Hoe worden stress en coping benaderd binnen de gezondheidspsychologie?

Gezondheidspsychologie is een veld binnen de psychologie waar men zich bezighoudt met het begrijpen van psychologische invloeden op hoe mensen gezond blijven, waarom mensen ziek worden en hoe mensen reageren wanneer ze ziek worden.

Een beknopte uitleg van de gezondheidspsychologie

De thema’s binnen de gezondheidspsychologie zijn van alle tijden. Veel culturen geloofden lang geleden dat er een relatie bestaat tussen je gedrag, mentale staat en je gezondheid. In de huidige tijd is er hiervoor ook wetenschappelijke evidentie. Lichamelijke ziekten worden geassocieerd met kwaadheid, vijandigheid, pessimisme, depressie, sociale isolatie en een gevoel van hopeloosheid. Daarnaast worden lichamelijke ziekten gelinkt met gedragsaspecten zoals weinig beweging, een slecht voedingspatroon, roken en alcohol en/of drugsmisbruik. Een goede gezondheid wordt daarentegen in verband gebracht met optimisme, het ervaren van positieve emoties en gedrag zoals genoeg lichaamsbeweging en het opvolgen van medisch advies.

Een doel binnen de gezondheidspsychologie is mensen helpen te begrijpen dat ze een belangrijke rol kunnen spelen in het in controle houden van hun eigen gezondheid en levensverwachting. Een ander doel is mensen bijbrengen dat stress en belangrijke rol speelt in gezondheid en ziekte.

Stress en stressoren

In de gezondheidspsychologie wordt stress omschreven als een intern proces dat optreedt wanneer mensen zich proberen aan te passen aan situaties en gebeurtenissen. Deze situaties en gebeurtenissen worden stressoren genoemd. Stressreacties onderbreken je dagelijks functioneren of dreigen je dagelijks functioneren te onderbreken. Hierdoor moet je je aanpassen. Stressoren kunnen mild en tijdelijk, maar ook heftig en langdurig zijn. Sommige stressoren, zoals trouwen, zijn stimulerend of motiverend en wenselijk.

Stressreacties zijn psychologische, fysieke en gedragsresponsen die je laat zien wanneer je te maken hebt met een stressor. Stress heeft dus een transactie tussen mensen en hun fysieke en psychologische omgevingen nodig. De hoeveelheid stress die men ervaart kan verminderd worden door de volgende stress mediators: steun van naaste, toenemen van grip op de situatie (het kunnen voorspellen en controleren van de situatie) en een positiever zelfbeeld.

Stressoren en het meten hiervan

Om stress te kunnen meten hebben Thomas Holmes en Richard Rahe meerdere mensen gevraagd om van bepaalde situaties aan te geven hoe stressvol dit is. Aan de hand van de uitkomst hebben ze de SRRS, Social Readjustment Rating Scale, bedacht. De stressscore van iemand kan berekend worden door te kijken naar welke gebeurtenissen iemand heeft meegemaakt en de scores hiervan bij elkaar op te tellen. Mensen die hoog scoren op de SRRS hebben een grotere kans om lichamelijke of geestelijke problemen te ontwikkelen dan mensen die lager scoren. Een tweede meetinstrument dat is ontworpen is de Life Experiences Survey (LES). Bij dit meetinstrument wordt gekeken naar hetgeen iemand heeft meegemaakt en naar de manier waarop diegene die situaties heeft ervaren.

Stressrespons

Fysieke en psychologische stressresponsen vinden vaak samen plaats, zeker wanneer stressoren intens zijn. Daarnaast kan het ene type stressrespons een ander type in werking stellen.

Lichamelijke respons

Als er iets engs is gebeurd, merk je dat je anders gaat ademen, hartkloppingen krijgt en gaat trillen. Dit zijn de lichamelijke gevolgen van stress. Dit is een vecht-of-vlucht reactie. Wanneer stress langer aanhoudt kan het zorgen voor een reeks van psychologische en lichamelijke problemen, het zogeheten General Adaptation Syndrome (GAS), bedacht door Selye. Dit is verdeeld in drie fasen. De eerste fase is de alarmfase, waarbij je de reactie krijgt van het vechten of vluchten. Daarna komt de fase van verzet, hierbij gaan de reacties van de alarmfase weg en doet het lichaam z’n best om met de stress om te gaan. Als laatste komt de fase van uitputting, waarbij iemand letterlijk ziek kan worden van alle stress. Het immuunsysteem is verzwakt, waardoor de kans op griep of verkoudheid toeneemt. Daarnaast kunnen de grote hoeveelheden cortisol en adrenaline door de stress zorgen voor onder andere hartproblemen. Ziekten als gevolg van stress worden ook wel aanpassingsziekten genoemd, stress wordt immers veroorzaakt door het verlies van evenwicht bij het aanpassen van veranderende omstandigheden.

Psychologische respons

Naast de lichamelijke reactie voel je ook de emotionele reactie. Zodra de stressor weg is, gaan de emoties ook weg, maar als de stressor niet weggaat, zullen de emoties ook aanhouden. Stress kan er ook voor zorgen dat je je minder goed kunt concentreren en je daardoor slechter nadenkt (cognitieve veranderingen). Dit kan worden veroorzaakt door rumineren (piekeren). Een hieraan gerelateerd fenomeen is catastroferen: het stilstaan bij en het overschatten van de mogelijke consequenties van negatieve gebeurtenissen. Daarnaast zorgt teveel opwinding door stress vaak voor een kleine aandachtsspanne. Mensen die stress ervaren houden het vaak bij hun mentale sets die een probleem niet altijd op de goede manier te lijf gaan. Daarnaast kan stress functional fixedness vergroten. Dit is de neiging tot het gebruiken van een object voor slechts één doel. Ook kan stress het proces van oordelen en beslissingen nemen aantasten.

Gedragsrespons

Je lichaamshouding, manier van bewegen en praten kunnen aangeven of je stress ervaart. Sommige mensen vluchten van de situaties die stressvol zijn (bijvoorbeeld door het gebruik van verdovende middelen), waardoor zij niet kunnen aanleren hoe ze met de stress om moeten gaan. Ook kunnen zo negatieve gezondheidsgevolgen ontstaan.

Stress en psychologische ziekten

Een voorbeeld van een psychologisch probleem dat wordt veroorzaakt door stress is een burnout. Men heeft dan chronisch stress ervaren en is daardoor niet meer in staat goed te functioneren in het dagelijks leven. Een tweede psychologisch probleem is de Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS). De oorzaak hiervan is een traumatische ervaring waarin men zeer veel stress ervaart. Symptomen van PTSS zijn angstige en depressieve gevoelens, flashbacks naar de traumatische ervaring, slaapproblemen en een verminderde concentratie. Niet iedere traumatische ervaring hoeft echter een PTSS op te leveren, men kan ook sterker uit de ervaring komen. Psychologische problemen veroorzaakt door stress kunnen een genetische basis hebben maar pas tot uiting komen binnen een bepaalde (stressvolle) omgeving, men spreekt hier over het Diathesis stressmodel. 

De aanwezigheid van stress mediatoren

Verschillende mensen reageren op verschillende manieren op verschillende stressoren. De reden hiervoor wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld de volgende mediatoren:

  • Controle

  • Cognitieve schattingen

  • Voorspelbaarheid

  • Copingmethoden en bronnen

  • Sociale steun

Het ontvangen van stressoren

Onze kijk op de wereld hangt af van de stimuli die we ontvangen en hoe we deze interpreteren of inschatten. Met welke stressor je ook te maken hebt, wanneer je deze interpreteert als een bedreiging zal de stressor een negatievere impact hebben dan wanneer je dezelfde stressor zou interpreteren als een kans of uitdaging. Een belangrijk onderdeel van het inschatten van een stressor bestaat uit de controle die je denkt over de stressor te hebben en de voorspelbaarheid van de stressor.

Controle en voorspelbaarheid

Onvoorspelbare stressoren hebben meer impact dan stressoren die je wel kunt voorspellen, zeker wanneer de stressoren relatief heftig en kort zijn. Het is echter niet zo dat voorspelbaarheid je helemaal beschermt tegen stressoren. Wanneer zelfs milde voorspelbare stressoren over langere tijdsperioden aanhouden, kunnen zij zelfs schadelijker zijn dan kortere onvoorspelbare stressoren (dieronderzoek).

De effecten van stressoren kunnen ook worden beïnvloed door het gevoel van controle. Een stressor waarbij mensen het idee hebben er controle over uit te kunnen voeren, heeft vaak een minder heftige impact op de gezondheid. De impact van de stressor wordt al verminderd wanneer je gelooft dat je controle hebt, zelfs wanneer die controle in het echt niet bestaat. Mensen die het idee hebben stressoren niet te kunnen controleren hebben een grotere kans op lichamelijke en psychische problematiek. Ze hebben vaak het gevoel van hulpeloosheid en hopeloosheid waardoor ze grotere risico’s hebben op het ontwikkelen van bijvoorbeeld hartproblemen of depressie.

Copingmethoden en copingbronnen

Mensen hebben vaak minder last van stressoren wanneer ze goede copingbronnen (zoals tijd en geld) en copingmethoden hebben. De focus van coping kan in de copingmethodes liggen op het probleem of op de emotie: probleemgerichte coping (je wilt de bron van de stress veranderen of verwijderen) en emotiegerichte coping (het reguleren van de negatieve gevolgen van de stressor). Dit kan ook samengaan als bijvoorbeeld werken aan het probleem ervoor zorgt dat je emoties minder erg worden. De copingmethoden werken niet altijd. Als je zeer gestrest wordt van de gedachte aan een aankomend tentamen, maar je neemt enkel een kalmeringsmiddel en gaat niet leren, dan werken de methoden bijvoorbeeld niet. Je stress op de korte termijn wordt wel verminderd of verdwijnt zelfs, maar doordat je het tentamen niet haalt, blijft de stress op de lange termijn bestaan. Het kan ook helpen om te denken aan wat stress met je doet en denken aan de positieve dingen die je van de situatie krijgt.

De aanwezigheid van sociale steun

Steun van een sociaal netwerk zorgt voor minder stressgevoelens en een betere gezondheid. Een slecht sociaal netwerk is volgens sommige studies ongeveer even ongezond als roken en een ongezonde levensstijl. Naast dat steun kan zorgen voor minder stress kan het ook zijn dat goed om kunnen gaan met stress zorgt voor meer sociale contacten. De kwaliteit van de relatie met mensen is ook belangrijk, conflicten zijn bijvoorbeeld slecht voor de gezondheid. Sociale steun kan iemand helpen als de persoon hierdoor zijn emoties kan uiten, omdat volgens Pennebaker het inhouden van deze emoties stress veroorzaakt. Te veel steun kan ook even slecht zijn als te weinig steun. Zo kan een grote sociale kring waarin bijna iedereen rookt, ervoor zorgen dat jij niet stopt met roken.

Persoonlijkheid, stress en geslacht

De impact van stress wordt gedeeltelijk veroorzaakt door hoe mensen in het algemeen over de wereld denken en op de wereld reageren. Zo hebben mensen die stressoren negeren waar dit mogelijk is, een grotere kans op ziekten. Mensen die stressoren in het algemeen juist opvatten als tijdelijke uitdagingen en die de oorzaak van de stressor niet altijd bij zichzelf leggen hebben een veel kleinere kans op het ontwikkelen van ziekten. Een belangrijke oorzaak hiervan is het dispositioneel optimisme: het geloof dat alles goed komt.

Naast optimisme worden ook het gevoel van geluk en andere positieve emoties gerelateerd aan een langere levensloop en een betere gezondheid.

Daarnaast lijkt het geslacht een belangrijke rol te spelen. Mannen reageren heftiger op stress dan vrouwen, waarschijnlijk omdat stresshormonen anders reageren op de geslachtshormonen. Misschien is dit voor een gedeelte de reden dat vrouwen gemiddeld ouder worden dan mannen.

Gezondheid en ziekte met de bijbehorende psychologie en fysiologie

Ziekten, stress en het immuunsysteem

Psychoneuroimmunologie is een vorm van psychologie die zich bezig houdt met de samenhang tussen fysieke en mentale processen die het lichaam in staat stellen om zich te verdedigen tegen ziekten. Wanneer het immuunsysteem is verzwakt door stress zijn we vatbaarder voor verschillende ziekten. Wanneer er sprake is van een overactief immuunsysteem, kunnen er ook vervelende dingen gebeuren: er kunnen chronische en progressieve ziekten als artritis en diabetes ontstaan. Cellen van het immuunsysteem vallen dan gezonde goede lichaamscellen aan.

Belangrijke cellen in het immuunsysteem die het lichaam beschermen tegen ziekten zijn witte bloedcellen oftewel leukocyten. Leukocyten worden gevormd in het beenmerg en ze dienen als mobiele verdedigingscellen. Vormen van leukocyten zijn B-cellen en T-cellen. T-cellen doden andere (verkeerde/gevaarlijke) cellen en B-cellen produceren antilichamen. Andere vormen van leukocyten zijn natural killer cells, deze doden veel verschillende onbekende organismen. De macrofaag, een andere leukocyt, eet onbekende cellen op buiten de bloedbaan, bijvoorbeeld in je organen. De activiteit van deze cellen wordt beïnvloed door het endocrine systeem en het centrale en autonome zenuwstelsel. Door deze connecties hebben stressvolle situaties invloed op het immuunsysteem, maar hoe dit precies werkt is nog onbekend.

Ziekten, stress en het cardiovasculaire systeem

Het sympatho-adreno-medullary (SAM) systeem mobiliseert het lichaam bij gevaar. Doordat het SAM systeem gerelateerd is aan het cardiovasculaire systeem kan een herhaaldelijke activatie van het SAM systeem door stressoren coronaire hartziekten veroorzaken, vooral als de mensen lichamelijk heftiger reageren op stress. Iemand die ongeduldig is en een gevoel heeft van vijandigheid heeft een grotere kans op een hartziekte.

Verhoogt vijandigheid het risico op hartziekten?

Vijandigheid wordt gekarakteriseerd als achterdocht, regelmatige kwaadheid, wrok, vijandschap en het wantrouwen van anderen. Vijandigheid wordt aangemerkt als een risicofactor op het ontstaan van coronaire hartziekten of het krijgen van een hartaanval, maar is vijandigheid wel zo gevaarlijk als gezondheidspsychologen denken?

Er is wetenschappelijk bewijs voor een relatie tussen vijandigheid en hartziekten, maar wetenschappers weten nog niet wat de relatie verklaart. Er lijken zowel directe als indirecte banden aanwezig te zijn, maar onderzoek naar de relatie is lastig omdat de onafhankelijke variabele (vijandigheid) niet gemanipuleerd kan worden. Een causale relatie kan dus niet zomaar worden gelegd. Er zou bijvoorbeeld sprake kunnen zijn van een derde variabele die de relatie verklaart.

Gezondheidsgedachten en gezond gedrag

Gezondheidspsychologen proberen gedachtenprocessen die leiden tot gezondheidsbedreigend gedrag te begrijpen en op basis hiervan interventies te ontwikkelen. Dit valt onder het health belief model. Rosenstock ontwierp zo’n model. Hij dacht dat de beslissing die mensen nemen over gezond gedrag afhangt van de volgende factoren:

  • Het geloven in de ernst en de consequenties van de ziekte.

  • Het geloven dat het gezondheidsprobleem je persoonlijk bedreigt.

  • Het geloven dat het veranderen van bepaald gedrag het risico op het gezondheidsprobleem vermindert.

  • Een vergelijking tussen de verwachte voordelen door de gedragsverandering en de verwachte kosten van de gedragsverandering.

Om te stoppen met roken moet je dus geloven dat je een groot risico hebt op het ontwikkelen van longkanker, dat longkanker heel ernstig en levensbedreigend is, dat je door te stoppen met roken het risico op longkanker aanzienlijk kan verkleinen en dat de moeilijkheid van het stoppen met roken minder erg is dan het doodgaan aan longkanker.

Andere health belief models nemen vaak ook de self efficacy mee (het geloof dat je bepaald gedrag kunt uitvoeren).

Gezond gedrag en het veranderen hiervan

Volgens James Prochaska en collega’s is het veranderen van risicogedrag een proces van vijf fasen:

  • Fase 1: voorbeschouwing. men voorziet nog geen problemen in gezondheid. Geen plannen heeft men gemaakt met als doel te veranderen.

  • Fase 2: de beschouwing. men ziet in dat zijn/haar gezondheid in gevaar is. Men denkt eraan om serieus te veranderen.

  • Fase 3: voorbereiden. Men maakt serieuze plannen.

  • Fase 4: actie ondernemen. Men voert alle plannen serieus uit en verandert zijn/haar gedrag.

  • Fase 5: volhouden. Ten minste zes maanden heeft het gezonde gedrag voortgeduurd. Hierbij heeft men vaardigheden ontwikkeld.

Vaak vallen mensen terug in een eerder stadium. Ze doorlopen fasen één tot en met vier een aantal keer (en vallen telkens terug), voordat ze stadium vijf echt bereiken.

Programma’s en het promoten van gezondheid

Een belangrijk onderdeel van het werk van gezondheidspsychologen is het verbeteren van de stress copingvaardigheden van mensen. De eerste stap van het leren omgaan met stress (coping) is het maken van een systematische assessment over in hoeverre de stress je leven ontwricht. Hiervoor moet je ten eerste de specifieke gebeurtenissen en situaties die optreden als stressoren herkennen en ten tweede de effecten van die stressoren herkennen. Vervolgens is de tweede stap het stellen van doelen. Welke stressoren en stressresponsen wil je aanpakken, welke stressoren zijn veranderbaar en welke niet? De derde stap is het plannen van de specifieke stappen die je nodig hebt voor het omgaan met de stress. Tijdens de vierde stap onderneem je actie: je voert je copingplannen uit. De vijfde stap omvat de evaluatie: bepaal de veranderingen in stressoren en stressresponsen die zijn ontstaan door je copingmethoden. Uiteindelijk kom je bij de zesde stap: verander je copingmethoden om je resultaten te verbeteren wanneer dit nodig is.

Onthoud wel dat er geen universele copingmethode bestaat: wat voor de ene persoon werkt, hoeft voor de andere persoon niet te werken, Daarnaast hoeft een copingmethode die bij de ene stressor wel werkt, niet per definitie bij een andere stressor uitkomst te bieden.

Copingstrategieën kunnen gebaseerd zijn op emoties, cognitief zijn, op gedrag gericht of lichamelijk zijn. Cognitieve strategieën gaan over het veranderen van hoe we denken over de stressoren. Zo wordt catastrofaal denken veranderd door gedachten waarin de stressor wordt gezien als een uitdaging in plaats van een bedreiging. Dit heet cognitieve herstructurering. Strategieën die zich op emoties richten gaan over het zoeken naar sociale steun. De strategieën gericht op gedrag gaan over het minimaliseren van de impact van de stressoren. Een voorbeeld hiervan is time management. Lichamelijke strategieën richten zich op het veranderen van onwenselijke lichamelijke reacties op de stressoren. De meest voorkomende lichamelijke strategie is het gebruik van medicatie (of verdovende middelen). Een vorm van niet-chemische lichamelijke coping is een progressieve spierrelaxatie training.

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten