschuldigd. De aldus door hem verschuldigde omzetbelasting is tegelijkertijd aan te merken als voordruk. Als de voordruk geheel aftrekbaar is, dan hoeft er per saldo dus geen belasting te worden voldaan. Wanneer de goederen zijn betrokken van of geleverd aan een ander land dat geen EU-lidstaat is, dan is er geen sprake van een communautaire verwerving of communautaire levering, maar van invoer of uitvoer. Ook bij uitvoer geldt het 0%-tarief. Bij invoer geldt het ‘binnenlandse’ tarief.

Tarieven

  • Bij de omzetbelasting kent men drie tarieven.
  • Er is een algemeen tarief van 21%, een verlaagd tarief van 9% en een zogenoemd nultarief.
  • Daarnaast kent de wet de reeds meermalen genoemde mogelijkheid van vrijstelling. Het verlaagde tarief van 9% bevat met name alle voedingsmiddelen (eet- en drinkwaren) voor menselijke consumptie, met uitzondering van alcoholhoudende dranken. Verder vallen geneesmiddelen, boeken, het openbaar vervoer en diverse andere zaken onder het verlaagde 9% tarief. Het nultarief is onder meer van toepassing op de levering van zeeschepen en luchtvaartuigen en op het internationale vervoer van personen met deze vervoermiddelen. In een aantal gevallen is de levering van goederen en het verrichten van diensten vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting. Zie art. 11 Wet OB. In dat geval behoeft de ondernemer geen omzetbelasting te voldoen, maar hij kan ook – behalve in de genoemde gevallen in art. 15 lid 2 Wet OB – de aan hem in rekening gebrachte omzetbelasting niet aftrekken. Er ontstaat dan in principe cumulatie van omzetbelasting.
  • De belangrijkste vrijstellingen zijn onder meer bepaalde leveringen van onroerende zaken en vele gevallen van verhuur van onroerende zaken en de meeste diensten in de sector van de geneeskundige verzorging
Wat is vennootschapsbelasting?

Wat is vennootschapsbelasting?

  • Anders dan de naam doet vermoeden, is de vennootschapsbelasting niet slechts een belastingheffing over de winsten van de vennootschappen.
  • Sommige vennootschappen, zoals een vennootschap onder firma, worden niet zelfstandig in de belastingheffing betrokken. Deze vennootschap is fiscaal transparant. Dit betekent dat de winst toegerekend aan de achterliggende participanten. Als de achterliggende participanten van dat samenwerkingsverband natuurlijke personen zijn, dan worden die natuurlijke personen direct in de inkomstenbelasting belast. Indien dat samenwerkingsverband een onderneming drijft, zijn deze natuurlijke personen meestal IB-ondernemer. De winst van het samenwerkingsverband wordt direct toegerekend aan die natuurlijke personen en zij worden daarvoor in de inkomstenbelasting belast.
  • Aan de andere kant zijn sommige rechtsvormen die geen vennootschap zijn, toch onderworpen aan de vennootschapsbelasting.Voorbeelden zijn onder meer een coöperatie of een stichting die een onderneming drijft. Een gemeenschappelijk kenmerk van belastingplichtigen in de vennootschapsbelasting is dat de winst van het lichaam niet direct toevloeit aan de achterliggende (natuurlijke) personen, omdat zij op een zekere afstand staan van het lichaam. Het gevolg is dat het lichaam, zoals een besloten vennootschap (bv), zelfstandig in de vennootschapsbelasting wordt betrokken voor de behaalde winst en niet de aandeelhouders.
  • De vennootschapsbelasting in Nederland wordt gekenmerkt door het klassieke stelsel.

Wat houdt het klassieke stelsel in?

  • Het klassieke stelsel gaat uit van een zelfstandige belastingplicht van de rechtspersoon. De winst van de rechtspersoon moet worden bepaald ongeacht de uitdelingen aan de aandeelhouders.
  • In artikel 10 Wet VPB staat een omschrijving van het klassieke stelsel. Bij de bepaling van de winst komen de middellijke en onmiddellijke die vallen onder artikel 9 Wet VPB niet in aanmerking. Omdat de uitdelingen van winst bij de aandeelhouders opnieuw worden belast, ontstaat over de uitgekeerde winst economisch gezien dubbele heffing.
  • Een voordeel van het klassieke stelsel is de eenvoud van de uitvoering. Het stelsel houdt in dat het lichaam zelfstandig over zijn winst belasting moet betalen, ongeacht de vraag of de winst al dan niet aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd.
  • Dit is in concernverband echter een probleem. Vaak is de aandeelhouder zelf ook een NV of BV. Om dubbele belastingheffing te voorkomen in concernverband, is de deelnemingsvrijstelling in het leven geroepen. Op grond hiervan blijven de deelnemingsresultaten bij de moedervennootschap onbelast. Een nadeel van het klassieke stelsel is bijvoorbeeld de relatief zware belastingdruk op dividenden door de economische dubbele heffing op de uitgedeelde winsten.

Wat houdt het stelsel van volledige integratie in?

  • Bij toepassing van het stelsel van volledige integratie wordt de verlengstukwinstgedachte doorgevoerd. De winsten van de vennootschap worden toegerekend aan de aandeelhouders. Het maakt niet uit of deze winsten echt uitgedeeld zijn. De aandeelhouder betaalt over de hem toegerekende winst belasting. De vennootschap wordt daarvoor niet belast. De toepassing van de verlengstukwinstgedachte beperkt zich meestal tot de daadwerkelijke uitgekeerde winsten.
  • Volledige integratie kan ertoe leiden dat de aandeelhouder belasting moet gaan betalen over vennootschapswinsten die nog niet aan hem zijn uitgekeerd. Toepassing van de verlengstukgedachte op de daadwerkelijke uitgedeelde winst houdt in dat de vennootschap deze uitgedeelde winst als aftrekpost in haar fiscale resultaat mag verwerken.
  • De verlengstukgedachte is in de geldende vennootschapsbelasting op bepaalde terreinen terug te vinden. Een voorbeeld betreft de coöperatieregeling (art. 9, lid 1 onderdeel g, Wet VPB).

Wat houdt het verrekeningsstelsel in?

  • Bij toepassing van het verrekeningsstelsel heeft de rechtspersoon geen eigen zelfstandige belastingplicht. De vennootschap is slechts een verlengstuk van de aandeelhouders.
  • Bij toepassing van het stelsel van volledige integratie dient de heffing van vennootschapsbelasting bij de vennootschap zelf achterwege te blijven en alleen bij de aandeelhouder plaats te vinden (winstaftrekmethode).
  • In het verrekeningsstelsel wordt bij de vennootschap wel vennootschapsbelasting geheven, maar deze belasting fungeert de facto als een verrekenbare voorheffing die verrekend kan worden met de inkomstenbelasting die de aandeelhouder over het brutodividend moet betalen. De verrekenbare vennootschapsbelasting is een synoniem voor tax credit (belastingverrekeningsmethode).

Wat valt op bij de cijfermatige vergelijking van de diverse stelsels?

  • In een voorbeeld ter vergelijking van de diverse genoemde stelsels zal worden uitgegaan van een vennootschapswinst van €1000. De hele winst zal hier worden uitgedeeld. Het primaire dividend wordt gesteld op €200, het VPB-tarief op 25% en het IB-tarief op 50%. Het is duidelijk dat door de verlaging van de inkomstenbelasting op dividend, de verschillen in de uitkomsten van de verschillende stelsels naar elkaar toe kruipen.

Wat is de rechtsgrond van de vennootschapsbelasting?

  • Voor velen ontleent de vennootschapsbelasting haar rechtsgrond simpelweg aan het gegeven dat ze bestaat.
  • Tijdens het Besluit 1942 werd de vennootschapsbelasting gezien als een belasting die de lichamen op dezelfde manier moest belasten als de inkomstenbelasting de natuurlijke personen belastte. Als vanzelfsprekend werd aan rechtspersonen een zelfstandig draagkracht, en dus tevens een zelfstandige belastingplicht, toegekend.
  • In de wet VPB wordt meer ruimte gegeven aan de gedachte dat een lichaam functioneert als verlengstuk van natuurlijke personen. Het besef groeide dat uitsluitend mensen van vlees en bloed draagkracht hebben. Het is namelijk onmogelijk de belastingdruk af te wentelen op een rechtspersoon, omdat in de een of andere vorm deze belasting toch via het prijsmechanisme door natuurlijke personen gedragen zal worden.
  • De huidige vennootschapsbelasting steunt vooral op het neutraliteitsprincipe. Dit beginsel houdt in dat economische activiteiten moeten worden belast, ongeacht de rechtsvorm waarin zij worden uitgeoefend.
  • Ondernemersactiviteiten zouden idealiter, ongeacht hun rechtsvorm, door een ondernemingsbelasting moeten worden belast. Omdat bij invoering van de wet een dergelijke rechtsvormneutrale ondernemingsbelasting niet bestond (of kon worden ontwikkeld), dan wel niet zinvol werd geacht, moest anderszins evenwicht worden gecreëerd tussen ondernemers die wel en niet onder de inkomstenbelasting vallen. Hierdoor was invoering van een vennootschapsbelasting vereist. Deze moest voorkomen dat er voor aandelenvennootschappen een belastingvrij veld zou ontstaan dat natuurlijke personen de mogelijkheid zou bieden om hun ondernemingsactiviteiten in een (belastingvrije) rechtspersoon te stoppen. Het gevolg hiervan zou dan zijn dat aandelenvennootschappen de inkomstenbelasting konden ontlopen.
  • De omschrijving van de heffingsgrondslag en de hoogte van het tarief zouden op basis van het neutraliteitsprincipe zodanig moeten zijn, dat tussen de gecombineerde VPB/IB-belastingdruk van de VPB-ondernemers een globaal evenwicht zou ontstaan.
  • De grote vlucht in de BV-vorm maakt duidelijk dat een dergelijk globaal evenwicht in de praktijk niet is bereikt. Het verlagen van het toptarief van de inkomstenbelasting in de IB 2001 was mede gericht op een herstel van het globaal evenwicht. Door de nadien doorgevoerde stelselmatige tariefverlaging van de vennootschapsbelasting heeft de oude problematiek weer de kop opgestoken.
  • Door middel van invoering van de MKB-winstvrijstelling in de inkomstenbelasting sinds 2007 is geprobeerd om het globale evenwicht weer te herstellen.
  • De vennootschaptsbelasting vervult een steunfunctie, in die zin dat ook stichtingen en verenigingen die een onderneming drijven op basis van hun bedrijvigheid onder de venootschapsbelasting zijn gebracht.

Wat is het belastingsubject?

  • Als subjectief belastingplichtige lichamen kent de Wet VPB zowel binnenlandse als buitenlandse belastingplichtigen.
  • Beide begrippen hebben een eigen omschrijving voor het belastingobject. Het verschil tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen is afhankelijk van de vestigingsplaats van het belastingplichtige lichaam. De binnenlandse belastingplichtigen hebben in beginsel een belastingplicht op basis van het wereldinkomen. De buitenlandse belastingplichtigen zijn slechts belastingplichtig op grond van het binnenlands inkomen.
  • In art. 4 AWR staat dat de feitelijke omstandigheden bepalen waar de vestigingsplaats is. Heeft de oprichting van het lichaam echter plaatsgevonden naar Nederlands recht, dan wordt – behoudens specifieke uitzonderingen – het lichaam geacht in Nederland gevestigd te zijn. Dit blijkt uit art. 2 lid 4 Wet VPB.

In welke categorieën kunnen binnenlandse belastingplichtigen worden verdeeld?

  • De binnenlandse belastingplichtigen moeten worden verdeeld in twee categorieën. Er zijn onbeperkt (binnenlands) belastingplichtige lichamen en er zijn beperkt (binnenlands) belastingplichtige lichamen.
  • Als onbeperkt belastingplichtigen worden aangemerkt:
    • Naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, open commanditaire vennootschappen en andere vennootschappen, waarvan het kapitaal geheel of voor een gedeelte in aandelen is verdeeld (kapitaalvennootschappen);
    • Coöperaties;
    • Onderlinge waarborgmaatschappijen;
    • Woningbouwlichamen.
  • Voor de kring van onbeperkt belastingplichtigen geldt krachtens wetfictie dat zij een onderneming drijven met behulp van hun gehele vermogen. Zie hier art. 2 lid 5 Wet VPB. Hun vermogen kan dus uitsluitend ondernemingsvermogen zijn.
  • Als beperkt belastingplichtigen worden in de Wet VPB genoemd:
    • Privaatrechtelijke rechtspersonen, die hierboven niet genoemd zijn;
    • Verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid;
    • Ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen of lichamen gecontroleerd door publiekrechtelijke rechtspersonen.
  • Voor de categorie beperkt belastingplichtigen lichamen geldt dat zij slecht subjectief belastingplichtig zijn, indien en voor zover zij een onderneming drijven. Voor de vraag wat hieronder moet worden verstaan, is het (materiële) ondernemingsbegrip van de inkomstenbelasting bepalend.
  • De belastingplicht van stichting en verenigingen vervalt niet door de omstandigheid dat bij de stichting of vereniging het winstoogmerk ontbreekt. Zij zijn ook belastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijven. Onder het drijven van een onderneming wordt mede verstaan een uiterlijk daarmee overeenkomende werkzaamheid. Hiervan is sprake als in concurrentie wordt getreden met ondernemingen waarvan de winsten onderworpen zijn aan de belastingheffing. Zie art. 4 Wet VPB.
  • Een aparte, in de Wet VPB opgenomen, categorie binnenlandse belastingplichtige lichamen betreft de binnen Nederland gevestigde fondsen voor gemene rekening. Ook de open commanditaire vennootschap (art. 3, lid 3 onderdeel c, AWR) is aan de vennootschapsbelasting onderworpen. In art. 5 Wet VPB is een aantal subjectieve vrijstellingen opgenomen voor natuurschoonlichamen en lichamen met een sociale functie.

Wie kwalificeren als buitenlandse belastingplichtigen?

  • In het buitenland gevestigde verenigingen (en andere rechtspersonen), open commanditaire vennootschappen en andere niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal zijn als buitenlandse belastingplichtigen aangemerkt volgens artikel 3 Wet VPB, als ze Nederlands inkomen genieten. Voor de invulling van het begrip Nederlands inkomen verwijst de vennootschapsbelasting naar de begripsinvulling voor de inkomstenbelasting. Zie hiervoor artikel 17, 17a en 18 Wet VPB.

Wat is het belastingobject?

  • Ook de vennootschapsbelasting maakt onderscheid tussen het belastingobject van binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen.

Wat is de heffingsgrondslag voor de binnenlandse belastingplichtigen?

  • De binnenlandse lichamen zijn belastingplichtig naar het belastbare bedrag. Eerst moet er winst vastgesteld zijn. Van de winst worden de aftrekbare giften afgetrokken. Dan is er nog de belastbare winst. Van de belastbare winst gaan de te verrekenen verliezen af zodat er onder de streep een belastbaar bedrag overblijft.
  • Het fiscale winstbegrip van de vennootschapsbelasting komt overeen met dat van de inkomstenbelasting (zie art. 8 Wet VPB). Voor de vennootschapsbelasting geldt dat voor de belastingplichtige het boekjaar niet behoeft samen te vallen met het kalenderjaar (art. 7, lid 4, en art. 17, lid 2, Wet VPB. Ter berekening van de belastbare winst wordt de winst verminderd met de aftrekbare giften (zie art. 16 Wet VPB).

Wat is de heffingsgrondslag voor buitenlandse belastingplichtigen?

  • Artikel 17 Wet VPB geeft aan dat de buitenlandse belastingplichtige wordt belast naar het belastbare Nederlandse bedrag. Het gaat hier om het Nederlands inkomen verminderd met de verliezen uit Nederlands inkomen. Het binnenlands inkomen bestaat uit de Nederlandse bronnen van inkomen. Het gaat om de belastbare winst uit een in Nederland gedreven onderneming of vaste inrichting. Ook kan het gaan om het belastbaar inkomen uit een aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap. Tot een in Nederland gedreven onderneming wordt ook de exploitatie van Nederlandse onroerende zaken gerekend.

Wat houdt de verliescompensatie in?

  • De verliescompensatie is geregeld in artikel 20 Wet VPB. Ze verloopt in hoofdzaak hetzelfde als voor de inkomstenbelasting. Ook voor de VPB geldt dat verliezen uit onderneming de negen volgende jaren compensabel zijn (voorwaartse verliesverrekening). Anders dan voor de verliesverrekening in box 1 van de inkomstenbelasting het geval is, kent de vennootschapsbelasting een achterwaartse verliesverrekening van maar één jaar. In de inkomstenbelasting is dit een termijn van drie jaar. Voorwaarde is dat het verlies bij beschikking door de inspecteur is vastgesteld. Tot 2007 golden ruimere verliesverrekeningstermijnen.
  • De wetgever heeft de handel in verlies-BV's aan banden gelegd door middel van art. 20a Wet VPB. Dit betreft een antimisbruikbepaling en wordt ook wel het regime voor de verliesverrekeningsbeperking genoemd. Deze beperking geldt niet in bonafide gevallen. Op de toepassing van de regel gelden twee belangrijke uitzonderingen:
    • bepaalde wijzigingen in de kring van aandeelhouders doen de verliesverrekeningsblokkade niet in werking treden (de aandeelhouderstoets);
    • de verliesverrekeningsblokkade treedt niet in werking bij een gewone voortzetting van de ondernemersactiviteiten (de activiteitentoets).

Welke rol speelt het kwalitatief winstbegrip en de totale winst in de vennootschapsbelasting?

  • Uitgangspunt voor de winstbepaling vormt het winstbegrip van de inkomstenbelasting. Artikel 8 Wet VPB vermeldt na een verwijzing naar de relevante artikelen uit de inkomstenbelasting het voorbehoud in artikel 3.65 IB 2001. Daarbij is expliciet vermeld dat de bepalingen betreffende de oudedagsreserve niet van toepassing zijn. Eigenlijk is die vermelding overbodig, omdat dit al voortvloeit uit het karakter van de vennootschapsbelasting die als zodanig geen betrekking heeft op natuurlijke personen.
  • Ook voor de vennootschapsbelasting geldt voor de gemengde kosten een aftrekbeperking (73,5%). Bovendien zijn deze niet als winstuitdeling aan te merken. In art. 8, lid 5, Wet VP is ten aanzien van deze kosten een keuzemogelijkheid neergelegd.
  • In art. 9 en 10 Wet VPB is bepaald wat bedoeld wordt met winstgerelateerde kosten en uitdelingen. Dit onderscheid is van groot belang voor het vaststellen van de heffingsgrondslag. Dividenden zijn niet aftrekbaar. Dit geldt ook voor statutaire winstuitkeringen die niet in art. 9 zijn vermeld. In dit artikel staat expliciet welke uitkeringen uit de winst aftrekbaar zijn.
  • Rentekosten behoren tot de kosten van de onderneming en zijn in beginsel aftrekbaar. Er gelden echter belangrijke uitzonderingen, de renteaftrekbeperkingen. Rente op eigen vermogen is niet aftrekbaar, maar rente dat op vreemd vermogen moet worden betaald kan wel in aftrek worden gebracht. Het bedrijfsleven probeert daarom zoveel mogelijk gebruik te maken van vermogen dat in economische zin lijkt op eigen vermogen, maar in juridische zin als vreemd vermogen geldt. Deze leningen worden 'hybride leningen' genoemd. De rechter heeft als hoofdregel vastgesteld dat de juridische vorm van de geldverstrekking bepalend is voor de fiscale gevolgen. Hierop zijn drie uitzonderingen van toepassing (zie HR 27 januari 1988, BNB 1988/217). Als er sprake is van de volgende leningen, volgt de fiscaliteit de juridische kwalificatie van een geldlening niet:
    • de schijnlening;
    • de bodemloze-putlening;
    • de deelnemerschapslening.
  • Wanneer fiscaalrechtelijk en civielrechtelijk is vastgesteld dat er sprake is van een lening, moet vervolgens worden beoordeeld of de betaalde rente zakelijk is.
  • Naast de aftrekbeperkingen die door de rechter zijn aangebracht, kennen we vier wettelijke aftrekbeperkingen met een specifieker karakter:
    • de antiwinstdrainageregeling (art. 10a Wet VPB);
    • afbetrekbeperkingen voor renteloze en laagrentende leningen met lange looptijd (art. 10b Wet VPB);
    • de deelnemingsrente (art. 13l Wet VPB);
    • de renteaftrekbeperking voor overnameschulden (art. 15ad Wet VPB).

Wat is het tarief?

  • Op 1 januari 2007 werd in de vennootschapsbelasting een drastische tariefverlaging tot 25,5% doorgevoerd. Sinds 2011 is het 25,5% verlaagd tot 25%. Daarnaast wordt er verlaagd tarief gehanteerd (veelal aangeduid als de MKB-schijf). Sinds 2009 loopt de MKB-schijf tot een winst van €200.000 en bedraagt het tarief 20%.

Wat houdt de leer van het globale evenwicht in?

  • Er mogen geen belastingvrije velden bestaan. Dit komt niet ten goede aan een evenwichtige belastingheffing. De ervaring leert dat ter voorkoming van een vlucht uit de eenmanszaak of vennootschap onder de firma naar de bv, de inkomstenbelasting van natuurlijke personen samengaan met een belasting naar de winst van de bv. Dit is vooral het geval in landen waar de eerstgenoemde belasting relatief zwaar drukt. De belasting naar de winst van de bv moet op haar beurt samengaan met een belasting naar de winst van de onderlinge verzekeringsmaatschappij en coöperatie. Tevens moeten concurrerende stichtingen en verenigingen in het heffingsmechanisme worden betrokken. Bovendien is inmiddels het wetsvoorstel Modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen. Dit betekent dat overheidsonderneming in de vennootschapsbelasting die economische activiteiten ontplooien op een markt waarin ook private ondernemingen opereren, vanaf 1 januari 2016 in de vennootschapsbelastingheffing worden betrokken.
  • De wetgever moet een neutrale houding ten opzichte van de juridische vormgeving van de onderneming innemen: er moet sprake zijn van een globaal evenwicht. Ter beoordeling hiervan moet gelet worden op de volgende aandachtspunten:
    • juiste onderlinge afstemming van de belastingtarieven;
    • juiste afgrenzing van het object van belastingheffing;
    • juiste bepaling van het moment van winstneming.
  • Bij de invoering van de IB 2001 werd een globaal evenwicht gecreërd tussen de inkomstenbelasting- en de vennootschapbelastingsfeer.

Hoe verhouden de commerciële en fiscale winst zich tot elkaar?

  • De wijzen waarop de winst van de vennootschap (de commerciële winst) verdeeld zal worden, wordt beheerst door het vennootschapsrecht. De vennootschapsbelasting is hierop slechts van invloed voor zover deze de voor uitdeling beschikbare winst verkleint.
  • Voor de commerciële winst is de vennootschapsbelasting een kostenpost. Voor de fiscale winst is de vennootschapsbelasting een onttrekking die niet aftrekbaar is.
  • Dit verschil in kwalificatie komt ook tot uitdrukking in de verwerking van de winstuitdelingen aan anderen dan de aandeelhouders. Winstgerelateerde beloningen zijn commercieel gezien bedrijfskosten.
  • Fiscaal worden de winstuitkeringen die voor de bepaling van de winst in aftrek kunnen worden gebracht expliciet vermeld in artikel 9 Wet VPB.
  • De winstuitkeringen aan de oprichters en aandeelhouders (dividend) zijn evenwel per definitie niet aftrekbaar op grond van het klassieke stelsel. Overigens pleegt men deze commercieel ook niet tot de kosten te rekenen.
  • Vergelijkbaar met winstuitkeringen aan oprichters en aandeelhouders (dividend) zijn de kosten van de hybride lening fiscaal niet aftrekbaar gesteld. Dit is ook niet mogelijk voor rente in antiwinstdrainageconstructies.
Wat zijn de proefbalans en saldibalans?

Wat zijn de proefbalans en saldibalans?

  • Met de proefbalans checken we of het grootboek wel echt in balans is, zoals zou moeten. De totalen van de debet en de creditzijde moeten overeenkomen. Een proefbalans wordt meestal periodiek opgesteld. Dit kan aan het einde van de maand zijn of van een kwartaal.
  • Op de proefbalans worden de rekeningen in de volgorde van rekeningnummers opgesteld. Achter de namen van de rekeningen zijn twee kolommen vrij. Dit zijn de debetzijde en de creditzijde. In de debetkolom zetten we het totaal van alle gedebiteerde bedragen bij de goede rekening. In de creditkolom doen we hetzelfde.
  • Op de proefbalans moeten ook de debet en creditzijde gelijk zijn. Dit hoeft nog niet perse te betekenen dat de proefbalans helemaal geen fouten bevat. Het kan altijd nog zo zijn dat er per ongeluk een bedrag op de verkeerde rekeningen is gedebiteerd of gecrediteerd.
  • De saldibalans is een balans waarop we van elke grootboekrekening het saldo vermelden. Als een saldo debet staat in het grootboek, komt hij ook debet op de saldibalans. Dit geldt ook voor een saldo die credit staat in het grootboek, deze komt op zijn beurt weer credit op de saldibalans. Ook de totalen van de credit en debetzijde van de saldibalans moeten overeenkomen met elkaar.
  • De resultatenrekening en de eindbalans kunnen we opstellen aan de hand van de saldibalans. Alle overzichten bij elkaar vormen samen de kolommenbalans.

 

Studiehulp en hulpmiddelen voor accountancy, balansbepaling en boekhouden 

De proefbalans en de saldibalans

 

Bedrijfskunde en organisatie studeren en stage in het buitenland

Bedrijfskunde en organisatie studeren en stage in het buitenland

Bedrijfskunde, business en organisatie in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: Bedrijfskunde, business en marketing studeren Wat betekent bedrijfseconomie? Wat is international business? Wat is bedrijfskunde en organisatiewetenschap? Wat is het verschil tussen accountancy en boekhouden? Wat is marketing? Wat is micro- en macro-economie, internationale economie. fiscale economie en econometrie Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp...... lees verder op de pagina
Economie, bedrijfskunde en organisatie: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

Economie, bedrijfskunde en organisatie: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

Economie en economische wetenschappen: uitgelichte boeksamenvattingen

Economie en economische wetenschappen: uitgelichte boeksamenvattingen

Management & leiderschap: uitgelichte boeksamenvattingen

Management & leiderschap: uitgelichte boeksamenvattingen

Studie en kennis: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen - bundels

Studie en kennis: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen - bundels

 

Uitgelichte samenvattingen en studiehulp op JoHo WorldSupporter

samenvattingen voor Business Management op JoHo WorldSupporter
Summary Organizational Behavior by Robbins and Judge - Summary of study book
Chapter 1: What is Organizational Behavior? Being a good manager requires strong interpersonal skills, as...
Boeksamenvatting bij Projectmanagement in de rechtspraktijk van Timmer - Summary of study book
Hoofdstuk 1 Introductie Hoofdstuk 1 Introductie 1.1 Recht en projectmanagement Tegenwoordig is het...
Boeksamenvatting bij Financial Markets and Corporate Strategy van Hillier - Summary of study book
Voor de samenvatting, zie de bijlagen. chapter_1_capital.pdf chapter_2_debt.pdf chapter_3_equity.pdf...
Summary with Financial Markets and Corporate Strategy by Hillier - Summary of study book
The following chapters of the book 'Financial Markets and Corporate Strategy' by Hillier & Grinblatt are summarized...
Summary with Organizational Change by Senior and Swailes - Summary of study book
Summary of Organizational Change by Senior & Swailes written in 2014, donated to WorldSupporter CHAPTER...
Boeksamenvatting bij de 3e druk van Exploring Strategic Change van Balogun e.a. - Summary of study book
Hoofdstuk 1. waarom strategische verandering? Verandering is ‘a way of life’ geworden. Daarbij...
Boeksamenvatting bij de 7e druk van Organizational Theory, Design, and Change van Jones - Summary of study book
Hoe kan het organisatieontwerp de effectiviteit beinvloeden? - Chapter 1 Wat is een organisatie en wat doet...
Boeksamenvatting bij de 1e druk van Management and Organization van Paul en Peet - Summary of study book
Fundamenten van management en organisaties (1) Er zijn verschillende redenen waarom managers belangrijk...
Boeksamenvatting bij de 7e druk van Economics of Strategy van Besanko e.a. - Summary of study book
Wat zijn economische basisprincipes? Wat zijn de kosten? De winst van een bedrijf is gelijk aan de...
Boeksamenvatting bij de 9e druk van Contemporary Strategy Analysis van Grant - Summary of study book
Wat is een strategie en wat is strategisch management? - Chapter 1 Wat is de rol van strategieën? Het...
Oefenvragen, tests en oude tentamens met antwoorden voor Business Management op JoHo WorldSupporter
Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in Tekst - Study test and exam questions
Meerkeuze- en open vragen Management Science Vraag 1 Wat is een rekenkundig model? Het is een...
Oefenvragen bij de 7e druk van Economics of Strategy van Besanko - Study test and exam questions
Wat zijn economische basisprincipes? - TentamenTest intro Vragen Vraag 1 Welke formule wordt gebruikt...
Strategic Management (B&M) - RUG - Practice exam (1) - Study test and exam questions
Questions Question 1 According to Mintzberg (2.4 Decision-making: It's not what you think), which...
Strategic Management (B&M) - RUG - Practice exam (2) - Study test and exam questions
Questions Question 1 Which characteristics describe monopolistic or imperfect competition? Some to...
Strategic Management (B&M) - RUG - Practice exam (3) - Study test and exam questions
Questions Question 1 Michael Porter argued that when analyzing opportunities and threats, managers...
Practice exam Organizational Behaviour for IB 2015 - Study test and exam questions
Oude tentamen Organizational Behaviour for IB: Practice exam 2015 Organizational Behaviour for IB.pdf...
Strategic Management (B&M) - RUG - Practice exam (4) - Study test and exam questions
Questions Question 1 Which one of Porter’s 5 forces would be most directly affected if an existing...
ExamTests with the 9th edition of Contemporary Strategy Analysis by Grant - Study test and exam questions
Examples of possible exam questions with the book Contemporary Strategy Analysis - Grant What is strategy...
Aantekeningen, artikelen, tips en studiehulp voor Business Management
Summaries of articles for Work Organization and Job Design - Summary of scientific article
Summaries of articles for Work Organization and Job Design....
Summaries of articles for Innovation Management in Multinationals - Summary of scientific article
Summaries of articles for Innovation Management in Multinationals....
What is organization? - Study definition
Organization studies, also known as organizational studies or organization science, dives deep into the complexities of...
What is strategic management? - Study definition
Strategic management equips organizations with the knowledge and tools to navigate a competitive landscape and achieve...
Lecture notes International Strategic Management - Summary of notes
This summary is written in 2013-2014. Lecture 1: Introductions on international strategic management...
Hoorcollege aantekeningen Management Science - Summary of notes
college 1 Modelleren (H1) Modelleren is het vereenvoudigd weergeven van de werkelijkheid. Doel:...
Notes en collegeaantekeningen Supply chain Operations, Groningen - Summary of notes
Aantekeningen bij de hoorcolleges van Supply chain...
Hoorcollegeaantekeningen - Organisatie & Omgeving - RUG B1 BDK - Summary of notes
Dit zijn de collegeaantekeningen uit studiejaar 2015 - 2016 Zie ook de Advies & Assortimentswijzer Organisatie en...
Studiegidsen en assortimentwijzers op JoHo WorldSupporter
Samenvattingen: de beste wetenschappelijke artikelen voor juridische aspecten van bedrijfskunde en bedrijfsvoering samengevat - Study guide for summaries
Juridische aspecten van bedrijfskunde en bedrijfsvoering: De beste wetenschappelijke artikelen samengevat...
Studiegids voor samenvattingen bij Essentials of Negotiation van Lewicki - Study guide for summaries
Studiegids met samenvattingen en studiehulp voor: Boektitel: Essentials of Negotiation Auteur: Lewicki Druk: 5e...
Study Guide for summaries with Getting to yes: negotiating agreement without giving in by Fisher a.o. - Study guide for summaries
Study Guide with summaries and study assistance for: Book title: Getting to yes Subtitle: Negotiating agreement...
Organisaties voor op JoHo WorldSupporter
Organizations: for real estate, brokerage abroad and property rental abroad
Organizations for real estate, brokerage abroad and property rental abroad...
EU Business School
Established in 1973, EU Business School (formely known as European University, Center for Management Studies) is an...
Balloon Ventures
Balloon Ventures is een Britse organisatie die zich inzet voor verbinding tussen jongeren en afgestudeerden over de...
WorldSupporter.org: samenvattingen en studiehulp

Wegwijzer


Samenvattingen en studiehulp voor: Business Management

Studie in het buitenland op het gebied van: Business Management

Competenties en vaardigheden op het gebied van: Business Management?

Organisaties en werkgevers op het gebied van: Business Management?

Stages op het gebied van Business Management?

Vrijwilligerswerk op het gebied van Business Management?

Werken op het gebied van Business Management?

JoHo Worldsupporter doelstellingen gerelateerd aan Business Management?

  • Zie de doelstellingen van JoHo WorldSupporter voor: het versterken van begrip voor andere culturen en personen, het stimuleren van tolerantie in de wereld om je heen, het wereldwijd delen van kennis en knowhow, en het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling in binnen- en buitenland
Samenvattingen en studiehulp: per studie en vakgebied
Opleidingen en studierichtingen: startpagina's
Academische vaardigheden opdoen in binnen- en buitenland

Academische vaardigheden opdoen in binnen- en buitenland

Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a. Analytisch denken, hypothese opstellen en uitvoeren van de wetenschappelijke methode Vragen en antwoorden over analyse, onderzoek en waarheid Samenvattingen en studiehulp voor analyse, onderzoek en statistiek In welke landen en met welke werkzaamheden kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen in de...... lees verder op de pagina
Bedrijfskunde en organisatie studeren en stage in het buitenland

Bedrijfskunde en organisatie studeren en stage in het buitenland

Bedrijfskunde, business en organisatie in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: Bedrijfskunde, business en marketing studeren Wat betekent bedrijfseconomie? Wat is international business? Wat is bedrijfskunde en organisatiewetenschap? Wat is het verschil tussen accountancy en boekhouden? Wat is marketing? Wat is micro- en macro-economie, internationale economie. fiscale economie en econometrie Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp...... lees verder op de pagina
Communicatie en marketing studeren en stage in het buitenland

Communicatie en marketing studeren en stage in het buitenland

Communicatie en marketing in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a Wat is communicatie binnen een organisatie? Wat is het vakgebied communicatie? Wat is marketing? Studiehulp en samenvattingen Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor communicatie en communicatiewetenschappen? Waar vind je amenvattingen en studiehulp voor bedrijfskunde en marketingopleidingen? Wat zijn de betrokken studierichtingen en thema's binnen...... lees verder op de pagina
Economie en bedrijfseconomie studeren en stage in het buitenland

Economie en bedrijfseconomie studeren en stage in het buitenland

Bedrijfseconomie en economische wetenschappen in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud Wat betekent bedrijfseconomie? Wat betekent economie? Wat is international business? Wat is bedrijfskunde en organisatiewetenschap? Wat is het verschil tussen accountancy en boekhouden? Wat is marketing? Wat is micro- en macro-economie, internationale economie. fiscale economie en econometrie Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor bedrijfskunde...... lees verder op de pagina
Psychologie en menselijk gedrag studeren en stage in het buitenland

Psychologie en menselijk gedrag studeren en stage in het buitenland

Gedrag, mens en psychologie in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a Wat is psychologie en wat is de wetenschap van de psychologie? Wat zijn mens- en gedragswetenschappen als psychologie en antropologie? Wat is antropologie, culturele antropologie en volkenkunde? Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor psychologie Samenvattingen en studiehulp voor antropogie Studierichtingen en kennisthema's: o.a...... lees verder op de pagina
Geneeskunde en gezondheidszorg studeren en stage in het buitenland

Geneeskunde en gezondheidszorg studeren en stage in het buitenland

Geneeskunde, gezondheid en zorg in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a. Wat is ziekte, wat is gezondheid en wat is gezondheidszorg? Wat is geneeskunde studeren? Hoe zitten de deelgebieden in elkaar: allergie, chirurgie, dermatologie, farmacologie, fysiotherapie, gynaecologie, keel- neus- en oorheelkunde, kindergeneeskunde, neurologie, oncologie, preventieve zorg, psychiatrie, sociale geneeskunde en verpleegkunde? Studiehulp en samenvattingen Welke...... lees verder op de pagina
ICT, logistiek en techniek studeren en stagelopen in het buitenland

ICT, logistiek en techniek studeren en stagelopen in het buitenland

Bouw, ict, logistiek en techniek in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a ICT en techniek: begrippen en definities ICT en ICT-recht studeren: vragen en antwoorden Samenvattingen en studiehulp voor milieu, onderzoek, statistiek en techniek ICT, milieu en techniek studeren: vakken en studiegebieden: Bouw - Chemie - ICT - Logistiek, Technische wetenschappen - Transport - Vervoer...... lees verder op de pagina
Internationale organisaties en internationale betrekkingen studeren en stage in het buitenland

Internationale organisaties en internationale betrekkingen studeren en stage in het buitenland

Internationale organisaties en internationale betrekkingen in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud o.a Wat is een internationale organisatie? Wat is politiek en internationale politiek? Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor politicologie, internationale studies en internationale betrekkingen? Wat zijn de uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen voor mensenrechten en rechten van de mens? In welke landen en met...... lees verder op de pagina
Politiek en politicologie studeren en stage in het buitenland

Politiek en politicologie studeren en stage in het buitenland

Politiek in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud Wat is democratie? Wat is politiek en internationale politiek? Hoe ziet de politiek er in Nederland normaal gesproken uit? Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor politicologie, internationale studies en internationale betrekkingen? Wat zijn de uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen voor mensenrechten en rechten van de mens? In welke...... lees verder op de pagina
Maatschappij en cultuur studeren en stage in het buitenland

Maatschappij en cultuur studeren en stage in het buitenland

Maatschappij en cultuur in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Geschiedenis - Maatschappelijke dienstverlening - Muziek - Kunst - Sociologie - Spiritualiteit Inhoud o.a. Wat is antropologie of culturele antropologie en volkenkunde? Wat is filosofie? Wat is sociologie en wat zijn sociale wetenschappen? Wat leer en bestudeer je bij algemene sociale wetenschappen (ASW)? Samenvattingen en studiehulp Samenvattingen...... lees verder op de pagina
Natuur en milieu studeren en stage in het buitenland

Natuur en milieu studeren en stage in het buitenland

Duurzaamheid, natuur en milieu in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a. Wat betekent natuur en duurzaamheid? Wat betekent milieukunde? Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor natuur en milieu Studierichtingen en kennisthema's: agrarische studies, biologie, diermanagement , milieukunde, milieubescherming, tropische landbouwm bosbouw Competenties en vaardigheden Onderzoekvaardigheden: van analyseren tot communiceren en van betrokken tot omgevingsbewust...... lees verder op de pagina
Onderwijs en pedagogiek studeren en stage in het buitenland

Onderwijs en pedagogiek studeren en stage in het buitenland

Onderwijs, opvoeding en pedagogiek in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Algemene Pedagogiek - Gezinspedagogiek - Jeugdzorg - Klinische pedagogiek Onderwijskunde - Ontwikkeling Orthopedagogiek PABO - Pedagogische Wetenschappen Inhoud: o.a. Wat betekent pedagogiek? Wat betekent onderwijskunde? Samenvattingen en studiehulp Samenvattingen en studiehulp voor onderwijs en onderwijskunde Samenvattingen en studiehulp voor pedagogiek en pedagogische opleidingen Studierichtingen en kennisthema's:...... lees verder op de pagina
Recht en bestuur studeren en stage in het buitenland

Recht en bestuur studeren en stage in het buitenland

Recht, bestuur en juridische zaken in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud o.a.: Wat is recht, wat zijn normen, wat zijn waarde, wat zijn de belangrijkste juridische definities en omschrijvingen? Wat is rechten studeren of een juridische opleiding volgen: waarom, waar en wat daarna? Wat is bestuurskunde studeren? Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor bestuurskunde...... lees verder op de pagina
Sport & Toerisme: opleiding tot studeren in het buitenland
Wetenschap en onderzoek doen in het buitenland

Wetenschap en onderzoek doen in het buitenland

Onderzoek doen en wetenschap bedrijven in binnen- en buitenland: van studie, stage tot promotie Analyse - Logica - Methoden - Statistiek - Wetenschapstudie - Wetenschapsfilosofie Inhoud: o.a Wat is analyseren Wat is wetenschap Wat is statistiek, en wat zijn methoden? Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken? Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor milieu, onderzoek, statistiek en techniek...... lees verder op de pagina
Studiekeuze maken en master kiezen

Studiekeuze maken en master kiezen

Studie, master of cursus zoeken en kiezen voor je opleiding en toekomst Van motivatie, plezier, specialisatie, talent en toekomstperspectief naar zingeving of zelfinzicht Inhoud : o.a Wat is talent en wat zijn talenten? Wat zijn de stappen die je kan nemen als je een studie, een master, een cursus of een opleiding wil kiezen? Welke studies kan je doen: Wat...... lees verder op de pagina
Opleidingen en studierichtingen kiezen in binnen- en buitenland

Opleidingen en studierichtingen kiezen in binnen- en buitenland

Studeren en kennis opdoen voor opleiding, ontplooiing of werkzaamheden Inhoud o.a. Communicatie & Marketing: o.a. cross culturele communicatie, media, social media en vormgeving Gezondheid & Zorg: o.a. geneeskunde, fysiotherapie en verpleegkunde Maatschappij & Cultuur: o.a sociale dienstverlenig, kunst, sociologie en interdisciplinaire studies Mens & Gedrag: o.a. antropologie, psychologie en gedragstudies Natuur & Milieu: o.a. agrarische studies, biologie en milieuwetenschappen Onderwijs...... lees verder op de pagina

    Wat speelt er nog meer als je naar het het buitenland gaat in het kader van Business Management

    Betaald werk, vrijwilligerswerk en stages in het buitenland per werkveld en vakgebied

    JoHo: paginawijzer
    • Deze pagina is automatisch gegenereerd rond het onderwerp van de titel
    • Gebruik het menu voor reguliere navigatie
    JoHo: Bereikbaarheid - Concept – FAQ - Gegevens - Winkelwagen - Zoeken