Samenvattingen, aantekeningen, oude tentamens en begrippenlijsten voor: internationaal privaatrecht
internationaal privaatrecht: selecties
internationaal privaatrecht: relaties
Wegwijzer bij studeren en tentamens voor internationaal privaatrecht
Leren, studeren en stage in het buitenland voor internationaal privaatrecht
internationaal privaatrecht
Samenvattingen, studeren, studiehulp, stages en ervaring opdoen in het buitenland
Boeksamenvatting bij Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda & Schaafsma
Samenvattingen en studiehulp bij Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda & Schaafsma
- Boeksamenvatting bij Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda & Schaafsma is gedeeld op JoHo WorldSupporter
Inhoudsopgave
- Wat omvat het internationaal privaatrecht? - Chapter 1
- Wat omvat het internationaal bevoegdheidsrecht? - Chapter 2
- Wat omvat het conflictenrecht? - Chapter 3
- Wat omvat het recht inzake erkenning en tenuitvoerlegging? - Chapter 4
Naar de samenvatting
Meer lezen
Internationaal recht als studie en kennisgebied
Werken en jezelf ontwikkelen binnen de advocatuur of juridische advisering
Privaatrecht en overeenkomsten: begrippen en definities
Wat is bezit?
Wat is bezit?
- Bezit is niet hetzelfde als eigendom. Bezit is de uiterlijke machtsuitoefening door een eigenaar, maar nooit de eigendom zelf. Het is echter wel zo dat de bezitter vaak ook de eigenaar is. Het bezit schept dan ook het (bewijs)vermoeden van eigendom.
- Om te begrijpen wat ‘bezit’ is, moet eerst gekeken worden naar het begrip ‘houden’. De houder van een goed is degene die macht uitoefent over dat goed.
Wat zijn bezit en detentie?
- Houden komt in twee verschillende vormen voor:
-
De eerste vorm is bezit. Een bezitter is iemand die een goed voor zichzelf houdt (art. 3:107 lid 1 BW). De bezitter oefent over de zaak een zodanige macht uit, alsof hij eigenaar van die zaak is. In de meeste gevallen is de bezitter dan ook eigenaar. Bezit is dus niet per definitie eigendom. In titel 3.5 vind je de omschrijving van bezit.
-
De tweede vorm van houden is detentie. Een detentor is iemand die een goed voor een ander houdt. Als A zijn auto bij B tijdelijk stalt, dan houdt B de auto ‘voor een ander’ – namelijk A. B is in dit geval detentor. Er is sprake van houderschap.
- Voor bezit en detentie is niet vereist dat de bezitter of de detentor het goed ook daadwerkelijk onder zich heeft. Zo blijkt uit art. 3:117 lid 1 BW dat een bezitter het bezit alleen kan verliezen indien hij het goed kennelijk prijsgeeft of wanneer een ander het bezit van het goed verkrijgt. Als iemand een huis bezit in Groningen, maar ondertussen maandenlang aan de andere kant van de wereld verkeert, is hij nog steeds bezitter van het huis. Hij heeft het huis immers niet prijsgegeven (bijv. aan iemand verkocht) en een ander heeft het bezit ook niet verkregen. Zo is een huurder bijvoorbeeld bezitter van het vorderingsrecht dat hem als huurder van het huis toekomt. Van het huis zelf is hij slechts detentor. De verhuurder is namelijk al (middellijk) bezitter van zijn huis. Bij diefstal van een goed van A door B, verliest A echter wel zijn bezit. B heeft namelijk het bezit verkregen (de tweede mogelijkheid genoemd in art. 3:117 BW) en houdt het goed nu voor zichzelf. A is echter wel nog steeds eigenaar van de zaak (over eigendom verderop meer).
- Bezit is ‘onmiddellijk’, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt (art. 3:107 lid 1 BW). Bezit is ‘middellijk’, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt – oftewel ‘een ander’ is hier een detentor (art. 3:107 lid 2 BW). Het is vervolgens ook niet voor een detentor vereist om een goed ook feitelijk onder zich te hebben. Het houden voor een ander kan namelijk op zijn beurt ook weer onmiddellijk (het zelf houden van een goed voor een ander) of middellijk zijn (wanneer een ander het goed op zijn beurt weer houdt voor een ander, art. 3:107 lid 4 BW)
Hoe wordt bezit vastgesteld?
- Wanneer A een fiets uitleent aan B, wordt B detentor van die fiets en gaat A over van onmiddellijk naar middellijk bezitter. Als A de fiets vervolgens weer terug wil en B zich op het standpunt stelt dat hij geen detentor maar bezitter is, ontstaat er een probleem. Beiden zullen nu hun gelijk moeten bewijzen; de wet bepaalt wat zij hiervoor moeten bewijzen. Art. 3:109 BW stelt dat wanneer iemand een goed houdt, vermoed wordt dat deze persoon het goed voor zichzelf houdt – daarmee wordt deze persoon vermoed bezitter te zijn (art. 3:119 BW), in dit geval B. Art. 3:110 BW maakt echter uit wanneer de verkrijger detentor dan wel bezitter is. Hierin staat dat wanneer er een rechtsverhouding tussen twee personen bestaat die ertoe strekt dat het goed door de bezitter zal worden gehouden (bijvoorbeeld bij bruikleen, huur, vruchtgebruik, pand, enz.), de ontvanger dan slechts detentor wordt en geen bezitter. A zal in ons voorbeeld dan moeten bewijzen dat de fiets volgens zo’n rechtsverhouding verleend is aan B. B zal juist moeten bewijzen dat hij niet detentor, maar juist bezitter is geworden.
- Een houder kan zichzelf niet tot bezitter maken. Art. 3:111 BW stelt met zoveel woorden ‘eenmaal detentor, altijd detentor’ (het interversieverbod), tenzij de detentor bezitter is geworden met medewerking van de bezitter of door tegenspraak van het recht van de bezitter. De enkele wilswijziging van de houder (die ineens bezitter wil worden) is onvoldoende. Oftewel B zal hier aannemelijk moeten maken dat A hem de fiets bijvoorbeeld heeft verkocht of geschonken. In dit geval is B namelijk bezitter geworden met medewerking van A.
Hoe kan men bezit verkrijgen en verliezen?
-
Er zijn drie wijzen van bezitsverkrijging (volgens art. 3:112 BW), namelijk:
-
inbezitneming (art. 3:113). Iemand kan een goed in bezit nemen door zich daarover de feitelijke macht te verschaffen (toe-eigening). Een dief verkrijgt op deze wijze bezit.
-
bezitsoverdracht (art. 3:114 en 3:115). De verkrijger van het bezit wordt door de bezitter in staat gesteld de macht over het goed uit te oefenen.
-
opvolging onder algemene titel (art. 3:116)
-
-
In art. 3:117 staat bezitsverlies omschreven. Het bezit gaat door zolang het bezit niet door een ander is verkregen of door de bezitter kennelijk wordt prijsgegeven. Diefstal is een vorm van onvrijwillig bezitsverlies.
Wat is burgerlijk procesrecht?
Wat is het burgerlijk procesrecht?
-
Het burgerlijk procesrecht valt uiteen in twee verschillende delen:
-
Het vermogensrecht: waar rechten ter vrije beschikking van de rechtssubjecten staan. De tussenkomst van de rechter wordt ingeroepen voor beslechting van een geschil over de inhoud van de rechtsbetrekking en/of ter verkrijging van een afdwingbare vordering.
-
Het personen- en familierecht: waar rechten niet ter vrije beschikking staan. De taak van de rechter is hierbij het behartigen van specifieke belangen.
-
-
Dit verschil werkt door in de doelstellingen en de regels van de betreffende rechtspleging.
Wat is het vermogensrecht?
- Op dit terrein heeft het gerlijk procesrecht (bpr) tot taak om het mogelijk maken aanspraken, die voortvloeien uit het privaatrecht, op een efficiënte, effectieve en eerlijke wijze te verwezenlijken. Het bpr heeft een regeling voor (1) de procedure die tot een beslissing omtrent de rechtsverhouding tussen partijen moet leiden en (2) de tenuitvoerlegging van die beslissing: de executie. Deze twee onderdelen zijn met elkaar verbonden door het vonnis.
- De hoofddoelstelling van het bpr is het mogelijk maken dat de crediteur, die een aanspraak heeft op een geven, doen of nalaten, een veroordeling van de debiteur krijgt die hij, zo nodig met overheidshulp, kan executeren (art. 3:296 BW). Het bpr dient eigenrichting tegen te gaan. Eigenrichting is het afdwingen, zonder overheidshulp met eigen machtsmiddelen, van een burgerrechtelijke aanspraak. Dit probeert het bpr tegen te gaan door middelen tot handhaving van de privaatrechtelijke rechtsorde ter beschikking te stellen. Het bpr moet dus voldoende rechtsbescherming bieden zodat men niet in de verleiding komt ‘het recht in eigen hand te nemen’.
- Een rechtsvordering is de in rechte ingestelde eis. Uitgangspunt is de materiële aanspraak van de schuldeiser (het subjectieve recht, waaraan een vorderingsrecht is verbonden).De taak van de rechter om bij vermogensrechtelijke geschillen afdwingbare veroordelingen uit te spreken of te beslissen, wordt wel contentieuze ofwel eigenlijke rechtspraak genoemd.
Wat is het personen- en familierecht?
- Op dit terrein treedt de rechter vaak ordenend op, als orgaan van de uitvoerende macht. Rechtssubjecten moeten eenvoudig toegang hebben tot de rechter en de rechter moet in staat gesteld worden de hem opgedragen staatszorg actief uit te oefenen. Op het terrein van het personen- en familierecht heeft de rechter meer vrijheid. Bij personen en familierecht is meer sprake van vrijwillige rechtspraak. Dit wordt ook wel voluntaire jurisdictie ofwel oneigenlijke rechtspraak genoemd.
Wat is overdracht?
Wat is overdracht?
- Overdracht is een wijze van verkrijging onder bijzondere titel. Hierdoor gaat een goed van het vermogen van de verkoper over in dat van de koper. Overdracht is niet hetzelfde als levering. Art. 3:84 lid 1 BW noemt drie vereisten voor de overdracht van goederen:
-
Levering;
-
krachtens geldige titel;
-
verricht door een beschikkingsbevoegde.
- Voor eigendomsoverdracht kan men niet slechts volstaan met de levering van het goed. Ook aan de andere twee eisen dient te zijn voldaan. Bovendien moet het goed ‘overdraagbaar zijn’. Eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, zo volgt uit art. 3:83 lid 1 BW. Een auto, woning of vorderingsrecht kan dus worden overgedragen. Men kan niet afspreken dat een goed niet overgedragen kan worden, dat zou het handelsverkeer belemmeren.
Wat is beschikkingsbevoegdheid?
- Beschikken is het vervreemden (verkopen) of bezwaren (vestigen van een beperkt recht, zoals hypotheek) van een goed. Door een goed te vervreemden wordt een ander hiervan rechthebbende gemaakt. In beginsel is alleen de rechthebbende op een goed beschikkingsbevoegd. Alleen de eigenaar van een auto zal deze dus kunnen verkopen en alleen de eigenaar van een stuk grond kan hierop een hypotheekrecht vestigen. Of er wel of geen beperkt recht rust op het goed, is niet relevant voor de beschikkingsbevoegdheid. Wanneer goederen pas in de toekomst van de rechthebbende worden, kan hij deze niet nu al vervreemden, aangezien hij nog geen rechthebbende is en dus (nog) beschikkingsonbevoegd is.
- In sommige situaties is de rechthebbende niet beschikkingsbevoegdheid ten aanzien van zijn goederen, bijvoorbeeld wanneer hij onder bewind staat of failliet is verklaard. Ingeval van bewind kan de rechthebbende alleen met toestemming van de bewindvoerder over zijn goederen beschikken. Iemand die geestelijk of lichamelijk niet in staat is zijn belangen goed waar te nemen, bijvoorbeeld een dement persoon, kan onder bewind worden gesteld. Ook wanneer door een ander beslag is gelegd op een goed kan de rechthebbende hierover niet meer beschikken.
- Beslag kan worden gelegd op een geheel vermogen (algemeen beslag) en op één of meer bepaalde goederen van iemands vermogen (bijzonder beslag). Binnen het bijzonder beslag zijn er twee categorieën te onderscheiden. Ten eerste het conservatoire beslag. Dit betekent het goed voor bepaalde tijd ‘conserveren’, oftewel onder zich houden. Wanneer er een aannemelijke kans bestaat dat B het goed dat hij denkt van A geërfd te hebben aan C zal verkopen, dan kan de werkelijke erfgenaam aan de voorzieningenrechter vragen om een conservatoir beslag. Op deze manier kan de werkelijke erfgenaam het goed tijdelijk onder zich houden. Hij is in dit geval verplicht zo snel mogelijk over te gaan op een rechtszaak om ook executoriaal beslag op het goed te leggen. Wanneer de rechter dezelfde mening als de werkelijke erfgenaam deelt, wordt deze rechthebbende van het goed. Een deurwaarder kan ook een derdenbeslag leggen op het vermogen van de rechthebbende. Zo kan hij bijvoorbeeld het loon van de werkgever van de rechthebbende vorderen en kan hij bij de bank afdwingen dat deze hem geen geld meer verstrekt. Ook kan hij de detentor van goederen van de rechthebbende dwingen deze goederen aan hem over te dragen.
- De beschikkingsbevoegdheid kan ook krachtens een overeenkomst in het leven worden geroepen. Zo is een verkoper bij Norrod bevoegd computers te verkopen aan anderen, ook al is hijzelf niet rechthebbende van deze goederen. Dit blijft namelijk de rechtspersoon Norrod zelf.
- Het uitgangspunt is dat iemand die met betrekking tot een goed beschikkingsonbevoegd is, hiervan dus niet de eigenaar is, dit goed niet kan overdragen. In art. 3:86 en 3:88 zijn echter belangrijke uitzonderingen opgenomen. Hierover later meer.
- De hoofdregel is dat een niet-rechthebbende op een goed beschikkingsonbevoegd is. Beschikkingsbevoegdheid is onlosmakelijk verbonden met de rechthebbende. Door een overeenkomst kan een ander wel tot rechthebbende gemaakt worden; in welk geval de oorspronkelijk rechthebbende ook beschikkingsbevoegd blijft. Zo kan er sprake zijn van levering door een beschikkingsbevoegde, die niet de oorspronkelijk rechthebbende is. Ook kan de wet (bijvoorbeeld art. 3:248 BW) een niet-rechthebbende de bevoegdheid geven om een ander tot rechthebbende te maken.
- Het uitgangspunt is dat iemand die beschikkingsonbevoegd is, geen overdracht tot stand kan brengen (art 3:84 lid 1 BW). Er zijn echter uitzonderingen, bijvoorbeeld art. 3:86 en 3:88 BW.
Wat wordt bedoeld met ‘geldige titel’?
- Onder titel wordt verstaan: ‘een rechtsverhouding die de overdracht rechtvaardigt’. Voorbeelden hiervan zijn koop, verbruikleen, ruil en schenking. Door het kopen van een zaak gaat de eigendom dus niet over op de koper, de koopovereenkomst vormt enkel een titel. Een titel moet ‘geldig’ zijn. Een levering die niet gebaseerd is op een geldige titel, bijvoorbeeld een koopovereenkomst, brengt geen eigendomsoverdracht tot stand. Dit wordt ook wel het ‘causale stelsel’ genoemd.
- Soms is een titel (achteraf) niet geldig. Als bijvoorbeeld een onder curatele gestelde een koopovereenkomst sluit, is deze vernietigbaar op grond van art. 3:32 lid 2 BW. Het goed is in dit geval wel geleverd krachtens 3:90 BW, dus de koper is bezitter van deze goederen geworden. Na vernietiging is hij echter geen eigenaar geworden; de goederen zijn nooit van eigenaar veranderd (door de terugwerkende kracht van vernietiging, art. 3:53 BW). Dit betekent dat de eigenaar het recht heeft deze goederen te revindiceren (art. 5:2 BW). Ook nietige overeenkomsten zijn ongeldige titels, bijvoorbeeld een overeenkomst die onder bedrog tot stand is gekomen (art. 3:40 BW).
- Als de verkoper van een goed het goed overdraagt zonder geldige titel en de verkrijger gaat vervolgens failliet, dan komt de verkoper een sterke positie toe. De verkrijger is namelijk nooit rechthebbende geworden en de verkoper kan daarom het goed terugvorderen van de verkrijger.
- In art. 3:84 lid 2 is geregeld dat het over te dragen goed voldoende bepaald dient te zijn bij de titel. Uit de koopovereenkomst moet dus duidelijk blijken om welk goed het gaat, denk aan merk, uitvoering, hoeveelheid etc.
Wat houdt ‘levering’ in?
-
Voor de overdracht is levering vereist. De wijze van levering is dwingend recht en verschilt per goed:
-
Onroerende zaken en andere registergoederen worden geleverd door middel van een notariële akte, gevolgd door inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers (art. 3:89 lid 1 en 4 BW);
-
Roerende zaken, niet-registergoederen die in de macht van de vervreemder (verkoper) zijn, worden geleverd door bezitsverschaffing (art. 3:90 lid 1 BW);
-
Rechten aan toonder of order worden geleverd door levering van het papier waarin de vordering is ‘belichaamd’. Voor de levering van een ordervordering is tevens endossement vereist (art. 3:93 BW);
-
Rechten op naam worden geleverd door een daartoe bestemde akte, en mededeling daarvan aan die personen door de vervreemder of verkrijger (art. 3:94 lid 1 BW).
-
Beperkte rechten op goederen – die zelf ook goederen zijn, namelijk vermogensrechten – worden op dezelfde manier geleverd als bepaald is voor de levering van het goed waarop het beperkte recht rust (art. 3:98 BW).
-
Alle andere goederen worden geleverd door middel van een akte (art. 3:95 BW).
-
-
Toekomstige goederen kunnen ‘bij voorbaat’ worden geleverd, art. 3:97. De overdracht komt echter pas tot stand op het moment dat de goederen daadwerkelijk bestaan.
-
Soms wordt in de literatuur een vierde vereiste voor overdracht gesteld, de 'goederenrechtelijke overeenkomst'. De koper en verkoper zouden ook nog een overeenkomst moeten sluiten die gericht op het bewerkstelligen van de overdracht. De wet noemt dit vereiste niet, waardoor het gekoppeld wordt aan het leveringsvereiste. Niet alleen de leveringswijze, maar ook een goederenrechtelijke overeenkomst zou vereist zijn. Over het bestaan en de inhoud van deze eis bestaat discussie. Daarnaast is het vereiste van een goederenrechtelijke overeenkomst praktisch zonder belang. Het voordeel, het voorkomen van ongerechtvaardigde vermogensverschuivingen, wordt al bereikt door het vereiste van een geldige titel.
Wat is een overeenkomst?
Wat is een overeenkomst?
- Het begrip ‘overeenkomst’ wordt, anders dan het begrip ‘rechtshandeling’, wel omschreven in de wet. Een overeenkomst is in de zin van titel 6.5 een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan (art. 6:213 lid 1). Dus iedere overeenkomst is een rechtshandeling, maar omgekeerd is niet iedere rechtshandeling een overeenkomst.
- De overeenkomst wordt gekenmerkt door haar verbintenisscheppende – obligatoire – karakter. Binnen het juridisch spraakgebruik wordt deze overeenkomst dikwijls een contract genoemd, daarnaast wordt overeenkomstenrecht vaak als contractrecht betiteld. Onder de overeenkomst of het contract verstaat men niet alleen de verbintenisscheppende handeling zelf, maar ook de door de handeling in het leven geroepen rechtsverhouding. Ook wijzigingsovereenkomsten vallen onder art. 6:213, aangezien partijen andere, nieuwe verbintenissen aangaan. De liberatoire of bevrijdende overeenkomst is echter niet onder dit artikel te brengen.
- In tegenstelling tot het oude wetboek, waarin de rechtshandeling ongeregeld was, is er nu sprake van een gelaagde structuur in ons wetboek. In het Algemeen Deel (Boek 3 titel 2) is een voor alle rechtshandelingen geldend regelsysteem neergelegd. Dit systeem wordt vervolgens in Boek 6 Titel 5 voor het deelgebied van de obligatoire overeenkomst met een tweede laag bepalingen aangevuld. Door deze gelaagde structuur wordt de obligatoire overeenkomst door meer dan een complex van wetsbepalingen beheerst.
Overeenkomsten en partijen
- In de meeste gevallen wordt de overeenkomst gesloten door en tussen twee partijen. Maar er zijn ook overeenkomsten tussen méér dan twee partijen, de zogenaamde meerpartijenovereenkomsten, denk aan de driehoeksruil en het aanvaarde derdenbeding.
- Een driehoeksruil doet zich bijvoorbeeld voor wanneer A, B en C gezamenlijk een overeenkomst sluiten waarbij A toezegt zijn huis te leveren aan B in ruil voor het huis van C, B zegt toe zijn huis aan C te leveren in ruil voor het huis van A en C zegt ten slotte toe zijn huis aan A te leveren in ruil voor het huis van B. Bij een derdenbeding bestaat aanvankelijk een overeenkomst tussen twee partijen, waarin een beding ten behoeve van een derde (een niet-partij) is opgenomen. Nadat deze derde het beding heeft aanvaard, geldt hij als partij bij de overeenkomst (art. 6:254 lid 1).
- In art. 6:213 lid 2 staat dat de bedoelde bepalingen van de titel betreffende overeenkomsten niet toepasselijk is op de meerpartijenovereenkomst, voor zover de strekking van de betrokken bepalingen in verband met de aard van de overeenkomst zich daartegen verzet. Het is dus zo dat de regels van het overeenkomstenrecht in principe ook gelden voor de meerpartijenovereenkomst (lid 1), maar dit uitgangspunt kent uitzonderingen (lid 2).
Bijzondere overeenkomsten
- Sommige overeenkomsten zijn in Boek 7 of Boek 7A van een nadere uitwerking voorzien. Dit zijn de bijzondere overeenkomsten of bijzondere contracten (of ‘benoemde contracten’). In de praktijk zijn hier de koop, de huur en de arbeidsovereenkomst van groot belang.
- Ten aanzien van de bijzondere overeenkomst is de gelaagde structuur van het wetboek goed zichtbaar. Zij zijn ten eerste rechtshandelingen in de zin van titel 3.2, ten tweede overeenkomsten in de zin van titel 6.5 en ten derde bijzondere overeenkomsten in de zin van Boek 7 en 7A. Er moet zelfs op vier plaatsen in de wet gezocht worden, aangezien het algemene gedeelte van het verbintenissenrecht ook van belang is.
- De obligatoire overeenkomsten kunnen op verschillende wijzen worden ingedeeld.
-
De tweepartijen- tegenover meerpartijenovereenkomsten;
-
Bijzondere (en gemengde) overeenkomsten tegenover de niet-bijzondere overeenkomsten;
-
De wederkerige overeenkomsten tegenover de eenzijdige overeenkomsten. Een overeenkomst is wederkerig, wanneer beide partijen een verbintenis op zich nemen ter verkrijging van de daar tegenover staande prestatie (art. 6:261 lid 1). De (obligatoire) overeenkomsten die niet voldoen aan deze omschrijving zijn eenzijdig. Het belang van de vraag of een overeenkomst wederkerig of eenzijdig is, ligt met name in de al dan niet toepasselijkheid van de laatste afdeling van titel 6.5 (opschorting en ontbinding). Een schenking kan bijvoorbeeld in geval van niet-nakoming niet ex art. 6:265 worden ontbonden;
-
De overeenkomsten onder bezwarende titel tegenover de overeenkomsten om niet. Van een overeenkomst onder bezwarende titel is sprake, indien de toegezegde prestatie in verband staat met een bepaalde prestatie van de wederpartij. De overeenkomsten die niet onder deze omschrijving vallen, noemt men overeenkomsten om niet; in de wet zijn de overeenkomsten onder bezwarende titel eenvoudig ‘anders dan om niet’.
- Dit onderscheid valt grotendeels samen met dat tussen de wederkerige en de eenzijdige overeenkomsten, maar niet helemaal. Bij een wederkerige overeenkomst moeten de prestatie en tegenprestatie in ditzelfde contract tegenover elkaar zijn gesteld, dit is voor een overeenkomst onder bezwarende titel niet noodzakelijk. De rubriek van de overeenkomsten onder bezwarende titel is dus wat ruimer dan die van de wederkerige overeenkomsten;
-
De consensuele overeenkomsten tegenover de formele (en reële) overeenkomsten. Zoals later zal blijken, gelden voor de totstandkoming van een overeenkomst in beginsel geen vormvereisten (art. 3:37 lid 1). Onder deze hoofdregel vallende overeenkomsten noemt men consensueel. Soms geldt echter toch een vormvereiste; dit zijn de zogenaamde formele overeenkomsten. Naast de formele kent het recht ook nog de reële contracten, die volgens de wet pas als zodanig kunnen ontstaan, zodra de zaak waarop zij betrekking hebben door de ene partij aan de andere overhandigd wordt;
-
De kortstondige overeenkomsten tegenover de duurovereenkomsten. Verschillende overeenkomsten, zoals de koop, hebben een kortstondige relatie: nadat de verkoper de zaak heeft geleverd en de koper betaald heeft, is hun contractuele relatie in principe beëindigd. Andere overeenkomsten zijn er juist op gericht een rechtsverhouding te laten ontstaan die zich over een bepaalde of onbepaalde tijd uitstrekt. Deze staan bekend als duurovereenkomsten.
- Het bovenstaande overzicht van onderscheidingen is niet uitputtend. Er zijn nog andere mogelijkheden, denk aan het onderscheid tussen vergeldende overeenkomsten en kansovereenkomsten, tussen hoofdovereenkomsten en hulpovereenkomsten en tussen volledige overeenkomsten en rompovereenkomsten.
Grondbeginselen betreffende obligatoire overeenkomst (het contractenrecht)
- Het recht betreffende de obligatoire overeenkomst (het contractenrecht) wordt beheerst door drie grondbeginselen: de contractsvrijheid, vormvrijheid (het consensualisme) en de verbindende kracht van de overeenkomst (‘pacta sunt servanda’).
- Het grondbeginsel van contractvrijheid houdt in dat het partijen vrijstaat een overeenkomst te sluiten met wie zij willen, met de inhoud die ze willen en op het moment dat ze het willen. Dit beginsel is niet uitdrukkelijk in de wet neergelegd, maar komt wel naar voren in de algemene erkenning en regeling van de overeenkomst. Vaak wordt aan dit grondbeginsel de status van ongeschreven grondrecht toegekend. De contractsvrijheid is echter niet zonder uitzonderingen, zij vindt haar grens waar de uitoefening ervan in een concrete situatie in conflict komt met een belang van hogere orde, bijvoorbeeld art. 3:40.
- Overigens bevat het contractenrecht, in tegenstelling tot het goederenrecht, relatief weinig dwingende wetgeving; als directe consequentie van het beginsel van de contractsvrijheid zijn de wettelijke regels in principe van regelend recht. Dwingend recht komt met name voor wanneer de wetgever één van de partijen bijzondere bescherming wil bieden.
- Het grondbeginsel van vormvrijheid is neergelegd in art. 3:37 lid 1. Omdat voldoende is dat op enigerlei wijze consensus (wilsovereenstemming) tot uitdrukking komt, wordt dit beginsel als dat van consensualisme aangeduid. Er zijn echter ook uitzonderingen, zo eist de wet een schriftelijke overeenkomst voor de koop van woningen.
- Het derde verbindende beginsel, namelijk de verbindende kracht, wordt vaak weergegeven als ‘pacta sunt servanda’. Het is neergelegd in de wet in art. 6:248 lid 1. Ook dit principe kent uitzonderingen. Zo verbindt een overeenkomst niet wanneer zij nietig is of vernietigd kan worden. Een hedendaagse en spectaculaire uitzondering is de bedenktijd die op enkele terreinen aan de consument is toegekend.
- De wet geeft één regeling die van toepassing is op alle soorten contractspartijen, namelijk die regelingen die gelden zonder aanziens des persoons. Een belangrijke uitzondering ligt echter in afdeling 6.5.3 Algemene Voorwaarden. Daarin wordt aan de consument extra bescherming verleend in de vorm van een zwarte en grijze lijst, terwijl bepaalde ‘grote’ contractanten juist van het algemene beschermingsstelsel uitgesloten worden.
Wat zijn registergoederen?
Wat zijn registergoederen?
- Registergoederen dienen te worden ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers (art. 3:10 BW). Dit artikel geeft drie vereisten waaraan moet zijn voldaan om te kunnen spreken van een registergoed:
-
Het bestaan van een openbaar register voor deze soorten goederen;
-
het register moet bestemd zijn om daarin (mede) de vestiging en de overdracht van deze goederen te publiceren;
-
de vestiging of de overdracht van deze goederen moet alleen door de inschrijving in deze openbare registers tot stand kunnen komen.
- Zo zijn auto’s geen registergoederen. Er is bijvoorbeeld wel een Kentekenreglement waarin staat dat bij overdracht van een motorrijtuig het kentekenbewijs wordt overgeschreven op de naam van de verkrijger, maar de overdracht voltrekt zich niet daardoor. Aan eis drie is dus niet voldaan en dus is een motorrijtuig geen registergoed.
- Er is sprake van een registergoed wanneer de wet aangeeft dat voor de vestiging of overdracht hiervan inschrijving in de openbare registers nodig is. Telkens wanneer de wet aangeeft dat vestiging of overdracht dient plaats te vinden door inschrijving in de openbare registers, is er sprake van een registergoed. Hieruit volgt dat alle onroerende zaken registergoederen zijn (art. 3:10 jo. Art. 3:89). Art. 3:3 lid 1 meldt dat onder onroerende zaken vallen: de grond en de daarmee verenigde beplantingen, de daarmee duurzaam verenigde gebouwen en werken alsook de nog niet gewonnen delfstoffen. Een woning en een boomgaard zijn aldus onroerende zaken. Alle zaken die niet onroerend zijn, zijn roerend (lid 2). Daarnaast zijn ook teboekstaande schepen en luchtvaartuigen registergoederen (art. 8:199 jo. art. 8:790 jo. art. 8:1306 BW). De openbare registers voor onroerende registergoederen (dus niet schepen en luchtvaartuigen) zijn te raadplegen bij het Kadaster.
- Ook beperkte rechten op registergoederen zijn registergoederen. Dit volgt uit de schakelbepaling art. 3:98 BW jo. 3:89. Persoonlijke rechten op registergoederen zijn dus geen registergoederen. Dit volgt overigens ook uit art. 3:17 lid 2 BW.
- Zo is bijvoorbeeld het recht van erfpacht een beperkt recht op een onroerende zaak. Vestiging en overdracht van een recht van erfpacht geschieden op grond van art. 3:98 BW op dezelfde wijze als is bepaald in art. 3:89 BW. Een recht van erfpacht is dus ook een registergoed. Het is echter geen onroerende zaak, want een vermogensrecht is geen zaak. Alleen zaken kunnen roerend dan wel onroerend zijn (art. 3:3 BW).
- Tot slot zijn appartementsrechten registergoederen
Titel | ||
---|---|---|
Internationaal recht studeren en stage in het buitenland |
Uitgelichte samenvattingen en studiehulp op JoHo WorldSupporter
Boeksamenvatting bij Handboek Internationaal Privaatrecht van ten Wolde - Summary of study book Hoofdstuk 1 - Inleiding In dit vak gaat het om de vraag onder welke voorwaarden in een internationale... |
|
Boeksamenvatting bij de 11e druk van Inleiding tot het Nederlands Internationaal Privaatrecht van Strikwerda en Schaafsma - Summary of study book Inleiding tot het Nederlands Internationaal Privaatrecht - Chapter 1 1.1 Internationaal... |
|
Boeksamenvatting bij de 12e druk van Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda en Schaafsma - Summary of study book Wat omvat het internationaal privaatrecht? - Chapter 1 Wat is het ipr? Wat is het doel van ipr? Het... |
ExamTickets Public International Law - UU - Study exam tip ExamTickets: Tips & Tricks with preparing for the exams Not only is this course about applying the law, also the... |
What is international private law? - Study definition International private law (IPL), also known as conflict of laws, is a fascinating field of study that delves into the... |
Samenvattingen: de beste studieboeken voor internationaal privaatrecht samengevat - Study guide for summaries Samenvattingen en studiehulp bij Internationaal privaatrecht Inhoudsopgave Samenvatting bij het boek: Handboek... |
|
Summaries: home page for law and administration - Study guide for summaries Summaries for law and administration What is this page about? Content: information and assortment pointers for... |
|
Summaries: the best textbooks for international law summarized - Study guide for summaries Summaries with the best textbooks for international law... |
|
Summaries: home page for international relations and international organizations - Study guide for summaries Summaries for international relations, international organizations and international politics What is this page... |
|
Study Guide for summaries with International Institutional Law by Klabbers - Study guide for summaries Samenvattingen en studiehulp bij International Institutional Law by Klabbers Inhoudsopgave Nederlands:... |
|
Studiegids voor samenvattingen bij Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda en Schaafsma - Study guide for summaries Studiegids bij Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda en SchaafsmaOnline... |
|
Studiegids voor samenvattingen bij Internationaal Publiekrecht als Wereldrecht van Schrijver - Study guide for summaries Samenvattingen en studiehulp bij Internationaal Publiekrecht als Wereldrecht van SchrijverInhoudsopgaveSamenvatting bij... |
- Samenvattingen en studiehulp voor: internationaal privaatrecht
- Studie in het buitenland op het gebied van: internationaal privaatrecht
- Competenties en vaardigheden op het gebied van: internationaal privaatrecht?
- Organisaties en werkgevers op het gebied van: internationaal privaatrecht?
- Stages op het gebied van internationaal privaatrecht?
- Vrijwilligerswerk op het gebied van internationaal privaatrecht?
- Werken op het gebied van internationaal privaatrecht?
- JoHo Worldsupporter doelstellingen gerelateerd aan internationaal privaatrecht?
Samenvattingen en studiehulp voor: internationaal privaatrecht
- Samenvattingen voor internationaal privaatrecht: check samenvattingen op JoHo WorldSupporter
- Boeksamenvattingen voor internationaal privaatrecht: zie samenvattingen van studieboeken op JoHo WorldSupporter
- Artikelsamenvattingen voor internationaal privaatrecht: check samenvattingen van wetenschappelijke artikelen op JoHo WorldSupporter
- Oude tentamens, oefenmateriaal en oefenvragen voor internationaal privaatrecht: gebruik tentamens op JoHo WorldSupporter
- Tentamentips en studietips voor internationaal privaatrecht: check tentamentips op JoHo WorldSupporter
- Definities, omschrijvingen en begrippenlijsten voor internationaal privaatrecht: check begrippenlijsten op JoHo WorldSupporter
- Engelstalige samenvattingen voor internationaal privaatrecht: check Summaries on JoHo WordSupporter
- Voor een overzicht van de uitgelichte samenvattingen: zie samenvattingen en studiehulp: per studie, vak en vakgebied
Studie in het buitenland op het gebied van: internationaal privaatrecht
- van college volgen, minor halen, master doen, PHD, promotie tot voorbereiding en vertrek: zie studeren in het buitenland en onderzoek doen in het buitenland
- voor taalcursussen: zie taalcursus in het buitenland of taalreizen van Chinees tot Spaans leren
- Zie ook studie in het buitenland verzekeren om te zorgen dat er in het buitenland niets mis gaat en dat je visum kan worden aangevraagd
Competenties en vaardigheden op het gebied van: internationaal privaatrecht?
- voor competenties en vaardigheden verbeteren: zie je kwaliteiten verbeteren en versterken in binnen- en buitenland
- voor competenties en vaardigheden per studiegebied of werkveld: zie competenties en vaardigheden om te leren, te werken en te leven
Organisaties en werkgevers op het gebied van: internationaal privaatrecht?
- voor werken in het buitenland: zie werken in het buitenland en vacatures in het buitenland
- voor functies, rollen en werkzaamheden: zie functies en werkzaamheden tijdens je baan, stage of vrijwilligerswerk in het buitenland
Stages op het gebied van internationaal privaatrecht?
- voor stagelopen in Nederland: zie praktijkstage en afstudeerstage in Nederland
- voor stagelopen in het buitenland: zie stagelopen in het buitenland en werkervaring opdoen op reis
- voor stages en werkervaringsplaatsen op JoHo WorldSupporter: zie Internships and work experience
Vrijwilligerswerk op het gebied van internationaal privaatrecht?
- voor vrijwilligerswerk in het buitenland: zie vrijwilligerswerk in het buitenland doen en projecten steunen
- voor vrijwilligerswerk en projectondersteuning op JoHo WorldSupporter: zie Volunteering and projects abroad
Werken op het gebied van internationaal privaatrecht?
- voor carrière plannen en je loopbaan kiezen: zie carrièreplanning
- voor plezier en tevredenheid met je werk: zie werkplezier en energie uit werk
- voor werk in het buitenland: zie werken in het buitenland en vacatures in het buitenland en werkvakantie en working Holidays
- voor banen in het buitenland, werken en reizen en zomerbanen op JoHo WorldSupporter: zie jobs, travel and work abroad
- voor betrokken werkvelden en onderliggende vakgebieden zie elders op deze pagina
JoHo Worldsupporter doelstellingen gerelateerd aan internationaal privaatrecht?
- Zie de doelstellingen van JoHo WorldSupporter voor: het versterken van begrip voor andere culturen en personen, het stimuleren van tolerantie in de wereld om je heen, het wereldwijd delen van kennis en knowhow, en het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling in binnen- en buitenland
Academische vaardigheden opdoen in binnen- en buitenland
Bedrijfskunde en organisatie studeren en stage in het buitenland
Communicatie en marketing studeren en stage in het buitenland
Economie en bedrijfseconomie studeren en stage in het buitenland
Psychologie en menselijk gedrag studeren en stage in het buitenland
Geneeskunde en gezondheidszorg studeren en stage in het buitenland
ICT, logistiek en techniek studeren en stagelopen in het buitenland
Internationale organisaties en internationale betrekkingen studeren en stage in het buitenland
Politiek en politicologie studeren en stage in het buitenland
Maatschappij en cultuur studeren en stage in het buitenland
Natuur en milieu studeren en stage in het buitenland
Onderwijs en pedagogiek studeren en stage in het buitenland
Recht en bestuur studeren en stage in het buitenland
Sport & Toerisme: opleiding tot studeren in het buitenland
Wetenschap en onderzoek doen in het buitenland
Studiekeuze maken en master kiezen
Opleidingen en studierichtingen kiezen in binnen- en buitenland
Wat speelt er nog meer als je naar het het buitenland gaat in het kader van internationaal privaatrecht
- Gevaar of diefstal van voorkomen bij reizen en backpacken?
- Spullen inpakken of handig meenemen bij reizen en backpacken?
- Wat te doen bij verblijf of verhuizen naar het buitenland?
- internationaal privaatrecht en emigreren of wonen in het buitenland