Hoe zit het internationale publiek en privaatrecht in elkaar, en welke onderdelen kan je bestuderen?


Wat is internationaal recht?

  • Van het recht op vrijheid van meningsuiting tot de compensatie van vertraging bij een internationale vlucht, een wereld zonder internationale rechtsregels is niet voor te stellen. Het internationaal recht heeft niet alleen betrekking op oorlog, vrede of mensenrechten, maar ook op handel en de bescherming van het milieu. Het uitgangspunt is dat het bestaan van internationale betrekkingen het bestaan van internationaal recht impliceert.
  • Het internationale recht wordt gevormd door het internationaal publiekrecht en het internationaal privaatrecht.

Wat is internationaal publiekrecht?

  • Internationaal publiekrecht stelt de regels voor het uitoefenen van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Het is op basis van dit recht dat entiteiten die het publiek gezag uitoefenen hun bevoegdheden toegekend krijgen; hierbij gaat het voornamelijk om staten en internationale organisaties. Ook bepaalt het internationaal publiekrecht het juridisch kader waarbinnen zij deze bevoegdheden moeten uitoefenen.
  • Het internationale publiekrecht wordt hierbij ook wel volkenrecht genoemd. Het volkenrecht stamt van de Latijnse term ius gentium. Het ius gentium was het recht dat op alle burgers, dus ook op niet-Romeinen, van toepassing was.
  • Vanaf de 16e en 17e eeuw werd met volkerenrecht het recht tussen politiek georganiseerde gemeenschappen bedoeld, oftewel het recht dat tussen staten gold. Aangezien volkeren niet hetzelfde betekent als staten en de status van sommige volkeren niet duidelijk is, bijvoorbeeld de Koerden in Turkije, sluit de term internationaal publiekrecht beter aan dan de term volkenrecht.
  • Bij het publiek gezag in de internationale rechtsorde zijn ook andere partijen betrokken; denk hierbij aan internationale organisaties en natuurlijke personen.

Waarom is er behoefte aan internationaal privaatrecht?

  • Er zijn twee redenen die verklaren waarom er behoefte is aan internationaal privaatrecht (afgekort ipr).
  • De eerste reden is dat het privaatrecht in elk land verschillend is. Er worden weliswaar pogingen ondernomen om bepaalde rechtsgebieden te harmoniseren maar het is niet mogelijk, en niet wenselijk, om een wereldwijd uniform rechtsstelsel tot stand te brengen.
  • De tweede reden is dat het regelmatig voorkomt dat rechtshandelingen en rechtsfeiten zich niet beperken tot het grondgebied van een land. Grensoverschrijdende rechtsverhoudingen zijn door de globalisering al lang geen exceptie meer.

Wat is internationaal privaatrecht?

  • Internationaal privaatrecht kent drie hoofdonderdelen: welk rechtsstelsel, welke rechter en welke tenuitvoerlegging.
  • Het eerste hoofdonderdeel betreft het verwijzingsrecht, ofwel conflictenrecht. Dit deelgebied van het ipr geeft aan welke rechtsregels van toepassing zijn op een grensoverschrijdende casus. Het beantwoordt de vraag welke nationale rechtsregels of –regelingen toegepast moeten worden op een internationale rechtsverhouding.
  • Conflictenrecht vormt het materiële ipr.
  • Het tweede hoofdonderdeel van het ipr betreft het internationale bevoegdheids- of jurisdictierecht. Bij dit deelgebied van het ipr gaat het erom welke rechter bevoegd is om een zaak met een internationaal karakter in behandeling te nemen. Het conflictenrecht bepaalt dus welk recht er moet worden toegepast en het internationale bevoegdheids- of jurisdictierecht bepaalt welke rechter, uit welk land, dit recht mag toepassen.
  • Het internationale bevoegdheidsrecht vormt, samen met erkennings- en executierecht, het formele ipr.
  • Het erkennings- en executierecht is een derde hoofdonderdeel van het ipr. Het gaat dan om het internationale erkennings- en executierecht. Als een rechter uitspraak doet in een internationale zaak, kan de begunstigde partij er belang bij hebben dat het vonnis ook consequenties heeft op het grondgebied van een andere staat dan die van de rechter die de uitspraak doet. Het internationale erkennings- en executierecht ziet er daarom op toe dat buitenlandse vonnissen, als zij aan alle voorwaarden voldoen, ten uitvoer worden gelegd.

Is internationaal privaatrecht wel internationaal recht?

  • Nee. Ipr is geen internationaal recht, maar nationaal recht.
  • Internationaal recht geeft in principe niet aan of een nationale rechter bevoegd is om kennis te nemen van een bepaalde zaak. Daarnaast bepalen nationale jurisdicties welk recht er toegepast dient te worden op internationale rechtsverhoudingen. En ook is het zo dat het een nationale aangelegenheid is welke buitenlandse rechterlijke beslissingen wel en niet worden erkend op het eigen grondgebied.
  • Een staat mag bovenstaande rechtsvragen zelf invullen, hoewel men wel kan aannemen dat een staat die alleen maar zijn eigen recht en zijn eigen rechters erkent in strijd handelt met het volkerenrecht.

Voor wie is internationaal publiekrecht bedoeld?

  • Het internationaal publiekrecht kent zijn eigen rechtssubjecten. Rechtssubjecten zijn actoren die de status hebben om deel te nemen aan het rechtsverkeer in de internationale rechtsorde.
  • Tot de rechtssubjecten in de internationale rechtsorde behoren staten, internationale organisaties, bevrijdingsbewegingen, de facto-regimes en individuen. Oorspronkelijk, in de 19de en 20ste eeuw, werd echter aangenomen dat enkel staten rechtssubjecten waren. Tegenwoordig, zoals aan de voorgaande opsomming van rechtssubjecten te zien is, denkt men hier wel anders over.

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de staat?

  • De vier belangrijkste kenmerken van een staat zijn:
  1. soevereiniteit,
  2. regering,
  3. grondgebied,
  4. bevolking.
  • Deze laatste drie kenmerken worden ook genoemd in artikel 1 van het Verdrag van Montevideo inzake de Rechten en Plichten van Staten. Het vierde kenmerk in dit artikel, namelijk ‘the capacity to enter into relations with other states’, vloeit hieruit voort. Nadat deze kenmerken zijn behandeld, wordt de totstandkoming, wijziging en opvolging van staten besproken.

Wat is de positie van het individu in het internationaal recht?

  • Het internationale recht heeft eeuwenlang geen rekening gehouden met individuen en had enkel gelding tussen staten onderling.
  • Individuen konden het onderwerp van internationaal recht zijn, maar niet het subject. Zij hadden geen rechten of verplichtingen onder internationaal recht.
  • Tegenwoordig is dit anders, ook individuen kunnen thans rechten ontlenen aan internationaal recht. Denk bijvoorbeeld aan de internationale mensenrechten of vluchtelingen.
  • Daarnaast kunnen individuen ook veroordeeld worden op grond van bepalingen van internationaal recht. Denk bijvoorbeeld aan het plegen van oorlogsmisdaden of genocide.

Wat is de rechtspositie van de internationale organisatie?

  • Een internationale organisatie is een samenwerkingsverband van twee of meer staten of andere internationale organisaties.
  • Een dergelijke organisatie met rechtspersoonlijkheid kan los van haar leden handelen, dus in haar eigen hoedanigheid.
  • Internationale organisaties kunnen belangen behartigen die door staten afzonderlijk niet kunnen worden bereikt, zij vertegenwoordigen als organisaties het gemeenschappelijk belang. Internationale organisaties ontstaan door toekenning van taken door staten. Zij hebben geen grondgebied en bevolking.
  • De inrichting van internationale organisaties wordt bepaald aan de hand van het internationaal recht. De inrichting van een internationale organisatie is voornamelijk bepaald door het verdrag waarbij de organisatie is opgericht. Slechts een beperkt aantal beginselen van het algemeen internationaal recht zijn dan ook van toepassing op alle internationale organisaties.
  • Tussen internationale organisaties bestaan grote verschillen. Zo zijn er organisaties waarvan slechts enkele staten lid zijn en organisaties waarin vrijwel alle staten lid zijn. Sommige organisaties hebben een beperkte missie, anderen bestrijken een groot aantal beleidsterreinen.
  • Over het algemeen hebben internationale organisaties drie typen organen, namelijk:
    • Organen die de leden vertegenwoordigen, met als taken algemene politieke besluitvorming, beleidsbepaling en soms regelgeving.
    • Organen die de bevolkingen/parlementen van de leden vertegenwoordigen, deze bestaan doorgaans uit een selectie van nationale volksvertegenwoordiging; enkel het Parlement van de Europese Unie vertegenwoordigt de burgers van de Europese Unie direct.
    • Organen die onafhankelijk opereren, zoals secretariaten en tribunalen. Secretariaten ondersteunen het werk van organisaties. Rechterlijke organen kunnen bevoegd zijn tot geschillenbeslechting tussen staten. Ook kunnen zij bevoegd zijn rechtsvragen ten aanzien van bevoegdheid/optreden van organen te beoordelen.

Hoe verhoudt de aard van het internationale publiekrecht zich tot het nationale recht?

  • Er is sprake van een aantal fundamentele verschillen tussen nationaal recht en internationaal recht.
  • In tegenstelling tot de verticaal gestructureerde nationale rechtsorde is de internationale rechtsgemeenschap meer horizontaal gestructureerd.
  • Binnen de nationale rechtsorde maakt men een onderscheid tussen wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht. Deze laatstgenoemde draagt zorg voor de naleving van het recht en de eerbiediging van rechterlijke uitspraken.

Hoe gaan we om met soevereiniteit, jurisdictie en aansprakelijkheid?

  • Soevereine staten nemen op dit moment nog steeds de meest belangrijke rol in bij het internationaal publiekrecht. Toch verandert dit met het voortschrijden van en in de 20ste eeuw zijn er meer internationale rechtsregels gekomen die de soevereiniteit van staten beperkt.
  • Soevereiniteit ligt gevoelig binnen internationale betrekkingen en het volkenrecht. De betekenis van soevereiniteit wordt vaak nog gekoppeld aan de letterlijke vertaling; suprematie en absoluut gezag.

Hoe verhouden rechtsmacht, bevoegdheden en immuniteiten zich tot elkaar?

  • Soevereine staten kunnen op hun grondgebied in beginsel doen en laten wat zij willen. Zij kunnen wetten uitgeven en personen die hun wetten overtreden veroordelen. Het wordt vaak gezegd dat staten jurisdictie over hun eigen grondgebied hebben, en dat deze jurisdictie exclusief en onbeperkt is. Er zijn echter enkele nuances hierop.
  • Staten kunnen jurisdictie claimen op basis van vijf – deels overlappende – beginselen. Deze zijn niet vastgelegd in verdragen of nationale wetgeving. Internationaal recht staat toe dat nationale wetgeving gebaseerd wordt op deze beginselen, staten zijn hier niet toe verplicht.
  • Het komt voor dat staten jurisdictie claimen met betrekking tot een gedraging die heeft plaatsgevonden buiten hun grenzen. Indien een andere staat op grond van een andere basis ook rechtsmacht kan claimen, kan dit leiden tot problemen

Wat is het Verdragenrecht?

  • Het Weens Verdragenverdrag (WVV) van 1969 is van toepassing op verdragen die zijn gesloten tussen staten.
  • De meeste regels van dit verdrag zijn ook bindend voor staten die geen partij zijn, aangezien zijn van gewoonterechtelijke aard zijn. In beginsel is het WVV slechts van toepassing op verdragen die zijn gesloten na de inwerkingtreding van dit verdrag. De daarin neergelegde gewoonterechtelijke regels zijn echter ook van toepassing op verdragen die voor de daadwerkelijke inwerkingtreding zijn gesloten.

Wat is het recht van internationale organisaties?

  • Internationale organisaties zijn opgericht met als doel de gemeenschappelijke belangen van staten te dienen. Een van de oudste internationale organisaties is de Wereld Post Unie (1874). Hoe minder politiek een kwestie is, des te vaker staten bereid zijn om er een internationale organisatie voor op te richten of er aan deel te nemen.

Wat is de verhouding tussen internationaal recht en nationale gerechten?

  • Nu nationale hoven en bestuurlijke organen ook te maken hebben met internationaal recht, moeten er regels bestaan over de verhouding tussen internationaal en nationaal recht.
  • Volgens het dualisme zijn internationaal en nationaal recht twee afzonderlijke rechtssferen die weinig met elkaar te maken hebben. Zij bestrijken andere onderwerpen en zijn gericht op verschillende actoren. Ze zullen daarom niet met elkaar botsen, en als dit toch gebeurt, bepaalt het nationale recht wat de gang van zaken is. Voorts is een regel van internationaal recht pas van kracht in het nationale rechtssysteem als de staat het op de formele wijze heeft omgezet in nationaal recht. Deze opvatting over de verhouding tussen internationaal en nationaal recht was vooral vroeger leidend.
  • Daarentegen ziet monisme internationaal en nationaal recht als twee verschillende takken, maar wel van een fundamenteel gelijke boom. Internationaal recht maakt het mogelijk dat staten bestaan. Internationale regels zijn echter incompleet, zij hebben aanvulling nodig van nationaal recht. Kortom, internationaal en nationaal recht hebben elkaar nodig, en vormen samen een universeel rechtsstelsel. Volgens het monisme heeft internationaal recht gewoonlijk voorrang op een strijdige nationale regel, omdat het hoger in de rangorde staat. Daarnaast hebben internationale regels die geen verdere implementatie nodig hebben, directe werking in het nationale rechtssysteem.
  • Of een norm van internationaal recht directe werking heeft – wat wil zeggen dat individuen zich erop kunnen beroepen voor een nationaal gerecht – is afhankelijk van wat de intentie was van de verdragsluitende partijen, zo volgt uit de opinie van het PCIJ in de Jurisdiction of the Courts of Danzig zaak. Hierbij speelt de bewoording van de bepaling een grote rol, of de inhoud van de bepaling zelf. Denk bij dit laatste aan het verbod op non-refoulement (= het terugsturen van vluchtelingen): hoewel het gericht is tot de verdragsluitende partijen, kunnen individuen hier direct rechten aan ontlenen en deze bepaling inroepen bij een nationale procedure. Meestal is het echter verre van evident, en leidt het tot veel discussie. Indien men ervan uitgaat dat bepalingen van internationaal recht inderdaad directe werking hebben en dus voor gaan op de nationale, democratisch gelegitimeerde wetgeving, wordt een hiërarchie in het leven geroepen waar veel staten weerstand tegen hebben.

Wat zijn de politieke en ethische aspecten van internationaal recht?

  • Internationaal recht kan worden gezien als een onderdeel van global governance. Global governance is echter meer dan het recht alleen (denk bijvoorbeeld aan ‘soft law’ en beleid), en wordt ook uitgeoefend door andere actoren dan staten. Denk bijvoorbeeld aan de positie van een NGO als Greenpeace; hoewel het geen staat is, geen internationale organisatie, en geen wetgevende bevoegdheden heeft, vervult het toch een niet te ontkennen positie op het terrein van internationale milieubescherming.
  • Ook leiden corporaties en de financiële markten tot een zekere hoogte het internationaal beleid.
  • Als men doorgaat met zich afvragen wie de bestuurder is van ‘global governance’, blijkt al gauw dat dit niet makkelijk aan te wijzen is. Indien dat wel mogelijk is, rijst ook de vraag op basis waarvan de global governance wordt uitgeoefend. In een democratische rechtstaat is tenminste nog de overheid en het parlement, maar welke legitieme basis is er op het wereldtoneel?
  • Voorts is het ook lastig om elke actor verantwoordelijk te houden voor de handelingen van global governance. Zelfs als het duidelijk is wie de beslissing maakt en het beleid uitvoert, is juridische verantwoording soms praktisch onmogelijk, denk bijvoorbeeld aan de beoordelingsvrijheid van de Veiligheidsraad.
  • De ruimte die Hoofdstuk VII van het VN Handvest biedt is nagenoeg grenzeloos, en het ICJ wil zich niet expliciet uitspreken over de mogelijkheden van rechterlijke toetsing.
  • Diverse universiteiten en onderzoeksinstituten houden zich bezig met al deze vragen, en proberen beginselen van behoorlijk bestuur te identificeren.

Wat is het belang van internationaal recht en wat zijn de beperkingen?

  • Het moge duidelijk zijn dat staten internationaal recht creëren om verschillende redenen, van eigen belang, tot altruïsme of de noodzaak om iets te doen aan een schrijnende situatie. Internationaal recht geeft bovendien een vocabulaire voor een politiek debat, opdat er concreet gediscussieerd kan worden over de vraag wat te doen als de ene staat de andere binnenvalt of wanneer er op grote schaal misdaden tegen de menselijkheid plaatsvinden.
  • Natuurlijk kent ook het internationale recht zijn beperkingen. De belangrijkste beperking is dat internationaal recht afhankelijk is van de onderliggende politieke overeenstemming tussen de relevante actoren. Wanneer politici verdeeld zijn over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld het gebruik van nucleaire wapens, dan is het onwaarschijnlijk dat dit zal leiden tot het aannemen van wettelijke regels. Het ICJ heeft zich er dan ook niet expliciet over uitgesproken, behalve door te stellen dat nucleaire wapens illegaal zijn, behalve in situaties waarin zij toegestaan zijn. Daarnaast zijn er nog twee beperkingen denkbaar. De eerste is dat recht in het algemeen niet alle wantoestanden in de wereld kan oplossen. Zo zou een verbod op armoede – hoe wenselijk ook – onmogelijk te naleven en te handhaven zijn. Desondanks is het recht wel een instrument ter verbetering van mensenlevens . De tweede beperking is dat een aantal onderwerpen buiten de reikwijdte van het internationaal recht vallen. Dit is vaak een politieke keus en niet altijd afhankelijk van de aard van het onderwerp.

Hoe werkt het oplossen van internationale geschillen?

  • De internationale rechtsorde kent verschillende procedures en mechanismen die een bijdrage kunnen leveren aan de handhaving van internationaal recht en procedures voor het beslechten van geschillen.
  • Met betrekking tot rechtshandhaving hebben staten, in overeenstemming met het overwegend decentrale karakter van de internationale rechtsorde, de primaire rol om op te treden als andere staten verplichtingen niet naleven.
  • Echter, ook internationale organisaties spelen in toenemende mate een rol. Procedures voor het beslechten van conflicten kunnen conflicten over (vermeende) inbreuken op internationaal recht beslechten en de door internationaal recht beschermde belangen waarborgen. Daarnaast wordt het vertrouwen in de internationale rechtsorde ondersteund. Conflictbeslechting heeft betrekking op conflicten tussen staten, maar ook op conflicten waarbij natuurlijke of rechtspersonen zijn betrokken of internationale organisaties.

Wat regelt het totale verbod op het gebruik van geweld (artikel 2, lid 4 VN-Handvest)?

  • Tegenwoordig is oorlog in beginsel verboden. Dit betekent niet dat er geen wetgeving is hierover, denk aan de Geneefse Conventies van 1949. Dit onderwerp komt uitgebreid aan bod in hoofdstuk 11.
  • Over het gebruik van geweld is het VN Handvest duidelijk: er bestaat een totaal verbod op het gebruik van geweld.
  • Hierop is slechts één erkende uitzondering mogelijk, anders dan de mogelijkheid om een handeling voor de collectieve veiligheid te verrichten, namelijk het recht op zelfverdediging.
  • Desondanks vinden er nog altijd gewapende conflicten en interventies plaats. Het is de vraag of deze handelingen gerechtvaardigd kunnen worden op basis van internationaal gewoonterecht. Derhalve moeten deze twee regimes – het VN Handvest en het gewoonterecht – nader worden beschouwd.

Welke rechtsregels gelden er omtrent het gebruik van militair geweld?

  • Er bestaan twee uitzonderingen op het geweldverbod, namelijk het gebruik van geweld onder mandaat van de Veiligheidsraad en het recht op zelfverdediging. Het recht op zelfverdediging van artikel 51 is door het IGH ook erkend als gewoonterechtelijke regel.
  • Zelfverdediging: Het gebruik van geweld uit zelfverdediging is aan een aantal voorwaarden gebonden:
    • Er moet sprake zijn van een gewapende aanval.
    • Het geweld moet proportioneel en noodzakelijk zijn: een preventieve aanval om een tegenaanval te voorkomen is niet toegestaan. Daarentegen kan preëmptieve zelfverdediging wel gerechtvaardigd zijn, indien er sprake is van een op handen zijnde aanval (imminent threat).
    • De zelfverdedigingsactie moet plaats vinden met het in acht nemen van internationaal humanitair recht.

Hoe zijn sancties, tegenmaatregelen en collectieve veiligheid geregeld?

  • Het internationaal recht kent drie soorten reacties op het gedrag van een staat die gekwalificeerd kunnen worden als sancties. De eerste was het idee dat een schending door de ene partij, de andere partij ook bevrijdt van zijn verplichtingen. De tweede is de retorsie en de derde de represaille.

Hoe worden internationale geschillen vreedzaam beslecht?

  • Staten zijn op grond van artikel 2 lid 3 van het VN-Handvest verplicht hun geschillen op vreedzame wijze op te lossen. Deze vreedzame wijze is te verdelen in diplomatieke methoden en juridische methoden.
  • Een diplomatieke methode is bijvoorbeeld rechtstreekse onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van desbetreffende staten. Om deze onderhandelingen te faciliteren wordt vaak een beroep gedaan op een derde partij om een feitenonderzoek uit te voeren naar bijvoorbeeld de oorzaak van een geschil. Ook kan de VN zelf besluiten een dergelijk feitenonderzoek uit te voeren. Een derde partij kan ook haar diensten aanbieden om de communicatie te faciliteren, door bijvoorbeeld een neutrale onderhandelingsplek aan te bieden. Zij kan ook een actievere rol spelen en bemiddelen in het conflict. De meest actieve rol neemt een derde partij in bij verzoening, ofwel conciliatie. De derde partij doet dan voorstellen aan de partijen om het conflict te beslechten.
  • Naast de diplomatieke methoden, waarmee men in eerste instantie meestal begint, is er de mogelijkheid om gebruik te maken van juridische methoden. Een voorbeeld is arbitrage, hierbij leggen staten een geschil voor aan een permanent of ad hoc tribunaal, deze doet dan een einduitspraak.
  • Internationale rechtspraak gaat verder dan arbitrage. Bij arbitrage hebben staten nog invloed op wie de arbiters zijn en op de procedure; bij een internationale rechterlijke instantie bepaalt de instantie zelf haar leden en procedures. Een internationale rechterlijke instantie is permanent, terwijl een arbitragecommissie ad hoc ingesteld kan zijn. Beide instanties spreken een oordeel uit op basis van internationaal recht en in beide gevallen is dit oordeel bindend voor de staten.

Hoe verhouden rechtsmacht, bevoegdheden en immuniteiten zich tot elkaar?

  • In de loop der tijd is meer aandacht ontstaan voor de bescherming van staten en hun vertegenwoordigers tegen de staat waarmee zij onderhandelen. Het zou immers zeer onwenselijk zijn als buitenlandse diplomaten door de gaststaat vervolgd of gedetineerd kunnen worden. Dit is erkend in het immuniteitsrecht. Het is algemeen erkend dat staten en hun vertegenwoordigers, zoals diplomaten, immuniteit genieten tegen veroordeling in vreemde staten. Dit geldt ook voor internationale organisaties.

Wat zijn de heersende rechtsregels omtrent zeëen, lucht en ruimte?

  • Daar bijna driekwart van de aardbol bedekt is met water, is de regulatie van zeeën altijd een belangrijk onderdeel van internationaal recht geweest.
  • Toen vliegtuigen net uitgevonden waren, bestonden er geen regels over het gebruik van het luchtruim. De basisgedachte was dat vliegtuigen, net als schepen, een vrije ‘doorgang’ moesten hebben. Dit veranderde door de Eerste Wereldoorlog.
  • Er bestaat nog geen overeenstemming over de kwestie waar het luchtruim eindigt en de ruimte begint. De ruimte bestaat uit satellieten, ruimtevaartuigen, planeten en hemellichamen. Anders dan het luchtruim boven staten, wordt de ruimte niet gezien als een onderwerp van territoriale soevereiniteit. De Algemene Vergadering van de VN heeft in 1958 een eerste belangrijke motie uitgevaardigd, waarin het beginsel is vastgelegd dat de ruimte alleen gebruikt mag worden voor vreedzame doeleinden. De belangrijkste beginselen zijn gecodificeerd in het Ruimteverdrag uit 1967.

Hoe is de bescherming van het milieu internationaal geregeld?

  • Sinds de laatste decennia vormt milieubescherming een nieuwe tak van het internationale recht.
  • Internationaal milieurecht zorgt voor veel discussie en het is lastig voor staten om overeenstemming te bereiken.
  • Ontwikkelde, industriële staten zijn terughoudend in het veranderen van hun milieuvervuilende gedrag, terwijl ontwikkelingslanden dezelfde mogelijkheden willen benutten als de reeds geïndustrialiseerde staten. Een andere probleemfactor is dat internationaal recht oorspronkelijk bedoeld is voor staten onderling. Het zijn echter zelden staten die de directe veroorzakers van milieuvervuiling zijn, veelal zijn de vervuilers private ondernemingen en natuurlijke personen.
  • Dit zorgt ervoor dat het internationaal milieurecht behoorlijk gefragmenteerd is en anders is ingericht dan andere internationale rechtsgebieden.

Wat is de verhouding van het financieel recht, handelsrecht en investeringsrecht ten opzichte van de duurzame ontwikkeling van het milieu?

  • Internationaal publiekrecht stelt voorwaarden op voor economische ontwikkeling en beschermt deze. Daarnaast zorgt het internationaal recht voor een beperking van ongewenste gevolgen van onbeperkte economische groei, bijvoorbeeld op het gebied van milieubescherming (het beginsel van duurzame ontwikkeling).
  • Financieel recht, handelsrecht en investeringsrecht zijn de drie belangrijkste onderdelen van het internationaal economisch recht. Naast deze onderdelen zullen ook een tweetal ondersteunende doelstellingen worden besproken, namelijk:
    • De versterking van de positie van ontwikkelingslanden
    • De bescherming van het milieu.

Hoe wordt de wereldeconomie geregeld?

  • Veel internationale regelgeving betreft dewereldeconomie.
  • Hoewel het uiteraard niet direct geldt voor mensenrechten of humanitair recht, andere internationale rechtsgebieden krijgen veel te maken met economie.
  • Het traditionele zeerecht zag bijvoorbeeld op het bevorderen van de handel. Tot op een zekere hoogte is er internationaal economisch recht ontstaan, denk aan financiële stabiliteit door het ondersteunen van ontwikkelings- en investeringsbanken, de kerntaak van het Internationaal Monetair Fonds (International Monetary Fund, IMF), of het regelen van handelsrelaties, de doelstelling van de Wereld Handel Organisatie (World Trade Organisation, WTO).
  • Ook het internationaal privaatrecht, dat grotendeels wordt geregeld door conflictregels met betrekking tot nationaal recht, kent enkele internationale beginselen en/of verdragen, denk bijvoorbeeld aan het Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken. De meeste contractuele transacties tussen private partijen worden echter beheerst door nationaal recht.

Bronnen  en verder lezen?

Gerelateerde pagina's

Relaties

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten