Wat is werkloosheid en wanneer heb je recht op een uitkering?
- Wat is werkloosheid?
- Wat zijn werkloosheidsuitkeringen?
- Wat zijn de verplichtingen voor WW-uitkering?
- Wat is verwijtbare werkeloosheid?
- Wat is sollicitatieplicht en passende arbeid?
- Wat zijn sancties van het UWV?
- Wat betekent betaling van de uitkering?
- Wat zij re-integratie maatregelen?
- Wanneer heb je recht op een uitkering?
- Wat zijn de utsluitings- en eindigingsgronden bij werkloosheid?
- Update
Wat is werkloosheid?
- Art. 16 WW geeft een definitie wat onder werkeloosheid moet worden verstaan:
- Werkloos is de werknemer die:
- tenminste vijf of ten minste de helft van zijn arbeidsuren heeft verloren
- hij het recht op doorbetaling van loon over die uren heeft verloren
- wel beschikbaar en bereidheid is om arbeid te aanvaarden.
- De taak van het UWV is om te bevorderen dat uitkeringsgerechtigden weer worden ingeschakeld in het arbeidsproces. Voor iedere jongere tot 23 jaar moet het UWV daarvoor een plan schrijven. Bovendien kunnen regels worden opgesteld over deelneming aan scholing. Zo probeert het UWV ervoor te zorgen dat een uitkeringsgerechtigde zo snel mogelijk weer aan de slag kan.
Wat zijn werkloosheidsuitkeringen?
- In de Werkloosheidswet zijn er twee soorten uitkeringen:
De basisuitkering.
- Hiervoor geldt de wekeneis. Deze uitkering duurt drie maanden. In de eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75% van het dagloon en de laatste maand 70% van het dagloon (art. 47 WW).
De verlengde uitkering.
- Voor deze uitkering geldt zowel de weken-eis als de jaren-eis. De uitkering bedraagt 70% van het laatstverdiende loon (art. 47 WW). Deze uitkering duurt 1 tot 35 maanden, afhankelijk van het arbeidsverleden. Het arbeidsverleden worden gesplitst in het reële arbeidsverleden (de werkelijk gewerkte jaren vanaf 1998) en het fictieve arbeidsverleden (de jaren vanaf het achttiende jaar tot aan 1998). De som van beiden komt uit op een aantal jaar, waarbij de uitkering één maand voor ieder volledig kalenderjaar dat het arbeidsverleden met de duur van drie kalenderjaren overstijgt met een maximum van 35 maanden. De totale duur van de uitkering is dus maximaal 38 maanden.
Een handig schema hierbij:
WW-uitkeringen |
Voorwaarde |
Duur (art. 42) |
Hoogte (art. 47) |
Basisuitkering |
Weken-eis |
3 maanden |
2 maanden 75% 1 maand 70% |
Verlengde uitkering |
Weken-eis en jaren-eis |
1 tot 35 maanden |
70% |
Wat zijn de verplichtingen voor WW-uitkering?
- In de eerste plaats moet men, om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering, een aanvraag indienen (art. 22 WW).
- Wil de werkloze het recht op WW-uitkering vervolgens geldend maken, moet hij aan groot aantal verplichtingen voldoen, in te delen in drie categorieën: de werknemer mag niet verwijtbaar werkloos zijn of blijven (art. 24 WW), de werknemer dient de nodige inlichtingen te verschaffen (art. 25 WW) en de werknemer dient aan administratieve voorschriften te voldoen (art. 26 WW).
- De eerste verplichting bestaat uit twee aspecten, namelijk verwijtbare werkloosheid en passende arbeid.
Wat is verwijtbare werkeloosheid?
- In artikel 24 lid 2 WW worden twee situaties geschetst wanneer werkloosheid verwijtbaar is:
- Indien aan de werkeloosheid een dringende reden ten grondslag ligt in de zin van art. 7:678 BW en de werknemer ter zake een verwijt kan worden gemaakt;
- Indien de dienstbetrekking is beëindigd door of op verzoek van de werknemer zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem kon worden gevergd.
- De werknemer hoeft geen verweer te voeren tegen het eindigen van zijn arbeidsovereenkomst. Dit is anders indien hij op staande voet is ontslagen. Ook mag de werknemer ingaan op een initiatief van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te beëindigen (art. 24 lid 6 WW). Bovendien mag de werknemer zelf opzeggen en dan nog aanspraak maken op een WW-uitkering als er sprake is van een dringende reden, gegeven door de werkgever (zoals seksuele intimidatie). Dat laatste geval doet zich overigens zelden voor en brengt ook onzekerheid mee over de vraag of de dringende reden uiteindelijk wel zal worden erkend.
Wat is sollicitatieplicht en passende arbeid?
- Om te voorkomen dat de werknemer werkloos is of blijft moet hij mee werken aan het verkrijgen en behouden van passende arbeid (art. 24 lid 3 WW).
- Zo geldt er een sollicitatieplicht, die al kan ingaan op het moment dat duidelijk wordt dat de oude baan tot een einde gaat komen. Hierbij geldt één concrete sollicitatie per week als minimum.
- Onder passende arbeid wordt verstaan alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd (art. 24 lid 3 WW). Niet-passende arbeid kan bijvoorbeeld te zwaar werk of een extreem lange reistijd zijn. Bij een langer durende werkeloosheid dient de werknemer steeds lichtere eisen te stellen aan het te aanvaarden werk.
Wat zijn sancties van het UWV?
- Het UWV kan verschillende sancties toepassen, indien de werknemer zijn verplichtingen niet nakomt.
- Om fraude te voorkomen is het noodzakelijk dat art. 25 WW (inlichtingenplicht) kan worden nageleefd. Iemand die werk verzwijgt en zo zijn WW-uitkering behoudt, kan bijvoorbeeld een boete van maximaal € 2269,- opgelegd krijgen (art. 27a-27g WW).
- In andere gevallen kan naar redelijkheid de uitkering geheel of gedeeltelijk worden stopgezet (art. 27 WW). Hoe zwaar de sanctie is, hangt af van de ernst van de schending van een verplichting. Dit is het evenredigheidsbeginsel.
- Dit beginsel wordt terzijde gesteld, als de werknemer verwijtbaar werkloos wordt of door eigen toedoen geen passende arbeid behoudt, want dan is het UWV verplicht om de uitkering blijvend geheel te weigeren. Indien de werknemer het niet nakomen van de verplichting niet in overwegende mate kan worden verweten, wordt hij minder streng gestraft. In dat geval wordt de uitkering gedurende een halfjaar verlaagd van 70 tot 35%.
Wat betekent betaling van de uitkering?
- De betaling is in art. 30-41 en 52f WW geregeld.
- Er kan een voorschot op de uitkering worden toegekend. Bovendien kunnen bepaalde inkomsten op de uitkering in mindering worden gebracht, zoals inkomsten uit een ouderdomspensioen. Wanneer de werknemer weer meer dan vijf uur per week of meer dan de helft van zijn vroegere arbeidsuren gaat werken, verliest hij zijn recht op uitkering over die uren. Wanneer hij echter een minder aantal uren werken, dan behoudt hij zijn volledige recht op uitkering. De uitkering wordt wel verminderd met 70% van hetgeen de werknemer met die arbeid verdiend. De overige 30% mag de werknemer zelf houden.
Wat zij re-integratie maatregelen?
- Belangrijk is de fictieve opzegtermijn van artikel 16 lid 3 WW. Dit houdt in dat de betrokkene pas als werkloos wordt beschouwd en dus uitkering gaat ontvangen na verloop van dezelfde termijn die had moeten gelden als opzegtermijn bij opzegging, mits hij een ontslagvergoeding heeft ontvangen.
Wanneer heb je recht op een uitkering?
- Voor het recht op een uitkering geldt dat de er moet worden voldaan aan vier voorwaarden: werknemerschap (par. 16.3), werkloosheid (par. 17.2), referte-eisen (par. 17.3) en het niet toepasselijk zijn van uitsluitingsgronden (par. 17.4). Als aan deze voorwaarden is voldaan ontstaat er een recht op uitkering (par. 17.5). Om deze uitkering geldend te kunnen maken, moet de werknemer hebben voldaan aan een aantal verplichtingen (par. 17.6-17.9). Ten slotte wordt bij de betaling van de uitkering nog gekeken naar bepaalde andere inkomsten van de betrokkene (par. 17.10).
- De werknemer moet, om in aanmerking te kunnen komen voor een werkloosheidsuitkering, voldoende tijd hebben gewerkt. Deze referte-eis valt uiteen in twee afzonderlijke eisen (art. 17 WW). Er is de weken-eis, die inhoudt dat de werkloze in de 36 weken voorafgaande aan werkloosheid ten minste 26 weken moet hebben gewerkt. Er geldt hierbij geen minimumomvang van de arbeid. Deze regel wordt ook wel de ’26 uit 36 weken-eis’ genoemd.
- Daarnaast is er de jaren-eis, waaraan voldaan moet zijn om een verlengde uitkering te krijgen: de werknemer moet in de vijf voorgaande kalenderjaren in minimaal vier jaar hebben gewerkt. Dit houdt in dat hij in elk van die vier jaren loon moet hebben ontvangen over 52 of meer dagen. De eis wordt ook wel ‘vier-uit-vijf-jaren-eis’, of de arbeidsverledeneis genoemd (art. 42 lid 2 WW).
Wat zijn de utsluitings- en eindigingsgronden bij werkloosheid?
- In art. 19 WW staan er gevallen genoemd waarin men ondanks werkeloosheid toch is uitgesloten van een WW-uitkering. Uitgesloten van uitkering is bijvoorbeeld iemand die door vakantie, staking of verblijf in een gevangenis werkloos is. In art. 20 WW staan de gronden genoemd op grond waarvan een WW-uitkering kan eindigen. Een uitkering eindigt bijvoorbeeld wanneer de werkloze een nieuwe dienstbetrekking krijgt of als zelfstandige gaat werken. In art. 21 WW staat dat het recht op uitkering weer kan herleven als de reden voor het eindigen van de uitkering is weggevallen.
Update
- Regelingen omtrent werkloosheid zijn aan veranderingen onderheving. Check dus altijd de laatste stand van zaken bij de betreffenden instanties