Onderzoek en hoofdvraag
De hoofdvraag (probleemstelling) is de centrale vraag die een onderzoeker in zijn onderzoek probeert te beantwoorden. Vaak wordt deze hoofdvraag gedurende een onderzoek meermaals bijgesteld.
Het doen van onderzoek begint met het formuleren van zo’n hoofdvraag. Er bestaan twee soorten onderzoek: praktijkgericht (gericht op praktisch nut en praktische toepasbaarheid en meestal voor een bedrijf of organisatie) en fundamenteel (gericht op het toetsen of verder ontwikkelen ven theoretische kennis en meestal zonder externe belanghebbende) onderzoek. Echter, deze tweedeling is niet absoluut en niet zwart-wit; het onderscheid wordt vooral gemaakt op basis van de directe praktische gerichtheid van (praktijk)onderzoek. Deze praktische gerichtheid is terug te zien in de beleidscyclus, die als vertrekpunt de bestaande situatie heeft en als einddoel de gewenste situatie, ofwel de situatie die gewijzigd of verbeterd is na uitvoering van een plan voor wijziging. De cyclus verloopt in vier stappen, namelijk het in kaart brengen van de situatie (beeldvorming), het onderzoeken en vaststellen van de oorzaken, het bedenken van mogelijke oplossingen en de uitvoering van de oplossing die gekozen wordt met een uitvoeringsplan.
De hoofdvraag heeft vóór het onderzoek als functie het structureren van het onderzoek en na het onderzoek als functie het sturen van de verwachting van de lezer. Zo geeft de hoofdvraag voor het onderzoek houvast,
-
Door aan te geven wat er precies wel en niet onderzocht wordt;
-
Door duidelijk te naken, welke informatie er precies nodig is om tot een antwoord op die hoofdvraag te komen;
-
Door in een vroeg stadium de mogelijkheid van het ontwerpen van een gedetailleerde rapportindeling te bieden.
Ook biedt de formulering van de probleemstelling de mogelijkheid om aan te geven, of het onderzoek beperkt blijft tot het verzamelen van informatie of ook een analyse moet geven, adviezen moet opleveren, een oordeel aannemelijk moet maken of een handboek of draaiboek uitwerken. Daarbij is het intrinsieke doel van onderzoek datgene, wat je met wilt bereiken (bijvoorbeeld beeldvorming, analyse of oordeel) en het extrinsieke doel datgene, wat je door je onderzoek wilt bereiken (bijvoorbeeld het signaleren van misstanden of het verhogen van tevredenheid).
Verder heeft de hoofdvraag bij het schrijven van het rapport na uitvoering van het onderzoek ook als functie, richting te geven aan de verwachtingen van de lezer. In de inleiding van het rapport moet immers aan de lezer worden duidelijk gemaakt, welke hoofdvraag er in het rapport wordt beantwoord.
Welke soorten hoofdvragen zijn er?
Met zijn onderzoek heeft de onderzoeker vier globale of intrinsieke doelen, die overeenkomen met de vier segmenten van de beleidscyclus (probleem, oorzaken, oplossingen en uitvoering):
-
Het geven van informatie, segment ‘probleem’ in de beleidscyclus;
-
Het geven van een verklaring, segment ‘oorzaak’ in de beleidscyclus;
-
Het geven van advies, segment ‘oplossingen’ in de beleidscyclus;
-
Het geven van een uitwerking, segment ‘uitvoering’ in de beleidscyclus;
(5 Het geven van een oordeel, niet specifiek gekoppeld aan de één van de segmenten van de beleidscyclus).
Bij deze doelen horen steeds specifieke hoofdvragen:
-
Beeldvormend of diagnostisch onderzoek heeft als doel informatie te geven of in te gaan op de stand van zaken. De hoofdvragen hierbij hebben dus als doel, een beeld te schetsen van een bepaalde situatie of ontwikkeling. Beeldvormend onderzoek wordt soms ook gebruikt voor het doen van voorspellingen. Daarom zijn er twee subtypes van beeldvormend onderzoek:
-
Onderzoek, louter voor beeldvorming, waarbij het alleen gaat om het verzamelen en ordenen van data, bijvoorbeeld marktverkenningen;
-
Onderzoek met het doel, prognoses te maken, zoals marktverkenningen, die uitmonden in een prognose van de marktontwikkelingen.
-
Verklaringsgericht (analyserend) onderzoek heeft als doel, een stand van zaken te inventariseren. De hoofdvraag bij dit type onderzoek luidt dan ook “Wat is de verklaring voor het onderzochte verschijnsel?” Aan de hand van de vastgestelde oorzaken van een probleem kan dan worden gezocht naar oplossingen. Meestal kunnen oorzakelijke verbanden moeilijk met zekerheid worden gesteld en alleen aannemelijk gemaakt worden.
-
Adviesgericht of beleidsbepalend onderzoek heeft als doel, het veranderen van een situatie naar aanleiding van een bestaand of een komend probleem of van een kans die voorbijkomt. De hoofdvraag bij dit type onderzoek luidt dus “Wat kan of moet er verbeterd of veranderd worden?”. De formulering van de hoofdvraag is als-het-ware partijdiger geworden. In het taalgebruik van adviesgerichte hoofdvragen zijn vaak formuleringen als ‘moeten’, ‘kunnen’ en ‘dienen’ te zien.
-
Uitvoeringsgericht onderzoek heeft als doel, het opstellen van een stappenplan of een draaiboek. De hoofdvraag bij dit onderzoekstype luidt dan ook “Hoe gaan we iets aanpakken of invulling geven?”. Qua taalgebruik wordt de onderzoeksvraag bij dit type onderzoek vaak als instructie geformuleerd.
-
Evaluatief onderzoek heeft als hoofdvraag de vraag “Wat is het eigen oordeel over het onderwerp?”. Dit type hoofdvraag kan vaak worden gekoppeld aan de voorgaande types hoofdvragen.
De resultaten van dit soort onderzoek, oordelen en evaluaties, vormen de smeerolie om van de ene fase in de beleidscyclus naar de andere te komen. Zo geven de resultaten van beeldvormend onderzoek aanleiding tot verklaringsgericht onderzoek, ofwel roepen gevonden oorzaken de vraag op, wat de belangrijkste oorzaken dan wel zijn, roept onderzoek naar oorzaken de vraag naar een oordeel over die oorzaken op en roept adviesgericht onderzoek de vraag naar onderzoek van de beste oplossing op. Qua taalgebruik kan het antwoord op een evaluatieve hoofdvraag op twee manieren worden, namelijk in absolute (‘goed/slecht’, ‘gunstig/ongunstig’) of in relatieve termen (‘beter/slechter’, ongunstiger’). In evaluatieve hoofdvragen worden in ieder geval vaak begrippen gebruikt, die ‘waarderend’ zijn.
Delen van een hoofdvraag
De hoofdvraag bevat niet alleen een kernachtige formulering van die hoofdvraag, maar ook de elementen doel- of vraagstelling, optiek, begripsomschrijving en de deelvragen. Daarbij kan de hoofdvraag het beste ook echt als vraag worden geformuleerd. Hierdoor wordt de lezer namelijk geprikkeld, om te bedenken wat hij al weet over het onderwerp en worden er mogelijke antwoorden opgeroepen, al voor het onderzoek. Aan de hand van die antwoorden kan al goed een indeling ontworpen worden voor het te schrijven rapport.
De hoofdvraag hoeft overigens niet uit een enkele vraag te bestaan, maar kan geleed zijn. Ook kan de hoofdvraag beter niet als ja/nee-vraag geformuleerd worden, omdat zo’n vraag geen stimulerend effect heeft. De hoofdvraag wordt ook het best zo geformuleerd, dat het vraagtype (beeldvormend, verklaringsgericht, adviesgericht, uitvoeringsgericht of evaluatief) duidelijk herkenbaar is.
In de literatuur wordt er een onderscheid gemaakt tussen de doelstelling en de vraagstelling van een onderzoek. Daarbij geeft de doelstelling antwoord op de vraag, waarom het onderzoek wordt uitgevoerd en de vraagstelling op de vaag, wat er echt onderzocht wordt. Bij een goede hoofdvraag zijn zowel de doelstelling als de vraagstelling duidelijk. In de praktijk is er meestal echter maar één van de twee zichtbaar in de kernformulering en is de andere beschreven in de toelichting bij de hoofdvraag. Daarbij kan het zijn, dat de vraagstelling duidelijk is en de doelstelling nog moet worden toegelicht (het wat van het onderzoek kan eenvoudig voorspeld worden en het waarom is minder duidelijk) of dat de doelstelling duidelijk is, maar dat de vraagstelling nog moet worden toegelicht (het waarom van het onderzoek is duidelijk, het wat moet worden toegelicht met een lijstje deelvragen).
Bij praktijkgericht onderzoek is het van belang, om aan te geven, vanuit welke optiek de onderzoeksvraag geformuleerd is, ofwel een concrete opdrachtgever of een denkbare opdrachtgever. Ook bij ‘vrij’ onderzoek kan het best een zo concreet mogelijke optiek worden gekozen. Dat heeft als voordelen, dat
-
Het meer duidelijkheid geeft over het onderzoeksdoel;
-
Het duidelijk maakt, wie de beoogde lezers van het rapport zijn;
-
Het het gemakkelijker maakt, om een voor de lezer duidelijke strcutuur te ontwerpen voor het rapport;
-
Het zorgt voor meer efficiency bij de uitvoering van het onderzoek.
Daarbij is meestal de optiek, van waaruit het onderzoek gedaan wordt gelijk aan de optiek van de opdrachtgever, maar soms (zoals bij een afstudeerscriptie) is dat niet het geval en is er sprake van een dubbel publiek. Uit de hoofdvraag of de toelichting daarop moet altijd blijken, voor wie het onderzoek van belang is. In de toelichting op een kort geformuleerde hoofdvraag past ook nog een nadere operationalisering van de onderzoeksvraag, die altijd tweeledig is:
-
Het omschrijven van de in de hoofdvraag gebruikte begrippen;
-
Het verder uitwerken van de hoofdvraag in deelvragen.
Fouten bij het vormgeven van de hoofdvraag
Bij het zoeken naar of opstellen van de hoofdvraag worden een aantal fouten geregeld gemaakt:
-
Er wordt gekozen voor een te weinig gerichte hoofdvraag. Dit kan worden opgelost, door een concrete onderzoeksvraag te formuleren, waaruit blijkt, of het onderzoek bedoeld is om informatie te verschaffen, te analyseren, te adviseren of te evalueren en door de optiek van onderzoek te bepalen.
-
Er wordt gekozen voor een te ruime hoofdvraag. Om te bepalen, dat een hoofdvraag werkelijk te ruim is, moet de onderzoeksopzet zo concreet mogelijk worden gemaakt door het formuleren van deelvragen en een planning. Dit probleem kan worden opgelost, door de hoofdvraag in te perken.
-
Er ontbreekt een doelstelling in het onderzoek. Het onderzoek heeft geen relatie met de wereld eromheen. Dit kan worden opgelost, door het formuleren van en het gericht blijven op een uiteindelijk doel van het onderzoek.
-
Er wordt gekozen voor een onduidelijke vraagstelling. Dit kan worden opgelost, door na te gaan, of de formulering van de hoofdvraag wel duidelijk aangeeft, welk type antwoord hierop gezocht wordt.
-
Er is geen optiek gekozen voor het onderzoek. Wanneer er geen onderscheid wordt gemaakt tussen relevante en irrelevante informatie, blijft een rapport genmakkelijk steken in algemeenheden. Dit kan worden opgelost, door in het rapport een concrete organisatie te noemen.
-
De oplossing wordt gekozen zonder eerst een goede analyse vooraf te maken. Vanwege te veel denken aan de oplossing wordt er te weinig aandacht besteed aan de analyse van het werkelijke, geconstateerde probleem. Dit blijkt vaak op de lange termijn een probleem. Dit probleem kan worden opgelost door goed te kijken naar de echte oorzaken alvorens te beginnen aan de uitvoering van de oplossing.
-
Het antwoord dat op de hoofdvraag wordt gegeven sluit niet goed aan bij de inleiding. Dit kan worden nagegaan, door tijdens het onderzoek regelmatig de houdbaarheid en juistheid van de hoofdvraag te controleren en steeds na te gaan, of de conclusies daadwerkelijk de hoofdvraag beantwoorden.
-
Het rapport is te veel beeldvormend en te weinig adviesgericht of evaluatief. Dit kan worden opgelost, door steeds na te gaan, of alle informatie een zinvolle bijdrage levert aan het einderesultaat.
Bron: Rapporteren van Braas - serie Taaltopics
Relaties
- Onderzoek doen: wat is de aanleiding van onderzoek?
- Hoe stel je de hoofdvraag in een onderzoek op?
- Onderzoek doen: hoe baken je onderzoek af?
- Welke soorten onderzoek zijn er?
- Hoe komt een literatuuroverzicht tot stand?
- Wat zijn de principes van kwalitatief onderzoek?
- Analyseren: leren of versterken
- Academische vaardigheden opdoen in binnen- en buitenland
- 1 of 2
- volgende ›
Chapters
Teksten & Informatie
JoHo 'chapter 'pagina
Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?
- JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp
Crossroad: volgen
- Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website
Crossroad: kiezen
- Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.
Footprints: bewaren
- Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
- Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.
Abonnement: nemen
- Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.
Abonnement: checken
- Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee
Prints: maken
- Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.