juridische werk doen en juridische vaardigheden:

ontwikkelen, verbeteren of beheersen

 

Van signalen herkennen tot motivaties begrijpen

Van competenties opdoen tot vaardigheden verbeteren in het buitenland

van vrijwilligerswerk doen tot werkvaardigheden in binnen- en buitenland

Indeling

juridische werk doen en juridische vaardigheden      

juridische werk doen en juridische vaardigheden: relaties      

juridische werk doen en juridische vaardigheden: gerelateerde termen     

wegwijzer bij competenties en motivaties      

naar het buitenland   

juridische werk doen en juridische vaardigheden in binnen- en buitenland

Hoe houd je een juridisch betoog?

Hoe houd je een juridisch betoog?

Wanneer je een standpunt rechtvaardigt door middel van onderbouwing met argumenten, spreek je van argumentatie. Het doel is om de ander te overtuigen van een standpunt en om je standpunt te verdedigen tegen mogelijke kritiek. De standpunten en argumenten samen wordt een betoog genoemd.

Overtuigend presenteren (vorm) en goede argumentatie (inhoud) zijn noodzakelijk.

Zij vormen samen in de retorica de kunst van het overtuigen. De Ars Retorica van Aristoteles – een tekst uit de vierde eeuw voor Christus – vormt de basis voor de overtuigingsleer. Je kunt een betoog op verschillende manier vormgeven. De keuze hierin is afhankelijk van de soort argumenten die je gebruikt. Je kunt ook gebruik maken van schijnargumenten (drogredenen). Argumentatie is, naast het overtuigen, ook belangrijk om de argumenten van de tegenpartij te beoordelen op hun juistheid.

Meer lezen:
Hoe citeer of haal je regelingen aan?

Hoe citeer of haal je regelingen aan?

Het aanhalen of citeren van wetsartikelen moet op een bepaalde manier gebeuren. Men moet bijvoorbeeld niet de titel, de afdeling of de paragraaf noemen. De pagina waarop het artikel staat moet ook niet genoemd worden. Wat moet dan wel genoemd worden?

  • Ten eerste moeten het artikel, het lid en de naam van de wet genoemd worden. Bijvoorbeeld artikel 17 lid 1 Grondwet, artikel 17 lid 1 GW of art. 17 lid 1 GW.
  • Bovendien moet bij het citeren ook een sub worden vermeld als het artikel een sub bevat. Bijvoorbeeld artikel 38 lid 1 sub a Grondwet.
  • Als er binnen een artikel of lid een opsomming wordt gegeven, moet er duidelijk worden aangegeven welke wordt bedoeld. Bijvoorbeeld artikel 8 lid 1 sub 2 Wet op de economische delicten.

Het nummer van het artikel kan rechtstreeks uit de wet worden overgenomen. Bij het citeren van artikelen uit het Burgerlijk Wetboek moet men zelf het nummer van het Boek ervoor plaatsen. Dus niet artikel 142 BW, maar artikel 6:142 BW.

     

    Hoe vind je wetsartikelen?

    Hoe vind je wetsartikelen?

    Bij iedere juridische opleiding heeft de student te maken met een wettenbundel. Een wettenbundel is een bundel waarin een verzameling van regelingen is opgenomen. Deze regelingen zijn meestal wetten. Een wet bevat verschillende regels die ervoor moeten zorgen dat de samenleving functioneert. Wetten komen tot stand door besluiten van overheidsorganen. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen formele wetten en materiële wetten. Een wettenbundel bevat meestal formele wetten; wetten of regelingen die door samenwerking tussen de Regering en de Staten-Generaal tot stand zijn gekomen. Een formele wet vermeldt altijd in te titel het woord ‘wet’ of ‘wetboek’. Een belangrijk punt met betrekking tot de wettenbundels is het feit dat deze dikke bundels niet uit het hoofd hoeven te worden geleerd. Het is vooral noodzakelijk dat de student goed en snel de wettenbundel kan doorzoeken.

    Juridische uitgeverijen zorgen ervoor dat wettenbundels worden uitgegeven. De volgorde van de regelingen in de wettenbundel wordt bepaald door uitgever. Een wettenbundel wordt meestal gesplitst in verschillende delen (Publiekrecht/Privaatrecht). omdat er veel verschillende regelingen zijn. Bij het zoeken in de wettenbundel is het handig om de meegeleverde tabs van de uitgever in de wettenbundel te plakken.

      Hoe los je een juridische casus op?

      Hoe los je een juridische casus op?


      Stap 1: Het selecteren van de feiten

      • Wat zijn de belangrijke feiten?

      • Wat zijn de onbelangrijke feiten

      Stap 2: Het selecteren van de rechtsregel(s)

      • Welk rechtsgebied is van toepassing?

      • Welke wet is van toepassing?

      • Welke rechtsregel(s) zijn van toepassing?

      Stap 3: De rechtsregel(s) ontleden in voorwaarden en rechtsgevolg

      • Hoe moet deze rechtsregel ontleed worden in voorwaarden en rechtsgevolg?

      Stap 4: Het interpreteren van de voorwaarden

      • Wat wordt bedoeld met de voorwaarden?

      Stap 5: De oplossing: het toepassen van rechtsregel(s) op de feiten

      • Antwoord geven op de casusvraag door het toepassen van de rechtsregel(s) op de feiten

       

      Hoe zit een goede juridische argumentatie in elkaar?

      Hoe zit een goede juridische argumentatie in elkaar?


      Wat is het belang van juridisch argumenteren?

      • Als je argumenteert, probeer je de juistheid van je uitspraak aan te tonen door deze door middel van argumentatie te onderbouwen. Denk bijvoorbeeld aan een advocaat die de rechtbank ervan probeert te overtuigen dat zijn cliënt onschuldig is. Juristen hebben deze vaardigheid nodig; zij moeten verbanden leggen tussen verschillende beweringen.
      • Argumenteren is een vaardigheid die niet makkelijk te trainen valt. Allereerst zal informatie worden gegeven over het specifieke karakter van juridisch argumenteren en er zal een uitleg worden gegeven over begrippen die gehanteerd worden. Vervolgens worden aanwijzingen gegeven die kunnen helpen bij het analyseren van argumentaties, zodat u verschillende typen redeneringen kunt herkennen. Daarnaast volgen enkele tips voor het zelf opzetten van een argumentatie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal kritische vragen.

      Wat zijn meningsverschillen?

      • Men wordt geconfronteerd met onbevredigende situaties in het dagelijks leven, zoals onbegrepen verschijnselen, conflicterende standpunten of onwetendheid betreffende hoe te handelen. Over de beste oplossing bestaan vaak meningsverschillen. Dit kan zich voordoen in de vorm van twijfel van de ene partij aan de beweringen van een andere partij, maar ook in het naar voren brengen van standpunten die lijnrecht tegenover elkaar staan. Meningsverschillen worden opgelost met afzoenen, geweld, en argumenteren. Zowel afzoenen als geweld zijn geen geliefde opties om meningsverschillen op te lossen. Argumentatie is de beste optie hiervoor; men onderbouwt en motiveert zijn antwoorden, standpunten en oplossingen.

      Wat is een publieksgerichte activiteit?

      • Een standpunt bepleiten wordt gezien als publieksgerichte activiteit, omdat er altijd iemand is die overtuigd moet worden. Deze persoon is de publieksinstantie, deze is belangrijk en men kan alleen overtuigend argumenteren als rekening wordt gehouden met het kennisniveau, de opvattingen en vooroordelen van het publiek. Argumentatie die overtuigend is voor vakgenoten treft doel.

      Wat is de leer van argumentatie?

      • Men moet goede argumenten aanvoeren om te kunnen overtuigen. Hiervoor moet men eerst wel argumenten kunnen vinden, deze moeten ook goed zijn. Om instrumenten te ontwikkelen die kunnen helpen bij deze beoordeling is de argumentatieleer ontstaan. Dit is omvangrijk en minutieus, opdat onderscheid gemaakt kan worden tussen allerlei kleine nuances. Dit maakt de toepassing echter moeilijk in de praktijk. Derhalve wordt in dit hoofdstuk een eenvoudiger model gepresenteerd, wat makkelijker te hanteren is in de praktijk.

      Waaruit bestaat een argumentatie?

      Een argumentatie bestaat uit een standpunt/conclusie (S), een argument (A) en een verbindende uitspraak (VU). Een voorbeeld hierbij is een overeenkomst die tot stand komt: Er is een overeenkomst tot stand gekomen tussen Ali en Sara (S), want het aanbod van Ali is aanvaard door Sara (A) en door aanvaarding van een aanbod komt een overeenkomst tot stand (VU).

      Wat is een standpunt?

      • Een standpunt is iedere uitspraak of bewering waarin een antwoord, verklaring, oordeel of oplossing wordt gegeven. Ook de term conclusie gebruiken we in deze theorie. Dit is de verzamelterm voor iedere uitkomst van een redenering, ongeacht of het gaat over het antwoord op een vraag, een verklaring voor een verschijnsel, een oordeel in een meningsverschil of een oplossing in de vorm van een voorschrift of advies. Er wordt dus een ruime betekenis aan de term standpunt/conclusie gegeven. Het is een juridische uitkomst.
      • Een standpunt an sich is een aanvechtbare uitspraak. Om het publiek te overtuigen moeten beweringen worden aangevoerd die het standpunt kunnen onderbouwen. Standpunten kunnen ook aanvechtbaar zijn; er is meer voor nodig om de lezer te overtuigen dan de enkele verklaring. Hoe meer ondersteunende beweringen er zijn, hoe meer het publiek overtuigd kan raken. Soms is één argument genoeg, soms zijn vijf argumenten nog onvoldoende.

      Wat is een argument?

      • Een argument is een uitspraak over de werkelijkheid, die dient ter ondersteuning van een standpunt. Je kunt een argument dus zien als onderbouwing. Argumenten kunnen bestaan uit feiten of een mening, ze kunnen waar of onwaar zijn, waarschijnlijk of onwaarschijnlijk, aannemelijk of niet aannemelijk, goed of slecht, zwak of sterk, niet overtuigend of wel overtuigend.
      • Een feitelijke uitspraak is te controleren, discussie is na vaststelling van de waarheid niet meer mogelijk. Echter kan het in sommige gevallen moeilijk zijn om de waarheid bij feiten vast te stellen. Feiten van algemene bekendheid hoeven niet te worden bewezen. Feitenuitspraken die moeilijk te controleren zijn moeten worden beargumenteerd en hiermee moet worden doorgegaan tot er een feit tevoorschijn komt wat bewijsbaar of algemeen bekend is.
      • Een mening is altijd voor betwisting vatbaar, dit is immers een persoonlijke opvatting. Meningen worden vaak onderbouwd met andere beweringen. Deze kunnen ook weer aanvechtbaar zijn, dus zullen moeten worden ondersteund met subargumenten. Er kan een keten aan onderbouwing nodig zijn om een standpunt wat is gebaseerd op een mening te laten slagen. Hoeveel precies nodig is, is afhankelijk van het publiek; het publiek moet immers worden overtuigd.

      Wat is een verbindende uitspraak?

      • Standpunt en argument zijn met elkaar verbonden. Als er een verband is tussen het argument en standpunt, kan de ene bewering de andere ondersteunen. Het verband wordt zichtbaar in een verbindende uitspraak. Dit is een uitspraak waarin een verband wordt gelegd tussen standpunt en argument. Dit kan als algemene regel, of via de ‘als…dan’-norm. Een voorbeeld van deze regels is respectievelijk dat diefstal verboden is, en ‘als de buurvrouw mijn fiets steelt, heeft zij een strafbaar feit gepleegd.’
      • Door een algemene formulering te gebruiken voor de verbindende uitspraak is het mogelijk om te zien of de argumenten geen irrelevante beweringen zijn, die eigenlijk niets te maken hebben met het standpunt. Dit moet wel het geval zijn

      Wat zijn verzwegen elementen?

      • De complete argumentatie bestaat dus uit S + A + VU. Soms worden er echter elementen verzwegen, dus dit moeilijk maken. In taalgebruik worden vaak voor de hand liggende zaken weggelaten, omdat de spreker dit niet relevant of overbodig vindt. De VU wordt vaak weggelaten, maar het kan ook zijn dat het standpunt of argument worden weggelaten. Het is belangrijk dat je de argumentatie goed kunt blijven construeren. Dit is noodzakelijk om de kwaliteit van argumentatie te kunnen beoordelen, daarnaast maakt dit de totale redenering informatiever. Aanknopingspunten zijn belangrijk bij onderzoeksvragen en tentamens. Een antwoord moet dan altijd gemotiveerd worden.

      Wat is een betoog, redenering en stelling?

      • Een betoog kent vaak een sterke argumentatie, waarmee de schrijver zijn publiek wil overtuigen. Vaak zijn er ook meerdere argumentaties. Een betoog kent vaak een ingewikkelde stelling, die aan de hand van meerdere argumenten onderbouwd moet worden. Er ontstaat dan een keten van argumentaties.
      • Argumentatie is ook iets anders dan redeneren In een redenering wordt duidelijk gemaakt waarom de verdedigde conclusie juist is. Hierbij wordt minder een meningsverschil verondersteld dan bij argumentatie het geval is. Bij argumentatie wordt vaak de juistheid van een stelling betwijfeld.
      • Een stelling is een uitspraak waarvan de aanvaardbaarheid of onaanvaardbaarheid in de loop van het betoog moet worden aangetoond. Dit is dus een standpunt wat wordt onderzocht.

      Hoe kan je argumentaties analyseren?

      Wat is herkennen van standpunt en argumentatie?

      • Om argumentaties te kunnen analyseren, moet men deze wel in een betoog kunnen herkennen. Dit begint met het herkennen van het standpunt en argument. Soms is dit meteen duidelijk, maar soms ook niet. Hierbij zijn drie hulpmiddelen: de want/dus proef, de interpretatie van de context en signaalwoorden.
      • De want/dus-proef betekent dat je het woordje want en dus tussen het argument en standpunt moet zetten. Kunt u hier want tussen zetten, is de eerste  uitspraak het standpunt, de tweede het argument. Kun je er dus tussen zetten, is de eerste uitspraak het argument en de tweede het standpunt.
      • De interpretatie van de context komt in beeld wanneer de want/dus-proef geen oplossing kan bieden. Gekeken wordt dan naar de zin, tekst en situatie. Men kan zich dan afvragen op welk onderliggend meningsverschil de argumentatie betrekking heeft. Het derde hulpmiddel zijn de signaalwoorden: ‘hieruit volgt dat’, ‘daaruit blijkt dat’, ‘dus’, ‘vandaar’, ‘naar mijn mening’ zijn allemaal termen die een standpunt markeren. Argumenten worden gekenmerkt door onder andere de woorden ‘dit volgt uit’, ‘op’, ‘aangezien’, ‘want’ en ‘overwegende dat’.

      Wat is reconstructie van argumentatie?

      • Zodra het standpunt en argument herkend is, komt de volgende stap van de analyse; de reconstructie tot de basisvorm S + A + VU. Dit is een handig hulpmiddel bij de beoordeling van eigen of andermans argumentatie. De VU legt een verband tussen argument en standpunt en voor juridisch geschoolden is het duidelijk dat het genoemde argument voor dit standpunt een relevante bewering is. De VU geeft een algemene regel weer, deze hoeft echter niet altijd volledig te zijn. Denk bijvoorbeeld aan de VU dat meerderjarige mensen handelingsbekwaam zijn. Dit is echter niet altijd het geval, denk bijvoorbeeld aan onder curatele gestelden.

      Enkelvoudige argumentatiestructuur

      • Niet alleen de reconstructie is van belang, maar ook het inzicht in de structuur van argumentaties. Er zijn zowel enkelvoudige als complexe argumentatiestructuren. In enkelvoudige argumentatie wordt een standpunt ondersteund door één argument, zodra dit ene argument onderuit wordt gehaald, faalt het hele standpunt.

      Wat is een complexe argumentatiestructuur?

      • De complexe argumentatiestructuur kent meervoudige argumentatie. Het is hierbij van belang te weten of die argumenten onderling wel of niet met elkaar samenhangen. Als dit niet het geval is, is er sprake van onafhankelijke argumentatie. Ieder argument is dan op zichzelf voldoende om de argumentatie te laten slagen. Meervoudige argumentatie versterkt de positie van degene die betoogt.

      Wat is afhankelijke argumentatie?

      • Hangen verschillende argumenten in de complexe argumentatiestructuur wel met elkaar samen, spreken we van afhankelijke argumentatie. Deze kan zowel onderschikkend als nevenschikkend zijn. Bij een onderschikkende argumentatie wordt het argument zelf onderbouwd door een subargument. Dit kan zelf ook weer worden ondersteund en zo ontstaat er een keten van argumenten, waarbij ieder argument afhankelijk is van het onderliggende argument. Bijvoorbeeld: Het besluit getuigt van onbehoorlijk bestuur, want het is in strijd met het motiveringsbeginsel, omdat de motivering voor het besluit niet kenbaar is gemaakt.
      • Bij nevenschikkende argumentatie kent ieder afzonderlijk onvoldoende overtuigingskracht. Zij vullen elkaar echter aan en vormen gezamenlijk wel een afgeronde verdediging van het standpunt. Je kunt tussen de argumenten altijd het woordje ‘en’ zetten. Om deze argumentatie te ontkrachten, is het voldoende om één van de argumenten aan te pakken.
      • In een betoog staan vaak meerdere argumentatiestructuren. Het is niet altijd meteen duidelijk om welke structuur het gaat.

      Hoe kan je verschillende redeneertypen van elkaar onderscheiden?

      • Om de kwaliteit van argumentatie of redeneringen te beoordelen, kun je kritische beoordelingsvragen stellen. Ieder type redenering heeft een eigen set van standaardvragen, het is hierbij handig dat je de redeneertypen kunt herkennen. Reconstructie en formuleringen zijn hierbij belangrijk.
      • Redeneertypen kunnen op verschillende manieren worden onderscheiden, zoals naar doel. Niet ieder onderzoek heeft hetzelfde doel, en dit geldt ook voor redeneringen. Heeft een jurist het doel  iemand ervan te overtuigen dat iets ‘zo is’ (beeldvorming), wordt een descriptieve redenering gebruikt. Is het doel meningsvorming, dan wordt een waardeoordeel gegeven via een evaluatieve redenering. Bij probleemoplossing wordt een aansporing verdedigd met een praktische redenering.
      • Een ‘is-redenering’ of descriptieve redenering moet bewijs leveren dat de conclusie waar is. De stappen beschrijven de stand van zaken. Je kunt deze redenering vaak herkennen aan het werkwoord ‘zijn.’ Bijvoorbeeld: Het wegnemen van elektriciteit is diefstal.
      • Een evaluatieve redenering of ‘geldt-als-redenering’ is geen feitelijke stand van zaken, maar een waardeoordeel. Het doel is om aan te tonen dat de waardering juist is. Je kunt deze redenering herkennen aan ‘geldt als’, zoals bijvoorbeeld: Het wegnemen van elektriciteit geldt als onaanvaardbaar. Het gaat om een normatief oordeel van een persoon.
      • De praktische redenering kent uitspraken die geformuleerd worden als ‘te doen’. Een bepaald handelen of nalaten wordt voorgeschreven. Het is een normatieve uitspraak in de vorm van behoren, zoals bijvoorbeeld: ‘Men zou geen elektriciteit mogen aftappen’. Het is dus een handelingsvoorschrift.
      • Al ken je het onderscheid tussen de soorten redeneringen is dit een handig hulpmiddel bij de beoordeling van de geldigheid en de overtuigingskracht van argumentatie.

      Hoe kan de kwaliteit van argumentaties beoordeeld worden?

      • Zodra argumentaties zijn geanalyseerd en gereconstrueerd, moet de kwaliteit van de argumentatie beoordeeld worden. Bij de overtuigingskracht kunnen drie vragen worden gesteld:
      1. Zijn de argumenten aanvaardbaar (waar of aannemelijk)?
      2. Is de argumentatie geldig (klopt het verband dat wordt gelegd)? Zijn standpunt en verbindende uitspraak op dezelfde wijze geformuleerd?
      3. Is de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd?
      • De volgorde van deze vragen hangt af van verschillende factoren, zoals de structuur van de argumentatie, intuïtie en persoonlijke voorkeur.

      Wat is aanvaardbaarheid van argumenten?

      • Aanvaardbaarheid is een materieel criterium, waarbij het gebruikte argument inhoudelijk van goede kwaliteit moet zijn. Een bewering kan aanvaardbaar zijn omdat hij waar is, hij waarschijnlijk is of omdat velen het ermee eens zijn. Zijn argumenten niet waar, niet waarschijnlijk of worden zij niet door velen gedeeld, is het standpunt niet goed onderbouwd en daarom niet overtuigend. Dit is ook het geval wanneer relevante argumenten ontbreken.
      • Of een argument aanvaardbaar is, is afhankelijk van de kennis van de toehoorder. Zo zal een publiek dat even deskundig is als de schrijver, minder ondersteunende argumenten voor een bepaalde stelling behoeven, omdat schrijver en lezer uitgaan van een gedeelde achtergrondkennis van gemeenschappelijk geaccepteerde bewegingen.

      Wat is geldigheid van de redenering

      • Bij de geldigheid van de redenering wordt gecontroleerd of het verband dat is gelegd tussen de uitspraken klopt. De verbindende uitspraak moet bij het standpunt en argument passen. Zo volgt bijvoorbeeld uit het feit dat je iets kunt doen, niet meteen dat je het ook moet doen. De redenering is dan ongeldig. De verbindende uitspraak moet dan anders geformuleerd worden.

      Wat is aanvaardbaarheid van de stap van argument naar standpunt

      • De derde eis is dat de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd is.  Het verband is aanvaardbaar als het standpunt volgt uit de argumenten. De argumentatie is echter pas overtuigend als er geen andere eigenschappen, overtuigingen, omstandigheden of redenen zijn die een ander standpunt of oplossing rechtvaardigen.
      • Een redenering bij de ‘is-redenering’ is overtuigend als de eerste drie vragen van het stappenplan met ja kunnen worden beantwoord en de laatste met nee:
      1. Zijn de argumenten waar of waarschijnlijk?
      2. Zijn alle onderdelen van de argumentatie te formuleren met het koppelwerkwoord ‘zijn’?
      3. Volgt uit de gegeven eigenschappen deze conclusie?
      4. Zijn er eigenschappen of omstandigheden die een andere conclusie rechtvaardigen?
      • Bij de ‘te-doen-redenering’ geldt het volgende stappenplan:
      1. Zijn de argumenten waar of aannemelijk?
      2. Zijn standpunt en verbindende uitspraak te formuleren als ‘te doen’?
      3. Volgt uit dit beginsel of deze regel dit voorschrijft?
      4. Zijn er redenen, omstandigheden of nadelige gevolgen te bedenken die een andere oplossing rechtvaardigen?

      Wat zijn verschillende redeneertypen?

      • Er is ook nog een ander instrument om de overtuigingskracht te beoordelen, namelijk die waarbij gekeken wordt naar de aard van het verband tussen standpunt en argument. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende redeneringen:
      1. Analogieredenering
      2. Generalisering
      3. Eigenschap-oordeelredenering
      4. Autoriteitsredenering
      5. Causaliteitsredenering
      6. Doel-middelredenering
      • Bij ieder type kunnen weer andere beoordelingsvragen gesteld worden. Bij de analogieredenering worden twee zaken, personen, handelingen of situaties met elkaar vergeleken en wordt hetgeen ten aanzien van de ene zaak, persoon, handeling of situatie wordt vastgesteld, ook toegepast op de andere zaak, omdat beide onderling vergelijkbaar zijn. Vragen die hierbij van belang zijn, zijn: Zijn er belangrijke overeenkomsten tussen de twee gevallen? Zijn deze relevant voor het standpunt of de conclusie? Zijn de verschillen tussen de beide gevallen niet belangrijker dan de overeenkomsten?
      • Bij de generalisering is het standpunt een algemene uitspraak, die wordt onderbouwd met een ander argument waarin één of meer individuele gevallen worden beschreven. Het verband wordt gelegd door de constatering dat iets in alle gevallen geldt. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Zijn de genoemde gevallen representatief? Zijn de gevallen relevant voor de conclusie? Worden er voldoende gevallen genoemd om de conclusie te rechtvaardigen?
      • Eigenschap-oordeelredenering kent de theorie dat het standpunt een concrete uitspraak is, die wordt ondersteund door een argument waarin een bepaalde eigenschap of een bepaald kenmerk wordt beschreven. Het verband wordt gelegd via een algemene uitspraak. Vragen die je hierbij kunt stellen zijn: Rechtvaardigt de genoemde eigenschap het gegeven oordeel? Zijn er andere eigenschappen of omstandigheden die een ander oordeel rechtvaardigen?
      • Bij de autoriteitsredenering wordt het standpunt onderbouwd met een beroep op een gezaghebbende bron die dit ondersteunt. Het standpunt wordt enkel onderbouwd door een verwijzing naar een gezaghebbende bron, zoals bijvoorbeeld de Hoge Raad. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Is de genoemde autoriteit betrouwbaar en deskundig op dit gebied? Heeft hij of zij geen belangen bij de zaak? Is de autoriteit wel juist en volledig weergegeven? Is het naar voren gebrachte standpunt niet in tegenspraak met andere gezaghebbende bronnen of andere informatie?
      • Bij een causaliteitsredenering wordt er een relatie van oorzaak en gevolg tussen twee gebeurtenissen gelegd. Er zijn verschillende vormen van de causaliteitsredenering. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Kan de genoemde oorzaak inderdaad tot het voorspelde of reeds opgetreden gevolg leiden? Zijn er omstandigheden te bedenken die voorkomen dat het voorspelde gevolg zal optreden? Is de genoemde actor verantwoordelijk voor het opgetreden gevolg?
      • Tot slot de doel-middelredenering. Hierbij wordt een bepaald handelen of bepaalde maatregel voorgesteld, omdat daarmee een bepaald doel kan worden bereikt. Vragen die je hierbij kunt stellen zijn: Is het doel wel gewenst? Leidt het middel tot het gewenste doel? Zijn er nadelige gevolgen?

      Wat zijn drogredenen?

      • Naast de standaardvragen is er nog een ander hulpmiddel bij de beoordeling van argumentatie, namelijk het herkennen van drogredenen die gebruikt worden om publiek te overtuigen. Deze lijken op het eerste gezicht aanvaardbaar, maar zijn dit niet. Of een argument aanvaardbaar of toelaatbaar is, ligt vaak ter beoordeling van het publiek. Een drogreden is een argument van slechte kwaliteit vanuit het perspectief van de argumentatietheorie, want het doorstaat de toets van aanvaardbaarheid niet. Om anderen te overtuigen, kan een schrijver of spreker gebruik maken van de drie overtuigingsmiddelen: ethos, pathos en logos.
        • Ethos: de schrijver/spreker probeert het vertrouwen van de publiek te winnen, bijvoorbeeld door deskundig en geloofwaardig over te komen.
        • Pathos: de schrijver/spreker speelt in op de gevoelens en vooroordelen van het publiek
        • Logos: de schrijver/spreker doet een beroep op het verstand van het publiek. De nadruk ligt hierbij op zakelijke argumenten en rationele conclusies.
      • Wanneer een overtuigingsmiddel verkeerd wordt gebruikt of opgevat, doen zich drogredenen voor. Bij logos kunnen dit zijn: valse analogie of overhaaste generalisaties. Met betrekking tot ethos is het schermen met eigen kwaliteiten een drogreden en bij pathos is sprake van een drogreden als de tegenstander of het publiek bedreigd wordt, onder druk gezet wordt door medelijden op te wekken, of als een overdreven beroep wordt gedaan op de (voor)oordelen en gevoelens van het publiek.

      Hoe kan een betoog beoordeeld worden?

      • Elke jurist moet een simpel model ter beschikking hebben om argumentaties te analyseren en te waarderen. Een betoog bestaat uit meer onderdelen dan argumentaties, er wordt ook informatie in verstrekt. Eerst moet bepaald worden waarover het meningsverschil gaat, dan zal de informatie van de argumenten moeten worden gescheiden en vervolgens kan de argumentatie geanalyseerd worden, door deze terug te brengen naar de basisvorm. Indien er sprake is van complexe argumentatie, moet onderzocht worden of er sprake is van meervoudige onafhankelijke of afhankelijke argumentatie.

      Hoe werkt reconstructie van argumentatie in een betoog?

      • Het betoog moet gereconstrueerd worden, met behulp van vijf vragen.
      1. Wat is het probleem en waarom is het een probleem?
      2. Wat is precies de probleemstelling en wat is het standpunt?
      3. Wat zijn de argumenten?
      4. Hoe hangen standpunt en argument samen?
      5. Welke typen redeneringen worden gehanteerd?

      Hoe werkt beoordeling van de kwaliteit van een betoog?

      • Bij de beoordeling van een argumentatie kunnen telkens drie algemene beoordelingsvragen worden gesteld:
      1. Zijn de argumenten aanvaardbaar, dat wil zeggen: waar of aannemelijk?
      2. Is de argumentatie geldig?
      3. Is de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd?
      • De volgorde van deze vragen is weer afhankelijk van factoren.

      Hoe zet je zelf een argumentatie op?

      • Het opzetten van een argumentatie kan helpen om argumentatie te reconstrueren. Het probleem moet geanalyseerd worden, de probleemstelling moet geformuleerd worden en argumenten moeten gezocht worden.
      • In een juridische tekst gaat het erom dat u een standpunt verdedigt op basis van juridisch erkende argumenten, want een eigen mening heeft onvoldoende gezag om een standpunt te onderbouwen. Met het argumenteren kan informatie verzameld worden. Men kan zich dan een oordeel gaan vormen en argumenten tegen en voor het oordeel vinden. Er bestaat geen recept voor het vinden van argumenten.
      • Gevonden argumenten moeten altijd in een logisch verband kunnen worden gebracht met het standpunt. De verbindende uitspraak moet daarnaast kloppen en de stap van argument naar standpunt rechtvaardigen. Alle onderdelen van een argumentatie dienen waar of aanvaardbaar te zijn. Zwakkere argumenten hebben een nadere onderbouwing nodig met subargumenten.

      Wat zij de belangrijkste vragen met betrekking tot de inhoud en argumentatiestructuur van het betoog?

      • Hierbij nog een overzicht van vragen met betrekking tot de inhoud en argumentatiestructuur van het betoog:
      1. Wat is het probleem/verschil van mening en waarom is het een probleem?
      2. Wat is precies de probleemstelling? Wat is het standpunt?
      3. Wat zijn de argumenten?
      4. He hangen argumenten en standpunt samen?
      5. Welke typen redeneringen zijn gehanteerd?
      • Vragen met betrekking tot de kwaliteit van de argumentaties:
      1. Zijn de argumenten waar of aannemelijk?
      2. Zijn alle onderdelen van de argumentatie te formuleren met ‘zijn’ of ‘te doen’?
      3. Volgt uit de eigenschappen/beginselen een oordeel of voorschrift?
      4. Zijn er eigenschappen/redenen, omstandigheden die een andere oplossing rechtvaardigen?
      Recht en bestuur: vragen en antwoorden over juridische vaardigheden en rechten studeren

      Recht en bestuur: vragen en antwoorden over juridische vaardigheden en rechten studeren

      Hoe vind je wetsartikelen?

      Hoe vind je wetsartikelen?

      Bij iedere juridische opleiding heeft de student te maken met een wettenbundel. Een wettenbundel is een bundel waarin een verzameling van regelingen is opgenomen. Deze regelingen zijn meestal wetten. Een wet bevat verschillende regels die ervoor moeten zorgen dat de samenleving functioneert. Wetten komen tot stand door besluiten van overheidsorganen. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen formele wetten en materiële wetten. Een wettenbundel bevat meestal formele wetten; wetten of regelingen die door samenwerking tussen de Regering en de Staten-Generaal tot stand zijn gekomen. Een formele wet vermeldt altijd in te titel het woord ‘wet’ of ‘wetboek’. Een belangrijk punt met betrekking tot de wettenbundels is het feit dat deze dikke bundels niet uit het hoofd hoeven te worden geleerd. Het is vooral noodzakelijk dat de student goed en snel de wettenbundel kan doorzoeken.

      Juridische uitgeverijen zorgen ervoor dat wettenbundels worden uitgegeven. De volgorde van de regelingen in de wettenbundel wordt bepaald door uitgever. Een wettenbundel wordt meestal gesplitst in verschillende delen (Publiekrecht/Privaatrecht). omdat er veel verschillende regelingen zijn. Bij het zoeken in de wettenbundel is het handig om de meegeleverde tabs van de uitgever in de wettenbundel te plakken.

        Hoe begrijp en analyseer je wetsteksten?

        Hoe begrijp en analyseer je wetsteksten?

        Het is belangrijk om wetgevingsstukken te kunnen vinden en te kunnen begrijpen. Hiervoor is er enig inzicht in de totstandkoming van een wet vereist. Als men inzicht heeft in het wetgevingsproces, is het makkelijker te begrijpen hoe en waarom een wet tot stand is gekomen. De boodschap van de wetgever is immers niet altijd duidelijk. Bij de wetsinterpretatie kan de wetsgeschiedenis een handig hulpmiddel zijn. Onder de wetsgeschiedenis vallen alle stukken die betrekking hebben op de totstandkoming van een wet, zoals het voorstel van wet, de memorie van toelichting (MvT) en het eindverslag van de commissie. In dit hoofdstuk worden de wetgevingsstukken besproken die betrekking hebben op de totstandkoming van een wet in formele zin.

        Het wetgevingsproces van een wet kent vijf fasen. Iedere fase heeft hierbij weer eigen stukken. De volgende fasen kunnen worden onderscheiden:

        1. Departementale voorbereiding

        2. Parlementaire behandeling

        3. Bekrachtiging

        4. Bekendmaking

        5. Inwerkingtreding

        Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken?

        Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken?

        In een civiele procedure oordeelt de rechter in een geschil tussen twee burgerlijke partijen over een norm van privaatrecht. Als partijen kunnen optreden natuurlijke of rechtspersonen (bijv. een stichting, vereniging of BV). Let op: ook de overheid kan als burgerlijke partij optreden, bijvoorbeeld bij het aanbesteden van een bouwproject aan een aannemer. In kleine zaken oordeelt de sector kanton van de rechtbank. Het gaat dan om vorderingen tot 5.000 Euro of huur- en arbeidszaken.

        De civiele procedure kent twee vormen: de dagvaardingsprocedure (over geschillen) en de verzoekschriftprocedure (over administratieve zaken als aanwijzing van een voogd). Een dagvaardingsprocedure speelt zich af tussen eiser en gedaagde en eindigt in een vonnis. Een dagvaarding bevat een vordering (petitum) en de grondslag ervoor (fundamentum petendi). Bij een verzoekschriftprocedure zijn een verzoeker (of rekwestrant) en verweerder (of gerekwestreerde) betrokken. De procedure eindigt in een beschikking.

        Een civiele procedure kan tot verschillende uitkomsten leiden: de rechter kan zich onbevoegd verklaren, de eiser niet ontvankelijk vanwege redenen die buiten het eigenlijke geschil zijn gelegen als verloop van een termijn, de vordering afwijzen danwel geheel of gedeeltelijk toewijzen.

        Meer lezen:

        Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

        Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

        In de strafrechtelijke procedure staan als partijen tegenover elkaar enerzijds een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM) en anderzijds de verdachte (meestal vertegenwoordigd door een raadsman). Het OM heeft een parket bij iedere rechterlijke instantie. Op het niveau van de Rechtbank gaat het om een officier van justitie (OvJ), bij het Hof om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal, bij de HR eveneens om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal bij de HR. Let op: het parket bij de HR heeft deels andere taken dan dat bij Hof en Rechtbank. Dit heeft gevolgen voor de rechtspositie van de leden van het parket bij de HR.

        De strafrechtelijke procedure vangt aan met de dagvaarding uitgebracht door de OvJ. Deze dagvaarding bevat de de verdachte tenlastegelegde feiten. Tijdens de rechtszitting beantwoordt de rechter de formele vragen van art. 348 Sv en de materiële vragen van art. 350 Sv. De formele vragen betreffen de geldigheid van de dagvaarding, bevoegdheid van de rechter, ontvankelijkheid van de OvJ en mogelijke redenen voor schorsing van de vervolging. De materiële vragen hebben betrekking op het bewijs van de feiten (niet bewezen, dan vrijspraak), de strafbaarheid van de feiten (indien niet, dan ontslag van rechtsvervolging), strafbaarheid van de verdachte (indien niet omdat er schulduitsluitingsgronden van toepassing zijn, dan volgt eveneens ontslag van rechtsvervolging) en tenslotte op de straf of maatregel. Daarnaast behandelt de rechter andere relevante strafrechtelijke wetsartikelen.

        Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken?

        Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken?

        Het bestuursrecht regelt de verhouding tussen overheid en burger (natuurlijke of rechtspersoon) en tussen overheidsorganen onderling. Het bestuursrecht bepaalt met name de voorwaarden waaraan besluiten (overheidsbeslissingen van algemene strekking) en beschikkingen (besluiten gericht tegen één persoon) moeten voldoen. Het algemeen deel van het bestuursrecht is te vinden in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het bestuursrecht is vertakt over vele deelgebieden: sociaal zekerheidsrecht, belastingrecht, ruimtelijke ordeningsrecht, ambtenarenrecht, vreemdelingenrecht etc. Deze deelgebieden staan in afzonderlijke wetten.

        De bestuursrechtprocedure vinden plaats bij de bestuursrechter (een gespecialiseerde rechter bij de rechtbank) en in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak bij de Raad van State (ABRvS), de Centrale Raad van Beroep (CRvB, ambtenarenrecht of sociaal verzekeringsrecht) of het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb, inzake handelingen en besluiten van publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties). Maar aan deze eigenlijke beroepsprocedure gaat vooraf de bezwaarschriftprocedure. In deze voorfase kan iemand (eiser of andere belanghebbende(n)) die het niet eens is/ zijn met een beslissing van een bestuursorgaan bezwaar indienen bij dit orgaan. Is een partij het vervolgens niet eens met de beslissing op bezwaar, dan stelt hij beroep in bij de bestuursrechter. Als de bestuursrechter (of hogere instantie) het beroep gegrond verklaart, verwijst hij in beginsel de zaak terug naar het orgaan. Na een nieuw besluit, kan opnieuw bezwaar worden ingesteld, enzovoort. Anders dan de (lijdelijke) civiele rechter stelt de bestuursrechter zich actief op bij het onderzoek naar de feiten en bij de te hanteren rechtsgronden.

        Let op het begrip ‘belanghebbende’ in het bestuursrecht: dit omvat niet alleen de direct door een overheidsbesluit getroffen partij, maar ook anderen die door dit besluit in hun belangen zijn getroffen. Voor een rechtspersoon vallen onder deze belangen ook de belangen die deze persoon collectief behartigt (bijv. bij een stichting).

        Hoe citeer of haal je regelingen aan?

        Hoe citeer of haal je regelingen aan?

        Het aanhalen of citeren van wetsartikelen moet op een bepaalde manier gebeuren. Men moet bijvoorbeeld niet de titel, de afdeling of de paragraaf noemen. De pagina waarop het artikel staat moet ook niet genoemd worden. Wat moet dan wel genoemd worden?

        • Ten eerste moeten het artikel, het lid en de naam van de wet genoemd worden. Bijvoorbeeld artikel 17 lid 1 Grondwet, artikel 17 lid 1 GW of art. 17 lid 1 GW.
        • Bovendien moet bij het citeren ook een sub worden vermeld als het artikel een sub bevat. Bijvoorbeeld artikel 38 lid 1 sub a Grondwet.
        • Als er binnen een artikel of lid een opsomming wordt gegeven, moet er duidelijk worden aangegeven welke wordt bedoeld. Bijvoorbeeld artikel 8 lid 1 sub 2 Wet op de economische delicten.

        Het nummer van het artikel kan rechtstreeks uit de wet worden overgenomen. Bij het citeren van artikelen uit het Burgerlijk Wetboek moet men zelf het nummer van het Boek ervoor plaatsen. Dus niet artikel 142 BW, maar artikel 6:142 BW.

           

          Hoe los je een juridische casus op?

          Hoe los je een juridische casus op?


          Stap 1: Het selecteren van de feiten

          • Wat zijn de belangrijke feiten?

          • Wat zijn de onbelangrijke feiten

          Stap 2: Het selecteren van de rechtsregel(s)

          • Welk rechtsgebied is van toepassing?

          • Welke wet is van toepassing?

          • Welke rechtsregel(s) zijn van toepassing?

          Stap 3: De rechtsregel(s) ontleden in voorwaarden en rechtsgevolg

          • Hoe moet deze rechtsregel ontleed worden in voorwaarden en rechtsgevolg?

          Stap 4: Het interpreteren van de voorwaarden

          • Wat wordt bedoeld met de voorwaarden?

          Stap 5: De oplossing: het toepassen van rechtsregel(s) op de feiten

          • Antwoord geven op de casusvraag door het toepassen van de rechtsregel(s) op de feiten

           

          Hoe houd je een juridisch betoog?

          Hoe houd je een juridisch betoog?

          Wanneer je een standpunt rechtvaardigt door middel van onderbouwing met argumenten, spreek je van argumentatie. Het doel is om de ander te overtuigen van een standpunt en om je standpunt te verdedigen tegen mogelijke kritiek. De standpunten en argumenten samen wordt een betoog genoemd.

          Overtuigend presenteren (vorm) en goede argumentatie (inhoud) zijn noodzakelijk.

          Zij vormen samen in de retorica de kunst van het overtuigen. De Ars Retorica van Aristoteles – een tekst uit de vierde eeuw voor Christus – vormt de basis voor de overtuigingsleer. Je kunt een betoog op verschillende manier vormgeven. De keuze hierin is afhankelijk van de soort argumenten die je gebruikt. Je kunt ook gebruik maken van schijnargumenten (drogredenen). Argumentatie is, naast het overtuigen, ook belangrijk om de argumenten van de tegenpartij te beoordelen op hun juistheid.

          Meer lezen:
          Hoe zit een goede juridische argumentatie in elkaar?

          Hoe zit een goede juridische argumentatie in elkaar?


          Wat is het belang van juridisch argumenteren?

          • Als je argumenteert, probeer je de juistheid van je uitspraak aan te tonen door deze door middel van argumentatie te onderbouwen. Denk bijvoorbeeld aan een advocaat die de rechtbank ervan probeert te overtuigen dat zijn cliënt onschuldig is. Juristen hebben deze vaardigheid nodig; zij moeten verbanden leggen tussen verschillende beweringen.
          • Argumenteren is een vaardigheid die niet makkelijk te trainen valt. Allereerst zal informatie worden gegeven over het specifieke karakter van juridisch argumenteren en er zal een uitleg worden gegeven over begrippen die gehanteerd worden. Vervolgens worden aanwijzingen gegeven die kunnen helpen bij het analyseren van argumentaties, zodat u verschillende typen redeneringen kunt herkennen. Daarnaast volgen enkele tips voor het zelf opzetten van een argumentatie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal kritische vragen.

          Wat zijn meningsverschillen?

          • Men wordt geconfronteerd met onbevredigende situaties in het dagelijks leven, zoals onbegrepen verschijnselen, conflicterende standpunten of onwetendheid betreffende hoe te handelen. Over de beste oplossing bestaan vaak meningsverschillen. Dit kan zich voordoen in de vorm van twijfel van de ene partij aan de beweringen van een andere partij, maar ook in het naar voren brengen van standpunten die lijnrecht tegenover elkaar staan. Meningsverschillen worden opgelost met afzoenen, geweld, en argumenteren. Zowel afzoenen als geweld zijn geen geliefde opties om meningsverschillen op te lossen. Argumentatie is de beste optie hiervoor; men onderbouwt en motiveert zijn antwoorden, standpunten en oplossingen.

          Wat is een publieksgerichte activiteit?

          • Een standpunt bepleiten wordt gezien als publieksgerichte activiteit, omdat er altijd iemand is die overtuigd moet worden. Deze persoon is de publieksinstantie, deze is belangrijk en men kan alleen overtuigend argumenteren als rekening wordt gehouden met het kennisniveau, de opvattingen en vooroordelen van het publiek. Argumentatie die overtuigend is voor vakgenoten treft doel.

          Wat is de leer van argumentatie?

          • Men moet goede argumenten aanvoeren om te kunnen overtuigen. Hiervoor moet men eerst wel argumenten kunnen vinden, deze moeten ook goed zijn. Om instrumenten te ontwikkelen die kunnen helpen bij deze beoordeling is de argumentatieleer ontstaan. Dit is omvangrijk en minutieus, opdat onderscheid gemaakt kan worden tussen allerlei kleine nuances. Dit maakt de toepassing echter moeilijk in de praktijk. Derhalve wordt in dit hoofdstuk een eenvoudiger model gepresenteerd, wat makkelijker te hanteren is in de praktijk.

          Waaruit bestaat een argumentatie?

          Een argumentatie bestaat uit een standpunt/conclusie (S), een argument (A) en een verbindende uitspraak (VU). Een voorbeeld hierbij is een overeenkomst die tot stand komt: Er is een overeenkomst tot stand gekomen tussen Ali en Sara (S), want het aanbod van Ali is aanvaard door Sara (A) en door aanvaarding van een aanbod komt een overeenkomst tot stand (VU).

          Wat is een standpunt?

          • Een standpunt is iedere uitspraak of bewering waarin een antwoord, verklaring, oordeel of oplossing wordt gegeven. Ook de term conclusie gebruiken we in deze theorie. Dit is de verzamelterm voor iedere uitkomst van een redenering, ongeacht of het gaat over het antwoord op een vraag, een verklaring voor een verschijnsel, een oordeel in een meningsverschil of een oplossing in de vorm van een voorschrift of advies. Er wordt dus een ruime betekenis aan de term standpunt/conclusie gegeven. Het is een juridische uitkomst.
          • Een standpunt an sich is een aanvechtbare uitspraak. Om het publiek te overtuigen moeten beweringen worden aangevoerd die het standpunt kunnen onderbouwen. Standpunten kunnen ook aanvechtbaar zijn; er is meer voor nodig om de lezer te overtuigen dan de enkele verklaring. Hoe meer ondersteunende beweringen er zijn, hoe meer het publiek overtuigd kan raken. Soms is één argument genoeg, soms zijn vijf argumenten nog onvoldoende.

          Wat is een argument?

          • Een argument is een uitspraak over de werkelijkheid, die dient ter ondersteuning van een standpunt. Je kunt een argument dus zien als onderbouwing. Argumenten kunnen bestaan uit feiten of een mening, ze kunnen waar of onwaar zijn, waarschijnlijk of onwaarschijnlijk, aannemelijk of niet aannemelijk, goed of slecht, zwak of sterk, niet overtuigend of wel overtuigend.
          • Een feitelijke uitspraak is te controleren, discussie is na vaststelling van de waarheid niet meer mogelijk. Echter kan het in sommige gevallen moeilijk zijn om de waarheid bij feiten vast te stellen. Feiten van algemene bekendheid hoeven niet te worden bewezen. Feitenuitspraken die moeilijk te controleren zijn moeten worden beargumenteerd en hiermee moet worden doorgegaan tot er een feit tevoorschijn komt wat bewijsbaar of algemeen bekend is.
          • Een mening is altijd voor betwisting vatbaar, dit is immers een persoonlijke opvatting. Meningen worden vaak onderbouwd met andere beweringen. Deze kunnen ook weer aanvechtbaar zijn, dus zullen moeten worden ondersteund met subargumenten. Er kan een keten aan onderbouwing nodig zijn om een standpunt wat is gebaseerd op een mening te laten slagen. Hoeveel precies nodig is, is afhankelijk van het publiek; het publiek moet immers worden overtuigd.

          Wat is een verbindende uitspraak?

          • Standpunt en argument zijn met elkaar verbonden. Als er een verband is tussen het argument en standpunt, kan de ene bewering de andere ondersteunen. Het verband wordt zichtbaar in een verbindende uitspraak. Dit is een uitspraak waarin een verband wordt gelegd tussen standpunt en argument. Dit kan als algemene regel, of via de ‘als…dan’-norm. Een voorbeeld van deze regels is respectievelijk dat diefstal verboden is, en ‘als de buurvrouw mijn fiets steelt, heeft zij een strafbaar feit gepleegd.’
          • Door een algemene formulering te gebruiken voor de verbindende uitspraak is het mogelijk om te zien of de argumenten geen irrelevante beweringen zijn, die eigenlijk niets te maken hebben met het standpunt. Dit moet wel het geval zijn

          Wat zijn verzwegen elementen?

          • De complete argumentatie bestaat dus uit S + A + VU. Soms worden er echter elementen verzwegen, dus dit moeilijk maken. In taalgebruik worden vaak voor de hand liggende zaken weggelaten, omdat de spreker dit niet relevant of overbodig vindt. De VU wordt vaak weggelaten, maar het kan ook zijn dat het standpunt of argument worden weggelaten. Het is belangrijk dat je de argumentatie goed kunt blijven construeren. Dit is noodzakelijk om de kwaliteit van argumentatie te kunnen beoordelen, daarnaast maakt dit de totale redenering informatiever. Aanknopingspunten zijn belangrijk bij onderzoeksvragen en tentamens. Een antwoord moet dan altijd gemotiveerd worden.

          Wat is een betoog, redenering en stelling?

          • Een betoog kent vaak een sterke argumentatie, waarmee de schrijver zijn publiek wil overtuigen. Vaak zijn er ook meerdere argumentaties. Een betoog kent vaak een ingewikkelde stelling, die aan de hand van meerdere argumenten onderbouwd moet worden. Er ontstaat dan een keten van argumentaties.
          • Argumentatie is ook iets anders dan redeneren In een redenering wordt duidelijk gemaakt waarom de verdedigde conclusie juist is. Hierbij wordt minder een meningsverschil verondersteld dan bij argumentatie het geval is. Bij argumentatie wordt vaak de juistheid van een stelling betwijfeld.
          • Een stelling is een uitspraak waarvan de aanvaardbaarheid of onaanvaardbaarheid in de loop van het betoog moet worden aangetoond. Dit is dus een standpunt wat wordt onderzocht.

          Hoe kan je argumentaties analyseren?

          Wat is herkennen van standpunt en argumentatie?

          • Om argumentaties te kunnen analyseren, moet men deze wel in een betoog kunnen herkennen. Dit begint met het herkennen van het standpunt en argument. Soms is dit meteen duidelijk, maar soms ook niet. Hierbij zijn drie hulpmiddelen: de want/dus proef, de interpretatie van de context en signaalwoorden.
          • De want/dus-proef betekent dat je het woordje want en dus tussen het argument en standpunt moet zetten. Kunt u hier want tussen zetten, is de eerste  uitspraak het standpunt, de tweede het argument. Kun je er dus tussen zetten, is de eerste uitspraak het argument en de tweede het standpunt.
          • De interpretatie van de context komt in beeld wanneer de want/dus-proef geen oplossing kan bieden. Gekeken wordt dan naar de zin, tekst en situatie. Men kan zich dan afvragen op welk onderliggend meningsverschil de argumentatie betrekking heeft. Het derde hulpmiddel zijn de signaalwoorden: ‘hieruit volgt dat’, ‘daaruit blijkt dat’, ‘dus’, ‘vandaar’, ‘naar mijn mening’ zijn allemaal termen die een standpunt markeren. Argumenten worden gekenmerkt door onder andere de woorden ‘dit volgt uit’, ‘op’, ‘aangezien’, ‘want’ en ‘overwegende dat’.

          Wat is reconstructie van argumentatie?

          • Zodra het standpunt en argument herkend is, komt de volgende stap van de analyse; de reconstructie tot de basisvorm S + A + VU. Dit is een handig hulpmiddel bij de beoordeling van eigen of andermans argumentatie. De VU legt een verband tussen argument en standpunt en voor juridisch geschoolden is het duidelijk dat het genoemde argument voor dit standpunt een relevante bewering is. De VU geeft een algemene regel weer, deze hoeft echter niet altijd volledig te zijn. Denk bijvoorbeeld aan de VU dat meerderjarige mensen handelingsbekwaam zijn. Dit is echter niet altijd het geval, denk bijvoorbeeld aan onder curatele gestelden.

          Enkelvoudige argumentatiestructuur

          • Niet alleen de reconstructie is van belang, maar ook het inzicht in de structuur van argumentaties. Er zijn zowel enkelvoudige als complexe argumentatiestructuren. In enkelvoudige argumentatie wordt een standpunt ondersteund door één argument, zodra dit ene argument onderuit wordt gehaald, faalt het hele standpunt.

          Wat is een complexe argumentatiestructuur?

          • De complexe argumentatiestructuur kent meervoudige argumentatie. Het is hierbij van belang te weten of die argumenten onderling wel of niet met elkaar samenhangen. Als dit niet het geval is, is er sprake van onafhankelijke argumentatie. Ieder argument is dan op zichzelf voldoende om de argumentatie te laten slagen. Meervoudige argumentatie versterkt de positie van degene die betoogt.

          Wat is afhankelijke argumentatie?

          • Hangen verschillende argumenten in de complexe argumentatiestructuur wel met elkaar samen, spreken we van afhankelijke argumentatie. Deze kan zowel onderschikkend als nevenschikkend zijn. Bij een onderschikkende argumentatie wordt het argument zelf onderbouwd door een subargument. Dit kan zelf ook weer worden ondersteund en zo ontstaat er een keten van argumenten, waarbij ieder argument afhankelijk is van het onderliggende argument. Bijvoorbeeld: Het besluit getuigt van onbehoorlijk bestuur, want het is in strijd met het motiveringsbeginsel, omdat de motivering voor het besluit niet kenbaar is gemaakt.
          • Bij nevenschikkende argumentatie kent ieder afzonderlijk onvoldoende overtuigingskracht. Zij vullen elkaar echter aan en vormen gezamenlijk wel een afgeronde verdediging van het standpunt. Je kunt tussen de argumenten altijd het woordje ‘en’ zetten. Om deze argumentatie te ontkrachten, is het voldoende om één van de argumenten aan te pakken.
          • In een betoog staan vaak meerdere argumentatiestructuren. Het is niet altijd meteen duidelijk om welke structuur het gaat.

          Hoe kan je verschillende redeneertypen van elkaar onderscheiden?

          • Om de kwaliteit van argumentatie of redeneringen te beoordelen, kun je kritische beoordelingsvragen stellen. Ieder type redenering heeft een eigen set van standaardvragen, het is hierbij handig dat je de redeneertypen kunt herkennen. Reconstructie en formuleringen zijn hierbij belangrijk.
          • Redeneertypen kunnen op verschillende manieren worden onderscheiden, zoals naar doel. Niet ieder onderzoek heeft hetzelfde doel, en dit geldt ook voor redeneringen. Heeft een jurist het doel  iemand ervan te overtuigen dat iets ‘zo is’ (beeldvorming), wordt een descriptieve redenering gebruikt. Is het doel meningsvorming, dan wordt een waardeoordeel gegeven via een evaluatieve redenering. Bij probleemoplossing wordt een aansporing verdedigd met een praktische redenering.
          • Een ‘is-redenering’ of descriptieve redenering moet bewijs leveren dat de conclusie waar is. De stappen beschrijven de stand van zaken. Je kunt deze redenering vaak herkennen aan het werkwoord ‘zijn.’ Bijvoorbeeld: Het wegnemen van elektriciteit is diefstal.
          • Een evaluatieve redenering of ‘geldt-als-redenering’ is geen feitelijke stand van zaken, maar een waardeoordeel. Het doel is om aan te tonen dat de waardering juist is. Je kunt deze redenering herkennen aan ‘geldt als’, zoals bijvoorbeeld: Het wegnemen van elektriciteit geldt als onaanvaardbaar. Het gaat om een normatief oordeel van een persoon.
          • De praktische redenering kent uitspraken die geformuleerd worden als ‘te doen’. Een bepaald handelen of nalaten wordt voorgeschreven. Het is een normatieve uitspraak in de vorm van behoren, zoals bijvoorbeeld: ‘Men zou geen elektriciteit mogen aftappen’. Het is dus een handelingsvoorschrift.
          • Al ken je het onderscheid tussen de soorten redeneringen is dit een handig hulpmiddel bij de beoordeling van de geldigheid en de overtuigingskracht van argumentatie.

          Hoe kan de kwaliteit van argumentaties beoordeeld worden?

          • Zodra argumentaties zijn geanalyseerd en gereconstrueerd, moet de kwaliteit van de argumentatie beoordeeld worden. Bij de overtuigingskracht kunnen drie vragen worden gesteld:
          1. Zijn de argumenten aanvaardbaar (waar of aannemelijk)?
          2. Is de argumentatie geldig (klopt het verband dat wordt gelegd)? Zijn standpunt en verbindende uitspraak op dezelfde wijze geformuleerd?
          3. Is de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd?
          • De volgorde van deze vragen hangt af van verschillende factoren, zoals de structuur van de argumentatie, intuïtie en persoonlijke voorkeur.

          Wat is aanvaardbaarheid van argumenten?

          • Aanvaardbaarheid is een materieel criterium, waarbij het gebruikte argument inhoudelijk van goede kwaliteit moet zijn. Een bewering kan aanvaardbaar zijn omdat hij waar is, hij waarschijnlijk is of omdat velen het ermee eens zijn. Zijn argumenten niet waar, niet waarschijnlijk of worden zij niet door velen gedeeld, is het standpunt niet goed onderbouwd en daarom niet overtuigend. Dit is ook het geval wanneer relevante argumenten ontbreken.
          • Of een argument aanvaardbaar is, is afhankelijk van de kennis van de toehoorder. Zo zal een publiek dat even deskundig is als de schrijver, minder ondersteunende argumenten voor een bepaalde stelling behoeven, omdat schrijver en lezer uitgaan van een gedeelde achtergrondkennis van gemeenschappelijk geaccepteerde bewegingen.

          Wat is geldigheid van de redenering

          • Bij de geldigheid van de redenering wordt gecontroleerd of het verband dat is gelegd tussen de uitspraken klopt. De verbindende uitspraak moet bij het standpunt en argument passen. Zo volgt bijvoorbeeld uit het feit dat je iets kunt doen, niet meteen dat je het ook moet doen. De redenering is dan ongeldig. De verbindende uitspraak moet dan anders geformuleerd worden.

          Wat is aanvaardbaarheid van de stap van argument naar standpunt

          • De derde eis is dat de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd is.  Het verband is aanvaardbaar als het standpunt volgt uit de argumenten. De argumentatie is echter pas overtuigend als er geen andere eigenschappen, overtuigingen, omstandigheden of redenen zijn die een ander standpunt of oplossing rechtvaardigen.
          • Een redenering bij de ‘is-redenering’ is overtuigend als de eerste drie vragen van het stappenplan met ja kunnen worden beantwoord en de laatste met nee:
          1. Zijn de argumenten waar of waarschijnlijk?
          2. Zijn alle onderdelen van de argumentatie te formuleren met het koppelwerkwoord ‘zijn’?
          3. Volgt uit de gegeven eigenschappen deze conclusie?
          4. Zijn er eigenschappen of omstandigheden die een andere conclusie rechtvaardigen?
          • Bij de ‘te-doen-redenering’ geldt het volgende stappenplan:
          1. Zijn de argumenten waar of aannemelijk?
          2. Zijn standpunt en verbindende uitspraak te formuleren als ‘te doen’?
          3. Volgt uit dit beginsel of deze regel dit voorschrijft?
          4. Zijn er redenen, omstandigheden of nadelige gevolgen te bedenken die een andere oplossing rechtvaardigen?

          Wat zijn verschillende redeneertypen?

          • Er is ook nog een ander instrument om de overtuigingskracht te beoordelen, namelijk die waarbij gekeken wordt naar de aard van het verband tussen standpunt en argument. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende redeneringen:
          1. Analogieredenering
          2. Generalisering
          3. Eigenschap-oordeelredenering
          4. Autoriteitsredenering
          5. Causaliteitsredenering
          6. Doel-middelredenering
          • Bij ieder type kunnen weer andere beoordelingsvragen gesteld worden. Bij de analogieredenering worden twee zaken, personen, handelingen of situaties met elkaar vergeleken en wordt hetgeen ten aanzien van de ene zaak, persoon, handeling of situatie wordt vastgesteld, ook toegepast op de andere zaak, omdat beide onderling vergelijkbaar zijn. Vragen die hierbij van belang zijn, zijn: Zijn er belangrijke overeenkomsten tussen de twee gevallen? Zijn deze relevant voor het standpunt of de conclusie? Zijn de verschillen tussen de beide gevallen niet belangrijker dan de overeenkomsten?
          • Bij de generalisering is het standpunt een algemene uitspraak, die wordt onderbouwd met een ander argument waarin één of meer individuele gevallen worden beschreven. Het verband wordt gelegd door de constatering dat iets in alle gevallen geldt. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Zijn de genoemde gevallen representatief? Zijn de gevallen relevant voor de conclusie? Worden er voldoende gevallen genoemd om de conclusie te rechtvaardigen?
          • Eigenschap-oordeelredenering kent de theorie dat het standpunt een concrete uitspraak is, die wordt ondersteund door een argument waarin een bepaalde eigenschap of een bepaald kenmerk wordt beschreven. Het verband wordt gelegd via een algemene uitspraak. Vragen die je hierbij kunt stellen zijn: Rechtvaardigt de genoemde eigenschap het gegeven oordeel? Zijn er andere eigenschappen of omstandigheden die een ander oordeel rechtvaardigen?
          • Bij de autoriteitsredenering wordt het standpunt onderbouwd met een beroep op een gezaghebbende bron die dit ondersteunt. Het standpunt wordt enkel onderbouwd door een verwijzing naar een gezaghebbende bron, zoals bijvoorbeeld de Hoge Raad. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Is de genoemde autoriteit betrouwbaar en deskundig op dit gebied? Heeft hij of zij geen belangen bij de zaak? Is de autoriteit wel juist en volledig weergegeven? Is het naar voren gebrachte standpunt niet in tegenspraak met andere gezaghebbende bronnen of andere informatie?
          • Bij een causaliteitsredenering wordt er een relatie van oorzaak en gevolg tussen twee gebeurtenissen gelegd. Er zijn verschillende vormen van de causaliteitsredenering. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Kan de genoemde oorzaak inderdaad tot het voorspelde of reeds opgetreden gevolg leiden? Zijn er omstandigheden te bedenken die voorkomen dat het voorspelde gevolg zal optreden? Is de genoemde actor verantwoordelijk voor het opgetreden gevolg?
          • Tot slot de doel-middelredenering. Hierbij wordt een bepaald handelen of bepaalde maatregel voorgesteld, omdat daarmee een bepaald doel kan worden bereikt. Vragen die je hierbij kunt stellen zijn: Is het doel wel gewenst? Leidt het middel tot het gewenste doel? Zijn er nadelige gevolgen?

          Wat zijn drogredenen?

          • Naast de standaardvragen is er nog een ander hulpmiddel bij de beoordeling van argumentatie, namelijk het herkennen van drogredenen die gebruikt worden om publiek te overtuigen. Deze lijken op het eerste gezicht aanvaardbaar, maar zijn dit niet. Of een argument aanvaardbaar of toelaatbaar is, ligt vaak ter beoordeling van het publiek. Een drogreden is een argument van slechte kwaliteit vanuit het perspectief van de argumentatietheorie, want het doorstaat de toets van aanvaardbaarheid niet. Om anderen te overtuigen, kan een schrijver of spreker gebruik maken van de drie overtuigingsmiddelen: ethos, pathos en logos.
            • Ethos: de schrijver/spreker probeert het vertrouwen van de publiek te winnen, bijvoorbeeld door deskundig en geloofwaardig over te komen.
            • Pathos: de schrijver/spreker speelt in op de gevoelens en vooroordelen van het publiek
            • Logos: de schrijver/spreker doet een beroep op het verstand van het publiek. De nadruk ligt hierbij op zakelijke argumenten en rationele conclusies.
          • Wanneer een overtuigingsmiddel verkeerd wordt gebruikt of opgevat, doen zich drogredenen voor. Bij logos kunnen dit zijn: valse analogie of overhaaste generalisaties. Met betrekking tot ethos is het schermen met eigen kwaliteiten een drogreden en bij pathos is sprake van een drogreden als de tegenstander of het publiek bedreigd wordt, onder druk gezet wordt door medelijden op te wekken, of als een overdreven beroep wordt gedaan op de (voor)oordelen en gevoelens van het publiek.

          Hoe kan een betoog beoordeeld worden?

          • Elke jurist moet een simpel model ter beschikking hebben om argumentaties te analyseren en te waarderen. Een betoog bestaat uit meer onderdelen dan argumentaties, er wordt ook informatie in verstrekt. Eerst moet bepaald worden waarover het meningsverschil gaat, dan zal de informatie van de argumenten moeten worden gescheiden en vervolgens kan de argumentatie geanalyseerd worden, door deze terug te brengen naar de basisvorm. Indien er sprake is van complexe argumentatie, moet onderzocht worden of er sprake is van meervoudige onafhankelijke of afhankelijke argumentatie.

          Hoe werkt reconstructie van argumentatie in een betoog?

          • Het betoog moet gereconstrueerd worden, met behulp van vijf vragen.
          1. Wat is het probleem en waarom is het een probleem?
          2. Wat is precies de probleemstelling en wat is het standpunt?
          3. Wat zijn de argumenten?
          4. Hoe hangen standpunt en argument samen?
          5. Welke typen redeneringen worden gehanteerd?

          Hoe werkt beoordeling van de kwaliteit van een betoog?

          • Bij de beoordeling van een argumentatie kunnen telkens drie algemene beoordelingsvragen worden gesteld:
          1. Zijn de argumenten aanvaardbaar, dat wil zeggen: waar of aannemelijk?
          2. Is de argumentatie geldig?
          3. Is de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd?
          • De volgorde van deze vragen is weer afhankelijk van factoren.

          Hoe zet je zelf een argumentatie op?

          • Het opzetten van een argumentatie kan helpen om argumentatie te reconstrueren. Het probleem moet geanalyseerd worden, de probleemstelling moet geformuleerd worden en argumenten moeten gezocht worden.
          • In een juridische tekst gaat het erom dat u een standpunt verdedigt op basis van juridisch erkende argumenten, want een eigen mening heeft onvoldoende gezag om een standpunt te onderbouwen. Met het argumenteren kan informatie verzameld worden. Men kan zich dan een oordeel gaan vormen en argumenten tegen en voor het oordeel vinden. Er bestaat geen recept voor het vinden van argumenten.
          • Gevonden argumenten moeten altijd in een logisch verband kunnen worden gebracht met het standpunt. De verbindende uitspraak moet daarnaast kloppen en de stap van argument naar standpunt rechtvaardigen. Alle onderdelen van een argumentatie dienen waar of aanvaardbaar te zijn. Zwakkere argumenten hebben een nadere onderbouwing nodig met subargumenten.

          Wat zij de belangrijkste vragen met betrekking tot de inhoud en argumentatiestructuur van het betoog?

          • Hierbij nog een overzicht van vragen met betrekking tot de inhoud en argumentatiestructuur van het betoog:
          1. Wat is het probleem/verschil van mening en waarom is het een probleem?
          2. Wat is precies de probleemstelling? Wat is het standpunt?
          3. Wat zijn de argumenten?
          4. He hangen argumenten en standpunt samen?
          5. Welke typen redeneringen zijn gehanteerd?
          • Vragen met betrekking tot de kwaliteit van de argumentaties:
          1. Zijn de argumenten waar of aannemelijk?
          2. Zijn alle onderdelen van de argumentatie te formuleren met ‘zijn’ of ‘te doen’?
          3. Volgt uit de eigenschappen/beginselen een oordeel of voorschrift?
          4. Zijn er eigenschappen/redenen, omstandigheden die een andere oplossing rechtvaardigen?
          Wat is rechten studeren of een juridische opleiding volgen: waarom, waar en wat daarna?

          Wat is rechten studeren of een juridische opleiding volgen: waarom, waar en wat daarna?

          Rechten studeren of een juridische opleiding volgen?

          • Of je nu geïnteresseerd bent in maatschappelijke ontwikkelingen of graag advocaat wil worden, rechten is een brede studie met veel toepassingen. Zo is er bij een juridische studie niet alleen aandacht voor de mensenrechten en spannende strafzaken, maar gaat het ook over sociale en economische zaken. Zo kan het gaan over de handel en bijvoorbeeld de fusies van internationale bedrijven, maar ook over schrijnende echtscheidingen en de ergste sociale misstanden
          • De veelzijdigheid en verwovenheid met de maatschappij van de rechtsgeleerdheid komt in het bijzonder naar voren wanneer je kijkt naar de vele kennisgebieden waarin je je kan specialiseren. Zo kun je je onder meer bekwamen in Strafrecht, Internationaal recht, Arbeidsrecht, Europees recht, Personen- en familierecht, Vermogensrecht, ICT recht, Staatsrecht, Fiscaal recht, Ondernemingsrecht, Erfrecht of Bestuursrecht
          • De breedheid en belang van de studie komt tot zijn recht wanneer je bedenkt dat Rechtsgeleerdheid in vrijwel iedere studentenstad ter wereld wordt gedoceerd. Zo kun je in het Nederlandse taalgebied onder meer rechten gaan studeren op de Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, Hogeschool Leiden, Rijksuniversiteit Groningen, Maastricht University, Radboud Universiteit Nijmegen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Erasmus Universiteit Rotterdam, Tilburg University, Universiteit Utrecht of de Open Universiteit.
          • Het nut en toepasbaarheid van de studie vind je dan weer als je kijkt naar welke vacatures er allemaal zijn voor juristen. Zo kun je onder meer aan de slag als advocaat, notaris, beleidsmedewerker, regeringsadviseur, specialist in het bedrijfsleven, mensenrechten- en vluchtelingenbeschermer, promovendus of rechter-in-wording.
          Juridische vaardigheden leren en verbeteren in binnen- en buitenland

          Juridische vaardigheden leren en verbeteren in binnen- en buitenland

          Juridische vaardigheden en de rechtspraktijk in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Arrest interpreteren - Casus oplossen - Betoog houden Wetsartikel zoeken - Wet begrijpen Inhoud: o.a. Hoe vind je wetsartikelen? Hoe begrijp en analyseer je wetsteksten? Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken? Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken? Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken? Hoe citeer of haal je...... lees verder op de pagina

          Juridische vaardigheden: uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen

          Juridische vaardigheden: uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen

          Samenvatting van Argumenteren voor Juristen van Conijn ea.

          Samenvatting van Argumenteren voor Juristen van Conijn ea.

          Samenvattingen en studiehulp bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea.

          • Boeksamenvatting bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Hoofdstuk 1: De kunst van het gelijk
          • Hoofdstuk 2: Argumenteren
          • Hoofdstuk 3: Argumentatievormen
          • Hoofdstuk 4: Argumenteren in juridische context
          • Hoofdstuk 5: Aanpak van een juridische casus
          • Hoofdstuk 6: Tactiek en strategie
          • Hoofdstuk 7: Pleiten

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

          Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

          Samenvatting van Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea.

          Samenvatting van Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea.

          Samenvattingen en studiehulp bij Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea.

          • Boeksamenvatting bij Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Hoofdstuk 1 De basisvaardigheden van elke gespreksvoering
          • Hoofdstuk 2 De vergadering
          • Hoofdstuk 3 Samenwerken op verschillende niveaus
          • Hoofdstuk 4 Telefonische gespreksvoering
          • Hoofdstuk 5 Solliciteren naar een baan
          • Hoofdstuk 6 Presenteren met een doel
          • Hoofdstuk 7 Communiceren via het geven van voorlichting
          • Hoofdstuk 8 Argumenteren om te overtuigen
          • Hoofdstuk 9 Advies geven
          • Hoofdstuk 10 Het gesprek waarin slecht nieuws wordt gebracht
          • Hoofdstuk 11 Omgaan met conflicten
          • Hoofdstuk 12 Onderhandelen om tot overeenstemming te komen
          • Hoofdstuk 13 Probleemoplossing met mediation
          • Hoofdstuk 14 Gedragsverandering

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

          Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

          Samenvatting van Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea.

          Samenvatting van Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea.

          Samenvattingen en studiehulp bij Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea.

          • Boeksamenvatting bij Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Hoe moet er in een wettenbundel gezocht worden? - Chapter 1
          • Hoe moeten wetsartikelen geanalyseerd worden? - Chapter 2
          • Hoe wordt een casus opgelost? - Chapter 3
          • Hoe raadpleeg je wetsstukken? - Chapter 4
          • Hoe wordt de bevoegde rechter gevonden? - Chapter 5
          • Hoe moeten vonnissen en arresten gelezen worden? - Chapter 6
          • Hoe wordt een juridisch betoog geschreven? - Chapter 7

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

          Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

          Samenvatting van Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis

          Samenvatting van Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis

          Samenvattingen en studiehulp bij Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis

          • Boeksamenvatting bij Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Wat zijn juridische vaardigheden? - Chapter 1
          • Waar vind je de relevante wetsartikelen? - Chapter 2
          • Hoe dien je rechtsregels te lezen? - Chapter 3
          • Hoe los je een casus op? - Chapter 4
          • Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken? - Chapter 5
          • Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken? - Chapter 6
          • Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken? - Chapter 7
          • Hoe ken je de juiste betekenis toe aan juridische termen? - Chapter 8
          • Hoe zet je een juridisch betoog op en hoe houd je een pleidooi? - Chapter 9

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

          Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

          Samenvatting van Juridische onderzoeksvaardigheden van Hoogewerf e.a.

          Samenvatting van Juridische onderzoeksvaardigheden van Hoogewerf e.a.

          Samenvattingen en studiehulp bij Juridische onderzoeksvaardigheden van Hoogewerf e.a.

          • %node:title is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Wat is de theorie en de achtergrond van het onderzoek? - Chapter 1
          • Hoe wordt een onderzoeksplan gemaakt? - Chapter 2
          • Wat zijn de onderzoeksmethoden? - Chapter 3
          • Hoe wordt een onderzoeksrapport gemaakt? - Chapter 4
          • Hoe te verwijzen naar bronnen en literatuur? - Chapter 5

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Juridische vaardigheid & Rechtspraktijk als studie en kennisgebied

          Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

          Samenvatting van Juridische vaardigheden van Loonstra ea.

          Samenvatting van Juridische vaardigheden van Loonstra ea.

          Samenvattingen en studiehulp bij Juridische vaardigheden van Loonstra ea.

          • Boeksamenvatting bij Juridische vaardigheden van Loonstra ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Hoe moet omgegaan worden met een wettenbundel? - Chapter 1
          • Hoe moet er worden omgegaan met wetsartikelen? - Chapter 2
          • Hoe wordt er recht gesproken? - Chapter 3
          • Hoe moet er gebruik gemaakt worden van juridische literatuur? - Chapter 4
          • Hoe worden wetten gemaakt? - Chapter 5
          • Hoe moeten casussen opgelost worden? - Chapter 6
          • Wat is de vakjargon? - Chapter 7
          • Hoe moet er met dossiers omgegaan worden? - Chapter 8

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

          Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

          Samenvatting van Zoeken in juridische databanken van Hoogewerf ea.

          Samenvatting van Zoeken in juridische databanken van Hoogewerf ea.

          Samenvattingen en studiehulp bij Zoeken in juridische databanken van Hoogewerf ea.

          • Boeksamenvatting bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Wat is de theorie en de achtergrond van het onderzoek? - Chapter 1
          • Hoe wordt een onderzoeksplan gemaakt? - Chapter 2
          • Wat zijn de onderzoeksmethoden? - Chapter 3
          • Hoe wordt een onderzoeksrapport gemaakt? - Chapter 4
          • Hoe te verwijzen naar bronnen en literatuur? - Chapter 5

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

          Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

          Samenvatting van Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol

          Samenvatting van Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol

          Samenvattingen en studiehulp bij Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol

          • Boeksamenvatting bij Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol is gedeeld op JoHo WorldSupporter

          Inhoudsopgave

          • Wanneer ontstond de retorica? - Chapter 1
          • Welke vier wetten voor succesvolle communicatie zijn te onderscheiden? - Chapter 2
          • Wat is het onderscheid tussen moderne en klassieke pleitretoriek? - Chapter 3
          • Wat is het gevaar van de retoriek? - Chapter 4
          • Wat is het nut van decorum, probatio en refutatio? - Chapter 5
          • Welke functie heeft het pleidooi in het proces? - Chapter 6
          • Welk nut heeft retorica bij de rechter? - Chapter 7
          • Wat zijn ethos, pathos en logos? - Chapter 8
          • Welke tegenargumenten kun je verwachten? - Chapter 9
          • Wat zijn de belangrijkste redeneerfouten? - Chapter 10
          • Hoe deel je je betoog in? - Chapter 11
          • Welke stijlkenmerken dient een juridisch pleidooi te bezitten? - Chapter 12
          • Hoe wordt een betoog verlevendigd? - Chapter 13
          • Hoe onthoud je je pleidooi? - Chapter 14
          • Wat is van belang bij de presentatie van een betoog? - Chapter 15
          • Hoe werkt een betoog in de praktijk van een proces? - Chapter 16
          • Op welke wijze zet je het betoog op? - Chapter 17
          • Hoe werken argumenten, beschouwing en pleitnota in de rechtspraktijk? - Chapter 18
          • Hoe gaat het mondelinge gedeelte van het juridisch pleidooi in zijn werk? - Chapter 19
          • Welke adviezen zijn relevant bij pleiten in bestuursrechtelijke of fiscale zaken? - Chapter 20
          • Hoe gaat het requisitoir? - Chapter 21
          • Wat is de rol van retoriek in het heden? - Chapter 22

          Naar de samenvatting

          Meer lezen

          Wetenschap en onderzoek als studie en kennisgebied

          Werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij onderzoeksorganisaties of wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland

          Juridische vaardigheden leren en verbeteren in binnen- en buitenland

          Juridische vaardigheden leren en verbeteren in binnen- en buitenland

          Juridische vaardigheden en de rechtspraktijk in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen Arrest interpreteren - Casus oplossen - Betoog houden Wetsartikel zoeken - Wet begrijpen Inhoud: o.a. Hoe vind je wetsartikelen? Hoe begrijp en analyseer je wetsteksten? Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken? Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken? Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken? Hoe citeer of haal je...... lees verder op de pagina
          Competenties versterken, vaardigheden ontwikkelen en motivaties ontdekken: thema's en startpagina's
          Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

          Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

          Het plannen van je carrière, het switchen van je loopbaan en het aanvaarden van toeval bij je beroepskeuze Beroepskeuze - Carrièreswitch - Functies - Werkrollen - Werksectoren Collega's kiezen - Levenspad volgen - Werktoekomst bepalen - Zelf bijdragen Inhoud Vragen: o.a. Wat is werk, wat is een carrière en waarom werken wij? Wat zijn competenties, kwaliteiten en vaardigheden? Wat is...... lees verder op de pagina
          Competenties en vaardigheden opdoen voor je studie, je werk, je reis en je leven

          Competenties en vaardigheden opdoen voor je studie, je werk, je reis en je leven

          Competenties en vaardigheden voor je studie, je werk, je reizen en je leven Alle eigenschappen, kwaliteiten, waarden, vaardigheden, competenties, talenten en contenties die bijdragen aan een zingevende en succesvolle leer-, werk en leefomgeving Inhoud Vragen: o.a. Wat zijn competenties of kwaliteiten? Wat zijn eigenschappen? Wat zijn waarden? Wat zijn contenties? Wat is talent en talenten? Wat is talentontwikkeling? Wat zijn...... lees verder op de pagina
          Functies en werkzaamheden uitoefenen tijdens je baan, stage of vrijwilligerswerk in het buitenland

          Functies en werkzaamheden uitoefenen tijdens je baan, stage of vrijwilligerswerk in het buitenland

          Functies en werkzaamheden voor je loopbaan in Nederland of baan in het buitenland Functies per sector en werkveld zoals communicatie, duurzaamheid, geestelijke zorg, horeca, hospitality, maatschappelijke werk, medische zorg, onderwijs, onderzoek, recht of sport Inhoud: o.a. Wat zijn de startpagina's voor werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland per activiteit en functie? Wat zijn de startpagina's voor sollicitaties en...... lees verder op de pagina
          Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

          Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

          Tevreden voelen met je studie, je werkzaamheden en de invulling van je leven Een content gevoel, geluksgevoel en goed gevoel via: behulpzaamheid, betrokkenheid, inlevingsvermogen, onafhankelijkheid, stabiliteit, stapgerichtheid, vrijheid, zelfbewustzijn en zingeving Inhoud: o.a. Wat is contentheid, wat zijn contenties en de bronnen van een goed of gelukkig gevoel? Behulpzaamheid & Onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen Betrokkenheid &...... lees verder op de pagina
          Gesprekken houden, overleggen en discussie voeren

          Gesprekken houden, overleggen en discussie voeren

          Discussie, gesprek en overleg in binnen- en buitenland Argumenteren, Discussiëren, Gesprekken voeren, Overleggen, Overtuigen, Vergaderen Inhoud o.a. Wat is argumenteren? Wat is overtuigend zijn? Wat wordt verstaan onder overtuigingskracht Hoe wordt argumentatie ingezet bij het overtuigen? Wat moet je wel of niet doen tijdens een sollicitatiegesprek? Competenties en vaardigheden Hoe wordt argumentatie ingezet bij het overtuigen? Wat kan je doen...... lees verder op de pagina
          Goede argumenten gebruiken en logisch redeneren bij studie, stage of werk

          Goede argumenten gebruiken en logisch redeneren bij studie, stage of werk

          Argumentatie gebruiken en logica aantonen Leren argumenteren, clichés vermijden, logische gevolgen trekken, overtuigend redeneren en consistent reageren Inhoud Wat is een argument ? Wat is de basis van goed argumenteren? ⇧ Inhoud Wat is een argument? Wat is argumenteren? Wat voor soorten argumenten zijn er? Hoe wordt argumentatie ingezet bij het overtuigen? Wat is het nut van argumentatie? Hoe wordt...... lees verder op de pagina
          Kennis overdragen, feiten uitwisselen en boodschappen overbrengen bij studie, stage en werk

          Kennis overdragen, feiten uitwisselen en boodschappen overbrengen bij studie, stage en werk

          Feiten uitwisselen, kennis overdragen, boodschappen overbrengen, begrip kweken en betrokkenheid versterken Argumentatie - Communicatie - Overtuigingskracht - Redenatie - Tekstgebruik - Schrijfvaardigheden inhoud: o.a. Wat is communiceren? Wat is mondelinge, schriftelijke en non-verbale communicatie? Wat is argumenteren en wat is het nut van argumentatie? Studiehulp en samenvattingen Waar vind je de samenvattingen en studiehulp voor tekstgebruik? Waar vind je de...... lees verder op de pagina
          Studiekeuze maken en master kiezen

          Studiekeuze maken en master kiezen

          Studie, master of cursus zoeken en kiezen voor je opleiding en toekomst Van motivatie, plezier, specialisatie, talent en toekomstperspectief naar zingeving of zelfinzicht Inhoud : o.a Wat is talent en wat zijn talenten? Wat zijn de stappen die je kan nemen als je een studie, een master, een cursus of een opleiding wil kiezen? Welke studies kan je doen: Wat...... lees verder op de pagina
          Talent en aanleg ontdekken en waarderen om te leren, te werken en te leven

          Talent en aanleg ontdekken en waarderen om te leren, te werken en te leven

          Talenten en aanleg ontdekken, benutten, waarderen en tot recht laten komen Inhoud Vragen: o.a. Wat is talent en wat zijn talenten? Wat zijn competenties of kwaliteiten? Wat zijn eigenschappen, kwaliteiten, waarden, vaardigheden, competenties, talenten en contenties? Wat zijn betrokken spreuken en tips rond authenticiteit, jezelf zijn, talent, kwaliteit en zelfinzicht? Verdiepen en studeren: Hoe en waar kan je je competenties,...... lees verder op de pagina
          Twijfelen of keuzes maken: van keuzestress naar een goede beslissing
          Vraag stellen en antwoord zoeken: van probleem naar oplossing gaan
          Werkplezier en energie van je werk krijgen: leer je om te werken of werk je om te leren?
          Emoties, indicaties en motivaties: uitgelichte thema's

          Behulpzaamheid versus onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen

          Behulpzaamheid versus onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen

          Behulpzaam zijn, anderen helpen, geven in plaats van nemen Altruïsme - Dankbaarheid - Gewetensvolheid - Respect - Sociaal gedrag Inhoud: o.a. Wat is onbehulpzaam zijn en onbehulpzaamheid? Wat houdt dankbaarheid in? Wat betekent servicegericht zijn en wat is klantgericht zijn? Wat is gewetensvol, en wat is naar je geweten handelen? Wat is respect en respectloosheid? Wat is asociaal zijn, en...... lees verder op de pagina
          Beleving versus verveling: creëer perspectief door het openen van nieuwe deuren
          Betrokkenheid versus onverschilligheid: geef niet op maar ergens om
          Inlevingsvermogen versus onbegrip: maak gebruik van je empathische vaardigheden
          Onafhankelijkheid versus afhankelijkheid: blijf bij jezelf en laat die kudde achter je

          Onafhankelijkheid versus afhankelijkheid: blijf bij jezelf en laat die kudde achter je

          Onafhankelijkheid: je eigen weg vinden, jezelf weren tegen oneigenlijk gedrag en afstand nemen van kuddegedrag en meeloperij Afhankelijkheid - Authenticiteit - Beïnvloeding - Betrouwbaarheid - Jezelf zijn - Integriteit Inhoud: o.a. Wat is onafhankelijkheid en wat houdt onafhankelijk zijn in? Wat is een genuanceerd oordeel? Wat is integer zijn en over integriteit beschikken? Wat is bescheidenheid en wat houdt bescheiden...... lees verder op de pagina
          Stap voor stap versus ongefocussed: richt je op je reis en niet op je bestemming
          Stabiliteit versus stress: ga actief om met je negatieve emoties

          Stabiliteit versus stress: ga actief om met je negatieve emoties

          Stress voorkomen, met spanning omgaan en je stabiliteit te versterken Angst overwinnen - Burnout bestrijden - Drukte dimmen - Emotie erkennen - Evenwichtigheid versterken - Relaxed reageren - Spanning positief inzetten Inhoud: o.a. Wat is stress, wat is gestresst zijn, en wat is stressbestendigheid? Wat is stabiliteit en wat betekent je mentaal stabiel en in balans voelen? Wat houdt instabiliteit...... lees verder op de pagina
          Succes versus teleurstelling: waardeer en vier je kleine succes

          Succes versus teleurstelling: waardeer en vier je kleine succes

          Stilstaan bij behaalde doelen, vieren van de eigen kleine en grote successen Waardering van de ander voelen, zonder die ook nodig te hebben Inhoud: o.a. Wat is trots en waar bestaat trots zijn uit? Wat houdt dankbaarheid in? Wat is doorzettingsvermogen, volhoudendheid en volharding? Wat is teleurstelling en wat betekent teleurgesteld zijn? Wat is spijt en wat betekent spijtvol zijn?...... lees verder op de pagina
          Tolerantie versus onverdraagzaamheid: laat de ander zijn eigen weg bewandelen
          Verbondenheid versus eenzaamheid: leg en onderhoud sociale contacten
          Vrijheid versus beperking: voel je onbeperkt en niet begrensd

          Vrijheid versus beperking: voel je onbeperkt en niet begrensd

          Onbeperktheid en vrijheid van geest Je vrij voelen, je niet begrensd voelen, jezelf weren tegen wenselijk gedrag zonder gronden Inhoud o.a. Wat is je onbeperkt voelen? Wat houdt vrijheid en je vrij voelen in? Wat is onafhankelijkheid en wat houdt onafhankelijk zijn in? Wat is energiek zijn, en betekent energie hebben? Wat is tolerantie en tolerant zijn? Wat houdt je...... lees verder op de pagina
          Zelfbewust zijn versus onzekerheid: ontdek je kwaliteiten, verkrijg zelfinzicht en omzeil je klippen

          Zelfbewust zijn versus onzekerheid: ontdek je kwaliteiten, verkrijg zelfinzicht en omzeil je klippen

          Zelfbewust zijn, zelfkennis en zelfinzicht opdoen, kwaliteiten ontdekken, kansen benutten en klippen omzeilen Eigen bestemming vinden - Onzekerheid plek - Zelfvertrouwen versterken Inhoud: o.a. Wat betekent zelfbewustheid en wat wordt verstaan onder zelfbewust zijn? Wat betekent onzekerheid en je onzeker voelen, en wat is vertrouwen en vertrouwen hebben? Wat betekent zelfverzekerdheid en wat wordt verstaan onder zelfwaardering? Wat betekent negativiteit...... lees verder op de pagina
          Zingeving en motivatie: zoek voldoening bij studie, werk, reizen en de wereld om je heen
          Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

          Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

          Tevreden voelen met je studie, je werkzaamheden en de invulling van je leven Een content gevoel, geluksgevoel en goed gevoel via: behulpzaamheid, betrokkenheid, inlevingsvermogen, onafhankelijkheid, stabiliteit, stapgerichtheid, vrijheid, zelfbewustzijn en zingeving Inhoud: o.a. Wat is contentheid, wat zijn contenties en de bronnen van een goed of gelukkig gevoel? Behulpzaamheid & Onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen Betrokkenheid &...... lees verder op de pagina

          JoHo WorldSupporter: samenvattingen en studiehulp
          Argumenteren en argumentatie: begrippen en definities - Vintage Supporter
          1. Standpunten en verschillende meningen Meningsverschil (1.1): Een standpunt wordt niet gedeeld door...
          Samenvatting bij Juridische Basisvaardigheden - Hoogewerf e.a. - 2e druk - Law Supporter
          Hoe moet er in een wettenbundel gezocht worden? - Chapter 1 Wat is de structuur van een wet en hoe verloopt...
          Schrijfcodes: schrijf beter, corrigeer sneller - Psychology Supporter
          Uitleg bij het gebruik van deze samenvatting De eerste tien hoofdstukken uit het boek Schrijfcodes zijn...
          Samenvatting: Taaltopics Argumenteren - Vintage Supporter
          1. Belangrijke begrippen bij argumenteren In dit eerste hoofdstuk van het boek Taaltopics: Argumenteren...

          Wegwijzer bij competentie en motivatie
          Competentie en kwaliteit
          Samenvattingen en studiehulp
          Studie in het buitenland
          Stage en werkervaring
          Vrijwilligerswerk
          Werk
          JoHo Worldsupporter doelstellingen
          • Zie de doelstellingen van JoHo WorldSupporter voor: het versterken van begrip voor andere culturen en personen, het stimuleren van tolerantie in de wereld om je heen, het wereldwijd delen van kennis en knowhow, en het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling in binnen- en buitenland
          Samenvattingen en studiehulp: per studie en vakgebied
          Samenvattingen en studiehulp voor internationale, bestuurskundige en beleidskundige opleidingen

            Vertrekken naar het buitenland

            Probleemloos wonen of tijdelijk verblijven in het buitenland?

            Betaald werk, vrijwilligerswerk en stages in het buitenland per werkveld en vakgebied

            Pagina onderwerp:

            juridische werk doen en juridische vaardigheden in binnen- en buitenland

            Account - Bereikbaarheid - Contact - Dienstenwijzer - Gegevens - Vacatures - Zoeken