Samenvattingen voor Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies, en stages in het buitenland

 

van succesvol studeren tot samenvattingen van de studiestof

van stagevaardigheden verbeteren tot vacatures verkennen

van studie en stage verzekeren tot vertrekken naar het buitenland

Indeling

Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies: studie, samenvattingen en studiehulp       

Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies: samenvattingen via JoHo WorldSupporter    

Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies: relaties via JoHo.org       

Wegwijzers bij studeren en tentamens    

Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies: activiteiten en stages in het buitenland    

Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies

Wat zijn onderzoek, statistiek en wetenschapstudies?

  • Onderzoek is het systematisch zoeken naar nieuwe kennis of het bevestigen van bestaande kennis. Het gaat om het stellen van vragen, het verzamelen van gegevens en het analyseren van die gegevens om antwoorden te vinden.
  • Statistiek is een tak van de wiskunde die zich bezighoudt met het verzamelen, analyseren en interpreteren van gegevens. Statistiek wordt gebruikt om patronen en trends in data te ontdekken en om conclusies te trekken.
  • Wetenschapsstudies is een interdisciplinair vakgebied dat de wetenschap zelf als onderwerp van onderzoek neemt. Het gaat om vragen als: Hoe wordt wetenschappelijke kennis geproduceerd? Wat zijn de sociale en culturele contexten waarin wetenschap plaatsvindt? En welke ethische vraagstukken komen er bij wetenschappelijk onderzoek kijken?
Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken?

Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken?


Wat is onderzoek?

  • Je kunt onderzoek beschouwen als een onderzoeksreis. Deze reis bestaat uit drie fases: ontwerp, uitvoering en evaluatie. Deze fasen zijn onderling afhankelijk; ze staan niet los van elkaar. Je kunt dus altijd kritisch naar je eigen werk kijken; tijdens het ontwerp en de uitvoering van je onderzoek evalueer je je eigen werk en ga je eventueel een stap terug als dat nodig is.
  • Onderzoeken leer je door het te doen. Je kunt in een boek informatie opdoen over de verschillende fasen van een onderzoek, maar in de praktijk zul je deze vaardigheden en kennis moeten leren combineren en toepassen.

Wat is fundamenteel onderzoek en wat is praktijkgericht onderzoek?

  • Niet iedereen die iets onderzoekt is een echte onderzoeker. Onderzoekers onderscheiden zich op basis van drie kenmerken van niet-onderzoekers: kennis, houding en vaardigheid. Onderzoekers hebben kennis van onderzoeksmethoden, en kennis van het onderwerp dat ze onderzoeken. Een onderzoeker moet een onafhankelijke houding hebben; een onderzoeker laat zich niet onterecht beïnvloeden door anderen, bijvoorbeeld uit gemakzucht, vanwege loyaliteit of zelfs door omkoping. Onderzoekers ontwikkelen vaardigheid in het doen van onderzoek door ervaring. Ook hiermee onderscheiden zij zich van niet-onderzoekers.
  • Er zijn twee typen onderzoek: fundamenteel onderzoek en praktijkgericht onderzoek. In fundamenteel onderzoek wordt een vraag over een wetenschappelijke theorie beantwoord. Praktijkgericht onderzoek beantwoordt een vraag uit de maatschappij; de dagelijkse praktijk. Daarmee is fundamenteel onderzoek vaker wetenschappelijk relevant, en praktijkgericht onderzoek vaker maatschappelijk relevant. Natuurlijk zijn er ook onderzoeksvragen denkbaar die zowel wetenschappelijk als maatschappelijk relevant zijn.
  • Een ander onderscheid dat gemaakt wordt is tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek wordt onderzoek uitgevoerd in het veld; het gaat dan vooral om de betekenis die personen aan bepaalde situaties geven. Er wordt niet of nauwelijks met kwantitatieve (cijfermatige) gegevens gewerkt. Bij kwantitatief onderzoek wordt gebruik gemaakt van cijfermatige gegevens over personen, objecten en organisaties. Deze numerieke gegevens kunnen dan gebruikt worden in statistische analyses, waarmee betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over het geheel. Kwantitatieve methoden worden vaak geprefereerd, uitgaande van het principe ‘meten is weten’. Onderzoekers die gebruik maken van kwalitatieve methoden zijn echter van mening dat cijfers niet voldoende diepgang bieden, en de betekenis die mensen aan bepaalde zaken geven daarmee verloren gaat. Daarom is er ook vaak sprake van een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Dit wordt ook wel triangulatie genoemd.

Wat zijn stromingen van onderzoek?

  • Er zijn verschillende stromingen van onderzoek. Hier worden de drie bekendste besproken:
  1. Empirisch-analytisch onderzoek: Objectief onderzoek dat uitgaat van een beheerste onderzoekssituatie. Het onderzoek moet herhaalbaar en controleerbaar zijn. Kwantitatieve onderzoeksmethoden, zoals het experiment en survey onderzoek zijn methoden die binnen deze stroming passen. Fundamenteel onderzoek wordt meestal op deze manier verricht.

  2. Interpretatief onderzoek: Onderzoek waarbij de nadruk ligt op de interpretatie van gegevens. De ervaringen en opvattingen van personen staan centraal in het onderzoek. Kwalitatieve onderzoeksmethoden, zoals het interview en (participerende) observatie zijn methoden die binnen deze stroming passen. Praktijkgericht onderzoek wordt meestal op deze manier verricht.

  3. Kritisch-emancipatorisch onderzoek: Deze onderzoeksstroming is niet uitgesproken kwalitatief of kwantitatief. Het uitgangspunt is betrokkenheid bij de samenleving. Door kritisch naar de eigen onderzoeksresultaten en naar de maatschappij te kijken wordt geprobeerd veranderingsprocessen in gang te zetten. Onderzoekers in deze stroming willen bijdragen aan de emancipatie van bepaalde groepen.

Wat zijn de kwaliteitscriteria van onderzoek?

  • Er zijn een aantal kwaliteitscriteria die een rol spelen bij het doen van onderzoek. Deze regels navolgen draagt bij aan je wetenschappelijke houding. Belangrijke criteria zijn:
    • Onafhankelijkheid. Onderzoek moet onafhankelijk zijn; niet beïnvloed door de betrokkenen of door je eigen voorkeuren. Daarom wordt vaak gesteld dat onderzoek intersubjectief moet zijn: onderzoekers zijn het met elkaar eens over de resultaten. Onderzoek moet dus herhaalbaar zijn, en leiden tot overeenstemming tussen onderzoekers over de resultaten.
    • Toetsbaarheid. Uitspraken over zaken moeten toetsbaar zijn. In andere woorden, onderzoek moet weerlegbaar zijn: een hypothese moet door onderzoek weerlegd, of juist bevestigd, kunnen worden.
    • Generaliseerbaarheid. Onderzoek probeert met de resultaten uitspraken te doen over een zo groot mogelijke groep personen of objecten. Door middel van een steekproef of een experiment wordt een deel van de werkelijkheid geanalyseerd, met als doel deze resultaten te generaliseren naar de grotere populatie. Daarmee is de informativiteit van je onderzoek groot. Om te kunnen generaliseren moet je onderwerp wel nauwkeurig geformuleerd worden: daarom moet je je onderwerp goed afbakenen naar tijd, ruimte, definitie en perspectief.
  • Daarnaast moet onderzoek efficiënt uitgevoerd worden en bruikbaar zijn.

 

    Kennis en wetenschap: vragen en antwoorden over analyse, onderzoek en waarheid

    Kennis en wetenschap: vragen en antwoorden over analyse, onderzoek en waarheid

    Wat is kennis, en wat betekent waarheid?

    Wat is kennis, en wat betekent waarheid?


    Wat is kennis?

    • Er zijn allerlei soorten kennis. Alles wat wij weten, of denken te weten is een vorm van kennis. De studie die zich bezighoudt met de verschillen en overeenkomsten tussen deze vormen van kennis noemen wij epistemologie, de kennis-theorie. Dit is een tak van de filosofie die de aard, oorsprong, beperkingen en geldigheid van menselijke kennis bestudeert. De twee meest voorkomende vormen van kennis zijn propositionele kennis en toepasbare kennis, oftewel know-how.
    • Propositionele kennis is kennis gebaseerd op feiten, bijvoorbeeld twee plus twee is vier, of de wereld is rond.
    • Toepasbare kennis, of procedurele kennis, daarentegen is de praktische kennis en de vaardigheden die iemand in staat stellen om met bepaalde situaties om te gaan. Iemand weet hoe hij moet zwemmen, dit betekent echter niet dat diegene feitelijk in staat is uit te leggen hoe dit moet.
    • Een groot verschil tussen propositionele kennis en toepasbare kennis is dat toepasbare kennis toegankelijk lijkt voor de meeste wezens, terwijl propositionele kennis bepaalde intellectuele capaciteiten vereist, menselijke capaciteiten.

    Wat is feitelijke kennis

    • Voordat we over kennis kunnen spreken zijn er eerst twee vereisten. Ten eerste moet de kennis 'waar zijn', je kunt niet spreken van kennis als het niet klopt (truth requirement). Wanneer we over iemand spreken die over kennis beschikt dan gaan we er vanuit dat deze persoon het bij het juiste eind heeft. De kennis dient dus wel te kloppen.
    • Ten tweede dient de kennis geloofd te worden, wanneer iemand aangeeft over bepaalde kennis te beschikken maar zelf gelooft dat het anders zit wordt het lastig om te geloven dat het echte kennis is (belief requirement). Kennis is aanzien, kennis wordt gezien als een soort van succes. Maar om het als succes te zien moet het wel geloofd worden, ook door die persoon zelf. Vandaar dat kennis bestaat uit een combinatie van het beschikken over kennis, het weten dat iets waar is, en het geloof in de juistheid en het belang van deze kennis.

    Wat is ware kennis

    • Kennis is iets anders dan ervan uitgaan dat iets klopt. Om over ware kennis te spreken moet kennis het resultaat zijn van iemands inspanningen, in plaats van toeval. Zo zal een getrainde boogschutter over het algemeen, als de omstandigheden juist zijn, de roos raken. Een ongetraind iemand daarentegen kan toevallig ook een keer geluk hebben en de roos raken. Dit succes kan echter niet herhaald worden, het is een succes gebaseerd op toeval en kan daarom niet gezien worden als echte kennis.
    • De epistemologische vraag is dan wat er toegevoegd moet worden aan een geloof om het als kennis te kunnen zien. Wat moet er gebeuren om het succes aan de persoon toe te rekenen in plaats van aan het toeval? Maar is het wel mogelijk om een formule voor kennis vast te stellen, is er wel een factor die alle vormen van kennis verbindt? Of misschien is er wel een formule waar alle kennis aan voldoet maar is die zo complex dat het eigenlijk niet eens nut heeft om er achter te komen hoe die in elkaar zit. Ook al blijkt uiteindelijk dat een definitie van kennis te hoog gegrepen is dan nog geeft deze zoektocht ons een goed beeld van wat kennis nou eigenlijk is.

    Wat is waarheid

    • Waarheid verwijst naar dat wat overeenkomt met de feiten of de werkelijkheid, los van wat iemand daar persoonlijk van vindt. Dit idee voelt vaak intuïtief aan: we gaan er meestal al vanuit dat de waarheid over iets niet afhangt van onze mening daarover.
    • Denken of geloven dat iets waar is, maakt het op zichzelf nog niet waar. Een klassiek voorbeeld is de vorm van de aarde: of de aarde rond is, hangt volledig af van de feitelijke vorm van de planeet zelf. Wat mensen hierover denken of geloven, verandert niets aan die vorm.
    • In deze zin is waarheid dus gebaseerd op controleerbare feiten en hoe de dingen werkelijk zijn, niet op persoonlijke meningen of overtuigingen.
    Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken?

    Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken?


    Wat is onderzoek?

    • Je kunt onderzoek beschouwen als een onderzoeksreis. Deze reis bestaat uit drie fases: ontwerp, uitvoering en evaluatie. Deze fasen zijn onderling afhankelijk; ze staan niet los van elkaar. Je kunt dus altijd kritisch naar je eigen werk kijken; tijdens het ontwerp en de uitvoering van je onderzoek evalueer je je eigen werk en ga je eventueel een stap terug als dat nodig is.
    • Onderzoeken leer je door het te doen. Je kunt in een boek informatie opdoen over de verschillende fasen van een onderzoek, maar in de praktijk zul je deze vaardigheden en kennis moeten leren combineren en toepassen.

    Wat is fundamenteel onderzoek en wat is praktijkgericht onderzoek?

    • Niet iedereen die iets onderzoekt is een echte onderzoeker. Onderzoekers onderscheiden zich op basis van drie kenmerken van niet-onderzoekers: kennis, houding en vaardigheid. Onderzoekers hebben kennis van onderzoeksmethoden, en kennis van het onderwerp dat ze onderzoeken. Een onderzoeker moet een onafhankelijke houding hebben; een onderzoeker laat zich niet onterecht beïnvloeden door anderen, bijvoorbeeld uit gemakzucht, vanwege loyaliteit of zelfs door omkoping. Onderzoekers ontwikkelen vaardigheid in het doen van onderzoek door ervaring. Ook hiermee onderscheiden zij zich van niet-onderzoekers.
    • Er zijn twee typen onderzoek: fundamenteel onderzoek en praktijkgericht onderzoek. In fundamenteel onderzoek wordt een vraag over een wetenschappelijke theorie beantwoord. Praktijkgericht onderzoek beantwoordt een vraag uit de maatschappij; de dagelijkse praktijk. Daarmee is fundamenteel onderzoek vaker wetenschappelijk relevant, en praktijkgericht onderzoek vaker maatschappelijk relevant. Natuurlijk zijn er ook onderzoeksvragen denkbaar die zowel wetenschappelijk als maatschappelijk relevant zijn.
    • Een ander onderscheid dat gemaakt wordt is tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek wordt onderzoek uitgevoerd in het veld; het gaat dan vooral om de betekenis die personen aan bepaalde situaties geven. Er wordt niet of nauwelijks met kwantitatieve (cijfermatige) gegevens gewerkt. Bij kwantitatief onderzoek wordt gebruik gemaakt van cijfermatige gegevens over personen, objecten en organisaties. Deze numerieke gegevens kunnen dan gebruikt worden in statistische analyses, waarmee betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over het geheel. Kwantitatieve methoden worden vaak geprefereerd, uitgaande van het principe ‘meten is weten’. Onderzoekers die gebruik maken van kwalitatieve methoden zijn echter van mening dat cijfers niet voldoende diepgang bieden, en de betekenis die mensen aan bepaalde zaken geven daarmee verloren gaat. Daarom is er ook vaak sprake van een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Dit wordt ook wel triangulatie genoemd.

    Wat zijn stromingen van onderzoek?

    • Er zijn verschillende stromingen van onderzoek. Hier worden de drie bekendste besproken:
    1. Empirisch-analytisch onderzoek: Objectief onderzoek dat uitgaat van een beheerste onderzoekssituatie. Het onderzoek moet herhaalbaar en controleerbaar zijn. Kwantitatieve onderzoeksmethoden, zoals het experiment en survey onderzoek zijn methoden die binnen deze stroming passen. Fundamenteel onderzoek wordt meestal op deze manier verricht.

    2. Interpretatief onderzoek: Onderzoek waarbij de nadruk ligt op de interpretatie van gegevens. De ervaringen en opvattingen van personen staan centraal in het onderzoek. Kwalitatieve onderzoeksmethoden, zoals het interview en (participerende) observatie zijn methoden die binnen deze stroming passen. Praktijkgericht onderzoek wordt meestal op deze manier verricht.

    3. Kritisch-emancipatorisch onderzoek: Deze onderzoeksstroming is niet uitgesproken kwalitatief of kwantitatief. Het uitgangspunt is betrokkenheid bij de samenleving. Door kritisch naar de eigen onderzoeksresultaten en naar de maatschappij te kijken wordt geprobeerd veranderingsprocessen in gang te zetten. Onderzoekers in deze stroming willen bijdragen aan de emancipatie van bepaalde groepen.

    Wat zijn de kwaliteitscriteria van onderzoek?

    • Er zijn een aantal kwaliteitscriteria die een rol spelen bij het doen van onderzoek. Deze regels navolgen draagt bij aan je wetenschappelijke houding. Belangrijke criteria zijn:
      • Onafhankelijkheid. Onderzoek moet onafhankelijk zijn; niet beïnvloed door de betrokkenen of door je eigen voorkeuren. Daarom wordt vaak gesteld dat onderzoek intersubjectief moet zijn: onderzoekers zijn het met elkaar eens over de resultaten. Onderzoek moet dus herhaalbaar zijn, en leiden tot overeenstemming tussen onderzoekers over de resultaten.
      • Toetsbaarheid. Uitspraken over zaken moeten toetsbaar zijn. In andere woorden, onderzoek moet weerlegbaar zijn: een hypothese moet door onderzoek weerlegd, of juist bevestigd, kunnen worden.
      • Generaliseerbaarheid. Onderzoek probeert met de resultaten uitspraken te doen over een zo groot mogelijke groep personen of objecten. Door middel van een steekproef of een experiment wordt een deel van de werkelijkheid geanalyseerd, met als doel deze resultaten te generaliseren naar de grotere populatie. Daarmee is de informativiteit van je onderzoek groot. Om te kunnen generaliseren moet je onderwerp wel nauwkeurig geformuleerd worden: daarom moet je je onderwerp goed afbakenen naar tijd, ruimte, definitie en perspectief.
    • Daarnaast moet onderzoek efficiënt uitgevoerd worden en bruikbaar zijn.

     

      Wat is statistiek, en wat zijn methoden?

      Wat is statistiek, en wat zijn methoden?

       

      Wat is statistiek?

      • Statistiek is de wetenschap van kennis opdoen op basis van data. Data zijn numerieke (of kwalitatieve) beschrijvingen en gegevens van objecten om te bestuderen (Moore & McCabe)

      Wat zijn methoden?

      • Om verschijnselen in de sociale werkelijkheid op een systematische manier te ordenen, maakt men gebruik van methoden. Technieken zijn over het algemeen een klein onderdeel van een methode, bijvoorbeeld een steekproeftechniek die wordt gebruikt om een enquête te maken.
      • Bij kwantitatief onderzoek worden theorieën getoetst aan de hand van (grote hoeveelheden) data, bij kwalitatief onderzoek ligt de focus meer op de kwaliteit en diepgang van het onderzoek, en kunnen er nieuwe theorieën voortvloeien uit het onderzoek. (Bryman)

      Waar kun je statistiek voor gebruiken?

      • Statistiek wordt gebruikt voor allerlei zaken, voor particulier gebruik in je dagelijks leven tot aan internationale verdragen en afspraken. Denk bijvoorbeeld aan je "huishoudboekje" om je in- en uitgaven bij te houden, cijfers die een wetenschappelijke hypothese kunnen bevestigen of ontkrachten, bedrijfsgegevens die inzicht bieden in de kosten en baten van je bedrijf of aan internationale statistieken die bepalend zijn voor beleidsstrategieëen van de Verenigde Naties.
      • Bij Statistiek gaat het niet alleen om het verzamelen van de gegevens, maar ook om de interpretatie ervan; in welke context kun je de verzamelde gegevens plaatsen en in welke context zijn ze verzameld?
      • In Nederland verzamelt het Centraal Bureau voor de Statistiek allerlei gegevens over de Nederlandse bevolking, zoals gegevens over demografie, economie, werkloosheid, consumentenvertrouwen, inflatie, criminaliteit en gezondheid.
      • Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft als taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving. Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken.
      • De informatie die het CBS publiceert, omvat vele maatschappelijke aspecten, van macro-economische indicatoren als economische groei en consumentenprijzen, tot de inkomenssituatie van personen en huishoudens. Het onderzoeksprogramma (meerjarenprogramma en werkprogramma) van het CBS wordt vastgesteld door de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS). Dit is een onafhankelijke commissie die waakt over de onafhankelijkheid, onpartijdigheid, relevantie, kwaliteit en continuïteit van het statistische programma. De DG is onafhankelijk als het gaat om de keuze van onderzoeksmethoden en de beslissing om uitkomsten te publiceren.
      Wat is analyseren?

      Wat is analyseren?

      Wat is analyseren en analytisch denken?

      • Bij analytisch denken gaat het om het signaleren van problemen, het zien van verbanden tussen gegevens, gegronde conclusies kunnen trekken en consequenties kunnen inschatten. Je deelt complexe problemen op in onderdelen en kunt hoofd- en bijzaken onderscheiden.

      Wat is een probleemanalyse?

      • Probleemanalyse is in feite een vooronderzoek waarbij het signaleren, herkennen, en verbanden leggen belangrijk zijn. 

      Wat is een informatieanalyse?

      • voor een gedegen probleemanalyse is het verzamelen en behandelen (analyseren) van de juiste informatie van groot belang. 
      Wat is analytisch zijn, de kern van een probleem zien en verbanden leggen, als competentie?

      Wat is analytisch zijn, de kern van een probleem zien en verbanden leggen, als competentie?

      Wat is het nivo waarop je kan analyseren?

      De mate waarin je de competentie 'analyseren' kan beheersen, is oplopend:

      1. De essentie van een probleem zien
      2. Verbanden zien en leggen
      3. Complexe analyses maken

      Wat is de kern en de de essentie van een probleem zien?

      • Je bent in staat om specifiek vragen te stellen om het probleem duidelijk te maken. 
      • Je kunt essentiële informatie verzamelen. 
      • Je gaat systematisch en gestructureerd te werk in het analyseren van een probleem. 
      • Je kunt een onderscheiding maken tussen de primaire en secundaire elementen van de gegeven informatie.

      Wat is oorzaken zien en verbanden leggen?

      • Bij het benaderen van een probleem houd je rekening met diverse perspectieven die in acht moeten worden genomen en komt tot een genuanceerde beslissing.
      • Je kunt bepalen wanneer de verzamelde informatie genoeg is om een conclusie te trekken. Hierbij kun je onderscheid maken tussen feitelijke informatie en interpretaties/veronderstellingen.
      • Je kunt diverse soorten informatiebronnen linken aan elkaar.
      • Je trekt uiteindelijk conclusies over oorzaken en gevolgen (symptomen) van het probleem. 

      Wat is een gecompliceerde analyses maken?

      • Je hebt inzicht in de vorming van gevolgen op lange termijn.
      • Je onderkent (onderliggende) belangentegenstellingen.
      • Je kunt het probleem ook vanuit een bredere context zien, buiten je eigen vakgebied.
      • Je ziet de grote lijnen en je tilt vraagstukken naar een hoger abstractieniveau. 
      • Je bent in staat om de kern te vinden in ingewikkelde en soms tegenstrijdige informatie bronnen.
      Wat is wetenschappelijk onderzoek doen?

      Wat is wetenschappelijk onderzoek doen?


      Wat is wetenschap?

      • Wetenschap is een benadering die gaat over de begrijpen en voorspellen en controleren van een fenomeen. Elke wetenschap heeft haar eigen interessante fenomenen. Wetenschap gaat gebruikelijk op basis van een theorie een interessant fenomeen onderzoeken. Op basis van een theorie stellen wetenschappers hypotheses op die ze gaan testen. Wetenschap probeert deze hypotheses niet te bevestigen, maar te ontkrachten. Het is de bedoeling om alle mogelijke verklaringen te elimineren, behalve de ware verklaring. 
      • Wetenschap is afhankelijk van data. Deze data moet worden verzameld in een context die afhangt van het doel van het onderzoek. Daarnaast moet wetenschap communiceerbaar, open en publiek toegankelijk zijn. Ook moeten wetenschappers objectief en onbevooroordeeld zijn.

      Wat is het verschil tussen een wetenschapper en niet-wetenschapper?

      • Het verschil tussen wetenschappers en niet-wetenschappers zit hem in de methoden die ze gebruiken. De kracht van de gebruikte wetenschappelijke methoden bepalen voor een groot deel de kracht van de conclusies die uit het onderzoek getrokken kunnen worden. Een geloofwaardige theorie moet aan verschillende eisen voldoen. Zo moet een theorie onderworpen zijn aan de kritieken van andere onderzoekers in het vakgebied, de resultaten van onderzoek dat de theorie bevestigd moeten gerepliceerd kunnen worden, ook door andere onderzoekers. De theorie moet bovendien erkend worden door het vakgebied als de moeite waard en de nauwkeurigheid van de theorie moet geëvalueerd worden door onderzoeksgegevens.

      Wat is een onderzoeksdesign?

      • Er bestaan verschillende onderzoeksdesigns. Met de keuze van een onderzoeksdesign maakt een onderzoeker ook keuzes over de plek waar het onderzoek uitgevoerd gaat worden, de gebruikte populatie en de variabelen die hij gaat meten. Grofweg gesteld kun je onderzoek in drie categorieën indelen:
        • experimenteel onderzoek,
        • quasi-experimenteel onderzoek
        • niet-experimenteel onderzoek.
      • Elk onderzoeksdesign heeft zijn voor en nadelen

      Wat is experimenteel onderzoek?

      • Een belangrijk kenmerk van experimenteel onderzoek is dat de deelnemers random worden toegewezen aan de verschillende te onderzoeken condities. Random toewijzing is nodig om zo veel mogelijk de individuele verschillen tussen individuen te middelen over de condities zodat je bij een eventueel gevonden verschil kunt hardmaken dat dit het gevolg is van de onderzochte conditie.
      • De 'deelnemers' in een experimenteel onderzoek kunnen mensen, dieren, planten, andere organismen maar ook bijvoorbeeld objecten zijn.

      Wat is quasi-experimenteel onderzoek onderzoek?

      • Soms is het echter niet mogelijk om de deelnemers random toe te wijzen aan verschillende condities. Als ze wel worden verdeeld over verschillende condities, maar dit niet op random wijze gebeurt, dan spreken we van quasi-experimenteel onderzoek.

      Wat is niet-experimenteel onderzoek?

      • Bij niet experimenteel worden deelnemers niet verdeeld over verschillende condities. Experimenteel onderzoek klinkt alsof het in een laboratorium wordt uitgevoerd. En hoewel dit zeker soms het geval, is dit lang niet altijd zo. Vooral in organisatiepsychologisch onderzoek worden er ook veel experimenten uitgevoerd in het veld.
      • De conditie of de behandeling wordt ook wel de onafhankelijke variabele genoemd. Het gedrag dat de deelnemer vertoont naar aanleiding van de conditie of behandeling noemen we ook wel de afhankelijke variabelen. Dit is de variabele die gemeten wordt. Twee veel voorkomende vormen van niet-experimenteel onderzoek zijn observationeel onderzoek en vragenlijst onderzoek.

      Wat zijnn observationeel onderzoek en vragenlijst onderzoek?

      • BIj observationeel onderzoek wordt gedrag systematisch geobserveerd en vastgelegd.
      • Vragenlijst onderzoek kan zowel gaan om pen en papier vragenlijsten als om internetvragenlijsten.

      Wat zijn de kwantitatieve en kwalitatieve methoden voor het verzamelen van data?

      • Er bestaan verschillende methoden voor het verzamelen van data. Het belangrijkste onderscheid dat gemaakt kan worden is dat tussen kwantitatieve en kwalitatieve methoden.
      • Kwantitatieve methoden hebben betrekking op tests, beoordelingsschalen, vragenlijsten en dergelijke. Het komt erop neer dat de uitkomsten als cijfers gescoord kunnen worden.
      • Kwalitatieve methoden zijn bijvoorbeeld interviews, observaties, case studies en analyses van persoonlijke documenten zoals dagboeken. De uitkomsten van kwalitatieve methoden zijn beschrijvend. Vaak gaat de voorkeur uit naar kwantitatieve methoden omdat deze gegevens makkelijker te verwerken zouden zijn.
      • Kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden sluiten elkaar echter niet uit en kunnen soms goed gecombineerd worden.

      Wat zjn de voordelen en nadelen van kwalitatief onderzoek?

      • Vaak wordt als groot nadeel van kwalitatief onderzoek gezien dat het subjectief zou zijn. Dit is echter niet helemaal juist. Want of het nu gaat om kwalitatief of kwantitatief onderzoek gaat, er is altijd een behoorlijke rol weggelegd voor de interpretatie van de onderzoeker. In de vroege jaren van de psychologie werd introspectie gezien als het experimentele methode. De onderzoekers was ook de proefpersoon en hij of zij voerde een experimentele handeling uit en schreef zijn of haar ervaringen op. Tegenwoordig wordt dit niet als een goede methode gezien. Triangulatie wordt gezien als een goede methode voor het verzamelen van onderzoeksgegevens. Bij triangulatie komt het er op neer dat de onderzoeker gegevens uit verschillende bronnen samenbrengt om op die manier een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van het onderzochte fenomeen.
      • Kwalitatief onderzoek heeft ook een belangrijk voordeel, namelijk dat het de onderzoeker helpt om de onderzoeksgegevens te zien in de context waarin het bestudeerde fenomeen plaatsvindt. Bij gedrag is het namelijk erg belangrijk om dit te zien in de context waarin het gedrag voorkomt. Om gedrag als geïsoleerd fenomeen te zien, maakt het onderzoek kunstmatig en daardoor vaak minder relevant. Bovendien kunnen de resultaten van een onderzoek een vertekend beeld geven als de context niet wordt meegenomen in de interpretatie.

      Wat is de generaliseerbaarheid van een onderzoek?

      • Niet alle onderzoeksresultaten zijn generaliseerbaar naar andere settingen. De generaliseerbaarheid van een onderzoek is dan ook een belangrijke graadmeter voor de bruikbaarheid van een onderzoek.
      • Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op de generaliseerbaarheid. Een van deze factoren is de onderzoekspopulatie.
      • Hoe representatiever de onderzoeksgroep is voor de algehele populatie die interessant is voor de onderzoekers, hoe meer kun conclusies gegeneraliseerd kunnen worden naar deze populatie. Als de gegevens verzameld worden op meerdere momenten in de tijd, vergroot dit de generaliseerbaarheid.
      • Een andere mogelijkheid om resultaten meer generaliseerbaar te maken is om gegevens te verzamelen in verschillende representatieve settingen.
      • Vaak moeten er echter compromissen gesloten worden als het gaat om generaliseerbaarheid omdat een onderzoek anders te lang duurt en teveel geld kost.

      is een een student als deelnemer aan een onderzoek wel geschikt voor generaliseerbaar onderzoek?

      • Veel mensen vragen zich ook af of de onderzoeken die studenten als deelnemers gebruikten wel goed generaliseerbaar zijn. Vooral studies die te maken hebben met stereotypering en werk.
      • De sociale psychologie heeft uitgewezen dat vrouwen, ouderen en etnische minderheden strenger worden behandeld als het gaat om promoties. De meeste onderzoeken hiernaar hadden echter studenten als proefpersonen. Deze proefpersonen moesten beslissingen maken over fictieve werknemers. Sommige onderzoekers denken dat er andere uitkomsten uit zouden zijn gekomen als de onderzoekers echte managers en echte situaties bestudeerd hadden. De beslissingen van studenten hebben geen effect op de personen waar het over gaat (het zijn toch allemaal fictieve personen), hun beslissingen worden niet openbaar gemaakt en ze hoeven zich geen zorgen te maken over de consequenties van hun beslissingen. Managers moeten dit wel. Het is makkelijker om onderzoeken uit te voeren met studenten, maar het is maar de vraag of deze onderzoeker te ver van de werkelijkheid staan

      Wat is de rol van analyse en statistiek?

      • Na het verzamelen van de data is het tijd voor de analyse hiervan. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van statistiek. Bij beschrijvende statistiek worden de onderzoeksdata samengevat en georganiseerd. Op deze manier wordt de verdeling van scores beschreven. Scores kunnen normaal verdeeld zijn of scheef verdeeld zijn. Bij een normale verdeling liggen de meeste scores rond de gemiddelde score met een gelijkmatige spreiding van de scores naar de extremen.
      • Bij een scheve verdeling liggen de scores dan wel meer naar het hoge extreem dan wel naar het lage extreem qua scores. Variatie van de scores gaat over de mate waarin de scores verdeeld zijn over de mogelijke scores. Een aantal andere belangrijke begrippen zijn het gemiddelde (de som van alle scores gedeeld door het aantal scores), de mediaan (de middelste score in de verdeling) en de modus (de meest voorkomende score). De standaard deviatie is een maat die de mate waarin een score afwijkt van het gemiddeld aangeeft.
      • Statistiek wordt niet allen gebruikt om gegevens te beschrijven, maar ook om conclusies te trekken uit deze gegevens. Deze statistiek noemen we ook wel inferentiële statistiek. Inferentiële statistiek kan gebruikt worden om te onderzoek of groepen deelnemers van elkaar verschillen op de variabele van interesse, in sterkere mate dan op basis van toeval verwacht mag worden. De kans dat een verschil slechts gebaseerd is op toeval wordt van tevoren op een bepaalde waarde gesteld. Als na het onderzoek blijkt dat het verschil groter is dan die waarde, dan noemen we het verschil statistisch significant. Vaak wordt het significantieniveau op .01 of .05 gesteld. Dat betekent dat respectievelijk 1 op de 100 of 5 op de 100 keren het gevonden verschil slechts gebaseerd is op toeval. Hoe lager het significatieniveau, hoe groter de kans dat het gevonden verschil een werkelijk verschil is.
      • Let wel, ook onderzoeken die geen statistisch significante verschillen vinden kunnen voor de praktijk significant zijn. Statistische kracht, ook wel power genoemd, is de kans dat er statistisch significant verschil gevonden wordt als deze ook werkelijk bestaat. De vuistregel is dat hoe groter de steekproef, hoe sterker de power. Binnen psychologie kan dat een probleem zijn, omdat er vaak met relatief kleine steekproeven gewerkt wordt. Hierdoor wordt een verschil dat wel degelijk bestaat soms niet gevonden. Het is mogelijk om van tevoren een power niveau vast te stellen en vervolgens hierop de steekproefgrootte te baseren.

      Wat is correlatie en verbanden leggen?

      • Tijdens metingen worden volgens van tevoren opgestelde regels getallen toegewezen aan de eigenschappen van individuen of objecten. Deze getallen geven weer in hoeverre de persoon of het object de eigenschap bezit. Denk bijvoorbeeld maar aan IQ-scores of scores op een vragenlijst. Met behulp van deze cijfers kunnen verbanden tussen twee variabelen berekend worden. Deze verbanden kunnen ons helpen de score op de ene variabele te voorspellen aan de hand van de andere variabele. De sterkte van het verband geven we aan met de correlatie coëfficiënt. Dit is een maat om de onderlinge, lineaire samenhang tussen twee variabelen weer te geven. Bovendien geeft de correlatie coëfficiënt informatie over de richting van het verband. De correlatie coëfficiënt heeft altijd een waarde tussen –1 en 1. Bij een coëfficiënt dicht bij de –1 spreken we van een sterk negatief verband, bij een score rond de 0 is er geen verband tussen de variabelen gevonden en een score rond +1 geeft een sterk positief verband weer.
      • De correlatie wordt vaak het makkelijkst duidelijk als deze grafisch wordt weergeven, dit gebeurt meestal in een scatterplot. In een scatterplot staat een regressielijn, dit is een rechte lijn die het beste past in het scatterplot (dat alle punten in het plot op of zo dicht mogelijk bij de lijn liggen. Een verband tussen twee variabelen hoeft niet perse lineair te zijn. Bij een niet-lineair verband is de correlatie coëfficiënt vaak erg laag, terwijl er zeker een verband is. Dit verband zal dan ook naar voren komen in een scatterplot. Veel variabelen kunnen niet voorspeld worden uit een enkele andere variabelen, maar hebben meerdere voorspellers. Daarvoor kunnen we de multipele correlatie coëfficiënt gebruikt. Deze maat geeft een algeheel lineair verband aan tussen verschillende variabelen en een andere variabele. Correlatie toont een samenhang aan tussen variabelen. Het zegt echter niets over oorzaak en gevolg relaties.
      • Vaak zijn er over een onderwerp veel verschillende onderzoeken beschikbaar die allemaal (net iets) andere resultaten gevonden hebben. Meta-analyse is een statistische methode om de resultaten van meerdere verschillende onderzoeken te combineren en te analyseren om uit dit (enorme) gegevensbestand conclusies te trekken. Meta-analyse gaat er vanuit dat gevonden scores op een variabele beïnvloed zijn door statistische artefacten. Dit zijn kenmerken van een bepaald onderzoek die de resultaten vertekenen. Omdat een meta-analyse verschillende onderzoeken met elk hun eigen artefacten combineert, kan deze controleren voor deze artefacten. Een duidelijk voorbeeld van een statistisch artefact is de steekproefgrootte. Tegenwoordig worden er steeds vaker meta-analyses uitgevoerd. Micro-onderzoek gaat over individueel gedrag, macro-onderzoek over collectief gedrag. Meso-onderzoek is er op gericht micro en macro onderzoek te combineren. Meso-onderzoek wordt ook wel multi-level of cross-level onderzoek genoemd.

      Wat is de interpretatie van onderzoek?

      • De interpretatie van de onderzoeksresultaten is vaak het belangrijkste gedeelte van het onderzoek.
      • De data vertellen een verhaal en het is de taak van de onderzoeker om dit verhaal te vertalen en te vertellen.
      • Metingen zijn nooit volledig en nooit perfect, het is immers niet mogelijk om perfecte omstandigheden te creëren en werkelijk iedereen te testen.
      • Wel moeten de gegevens compleet en goed genoeg zijn om er waardevolle conclusies uit te trekken.

      Wat is de betrouwbaarheid van onderzoek?

      • De betrouwbaarheid is hiervoor een belangrijke maat, de betrouwbaarheid geeft de consistentie van een meting aan. Daar wordt mee bedoeld dat als gegevens betrouwbaar zijn, de gegevens ongeveer hetzelfde zouden zijn als het onderzoek op een ander moment opnieuw zou worden uitgevoerd, net als wanneer het onderzoek door iemand anders zou worden uitgevoerd. Consistentie over tijd (dus over verschillende meetmomenten) wordt weergegeven door de test-hertest betrouwbaarheid. Een andere vorm van betrouwbaarheid is de parallelle test betrouwbaarheid. Deze vorm van betrouwbaarheid kan berekend worden door een de scores van individuen op twee parallelle tests met elkaar te correleren.
      • De interne consistentie van een test geeft de mate weer waarin alle items van een test hetzelfde construct meten. De interne consistentie wordt weergegeven door de Cronbach’s alfa. Nog een andere vorm van betrouwbaarheid is de interbeoordelaar betrouwbaarheid. Hierbij gaat het om de mate van overeenstemming van verschillende beoordelaars, die allen hetzelfde gedrag beoordelen. Hoe hoger de overeenstemming tussen verschillende beoordelaars, hoe betrouwbaarder. Betrouwbare resultaten zijn generaliseerbaarder dan niet betrouwbare resultaten. Een test is nooit 100% betrouwbaar, dus een score van 1.00 zal eigenlijk nooit voorkomen. Afhankelijk van het onderzoek wordt een score van .70 tot .80 al gezien als betrouwbaar.

      Wat is de validiteit van onderzoek?

      • Een andere belangrijke term in deze context is validiteit. De validiteit geeft de mate aan waarin het onderzoek daadwerkelijk gemeten heeft wat het beoogd te meten. Als gegevens niet betrouwbaar zijn en/of niet valide, dan zijn er over het algemeen geen zinvolle conclusies uit te trekken. Net als bij de betrouwbaarheid, zijn er ook verschillende vormen van validiteit. Ook validiteit heeft te maken met de waarde die we kunnen hechten aan de conclusies van een onderzoek. De predictor is de test die gekozen wordt als middel om eigenschappen te meten die van belang zijn voor het maken van een beslissing. In de organisatiepsychologie heeft een dergelijke beslissing bijvoorbeeld vaak te maken met het wel of niet aannemen van een sollicitant. Deze predictor wordt gebruikt om een andere variabele te voorspellen, bijvoorbeeld succes op het werk. Het criterium is een uitkomstvariabele die bijvoorbeeld belangrijke kenmerken van een baan beschrijft. Het criterium wordt gebruikt om te bepalen of de predictor al dan niet valide is.
      • Criterium validiteit wordt bepaald door een testscore te correleren met een prestatiemeting. Het gaat dus om de correlatie tussen een testscore en een prestatiemeting, deze maat wordt ook wel de validiteitscoëfficiënt genoemd. Er zijn twee designs om criterium validiteit te meten. Bij het gelijktijdige validiteit design is er geen tijdsverloop tussen het verzamelen van de testscores en het verzamelen van de prestatiegegevens. Dit design wordt gebruikelijk gebruikt om huidige werknemers van een bedrijf te beoordelen, omdat het bij sollicitanten vaak niet mogelijk is om de testscore en de prestatiemeting snel achter elkaar of gelijktijdig te verzamelen omdat ze nog niet is ingewerkt. Op deze manier kunnen eigenschappen en vaardigheden worden bepaald die nieuwe werknemers moeten bezitten.
      • Het andere design is het predictieve validiteit design. In dit design is er wel tijdsverloop tussen het verzamelen van de testscore en het verzamelen van prestatiegegevens. In dit design worden alle sollicitanten getest voor ze aangenomen worden. Vervolgens worden sollicitanten aangenomen zonder daarbij te kijken naar hun test scores. Na een bepaalde periode wordt bij deze mensen hun prestatie gemeten. Als dan blijkt dat er een samenhang is tussen de testscores en het prestatieniveau, dan kan bij toekomstige sollicitanten deze test gebruikt worden om te bepalen welke kandidaten wel en niet geschikt zijn.
      • Een andere vorm van validiteit is de inhoud validiteit. Deze vorm gaat er over of een selectieprocedure een adequate afspiegeling is van de gedragingen en eigenschappen die nodig zijn voor een bepaalde functie (als voorbeeld binnen de organisatiepsychologie). De conclusie over of een selectieprocedure wel of niet adequaat is, gebeurt gebruikelijk door logische redeneren en niet zozeer door het berekenen van correlaties tussen testscores en prestatie. De derde vorm van validiteit is eigenlijk niet echt een vorm van validiteit, maar wordt wel zo genoemd. Het gaat hier om construct validiteit. Hierbij gaat het om het construct, een psychologisch concept of kenmerk. Het concept is een predictor die gemeten moet worden.
      • Om uitspraken te kunnen doen over de construct validiteit proberen onderzoekers te bewijzen dat hun test de bedoelde eigenschappen meet. Dit kun je bijvoorbeeld doen door aan te tonen dat de test correleert met andere test die hetzelfde construct beoogt te meten. Afhankelijk van hoe belangrijk de beslissing is die gemaakt moet worden op basis van de resultaten, hoe meer bewijs we nodig hebben dat de gegevens betrouwbaar en valide zijn. Lange tijd is criterium validiteitsonderzoek de maatstaf geweest als bewijs van validiteit. Nog steeds wordt het vaak gezien als de gouden standaard, maar tegenwoordig is er ook meer aandacht voor het belang van inhoud en construct validiteit.
      Studie en kennis opdoen in binnen- en buitenland

      Studie en kennis opdoen in binnen- en buitenland

      Leren, studeren en kennis opdoen voor meer weten en wijzer handelen Competentie - Leervaardigheid - Opleiding Samenvattingen - Stage in buitenland - Studie in buitenland - Studiehulp Studiekeuze - Taalcursus in buitenland - Tussenjaar in buitenland Inhoud: o.a. Wat zijn de start- en themapagina's voor kennis en wetenschap, opleidingen en studierichtingen, studievaardigheden en tentamens halen en kennisoverdracht en tekstgebruik Wat...... lees verder op de pagina
      Statistiek: vragen en antwoorden over methoden en technieken

      Statistiek: vragen en antwoorden over methoden en technieken

      Wat is statistiek, en wat zijn methoden?

      Wat is statistiek, en wat zijn methoden?

       

      Wat is statistiek?

      • Statistiek is de wetenschap van kennis opdoen op basis van data. Data zijn numerieke (of kwalitatieve) beschrijvingen en gegevens van objecten om te bestuderen (Moore & McCabe)

      Wat zijn methoden?

      • Om verschijnselen in de sociale werkelijkheid op een systematische manier te ordenen, maakt men gebruik van methoden. Technieken zijn over het algemeen een klein onderdeel van een methode, bijvoorbeeld een steekproeftechniek die wordt gebruikt om een enquête te maken.
      • Bij kwantitatief onderzoek worden theorieën getoetst aan de hand van (grote hoeveelheden) data, bij kwalitatief onderzoek ligt de focus meer op de kwaliteit en diepgang van het onderzoek, en kunnen er nieuwe theorieën voortvloeien uit het onderzoek. (Bryman)

      Waar kun je statistiek voor gebruiken?

      • Statistiek wordt gebruikt voor allerlei zaken, voor particulier gebruik in je dagelijks leven tot aan internationale verdragen en afspraken. Denk bijvoorbeeld aan je "huishoudboekje" om je in- en uitgaven bij te houden, cijfers die een wetenschappelijke hypothese kunnen bevestigen of ontkrachten, bedrijfsgegevens die inzicht bieden in de kosten en baten van je bedrijf of aan internationale statistieken die bepalend zijn voor beleidsstrategieëen van de Verenigde Naties.
      • Bij Statistiek gaat het niet alleen om het verzamelen van de gegevens, maar ook om de interpretatie ervan; in welke context kun je de verzamelde gegevens plaatsen en in welke context zijn ze verzameld?
      • In Nederland verzamelt het Centraal Bureau voor de Statistiek allerlei gegevens over de Nederlandse bevolking, zoals gegevens over demografie, economie, werkloosheid, consumentenvertrouwen, inflatie, criminaliteit en gezondheid.
      • Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft als taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving. Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken.
      • De informatie die het CBS publiceert, omvat vele maatschappelijke aspecten, van macro-economische indicatoren als economische groei en consumentenprijzen, tot de inkomenssituatie van personen en huishoudens. Het onderzoeksprogramma (meerjarenprogramma en werkprogramma) van het CBS wordt vastgesteld door de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS). Dit is een onafhankelijke commissie die waakt over de onafhankelijkheid, onpartijdigheid, relevantie, kwaliteit en continuïteit van het statistische programma. De DG is onafhankelijk als het gaat om de keuze van onderzoeksmethoden en de beslissing om uitkomsten te publiceren.
      Wat is de essentie van wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke methode?

      Wat is de essentie van wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke methode?


      Er moet een goede reden zijn voor het feit dat bijna alle universiteiten en hoge scholen tegenwoordig een cursus ‘onderzoekdesign en methodes’ aanbieden. Onderzoek is een groot deel van de kennis die studenten nodig hebben om het proces, algemene kennis en professionele training, te begrijpen. Het huidige leven bestaat uit statistiek en onderzoek, het is daarom vanzelfsprekend dat een student de basiskennis van het onderzoeksproces moet bezitten. Onderzoek is een manier om informatie te vergaren, een doordachte beslissing te maken of om nieuwe kennis te ontwikkelen. Veel mensen vinden onderzoek een suffe en theoretische bedoening, maar men realiseert zich niet dat veel professionals allerlei onderzoekstechnieken gebruiken in het dagelijkse leven.Het is een complexe taak om up to date te blijven met de snel ontwikkelende kennis van tegenwoordig, zelfs voor de meest toegewijde professionals. Om onze dagelijkse werkzaamheden zo uit te voeren als effectieve professionals moeten we een zekere hoeveelheid onderzoek tot ons nemen. Men mag een redelijke kwaliteit van elke professional verwachten, maar deze kwaliteit kan alleen gewaarborgd worden door het lezen van voldoende onderzoeken binnen zijn/haar vakgebied. Verkeerde en misleidende artikelen zijn een veel voorkomend probleem. Daarom moet men de juiste van de onjuiste bronnen en de feiten van de fantasieën kunnen onderscheiden. Daarnaast moet men de beperkingen van een onderzoek kunnen herkennen.

      Grondbeginselen van onderzoek

      Met een goed begrip van de grondbeginselen van onderzoek leer je onderzoeken steeds beter te begrijpen. Het lezen van verschillende onderzoeken en het nadenken over manieren om sommige bevindingen te gebruiken stimuleert om te groeien. Onderzoeksvaardigheden kunnen zinvol zijn in het dagelijkse leven. Het onderzoeksproces is niet perfect, maar voor de meesten is het een belangrijk hulpmiddel om de gegrondheid van onze beslissingen te bewijzen. Het proces wordt een vaardigheid van onschatbare waarde dat van pas komt in een groot deel van het professionele leven. Je wordt een productievere professional door een goed georganiseerde wetenschappelijke aanpak.De wetenschappelijke methode bestaat ten eerste uit het vermelden van het probleem of de onderzoeksvraag. Ten tweede wordt een testbare of meetbare hypothese opgesteld. Ten derde noteer je de methodes die gebruikt worden bij het uitvoeren van de studie.1. Wie worden proefpersonen en wat zijn hun karakteristieken?2. Welke metingen worden gemaakt? Hoe?3. Definieer precies van de groepen moeten of gaan doen.4. Hoe wordt de data statistisch onderzocht?5. Voer de studie uit.6. Analyseer de date door het gebruik van passende statistiek.7. Vermeld de conclusie(s).De meeste mensen zoeken naar antwoorden voor een probleem of proberen een beslissing waarschijnlijker te maken omdat een bepaald antwoord of uitkomst beter zal uitkomen. Statistiek is daarom nodig om de subjectiviteit in de te analyseren data te verminderen. De wetenschappelijke methode maakt het mogelijk een oordeel vrij van vooroordelen te vellen. Onderzoek moet gezien worden als een continu veranderende massa van informatie dat tot verschillende interpretaties kan leiden over de tijd. Alle kennis van een bepaald onderwerp op een bepaald moment wordt gezien als tijdelijke kennis.

      Inductief redeneren

      Inductief redeneren is een methode die onderzoekers kunnen gebruiken. Het is het maken van een conclusie of generalisatie gebaseerd op een beperkt aantal observaties. Inductief redeneren gaat uit van het specifieke geval richting het algemene. Alle onderzoeken waarin conclusies worden getrokken uit de resultaten gebruiken inductief redeneren.Deductief redeneren is het tegenovergestelde van inductief redeneren. Het gaat van het algemene naar het specifieke geval. De toepassing van onderzoek is ook gebaseerd op deductief redeneren, men veronderstelt namelijk dat de resultaten van het onderzoek ook gelden voor groepen mensen die te vergelijken zijn met de groep proefpersonen.

      Inductief redeneren: Tien van de tien mensen uit het onderzoek zijn rechtshandig. Conclusie: alle mensen zijn rechtshandig.Deductief redeneren: Alle auto’s gebouwd na 1994 hebben een katalysator. Mijn auto heeft een katalysator. Conclusie: mijn auto is gebouwd na 1994.

      Hieruit blijkt waarom onderzoekers graag een redelijk aantal proefpersonen in een onderzoek toevoegen. De conclusie vanuit inductief redeneren wordt namelijk waarschijnlijker met meer proefpersonen.

      De wetenschappelijke methode

      De wetenschappelijke methode wordt gebruikt om feiten te verkrijgen. Feiten kunnen beschouwd worden als consequent waargenomen gebeurtenissen. Met de statistiek wordt aangegeven of een verandering te wijten is aan het effect van de variabele of dat het door het toeval wordt bepaald. Theorie is de integratie van meerdere feiten in een verklaring van een fenomeen. Dit complexe proces probeert de meeste feiten te behandelen geassocieerd met het fenomeen. Omdat nieuwe informatie continu ontstaat, moeten feiten en theorieën periodiek herzien worden. Een van de meest noodzakelijke redenen voor het uitvoeren van onderzoek is het sturen van gedrag. Een leidraad van gedrag gebaseerd op feiten en theorie noemt men een beginsel. Beroepen streven duidelijk naar leidraden voor beoefenaars als een middel om het leven van mensen te verbeteren. Onderzoek en de daarin verweven feiten, theorie en beginselen zullen altijd een doorslaggevende component zijn in het werk van professionals in de gezondheidszorg.

      Vergelijk het maken van beslissingen met het gebruik van de wetenschappelijke methode, inclusief statistiek met het maken van beslissingen op gebruik van traditie, trial and error en vooroordelen. Hoewel de wetenschappelijke methode niet perfect is, brengt het in de meeste situaties de beste informatie op. Het voelt natuurlijk voor mensen om beslissingen te baseren op traditie, emotie en beperkte logica. Fundamenteel onderzoek heeft te maken met theoretische concepten en heeft geen onmiddellijke concern met toepassingen. Dit onderzoek is voornamelijk gericht op het belang van de kennis. Bij toegepast onderzoek wordt onderzoek gedaan met een specifieke vraag of toepassing in gedachten. Bestaande fundamentele kennis wordt daarbij gebruikt om een praktische toepassing of product te ontwikkelen. Veldonderzoek wordt buiten de strak gecontroleerde omgeving van het laboratorium gedaan. De locatie kan op school, in een klas, sportschool, park, ziekenhuis of op welke locatie dan ook zijn. Laboratoriumonderzoek wordt uitgevoerd onder meer steriele condities, dat betekent dat onderzoekers betere en strakkere controle over een experiment kunnen houden. Dit vergemakkelijkt juiste resultaten maar levert wat beperkingen op de toepassing van de resultaten.

      Interne validiteit

      Interne validiteit is de mate waarin het redeneren binnen het onderzoek correct is uitgevoerd, het is de algehele kwaliteit van het onderzoek. Laboratoriumonderzoek wordt algemeen gekarakteriseerd door hogere interne validiteit dan veldonderzoek door de relatieve strakke controle. Externe validiteit is in hoeverre de resultaten van een bepaald onderzoek of een test te generaliseren zijn. Als bepaalde resultaten extern valide zijn, wil dit zeggen dat de resultaten te generaliseren zijn en dus voor een grotere groep dan slechts de onderzoeksgroep gelden. Veldonderzoek heeft vaak een grotere externe validiteit dan laboratoriumonderzoek omdat dit wordt uitgevoerd in een omgeving die beter te vergelijken is met condities buiten het experiment. Een onafhankelijke variabele is een variabele die gemanipuleerd of gecontroleerd wordt door de onderzoeker. De afhankelijke variabele is de variabele die bepaald wordt door de onafhankelijke variabele.

      In een studie waar het effect van cafeïne op het angstniveau wordt bekeken is cafeïne de onafhankelijke variabele en het angstniveau de afhankelijke variabele.

      Competente onderzoekers

      Competente onderzoekers beschikken over bepaalde eigenschappen. Dit suggereert dat het ontwikkelen van deze karakteristieken belangrijk is om een goede onderzoeker te worden. Onderzoekers moeten open-minded zijn. Zo blijven alle mogelijke opties voor vragen, strategieën en verklaringen voor resultaten open. Hiernaast moet een onderzoeker genoeg kennis hebben over zijn vakgebied om passende vragen te stellen, over genoeg kennis beschikken van een specifiek onderwerp. Ten derde moet een onderzoeker beschikken over intellectuele nieuwsgierigheid. Men kan namelijk geen kennis vergaren over een onderwerp zonder een aanzienlijke hoeveelheid artikelen over dit onderwerp te lezen. Het onderzoeksproces omvat verschillende gedetailleerde stappen die jaren duren totdat het voltooid is. Daarom moet een onderzoeker over volharding beschikken. Het formuleren van een precieze onderzoeksvraag kan uren van artikelen lezen en discussiëren met andere onderzoekers in beslag nemen. Bij het schrijven van de publicatie van een onderzoek heeft de onderzoeker ruimschoots de gelegenheid om oneerlijk te zijn. Men kan plagiaat plegen of data toevoegen om de hypothese waarschijnlijker te maken. Om een professionele reputatie te vergaren moet de onderzoeker echter eerlijk zijn en de waarheid spreken.

      Wat zijn variabelen en welke meetniveau's hebben ze?

      Wat zijn variabelen en welke meetniveau's hebben ze?

      Wat zijn variabelen?

      Een variabele is een eigenschap of conditie die veranderlijk is of verschillende waarden heeft voor verschillende individuen (bijvoorbeeld leeftijd). Variabelen kunnen ook eigenschappen van de omgeving zijn (bijvoorbeeld temperatuur). Wanneer je variabelen opneemt in je onderzoek duid je ze vaak aan met een letter. Een onderzoeker kan bijvoorbeeld de relatie onderzoeken tussen roken (X) en longkanker (Y). Als je een verband verwacht, zouden de waarden van Y moeten veranderen bij verschillende waarden van X en omgekeerd. Waarden worden in het algemeen uitgedrukt in getallen, om statistische berekeningen mogelijk te maken. Een variabele die niet verandert en hetzelfde is voor elk individu wordt een constante genoemd.

      Wat zijn meetschalen?

      Het is van belang om te weten van welk meetniveau je variabele is om vervolgens een goede keuze te maken voor je statistische test (de methode waarmee je je onderzoeksvraag wilt onderzoeken). Een dergelijk meetniveau wordt ook wel een meetschaal genoemd. Er bestaan grofweg vier meetschalen: nominaal, ordinaal, interval en ratio.

      Wanneer is een meetschaal van nominaal niveau?

      De nominale schaal is een kwalitatieve meetschaal met losstaande categorieën. Bij de nominale meetschaal kan er dus geen volgorde in categorieën worden aangegeven. Veelvoorkomend voorbeelden zijn geslacht (man/vrouw) of nationaliteit.

      Wanneer is een meetschaal van ordinaal niveau?

      Metingen op ordinaal niveau kennen een natuurlijke ordening. De volgorde is duidelijk, maar de verschillen zijn niet te interpreteren. Een veelvoorkomend voorbeeld is opleidingsniveau (VMBO-HAVO-VWO). Er zit een bepaalde rangorde in deze variabelen (van laag naar hoog), maar de verschillen tussen deze opleidingsniveaus zijn niet allemaal even groot – en zeker niet kwantitatief te duiden.

      Wanneer is een meetschaal van interval niveau?

      Bij een interval schaal zijn de verschillen tussen scores kwantitatief te duiden en zijn ze gelijk (in tegenstelling tot een ordinale schaal). Het verschil tussen 10 en 11 op een test is net zo groot als het verschil tussen 50 en 51. Een intervalschaal heeft echter geen absoluut nulpunt en daarom kun je niet zeggen hoeveel hoger een waarde is. Een goed voorbeeld hiervan is de Fahrenheit-schaal: 30 graden is niet twee keer zo warm als 15 graden.

      Wanneer is een meetschaal van ratio niveau?

      Een ratioschaal heeft dezelfde eigenschappen als een intervalschaal, maar een ratioschaal heeft wel een absoluut nulpunt. Zodoende kun je wat zeggen over de relatieve waarde van variabelen ten opzichte van elkaar. 50 centimeter is immers twee keer zo lang als 25 centimeter – maar alleen omdat de verschillen tussen scores altijd gelijk zijn en omdat het nulpunt het ijkpunt is.

      Wat is het verschil tussen een discrete en continue variabele?

      Bij continue variabelen zijn de verschillen tussen scores gelijk. Meetschalen op ratio en interval niveau vallen dus onder de categorie continue variabelen. Bij discrete variabelen zijn de verschillen tussen scores onduidelijk. Meetschalen op ordinaal en nominaal niveau vallen dus onder de categorie discrete variabelen.

      Wat zijn, en waar vind ik statistische databanken?

      Wat zijn, en waar vind ik statistische databanken?

      • Een database, gegevensbank of databank is een digitaal opgeslagen archief, ingericht met het oog op flexibele raadpleging en gebruik.
      • Databases spelen een belangrijke rol voor het archiveren en actueel houden van gegevens bij onder meer de overheid, financiële instellingen en bedrijven, in de wetenschap, en worden op kleinere schaal ook privé gebruikt.

      - Bron: Wikipedia

      Databanken die je kunt raadplegen voor statistische gegevens, zijn onder andere:

      • AgriHolland: Nieuws, vacatures, cijfers, dossiers, subsidies en aanbestedingen voor de agrosector en agribusiness

      • BioKennisbank: Toegang tot nationale en internationale kennis over de biologische landbouw en voeding

      • Chemiekaarten: Recente en gevalideerde gegevens van enkelvoudige (zuivere) stoffen

      • CROW Kennisbank: Databank op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer & vervoer en werk & veiligheid

      • Databank Milieu: Juridische databank op het gebied van milieu, inclusief bouw en ruimtelijke ordening

      • Espacenet: Databank die gratis toegang biedt tot patent-/octrooidocumenten wereldwijd

      • Euromonitor International: Marktonderzoek met statistieken, analyses, onderzoek en nieuws over industrieën, landen en consumenten

      • Eurostat: Statistische gegevens over de landen van de Europese Unie

      • FAOSTAT: Statistische databank van de Food & Agriculture Organization van de Verenigde Naties

      • FoodHolland: Nieuws, vacatures, cijfers, dossiers, subsidies en aanbestedingen voor de voedingsmiddelensector

      • Groen Kennisnet: Nederlandstalige kennisbronnen voor het domein voedsel en groen

      • GroeneRuimte: Nieuws, vacatures, cijfers, dossiers, subsidies en aanbestedingen op het gebied van groene ruimte en landelijk gebied

      • GWW kosten: Actuele gegevens voor het begroten, calculeren of toetsen van werkzaamheden in de grond-, weg- en waterbouw

      • Kennisbasis statistiek: hulpmiddel bij statistiek en vrij beschikbaar voor onderwijs en onderzoek.

      • MarketLine: Markt-, branche- en bedrijfsrapporten, per regio of land te raadplegen

      • Open Knowledge Repository: Open access repository voor onderzoeksresultaten en kennisproducten van de Wereldbank

      • PubMed: Engelstalige databank geneeskunde en verwante vakgebieden, grotendeels gratis full-text artikelen

      • StatLine: dit is de elektronische databank van het CBS. Je kunt in StatLine zelf tabellen en grafieken samenstellen.
        De informatie is gratis en gemakkelijk te printen en te downloaden.

      • UNSD Statistical Databases: statistieke databases van de Verenigde Naties op nationaal en internationaal niveau

      • USA.gov: Data en statistiek over de Verenigde Staten

      • World Bank Open Data: Mondiale data van de wereldbank over socio-economische ontwikkeling

      Hoe bepaal je de kracht van je statistische test en waar moet je op letten als je je nulhypothese wil verwerpen?

      Hoe bepaal je de kracht van je statistische test en waar moet je op letten als je je nulhypothese wil verwerpen?

      Wat zijn de nul-hypothese (H0) en de alternatieve hypothese (H1)?

      Wanneer je statistisch gaat toetsen begin je altijd met de veronderstelling dat er geen effect is tussen de variabelen die je meet. Deze veronderstelling heet de nul-hypothese of H0 (geen effect in de populatie). Met je statistische toets ga je kijken hoe aannemelijk je het kan maken dat het effect wel bestaat. Deze hypothese verwoord je in je alternatieve hypothese of H1.

      Stel je meet twee groepen – mensen met alcohol op en mensen zonder alcohol op – en of ze agressief gedrag vertonen of niet. Je vindt een bepaald verschil tussen deze groepen, bijvoorbeeld dat de mensen met alcohol op meer agressief gedrag vertonen dan mensen zonder alcohol op. Je H0 is dat er geen effect is in je populatie, dus dat er tussen alcoholgebruik en agressie geen relatie is en dat het gevonden verschil op toeval berust. Je statistische toets probeert het tegenovergestelde te bewijzen, de H1: er is wel een relatie tussen alcoholgebruik en agressie en het gevonden verschil berust niet op toeval. Dit kan je statistisch toetsen.

      Wat zijn de p-waarde en de alpha (α)?

      Iedere statistische test heeft een p-waarde. De p-waarde is een getal tussen 0 en 1 en staat gelijk aan de kans dat je in je test het huidige effect vindt, terwijl er eigenlijk geen effect in je populatie is. Dit is dus de kans dat je op basis van je statistische test H1 aanneemt, terwijl H0 eigenlijk waar is in de populatie. Heeft je test een p-waarde van 0,30, dan is de kans dus 30% groot dat wat je vindt in je test niet overeen komt met wat er gebeurt in je populatie. Dat is best een grote kans dat je test niet representatief is voor je populatie en daarom zal je met zo'n p-waarde niet snel H0 verwerpen.

      Stel nu dat je een p-waarde vindt van 0,01 dan is de kans dat H0 waar is voor je populatie dus 1% groot. In dat geval kan je op basis van je theoretisch kader H1 vaak aannemen. De grens van het wel of niet aannemen van de H1 heet alpha (α) en wordt in het algemeen van te voren vastgesteld. De waarde van α verschilt per vakgebied: bij de medische wetenschappen mogen fouten eigenlijk niet voorkomen omdat deze grote gevolgen kunnen hebben. Een foutmarge van 1% (een α van 0.01) kan dan al snel te hoog zijn. In de sociale wetenschappen ligt dit anders en is een foutmarge van 5% (een α van 0.05) niet ongewoon. Alpha (α) wordt vaak vastgesteld op 0.1, 0.05, of 0.01.

      Wat zijn type I fouten en type II fouten en wat is de power van een statistische test?

      Statistiek blijft een vorm van kansberekening, dus er is per definitie een kans dat het mis gaat. Stel dat je op basis van je p-waarde, je α en je resultaten uit je test H1 mag aannemen, terwijl er eigenlijk geen effect in je populatie bestaat. Dit kan gebeuren wanneer je per toeval extreme, niet representatieve waardes hebt gemeten met je steekproef uit je populatie. Deze kans is altijd aanwezig en is gelijk aan α. We spreken van een Type I fout als een onderzoeker onterecht de nulhypothese verwerpt en concludeert dat er een significant verschil bestaat in de populatie. Met andere woorden is α dus de kans die je van te voren accepteert op het maken van een type I fout.

      Een type II fout is het tegenovergestelde van een type I fout: de H0 wordt niet verworpen terwijl er wel een effect in de populatie is. Je statistische test is er niet in geslaagd om dit effect zichtbaar te maken. De kans op deze fout wordt beta (β) genoemd en de kans op deze fout is dan ook afhankelijk van het onderscheidend vermogen van je test. Het onderscheidend vermogen van je toets wordt de power van je toets genoemd. Hoe hoger de power, hoe kleiner de kans op een type 2 fout. De power van je toets bepalen we dan ook met de formule:

      power = 1-β

       

      Wat is SPSS Statistics?

      Wat is SPSS Statistics?

      • SPSS is een statistisch computerprogramma dat door wetenschappers wordt gebruikt om gegevens te verzamelen, analyseren en te bewerken. Het wordt voornamelijk gebruikt om onderzoeksresultaten te onderzoeken.
      • De afkorting SPSS staat voor Statistical Package for the Social Sciences. Het programma wordt dus met name in de sociale wetenschap gebruikt.

      Drie belangrijke situaties waarin je SPSS kunt gebruiken:

      • Het controleren van de betrouwbaarheid van een steekproef. Wanneer je in Nederland een onderzoek wil doen is het natuurlijk niet haalbaar om elke inwoner te toetsen. Om deze reden wordt vrijwel altijd gebruik gemaakt van een steekproef (een selectie van mensen uit de populatie). Het is belangrijk dat deze steekproef zo representatief mogelijk is voor de hele populatie zodat de uitkomstresultaten goed gegeneraliseerd kunnen worden (je wil immers iets zeggen over de hele populatie en niet slechts over de steekproef).
      • Het controleren van de betrouwbaarheid van je resultaten. SPSS kan informatie geven of het verband dat je hebt gevonden (bijvoorbeeld mannen stemmen vaker op SGP dan vrouwen) op toeval berust of dat het verschil ergens anders mee te maken heeft.
      • Data visualiseren. Het kan handig zijn om je resultaten te visualiseren door middel van grafieken en tabellen. Deze kan je door SPSS laten maken.

      Meer informatie: SPSS Survival Manual van Pallant

      Argumenteren versus zwetsen: begrippen, definities en inzichten

      Argumenteren versus zwetsen: begrippen, definities en inzichten

      Wat is argumenteren?

      Wat is argumenteren?

      • In het Engels is een ‘argument’ ook wel een woordenwisseling of ruzie, maar dat is niet wat met argumentatie bedoeld wordt.
      • Waar het bij argumentatie om gaat is het type argument dat wordt gedefinieerd in de sketch ‘Argument Clinic’ van Monty Python, waarin een cliënt een kliniek binnen komt en betaalt voor een argument. Als hij eindelijk de juiste kamer heeft gevonden om een argument te krijgen, ontkent de persoon in de kamer die hem een argument moet geven gewoon alles wat er gezegd wordt. De cliënt klaagt dat ontkenning iets anders is dan een argument. Hij zegt: een argument is een aaneengekoppelde serie van standpunten om tot een conclusie te komen.
      • De definitie van een argument die dan ook wel eens wordt aangehouden is: een argument is een aaneengekoppelde serie van zinnen, standpunten en proposities (ook wel premissen) die bedoeld zijn om reden te geven aan een andere zin, standpunt of propositie (oftewel de conclusie). Een argument hoeft echter niet altijd een conclusie te bewijzen.
      • Uit deze definitie blijkt waar argumenten uit bestaan en wat het doel van argumenteren is.
      • Er zijn veel verschillende soorten redenen: om iets uit te leggen, om iets te rectificeren of om reden te geven aan waarom iemand iets doet. Ze worden dus ook gebruikt in een verscheidenheid aan dagelijkse situaties: om erachter te komen waarom je computer is gecrasht, waarom je vriendin boos is, op welke politieke partij je moet stemmen, welke studie je moet doen, etc.
      • Argumenten hebben dus niet maar één doel. Rechtvaardiging en uitleg zijn voorbeelden van verschillend gebruik van argumenten.

       

        Deductieve en inductieve argumenten

        • Goede argumenten kunnen zowel deductief als inductief zijn.
        • Waar bij deductie de conclusie logisch onvermijdelijk volgt uit de aannames, is bij inductie de conclusie niet onvermijdelijk, maar waarschijnlijk.
        • Om er achter te komen of een argument deductief of inductief is, is het belangrijk om goed te lezen. Wanneer er bijvoorbeeld gezegd wordt: ‘Het kan gaan regenen’, dan zeggen we eigenlijk dat regen een mogelijkheid is. Het is inductief. Als we zeggen: ‘Er is regen op komst’, dan is er geen andere mogelijkheid dan dat het snel zal gaan regenen. Dan is het dus deductief.

        Deductieve argumenten

        • Na woorden als ‘omdat’, ‘aangezien’ of ‘dit wordt verklaard door’, volgt vaak een premisse. Een dergelijk premisse komt dan na de conclusie. Je kunt bijvoorbeeld beweren dat je verdrietig bent, omdat je partner je verjaardag is vergeten.
          • De premisse in een goed deductief argument bewijst de conclusie die getrokken wordt.
          • Bij deductief redeneren is validiteit erg belangrijk. Een argument wordt valide genoemd wanneer het niet mogelijk is dat de premisse waar is en de conclusie onwaar is.
          • Een voorbeeld:Premisse: ‘Jan was voorzitter voordat Piet voorzitter was en Klaas was voorzitter na Piet. Conclusie: ‘Jan was voorzitter voordat Piet voorzitter was’. Het is in dit voorbeeld onmogelijk dat de premisse klopt en dat de getrokken conclusie niet waar is. De premisse van een goed deductief argument bewijst dus de conclusie. Er is daarom sprake van een valide argument. Als de premisse van een valide argument waar is, wordt het argument gegrond (‘sound’) genoemd.

        Inductieve argumenten

        • De premisse van een inductief argument bewijst de conclusie niet, maar ondersteunt de conclusie.
        • Er is bij een inductief argument dus geen sprake van een alles-of-niets principe, zoals bij een deductief argument. Ondersteuning voor een conclusie wordt door inductief argument geleverd in gradaties.
        • Een voorbeeld is dat de dader van een moord wordt gezocht. Er is een vrouw vermoord en van haar man wordt geweten dat hij haar herhaaldelijk heeft bedreigd. Dit is zeker geen bewijs voor het feit dat hij haar heeft vermoord en ondersteunt de claim ook niet dat hij haar heeft vermoord. Als zijn vingerafdrukken worden gevonden op het moordwapen, dan is dit nog steeds geen bewijs voor de claim dat hij haar heeft vermoord, maar dit gegeven geeft wel meer steun voor de claim dat hij haar om het leven heeft gebracht.
          • Hoe meer een premisse de conclusie van een inductief argument steunt, des te sterker het argument is.
          • Hoe minder een premisse de conclusie van een inductief argument steun, des te zwakker het argument is

        Waar komt het naar voren?

        Gerelateerde studies

        • Rechtsgeleerdheid
        • Geneeskunde
        • Wiskunde en natuurkunde
        • Informatica

        Gerelateerde vakken

        • Academische vaardigheden
        • Scriptie schrijven en onderzoek doen
          Wat is het nut van argumentatie?

          Wat is het nut van argumentatie?

          • In het Engels is een ‘argument’ ook wel een woordenwisseling of ruzie, maar dat is niet wat met argumentatie bedoeld wordt. Waar het bij argumentatie om gaat is het type argument dat wordt gedefinieerd in de sketch ‘Argument Clinic’ van Monty Python, waarin een cliënt een kliniek binnen komt en betaalt voor een argument. Als hij eindelijk de juiste kamer heeft gevonden om een argument te krijgen, ontkent de persoon in de kamer die hem een argument moet geven gewoon alles wat er gezegd wordt.
          • De cliënt klaagt dat ontkenning iets anders is dan een argument. Hij zegt: een argument is een aaneengekoppelde serie van standpunten om tot een conclusie te komen.
          • De definitie van een argument die dan ook wel eens wordt aangehouden is: een argument is een aaneengekoppelde serie van zinnen, standpunten en proposities (ook wel premissen) die bedoeld zijn om reden te geven aan een andere zin, standpunt of propositie (oftewel de conclusie). Een argument hoeft echter niet altijd een conclusie te bewijzen.
          • Uit deze definitie blijkt waar argumenten uit bestaan en wat het doel van argumenteren is.
          • Er zijn veel verschillende soorten redenen: om iets uit te leggen, om iets te rectificeren of om reden te geven aan waarom iemand iets doet. Ze worden dus ook gebruikt in een verscheidenheid aan dagelijkse situaties: om erachter te komen waarom je computer is gecrasht, waarom je vriendin boos is, op welke politieke partij je moet stemmen, welke studie je moet doen, etc.
          • Argumenten hebben dus niet maar één doel. Rechtvaardiging en uitleg zijn voorbeelden van verschillend gebruik van argumenten.
          Wat voor soorten argumenten zijn er?

          Wat voor soorten argumenten zijn er?

          Goede argumenten kunnen zowel deductief als inductief zijn.

          Deductieve argumenten

          Na woorden als ‘omdat’, ‘aangezien’ of ‘dit wordt verklaard door’, volgt vaak een premisse. Een dergelijk premisse komt dan na de conclusie. Je kunt bijvoorbeeld beweren dat je verdrietig bent, omdat je partner je verjaardag is vergeten. Argumenten kunnen deductief of inductief zijn.

          • De premisse in een goed deductief argument bewijst de conclusie die getrokken wordt.

          • Bij deductief redeneren is validiteit erg belangrijk. Een argument wordt valide genoemd wanneer het niet mogelijk is dat de premisse waar is en de conclusie onwaar is.

          Een voorbeeld:

          Premisse: ‘Jan was voorzitter voordat Piet voorzitter was en Klaas was voorzitter na Piet. Conclusie: ‘Jan was voorzitter voordat Piet voorzitter was’. Het is in dit voorbeeld onmogelijk dat de premisse klopt en dat de getrokken conclusie niet waar is. De premisse van een goed deductief argument bewijst dus de conclusie. Er is daarom sprake van een valide argument. Als de premisse van een valide argument waar is, wordt het argument gegrond (‘sound’) genoemd.

          Inductieve argumenten

          De premisse van een inductief argument bewijst de conclusie niet, maar ondersteunt de conclusie. Er is bij een inductief argument dus geen sprake van een alles-of-niets principe, zoals bij een deductief argument. Ondersteuning voor een conclusie wordt door inductief argument geleverd in gradaties. Een voorbeeld is dat de dader van een moord wordt gezocht. Er is een vrouw vermoord en van haar man wordt geweten dat hij haar herhaaldelijk heeft bedreigd. Dit is zeker geen bewijs voor het feit dat hij haar heeft vermoord en ondersteunt de claim ook niet dat hij haar heeft vermoord. Als zijn vingerafdrukken worden gevonden op het moordwapen, dan is dit nog steeds geen bewijs voor de claim dat hij haar heeft vermoord, maar dit gegeven geeft wel meer steun voor de claim dat hij haar om het leven heeft gebracht.

          • Hoe meer een premisse de conclusie van een inductief argument steunt, des te sterker het argument is.

          • Hoe minder een premisse de conclusie van een inductief argument steun, des te zwakker het argument is.

          Om er achter te komen of een argument deductief of inductief is, is het belangrijk om goed te lezen. Wanneer er bijvoorbeeld gezegd wordt: ‘Het kan gaan regenen’, dan zeggen we eigenlijk dat regen een mogelijkheid is. Het is inductief. Als we zeggen: ‘Er is regen op komst’, dan is er geen andere mogelijkheid dan dat het snel zal gaan regenen. Dan is het dus deductief.

          Hoe wordt argumentatie ontleed en bekritiseerd?

          Hoe wordt argumentatie ontleed en bekritiseerd?

          Hoe wordt argumentatie ontleed en bekritiseerd?

          • Argumenten bestaan uit stellingen, maar zijn iets anders dan slechts een opsomming van stellingen. De stellingen moeten gepresenteerd worden als reden voor de volgende stelling. Dit doe je door het toevoegen van het woord ‘dus’ (therefore), wat een conclusie aangeeft. Het woord dus wordt daarom een conclusion marker genoemd. Er zijn ook andere conclusie markers, zoals dus, daarvoor, daardoor, dan en vandaar. Het woord aangezien (since) geeft een reden aan en wordt daarom een reason marker genoemd. Andere reason markers zijn omdat, want, aangezien, als, terwijl en in zoverre. De conclusie en reden markers samen heten argument markers.
          • Het is niet mogelijk om een argument te identificeren door alleen naar de argument markers te kijken, omdat de woorden die duiden op een argument ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Je moet kijken naar de woorden in de context waarin ze worden gebruikt. Een trucje om te checken of iets een argument is, is om het woord in de zin te vervangen door een andere argument marker. Met behulp van argument markers kun je de structuur van een argument ontdekken.

           

            Hoe kun je de competentie ‘argumenteren’ herkennen en ontwikkelen tijdens je studie, stage, reis en op je werk in het buitenland?

            Hoe kun je de competentie ‘argumenteren’ herkennen en ontwikkelen tijdens je studie, stage, reis en op je werk in het buitenland?

            Argumenteren tijdens je reis

            • Tijdens je verblijf in het buitenland ben je constant in contact met de lokale bevolking. Door goed te communiceren met de 'locals' en andere reizigers kunnen veel problemen worden voorkomen.
            • Door de juiste inzet van argumenten kan je makkelijker respectvol blijven en problemen voorkomen wanneer je eens 'nee' moet zeggen tegen iemand die je vraagt iets voor hem of haar te doen.

            Argumenteren tijdens je studie

            • Kunnen argumenteren is een skill die hard nodig is tijdens de studie en die je in de loop van je studietijd steeds verder doorontwikkelt.
            • Bij vrijwel iedere tentamenvraag zal je moeten argumenteren om tot een antwoord te komen. Dat kan impliciet zijn om bij Multiple Choice vragen tot het goede antwoord te komen, of expliciet om bij essay vragen aan te geven hoe je tot een zekere stelling of antwoord op een vraag bent gekomen.

            Argumenteren tijdens je vrijwilligerswerk of stage

            • Of je je bevindingen wil presenteren of beleid wil veranderen, in vrijwel iedere presentatie van een standpunt of mening is het verstandig om goede argumentatie te gebruiken. Klanten hebben minder vragen als de argumentatie onder de presentatie helder uiteen gezet is, en managers hebben vaak niet de tijd om alle feiten te kunnen checken, maar zullen doorgaans wel scherp letten op kwaliteit van argumenten.
            Goede argumenten gebruiken en logisch redeneren bij studie, stage of werk

            Goede argumenten gebruiken en logisch redeneren bij studie, stage of werk

            Argumentatie gebruiken en logica aantonen Leren argumenteren, clichés vermijden, logische gevolgen trekken, overtuigend redeneren en consistent reageren Inhoud Wat is een argument ? Wat is de basis van goed argumenteren? ⇧ Inhoud Wat is een argument? Wat is argumenteren? Wat voor soorten argumenten zijn er? Hoe wordt argumentatie ingezet bij het overtuigen? Wat is het nut van argumentatie? Hoe wordt...... lees verder op de pagina

            Samenvattingen en studiehulp op JoHo WorldSupporter.org:

            Samenvattingen voor Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies op JoHo WorldSupporter: uitgelicht
            Testtheorie - Van Drenth (4e druk) - Hoofdstukken 1, 2, 3 - Summary of study book chapter
            Hoe verloopt de historische testontwikkeling van het testen? - Chapter 1 De wetenschappelijke...
            Moderation, mediation, and multi-category predictors - summary of chapter 11 of Statistics by A. Field (5th edition), - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 11 Moderation, mediation, and multi-category predictors Moderation: interactions in...
            Why is my evil lecturer forcing me to learn statisics? - summary of chapter 1 of statistics by A. Field (5th edition) - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 1 Why is my evil lecturer forcing me to learn statistics? The research process...
            Comparing two means - summary of chapter 10 of Statistics by A. Field (5th edition) - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 10 Comparing two means Categorical predictors in the linear model If we want to compare...
            Repeated measures designs - summary of chapter 15 of Statistics by A. Field (5th edition) - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 15 Repeated measures designs Introduction to repeated-measures designs Repeated...
            Mixed designs - summary of chapter 16 of Statistics by A. Field (5th edition) - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 16 Mixed designs Mixed designs Situations where we combine repeated-measures and...
            Categorical outcomes: chi-square and loglinear analysis - summary of chapter 19 of Statistics by A. Field - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 19 Categorical outcomes: chi-square and loglinear analysis Analysing categorical data...
            Does knowledge consist of facts that have come from experience? - Chapter 1 - Summary of study book chapter
            What is the common sense view of science? In the first four chapters of this book, the statement "science is derived...
            Exploratory factor analysis - summary of chapter 18 of Statistics by A. Field (5th edition) - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 18 Exploratory factor analysis In factor analysis, we take a lot of information (variables) and...
            Multivariate analysis of variance (MANOVA) - summary of chapter 17 of Statistics by A. Field (5th edition) - Summary of study book chapter
            Statistics Chapter 17 Multivariate analysis of variance (MANOVA) Introducing MANOVA Multivariate...
            Oefenvragen, tests en oude tentamens met antwoorden voor Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies op JoHo WorldSupporter: uitgelicht
            TentamenTickets bij Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek aan de Universiteit Utrecht - Study exam tip
            TentamenTickets: Tips & Tricks bij het voorbereiden op de tentamens Methoden en statistiek vormen het fundament...
            TentamenTests van Critical Thinking - Moore & Parker - 12e druk - Study test and exam questions
            Voorbeeld tentamenvragen bij Critical Thinking van Moore & Parker Wat is kritisch denken? - Tentamen 1...
            Aantekeningen, artikelen en studiehulp voor Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies op JoHo WorldSupporter: uitgelicht
            WSRt, critical thinking, a list of terms used in the articles of block 2 - Study terms and glossary
            This is a list of the important terms used in the articles of block 2 of WSRt at the uva. Scientific...
            What is science? - Study definition
            Science, a rigorous and systematic endeavor, seeks to build a comprehensive understanding of the natural world and our...
            What is academic research? - Study definition
            Academic research is the cornerstone of higher education, equipping researchers with the skills to: Ask Meaningful...
            Hoorcolleges bij Multivariate Data-Analyse (MVDA) - UL - 2012/2013 - Summary of notes
            Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Week 1 : Multipele regressie analyse De eerste...
            Werkgroepaantekeningen bij Multivariate Data-Analyse (MVDA) - UL - 2012/2013 - Summary of notes
            Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Werkgroep 1 Multipele Regressie Analyse  ...
            College-aantekeningen bij Advanced Research Methods and Statistics for Psychology (ARMS) aan de Universiteit Utrecht - 2014/2015 - Summary of notes
            Hoorcollege: Betrouwbaarheid en validiteit Door: Nijs Lagerweij Inhoud van het college Dit college...
            College-aantekeningen bij Toetsende Statistiek aan de Universiteit Leiden - 2014/2015 - Summary of notes
            College 1 Steekproevenverdeling en Hypothesetoetsing Toetsende statistiek houdt zich bezig met het testen...
            Surrogate Science: The Idol of a Universal Method for Scientific Inference - summary of an article by Gigerenzer & Marewski - Summary of scientific article
            Critical thinking Article: Gigerenzer, G. & Marewski, J, N. (2015) Surrogate Science: The Idol of a Universal...
            Studiegidsen en assortimentwijzers voor Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies op JoHo WorldSupporter: uitgelicht
            Summaries: the best textbooks for statistics, research and science summarized - Study guide for summaries
            Summaries of the best textbooks for statistics, research and science What is this page about? Contents: a...
            Summaries: home page for statistics, research and science - Study guide for summaries
            Summaries for research, science and statistics What is this page about? Contents: information and assortment...
            Summaries: the best textbooks for theory of science and philosophy of science summarized - Study guide for summaries
            Summaries of the best textbooks for theory of science and philosophy of science What is this page about?...
            Summaries: the best textbooks for statistics and data analysis methods summarized - Study guide for summaries
            Summaries of the best textbooks for statistics and data analysis methods What is this page about? Contents: a...
            Summaries: the best textbooks for research methods and research design summarized - Study guide for summaries
            Summaries of the best textbooks for research methods and research design What is this page about? Contents: a...
            Studiegids voor samenvattingen bij Logisch en kritisch denken van Burgers - Study guide for summaries
            Studiegids met samenvattingen en studiehulp voor:Boektitel: Logisch en kritisch denkenAuteur: BurgersDruk: 2e...
            Studiegids voor samenvattingen bij Zelf leren schrijven van Van der Molen - Study guide for summaries
            Studiegids met samenvattingen en studiehulp voor: Boektitel: Zelf leren schrijven Subtitel: Schrijfvaardigheid...
            Study Guide for summaries with Academic Writing Skills by Van der Molen a.o. - Study guide for summaries
            Study Guide with summaries and study assistance for: Booktitle: Academic Writing Skills Authors: Van der Molen;...
            Studiegids voor tentamens halen van Inleiding in de Methodologie en Statistiek aan de Universiteit Leiden - Study guide for summaries
            Studiegids met oefen- en voorbeeldtentamens voor: Vaknaam: Inleiding in de Methodologie en Statistiek Instelling:...
            Studietips en activiteiten voor Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies op JoHo WorldSupporter: uitgelicht
            How can you check the quality of your scientific article?
            Here are some tips on how to check the quality of your academic writing, tailored to different levels of experience: Beginners: Focus on the basics: Ensure your...
            Methodologiewinkel UvA
            Hulp nodig bij Statistiek en Onderzoeksmethoden? Check out de Methodologiewinkel van de Universiteit van Amsterdam! Op deze wiki vind je informatie over de...
            What are the seven steps of the research process?
            While the specific steps might differ slightly depending on the research methodology and field, generally, the seven steps of the research process are: 1. Identify...
            What three conditions have to be met in order to make statements about causality?
            While establishing causality is a cornerstone of scientific research, it's crucial to remember that it's not always a straightforward process. Although no single...
            What is the difference between a p-value and Bayes likelihood?
             The main difference between the P-value and the likelihood of Bayes is: P-value is the chance at obtaining the data of more extreme data given the...
            What is the Bayes factor?
            The Bayes factor (B) compares the probability of an experimental theory to the probability of the null hypothesis. It gives the means of adjusting your odds in a...
            What are weaknesses of the Bayesian approach?
            Weaknesses of the Bayesian approach are: The prior is subjective Bayesian analysis force people to consider what a theory actually predicts, but specifying the...
            Organisaties en sectoren op JoHo WorldSupporter
            Organizations: for ict, engineering and transportation
            ICT, engineering and transportation organizations...
            Anton de Kom Universiteit van Suriname
            De Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS) opende haar deuren in november 1968. Sinds 1983 draagt de...

            Wegwijzer


            Samenvattingen en studiehulp voor: Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies

            Studie in het buitenland op het gebied van: Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies

            Competenties en vaardigheden op het gebied van: Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies?

            Organisaties en werkgevers op het gebied van: Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies?

            Stages op het gebied van Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies?

            Vrijwilligerswerk op het gebied van Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies?

            Werken op het gebied van Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies?

            JoHo Worldsupporter doelstellingen gerelateerd aan Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies?

            • Zie de doelstellingen van JoHo WorldSupporter voor: het versterken van begrip voor andere culturen en personen, het stimuleren van tolerantie in de wereld om je heen, het wereldwijd delen van kennis en knowhow, en het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling in binnen- en buitenland
            Samenvattingen en studiehulp: per studie en vakgebied
            Samenvattingen en studiehulp voor internationale, bestuurskundige en beleidskundige opleidingen
            Opleidingen en studierichtingen: startpagina's
            Academische vaardigheden opdoen in binnen- en buitenland

            Academische vaardigheden opdoen in binnen- en buitenland

            Academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a. Wat is analytisch denken, hypothese opstellen en uitvoeren van de wetenschappelijke methode? Wat is analyse, onderzoek en waarheid? Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor academische vaardigheden? Samenvattingen en studiehulp voor analyse, onderzoek en statistiek? Competenties en vaardigheden Hoe kan je je compententies en...... lees verder op de pagina
            Bedrijfskunde en organisatie studeren en stage in het buitenland

            Bedrijfskunde en organisatie studeren en stage in het buitenland

            Bedrijfskunde, business en organisatie in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud Vragen o.a. Wat betekent bedrijfseconomie? Wat is international business? Wat is bedrijfskunde en organisatiewetenschap? Wat is het verschil tussen accountancy en boekhouden? Wat is marketing? Wat is micro- en macro-economie, internationale economie. fiscale economie en econometrie Verdiepen en studeren: Waar vind je samenvattingen en studiehulp...... lees verder op de pagina
            Communicatie en marketing studeren en stage in het buitenland

            Communicatie en marketing studeren en stage in het buitenland

            Communicatie en marketing in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud Vragen: o.a Wat is communicatie binnen een organisatie? Wat is het vakgebied communicatie? Wat is marketing? Verdiepen en studeren: Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor communicatie en kennisoverdracht? Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor bedrijfskunde en marketingopleidingen? Vaardigheden en competenties versterken: Hoe kan je...... lees verder op de pagina
            Economie en bedrijfseconomie studeren en stage in het buitenland

            Economie en bedrijfseconomie studeren en stage in het buitenland

            Bedrijfseconomie en economische wetenschappen in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud Wat betekent bedrijfseconomie? Wat betekent economie? Wat is international business? Wat is bedrijfskunde en organisatiewetenschap? Wat is het verschil tussen accountancy en boekhouden? Wat is marketing? Wat is micro- en macro-economie, internationale economie. fiscale economie en econometrie Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor bedrijfskunde...... lees verder op de pagina
            Psychologie en menselijk gedrag studeren en stage in het buitenland

            Psychologie en menselijk gedrag studeren en stage in het buitenland

            Gedrag, mens en psychologie in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a Wat is psychologie en wat is de wetenschap van de psychologie? Wat zijn mens- en gedragswetenschappen als psychologie en antropologie? Wat is antropologie, culturele antropologie en volkenkunde? Wat zijn mens- en gedragswetenschappen als psychologie en antropologie? Wat is antropologie of culturele antropologie en volkenkunde?...... lees verder op de pagina
            Geneeskunde en gezondheidszorg studeren en stage in het buitenland

            Geneeskunde en gezondheidszorg studeren en stage in het buitenland

            Geneeskunde, gezondheid en zorg in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a Wat is ziekte, wat is gezondheid en wat is gezondheidszorg? Wat is geneeskunde studeren? Hoe zitten de deelgebieden in elkaar: allergie, chirurgie, dermatologie, farmacologie, fysiotherapie, gynaecologie, keel- neus- en oorheelkunde, kindergeneeskunde, neurologie, oncologie, preventieve zorg, psychiatrie, sociale geneeskunde en verpleegkunde? Studiehulp en samenvattingen gebruiken...... lees verder op de pagina
            ICT, logistiek en techniek studeren en stagelopen in het buitenland

            ICT, logistiek en techniek studeren en stagelopen in het buitenland

            Bouw, ict, logistiek en techniek in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a Wat is ICT en IT Wat is informatie? Wat is logistiek en techniek? Wat is een informatiesysteem en hoe wordt dat opgebouwd? Wat is ICT-recht en intellectueel eigendomsrecht? Hoe zit het ict-recht in elkaar, en wat zijn de deelgebieden? Samenvattingen en studiehulp Waar...... lees verder op de pagina
            Internationale organisaties en internationale betrekkingen studeren en stage in het buitenland

            Internationale organisaties en internationale betrekkingen studeren en stage in het buitenland

            Internationale organisaties en internationale betrekkingen in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud o.a Wat is een internationale organisatie? Wat is politiek en internationale politiek? Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor politicologie, internationale studies en internationale betrekkingen? Wat zijn de uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen voor mensenrechten en rechten van de mens? In welke landen en met...... lees verder op de pagina
            Politiek en politicologie studeren en stage in het buitenland

            Politiek en politicologie studeren en stage in het buitenland

            Politiek in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud Wat is democratie? Wat is politiek en internationale politiek? Hoe ziet de politiek er in Nederland normaal gesproken uit? Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor politicologie, internationale studies en internationale betrekkingen? Wat zijn de uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen voor mensenrechten en rechten van de mens? In welke...... lees verder op de pagina
            Maatschappij en cultuur studeren en stage in het buitenland

            Maatschappij en cultuur studeren en stage in het buitenland

            Maatschappij en cultuur in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Geschiedenis - Maatschappelijke dienstverlening - Muziek - Kunst - Sociologie - Spiritualiteit Inhoud o.a. Wat is antropologie of culturele antropologie en volkenkunde? Wat is filosofie? Wat is sociologie en wat zijn sociale wetenschappen? Wat leer en bestudeer je bij algemene sociale wetenschappen (ASW)? Samenvattingen en studiehulp Samenvattingen...... lees verder op de pagina
            Natuur en milieu studeren en stage in het buitenland

            Natuur en milieu studeren en stage in het buitenland

            Duurzaamheid, natuur en milieu in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud: o.a. Wat betekent natuur en duurzaamheid? Wat betekent milieukunde? Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor natuur en milieu Studierichtingen en kennisthema's: agrarische studies, biologie, diermanagement , milieukunde, milieubescherming, tropische landbouwm bosbouw Competenties en vaardigheden Onderzoekvaardigheden: van analyseren tot communiceren en van betrokken tot omgevingsbewust...... lees verder op de pagina
            Onderwijs en pedagogiek studeren en stage in het buitenland

            Onderwijs en pedagogiek studeren en stage in het buitenland

            Onderwijs, opvoeding en pedagogiek in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Algemene Pedagogiek - Gezinspedagogiek - Jeugdzorg - Klinische pedagogiek Onderwijskunde - Ontwikkeling Orthopedagogiek PABO - Pedagogische Wetenschappen Inhoud: o.a. Wat is pedagogiek? Wat is orthopedagogiek? Wat is onderwijskunde? Wat is didactiek? Samenvattingen en studiehulp Waar vind je de samenvattingen en studiehulp voor onderwijs en onderwijskunde? Waar...... lees verder op de pagina
            Recht en bestuur studeren en stage in het buitenland

            Recht en bestuur studeren en stage in het buitenland

            Recht, bestuur en juridische zaken in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Inhoud o.a.: Wat is recht, wat zijn normen, wat zijn waarde, wat zijn de belangrijkste juridische definities en omschrijvingen? Wat is rechten studeren of een juridische opleiding volgen: waarom, waar en wat daarna? Wat is bestuurskunde studeren? Studiehulp en samenvattingen Samenvattingen en studiehulp voor bestuurskunde...... lees verder op de pagina
            Sport en toerisme studeren en stage in het buitenland

            Sport en toerisme studeren en stage in het buitenland

            Sport, toerisme en vrije tijd in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Sport - Beweging - Leisure - Events Inhoud Vragen: o.a. Wat is toerisme? Wat is vrijetijdsmanagement? Wat zijn bewegingswetenschappen? Wat is sportpsychologie? Verdiepen en studeren: Waar vind je de uitgelichte samenvattingen en studiehulp voor sport, toerisme en vrije tijd? Waar vind je de samenvattingen voor...... lees verder op de pagina
            Wetenschap studeren, onderzoek doen en stage in het buitenland

            Wetenschap studeren, onderzoek doen en stage in het buitenland

            Onderzoek doen en wetenschap bedrijven in binnen- en buitenland: van studie, stage tot promotie Analyse - Logica - Methoden - Statistiek - Wetenschapstudie - Wetenschapsfilosofie Inhoud: o.a Wat is analyseren Wat is wetenschap Wat is filisofie Wat is statistiek, en wat zijn methoden? Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken? Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor milieu, onderzoek,...... lees verder op de pagina
            Studiekeuze maken en master kiezen

            Studiekeuze maken en master kiezen

            Studie, master of cursus zoeken en kiezen voor je opleiding en toekomst Van motivatie, plezier, specialisatie, talent en toekomstperspectief naar zingeving of zelfinzicht Inhoud : o.a Wat is talent en wat zijn talenten? Wat zijn de stappen die je kan nemen als je een studie, een master, een cursus of een opleiding wil kiezen? Welke studies kan je doen: Wat...... lees verder op de pagina
            Opleidingen en studierichtingen kiezen in binnen- en buitenland

            Opleidingen en studierichtingen kiezen in binnen- en buitenland

            Studeren en kennis opdoen voor opleiding, ontplooiing of werkzaamheden Inhoud o.a. Communicatie & Marketing: o.a. cross culturele communicatie, media, social media en vormgeving Gezondheid & Zorg: o.a. geneeskunde, fysiotherapie en verpleegkunde Maatschappij & Cultuur: o.a sociale dienstverlenig, kunst, sociologie en interdisciplinaire studies Mens & Gedrag: o.a. antropologie, psychologie en gedragstudies Natuur & Milieu: o.a. agrarische studies, biologie en milieuwetenschappen Onderwijs...... lees verder op de pagina

              Wat speelt er nog meer als je naar het het buitenland gaat in het kader van Onderzoek, Statistiek en Wetenschapstudies

              JoHo WorldSupporter.org: Internationale stage vacatures
              Doe onderzoek naar de ontwikkeling, productie en verkoop van agrarische producten op een ecologische boerderij op de Filipijnen
              Doe onderzoek naar de ontwikkeling, productie en verkoop van agrarische producten op een ecologisch verantwoorde, biologische boerderij op de Filipijnen...
              Exchange knowledge on agriculture, food and development with an internship in India
              Exchange knowledge on agriculture, food and development with an internship in India...
              Loop stage bij een internationale gezondheidsorganisatie in Parijs en help mee met het organiseren van wereldwijde conferenties!
              Je loopt stage bij een internationale organisatie die zich wereldwijd inzet voor het voorkomen en terugdringen van long- en infectieziekten, zoals tuberculose en...
              JoHo WorldSupporter.org: Internationale vrijwilligers projecten
              Do research on education, social work, urban planning or management for a NGO that is active in poor communities in India
              Do research on education, social work, urban planning or management for a NGO that is active in poor communities in...
              Betaald werk, vrijwilligerswerk en stages in het buitenland per werkveld en vakgebied

              JoHo: paginawijzer
              • Deze pagina is automatisch gegenereerd rond het onderwerp van de titel
              • Gebruik het menu voor reguliere navigatie

              Samenvattingen en stages in het buitenland voor onderzoek, statistiek en wetenschapstudies

              Account - Bereikbaarheid - Contact - Dienstenwijzer - Gegevens - Vacatures - Zoeken