Op het moment dat je besluit je scriptie te gaan schrijven en op zoek gaat naar een geschikt onderwerp is het ook tijd om een begeleider te benaderen. De rol van een begeleider verschilt per onderwijsinstelling en vakgroep, en natuurlijk per persoon, maar er zijn een aantal algemene taken. Je begeleider is de docent die gedurende je afstudeerproces in de gaten houdt hoe je het doet, op een aantal momenten feedback geeft op de teksten die je geschreven hebt en je uiteindelijk beoordeelt.
Je spreekt een aantal regels met je begeleider af, zoals hoe vaak je je begeleider spreekt, wanneer jullie inlevermomenten afspreken, en wanneer je de eindversie van je scriptie inlevert. Bespreek je planning en je plannen met je begeleider en bekijk samen of deze realistisch zijn. Maak afspraken en plan inlevermomenten aan de hand van je planning.
Bespreek hoeveel en wat voor soort begeleiding je denkt nodig te hebben. Wil je graag tussentijds feedback op de tekst die je al geschreven hebt? Heb je iemand nodig die je af en toe even aanspoort? Leer van je eerdere ervaringen met papers schrijven en laat je begeleider weten wat je sterke en zwakke punten zijn, zodat je begeleider weet waar hij/zij aan toe is en een stok achter de deur kan zijn voor jou.
Geef tijdig aan als iets niet lukt of niet lekker loopt. Je begeleider is er ook om je te helpen in moeilijke tijden of als je bepaalde ideeën wilt doorspreken met iemand. Het is echter wel jouw verantwoordelijkheid om aan de bel te trekken.
Zoek hulp als je er niet uitkomt met je begeleider. Het kan zijn dat het niet zo botert tussen jou en je begeleider. Vervelend, want dit is de persoon bij wie je terecht zou moeten kunnen bij problemen, maar ook degene die je werk zal beoordelen. Probeer problemen rustig uit te spreken en te overwinnen. Als dit niet lukt, zoek dan contact met een andere docent (je studiebegeleider, de coördinator, of een vertrouwenspersoon). Je kunt je problemen met deze persoon bespreken en uitzoeken of er een oplossing mogelijk is.
Je afstudeeronderzoek is een groot en langdurig proces. Veel studenten vinden het daarom moeilijk een realistische tijdsplanning te maken, zowel op macro-niveau (planning van afstudeeronderzoek van een aantal maanden) als op micro-niveau (planning van een dag, of een week). Toch werkt het maken van een planning eigenlijk altijd volgens hetzelfde principe:
-
Doelen stellen: scriptie schrijven
-
Subdoelen stellen: hoofdstuk 3 van scriptie schrijven
-
Subdoelen koppelen aan een tijdsindeling: hoofdstuk 3 inleveren op 11 mei
-
Concrete taken koppelen aan subdoelen:
-
Hoofdstuk 9 uit Boek X lezen
-
Artikel Y lezen
-
Conceptueel model tekenen
-
Hoofdstuk 3 scriptie schrijven
-
Taken koppelen aan tijdsbesteding:
-
Hoofdstuk 9 uit Boek X lezen 2 uur
-
Artikel Y lezen 1 uur
-
Conceptueel model tekenen 1 uur
-
Hoofdstuk 3 scriptie schrijven 3 uur
-
Taken in een lange termijn planning zetten: taken in agenda inplannen, daarbij aangevend op welke dag je de taak gaat uitvoeren en hoeveel tijd je daarvoor verwacht nodig te hebben
-
Pagina 76-88 lezen 1 uur
-
Pagina 89-101 lezen 1 uur
-
Taken opdelen in praktische actiepunten: voor taak ‘Hoofdstuk 9 uit Boek X lezen’:
-
Actiepunten per uur inplannen: een planning per uur geeft zo duidelijk mogelijk aan wat je op een dag moet doen
-
Actiepunten uitvoeren
Ook al bestaat een werkdag officieel uit acht uur, de meeste mensen kunnen maar rond de vijf uur per dag effectief werken. Bekijk op welke momenten van de dag jij het beste presteert en plan je werk rondom dat moment. Probeer voor voldoende, maar niet teveel, afwisseling te zorgen. De hele dag artikelen lezen is erg vermoeiend, maar vijf taken in vijf uur plannen zorgt weer voor teveel chaos. Probeer een balans te vinden, en zoek vooral uit wat voor jou werkt.
Een van de grootste problemen waar studenten tijdens hun studietijd, en vooral tijdens het afstuderen, tegenaan lopen is het uitstellen van taken. Uitstelgedrag leidt tot tijdnood, stress, schuldgevoelens en onzekerheid. Er zijn verschillende oorzaken die kunnen leiden tot het uitstellen van taken, zoals een slechte planning, concentratieproblemen, persoonlijke problemen, onrealistische verwachtingen en perfectionisme. Bij serieuze problemen is het zaak contact op te nemen met je begeleider om deze problemen te bespreken en op zoek te gaan naar een oplossing. In de meeste gevallen is het echt meer een combinatie van ‘zoveel te doen, zo weinig tijd’ en teveel afleiding. Probeer je eigen uitstelgedrag te identificeren, zodat je je eigen gedrag leert herkennen. Toch is het belangrijkst om te leren hoe je discpline opbrengt, zodat je minder tijd verspilt en aan de slag gaat op het moment dat het moet.
Zoek een werkritme en werkplek die bij je passen. Vraag na of er een kamer of andere plek beschikbaar is binnen je vakgroep om (een aantal dagen per week) aan je scriptie te werken. De bibliotheek is natuurlijk een voor de hand liggende keuze, maar als je behoefte hebt aan wat afwisseling, probeer vooral ook eens een rustig café, in de trein, of gewoon thuis te werken.
Probeer concentratieverlies bij jezelf te herkennen en te onderzoeken wat de oorzaak is. Staat je Facebook de hele dag open in een browser? Is je bureau een zootje? Komt je huisgenoot ieder uur binnenlopen voor een kopje thee? Probeer de zaken die voor jou afleiding veroorzaken tot een minimum te beperken. Zet je telefoon op stil, de tv uit en spreek met jezelf af om slechts een aantal keren per dag je e-mail en Facebook te checken. Ga in de bibliotheek werken als het in huis te druk is of als de spullen in je kamer je teveel afleiden.
Zorg dat je gezond eet en genoeg beweegt. De hele dag achter je computer zitten met een pot snoep naast je, of niet genoeg tijd nemen om gezond eten te bereiden en maar weer een pizza in de oven te schuiven gaan op den duur hun tol eisen. Voedsel met veel suiker of snelle koolhydraten geven je direct een oppepper, maar zorgen daarna voor een dip of sufheid. Gezond eten en voldoende beweging zijn van groot belang voor een goede concentratie, en vormen daarnaast een prima afwisseling op je werk. Ga in de lunchpauze even de keuken in om jezelf te belonen met iets vers en gezonds, en ga een blokje om of maak een fietstochtje tussen je taken door voor wat ontspanning en inspanning.
Pas op voor RSI. Tijdens je afstudeeronderzoek breng je waarschijnlijk veel tijd achter je computer door. Zorg voor een goede stoel en bureau, sluit een externe muis en toetsenbord op je laptop aan en neem voldoende micro-pauzes. Doe ieder uur 5 minuten een dansje, strek je vingers, handen en armen, of leer jongleren!
Succes met afstuderen!