Hoe zit het fiscale en belastingrecht in elkaar, en welke onderdelen kan je bestuderen?


Wat zijn belastingen?

  • In juridische zin is belasting datgene wat de nationale wetgever als belasting wenst aan te duiden.
  • Belastingen in economische zin zijn inkomens- (of vermogens)overdrachten, anders dan bij straf, van niet overheidshuishoudingen en naar ten behoeve van een of meer overheidshuishoudingen als zodanig, en krachtens rechtsregels.

Wat is de wettelijke basis van belastingheffen?

  • Belastingheffing berust op twee beginselen: het legaliteitsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel
  • Legaliteitsbeginsel: In art. 104 Grondwet staat dat de belastingen van het Rijk worden gegeven uit kracht van een wet. Alle heffingen van het rijk moeten bij wet worden geregeld. Dergelijke bepalingen zijn te vinden in art. 132 lid 6 Grondwet voor provincies en gemeenten. Verder is er in art. 133 lid 2 Grondwet voor de waterschappen. Deze bepalingen zijn uitwerkingen van het legaliteitsbeginsel.
  • Gelijkheidsbeginsel: Het gelijkheidsbeginsel is neergelegd in art. 1 Grondwet. Dit houdt in dat eenieder die zich in Nederland bevindt in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld. Discriminatie op bijvoorbeeld ras en geslacht is niet toegestaan. De burger kan bij schending van dit grondwettelijke beginsel niet klagen bij de rechter, omdat er niet getoetst kan worden aan de grondwet. De burger kan wel een beroep doen op art. 26 BUPO en art. 14 EVRM. Dit wil niet zeggen dat er sprake is van discriminatie, omdat het mogelijk is dat voor het onderscheid een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat.

Welke soorten belasting kent Nederland?

Nederland kent de volgende soorten belasting:

  • Inkomstenbelasting: deze belasting dient te worden betaald over inkomsten van natuurlijke personen. Inkomstenbelasting is afhankelijk van de hoogte van het inkomen;
  • Vennootschapsbelasting: deze belasting moet worden betaald over de winst van rechtspersonen;
  • Loonbelasting: deze vorm van belasting wordt berekend over het loon van een werknemer. Meestal heeft de werkgever de loonbelasting al in mindering gebracht op het brutoloon. Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Dit houdt dus in dat de betaalde loonbelasting in mindering mag worden gebracht op de te betalen inkomstenbelasting;
  • Omzetbelasting: omzetbelasting of btw wordt in rekening gebracht door ondernemers. Deze vorm van belasting wordt geheven over de levering van goederen en diensten door ondernemers;
  • Dividendbelasting: deze belasting wordt betaald over de winstuitkering op aandelen, ofwel over dividend. Ook dividendbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting;
  • Erfbelasting: deze belasting dient te worden betaald over een erfenis;
  • Schenkbelasting: schenkbelasting wordt betaald als een schenking wordt verkregen;
  • Kansspelbelasting: deze vorm van belasting wordt betaald over gewonnen prijzen(geld);
  • Overdrachtsbelasting: deze belasting wordt bij de verkrijging van onroerend goed betaald;
  • Motorrijtuigenbelasting: motorrijtuigenbelasting wordt betaald bij het hebben van een auto of motorrijwiel;
  • Belasting van personenauto’s en motorrijwielen: deze belasting wordt betaald bij registratie van een auto of motorijwiel;
  • Accijnzen: accijns wordt geheven op bijvoorbeeld alcohol en tabaksproducten;
  • Milieuheffingen: bijvoorbeeld waterbelasting en energiebelasting;
  • Provinciale belastingen en gemeentelijke belastingen: bijvoorbeeld de hondenbelasting.

Wat is inventaris, de balans en de winst- en verliesrekening?

  • We kunnen het eigen vermogen van een onderneming uitrekenen door de bezittingen van die onderneming te verminderen met zijn schulden. Alle bezittingen en de schulden van een organisatie noemen we de inventaris. Inventariseren zijn de werkzaamheden die nodig zijn voor het samenstellen van de inventaris. De verkorte inventaris zijn de goederenvoorraad, debiteuren en crediteuren.
  • Als een onderneming vorderingen heeft op afnemers, noemen we deze afnemers de debiteuren. Deze staan altijd op de debetzijde van de balans vermeld. Op de creditzijde staan de crediteuren, dit zijn de schulden van de onderneming aan zijn leveranciers.
  • Op de balans vind je normaal gesproken de bezittingen van een organisatie en het eigen vermogen maar ook de schulden. De balans wordt meestal opgesteld in de scrontovorm. Er is dan een linker en een rechterkant op de balans. De linkerkant is dan de debetkant en de rechterkant is de creditkant. Op de debetkant staan de bezittingen van een organisatie en op de rechterkant staan de schulden van de organisatie en ook het eigen vermogen, dus de manier hoe de organisatie zijn bezittingen financiert.
  • De activa staat voor de bezittingen die een organisatie heeft en de passiva staat voor de manier waarop een organisatie zijn activa, oftewel zijn bezittingen, heeft gefinancierd. Het is een regel dat de totalen op de debet en de creditkant gelijk zijn.
  • De volgorde van de posten op debetzijde hangt af van de mate van liquiditeit van de activa. De liquiditeit is de snelheid waarmee een bezitting omgezet kan worden in geld. Er wordt op de balans eerst begonnen met de minst liquide activa, daarna neemt de mate van liquiditeit toe. Dus op de laatste plek staat de meest liquide activa.
  • De creditkant begint met het eigen vermogen waarop de schulden van de onderneming volgen. De schulden kunnen onderverdeeld worden in vreemd vermogen op de lange termijn en vreemd vermogen op de korte termijn.
  • Vreemd vermogen op de lange termijn is vermogen dat langer dan een jaar binnen de organisatie beschikbaar is. Vreemd vermogen op de korte termijn is slechts voor minder dan een jaar beschikbaar voor de organisatie. Op de balans tonen we eerst het vreemd vermogen op de lange termijn en vervolgens het vreemd vermogen op de korte termijn.
  • Denk er altijd aan om de posten crediteuren en debiteuren altijd boven de post bank te zetten.

Wat is het grootboek en de proefbalans?

  • Om de administratie makkelijker te maken kun je in plaats van telkens opnieuw een balans en een resultatenrekening op te stellen, het boekhoudkundig model volgen. Het boekhoudkundig model bevat de volgende stappen:
  • Het grootboek
  • De proef en saldibalans
  • De resultatenrekening en de eindbalans
  • De afsluiting van de grootboekrekeningen
  • Het grootboek is bedoeld om voor elke balanspost afzonderlijk een overzicht bij te houden. In dit overzicht kunnen we alle financiële feiten opnemen. Het grootboek bevat de rekeningen bezit, schuld en het eigen vermogen. Ook de grootboekrekeningen kennen net als de balans een debet en een creditzijde.
  • Als je iets debiteert dan maak je een notitie op de debetzijde en bij crediteren maak je een aantekening op de creditzijde.
  • Een grootboek open je door het bedrag van een balanspost op dezelfde kant in het grootboek te zetten als deze staat op balans. Dus er geldt dat een bezitrekening wordt gedebiteerd met hetzelfde bedrag als waarvoor deze op de balans staat weergegeven. Een schuldrekening wordt gecrediteerd met hetzelfde bedrag als waarvoor deze op de balans staat vermeld. Het eigen vermogen wordt bij het openen van het grootboek gecrediteerd met hetzelfde bedrag waarvoor deze op de balans staat vermeld. Als we het grootboek openen, zetten we onder beschrijving het woord balans. De reden hiervoor is dat de hoogtes van de posten afkomstig zijn uit de balans.
  • Het is van belang dat er voor elke balanspost een rekening in het grootboek wordt geopend. Dit moet omdat ook de totalen van het grootboek op de debet en creditkant gelijk moeten zijn. Een bezitrekening wordt bij het openen van het grootboek gedebiteerd. Dit betekent dat als de bezitrekening toeneemt dat dit ook gedebiteerd wordt in het grootboek. Daar staat tegenover dat een afname gecrediteerd wordt.
  • Bij een schuldrekening geldt hetzelfde, omdat deze bij de opening van het grootboek wordt gecrediteerd, wordt een toename ervan ook gecrediteerd. Een afname moeten we debiteren. Ook het eigen vermogen wordt bij een toename gecrediteerd en bij een afname gedebiteerd.

Wat is winst en winstbelasting?

  • Volgens art. 7 Wet Vpb wordt de winst van binnenlands belastingplichtigen geheven naar het belastbaar bedrag. Wat men hieronder moet verstaan, wordt in dezelfde bepaling behandeld: belastbare winst is de winst minus de aftrekbare giften (lid 3). Van de belastbare winst trekt men vervolgens de te verrekenen verliezen uit andere jaren af (lid 2) om tot het belastbare bedrag te komen.
  • In het vierde lid wordt uitgelegd wat men onder ‘jaar’ moet verstaan. In beginsel is dit het boekjaar, maar het is ook mogelijk dat het kalenderjaar gehanteerd wordt, wanneer belastingplichtige niet regelmatig boekhoudt met geregelde jaarlijkse afsluitingen. Het boekjaar telt in principe 12 maanden.
  • Wordt een dochtermaatschappij in de loop van een boekjaar onderdeel van een fiscale eenheid, dan geldt het gedeelte van het jaar waarin zij geen deel van de fiscale eenheid is, als een afzonderlijk boekjaar. Het overige deel van het jaar wordt ook als afzonderlijk boekjaar aangemerkt. De twee perioden kunnen als zelfstandige boekjaren betrokken worden in de verliesverrekeningsregeling van art. 20 Wet Vpb.
  • Het is overigens toegestaan dat binnenlands of buitenlands belastingplichtigen hun belastbare bedrag op verzoek berekenen in vreemde valuta, de zogenaamde functionele valuta (zie art. 7 lid 5 en 17 lid 1 Wet Vpb; de regeling is nader uitgewerkt in de ‘regeling functionele valuta’).

Wat is verliescompensatie?

  • Art. 20 t/m 21a Wet Vpb gaan over de wijze waarin een verlies verrekend kan worden met in andere jaren behaalde winsten. Door deze mogelijkheid worden jaarlijkse schommelingen in de belastinggrondslag enigszins verzacht. Er is zowel vooruitwenteling als terugwenteling mogelijk.
  • In art. 20 lid 1 Wet Vpb wordt een ‘verlies’ gedefinieerd als het negatieve bedrag dat voortvloeit uit de berekening van de belastbare winst (voor binnenlands belastingplichtigen) of van het Nederlands inkomen (voor buitenlands belastingplichtigen; zie het laatste hoofdstuk).
  • Verliezen komen slechts in aanmerking voor verrekening, als ze bij beschikking (op het aangiftebiljet) zijn vastgesteld. Dit volgt uit art. 20 lid 2 en 20b Wet Vpb. Vervolgens vindt verrekening plaats met de belastbare winsten van de drie voorafgaande en alle volgende jaren. Deze verrekening vindt volgens art. 20 lid 4 Wet Vpb plaats in de volgorde waarin de verliezen geleden zijn en de belastbare winsten genoten zijn. De verrekening begint dus bij het oudste jaar, daarna gaat men verder bij het op één na oudste jaar, enzovoort. Pas als de terugwenteling niet voldoende is om het verlies te verrekenen, komt vooruitwenteling aan de orde.
  • De terugwenteling zal leiden tot een vermindering van de aanslag van het betreffende jaar. Deze vermindering vindt op grond van art. 21 lid 1 Wet Vpb plaats bij een door de inspecteur genomen beschikking.
  • Op basis van art. 21 lid 3 Wet Vpb is onder omstandigheden een voorlopige teruggaaf mogelijk, deze wordt ook verleend bij voor bezwaar vatbare beschikking. Zie art. 3 Uitv. Besch. Wet Vpb voor nadere regels omtrent de voorlopige teruggaaf.

Wat is giftenaftrek?

  • Op grond van art. 16 Wet Vpb mogen giften gedaan aan levensbeschouwelijke, kerkelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke en algemeen nut beogende instellingen in aftrek komen van de belastbare winst. Het betreft hier de niet-zakelijke giften, aangezien giften met zakelijk karakter al in aftrek komen op grond van art. 8 Wet Vpb en art. 3.8 Wet IB.
  • De giften zijn aftrekbaar voorzover zij gezamenlijk niet meer bedragen dan een vooraf bepaald bedrag. De aftrek bedraagt maximaal een bepaald percentage van de winst.

Wat is aftrek van de commissarisbeloning?

  • In art. 11 Wet Vpb worden beperkingen gesteld aan de aftrekbaarheid van de commissarisbeloning. Een commissaris is in dit verband een natuurlijke persoon die een aanmerkelijk belang (art. 4.6, 4.7 Wet IB) heeft in de vennootschap.
  • De aftrek van de winst wordt beperkt, omdat de wetgever inzag dat een commissarisbeloning het karakter van een winstuitdeling kan hebben.
  • De commissaris maakt deel uit van de (overigens niet bij alle vennootschappen verplichte) raad van commissarissen. Deze raad ziet toe op het bestuursbeleid en de algemene gang van zaken in de vennootschap en geeft het bestuur advies. De raad heeft tevens enkele specifieke bevoegdheden en taken, zoals het bijeenroepen van de algemene vergadering van aandeelhouders.
  • Fiscaal gezien wordt naar feitelijke omstandigheden bepaald of iemand commissaris is. Een persoon hoeft dus niet de titel commissaris te dragen, het uitvoeren van de taken en bevoegdheden van een commissaris is voldoende. Aan de andere kant is een commissaris die in feite de rol van bestuurder heeft, fiscaal gezien geen commissaris.

Waar gaat de heffing bij buitenlandse belastingplicht over?

  • In art. 17 lid 1 Wet Vpb staat dat buitenlandse belastingplichtigen naar het belastbare Nederlandse bedrag belast worden. Hieronder wordt het Nederlandse inkomen verstaan, verminderd met de te verrekenen verliezen.
  • Er zijn twee bronnen:
    • Art. 17 lid 3a en 17a Wet Vpb: de belastbare winst uit Nederlandse onderneming. Dit is het bedrag van de voordelen die worden behaald met behulp van een onderneming (of een deel daarvan) dat gedreven wordt door middel van een vaste inrichting in Nederland.

    • Art. 17 lid 3b Wet Vpb: het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang mits dit niet tot het ondernemingsvermogen behoort.

  • De definitie die van het begrip ‘vaste inrichting’ gegeven wordt in het Besluit voorkoming dubbele belasting luidt als volgt: ‘een duurzame inrichting van een onderneming met behulp waarvan de werkzaamheden van die onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend’. Vervolgens worden voorbeelden gegeven. Denk bijvoorbeeld aan een fabriek of filiaal. De definitie geldt slechts voor het Besluit, maar geeft wel een indicatie.

Bronnen en verder lezen

 

 

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten