je carrière en toekomst vormgeven:

ontwikkelen, verbeteren of beheersen

 

Van signalen herkennen tot motivaties begrijpen

Van competenties opdoen tot vaardigheden verbeteren in het buitenland

van vrijwilligerswerk doen tot werkvaardigheden in binnen- en buitenland

Indeling

je carrière en toekomst vormgeven      

je carrière en toekomst vormgeven: relaties      

je carrière en toekomst vormgeven: gerelateerde termen     

wegwijzer bij competenties en motivaties      

naar het buitenland   

je carrière en toekomst vormgeven in binnen- en buitenland

Wat is werk, wat is een carrière en waarom werken wij?

Wat is werk, wat is een carrière en waarom werken wij?


Wat is de definitie van werk?

  • Werken is het veranderen van een omgeving via lichamelijke inspanning of activiteiten van de menselijke geest. In principe gaat het om veranderingen die door jou of je omgeving zijn gewenst.

Was is arbeid?

  • Zodra er sprake is van werken in een economisch verband, zoals werken voor een organisatie of betaald krijgen voor je werk dan spreekt men van arbeid.

Wat is een werknemer?

  • Een werknemer is een persoon die betaald werk doet en daarvoor door een andere persoon, of een organisatie, wordt betaald.

Wat is de definitie van een carrière?

  • Een carriere is je maatschappelijke levensweg werk die aangeeft wat je in je leven gedaan hebt, het werk dat je doet of de de banen die je hebt gehad, betaald of onbetaald
  • Verwante begrippen: loopbaan, levensloop, maatschappelijke positie, succes

Waar bestaat werk uit?

  • Hannah Arendt maakt in ‘The Human Condition’ (1958) het onderscheid tussen Arbeid, Werk en Handelen:
  • Arbeid (labor) is volgens Arendt de activiteit die correspondeert met het biologische proces van het lichaam. De groei van het lichaam wordt mogelijk gemaakt door de producten van de arbeid. Het is nodig om het menselijk lichaam, het leven, in stand te houden. Arbeid heeft een solistisch karakter, de mens is alleen en kan alleen zichzelf in leven houden. Arbeid vloeit voort uit de natuur van de mens, uit de behoeften van ons lichaam.
  • Werk (work) is juist onnatuurlijk. Het produceert een artificiële wereld van objecten. Middels werk produceert de mens een enorme variëteit aan producten, artefacten. Deze geven stabiliteit aan het elven, ze scheppen een meer permanente wereld. Werk is tijdelijk, het wordt afgesloten met een duidelijk en concreet product. Ook werken kent volgens Ardendt een solistisch karakter.
  • Handelen (action) is de enige van de 3 zonder solistisch karakter. Bij handelen is het contact met mensen juist van belang. Handelen is een activiteit direct tussen mensen, zonder materie of voorwerpen als intermediair. Het is ook veel onverwachter dan arbeid en werk.
  • In de klassieke Griekse samenleving was handelen bijvoorbeeld primair, werk en arbeid volgden daarna. Volgens Arendt is dat in deze tijd ook het geval. In ons dagelijks spraakgebruik is er geen onderscheid tussen arbeid en werk. Het lijkt erop dat werk in de zin van Arendt minder voorkomt en dat er steeds meer sprake is van arbeid in de zin van Arendt.

Op welke manier kan je naar werk kijken?

  • In de derde eeuw voor Christus onstond het stoïcisme, waarbinnen juist het loskomen van materiële en andere behoeftes het grootste goed was. Grondleggers waren Zeno, Kleanthes en Chrysippus. Een veel latere bekende aanhanger was de Romeinse keizer Marcus Aurelius. Voor hen gold als hoogste doel de apathie; slechts diegene is wijs die vrij is van hartstochten, men dient onafhankelijk te zijn van alle uiterlijkheden.
  • Ook Aristoteles had voor arbeid slechts een geringe waardering. Aristoteles zag werk als een minderwaardige activiteit (Anthony, 1977). In het Christendom hebben arbeid en activiteit lange tijd een relatief lage status gehad. De 'arbeid' van de geest was veel belangrijker dan de 'platte' arbeid van het lichaam, het werken om den brode.
  • In het Boeddhisme is er een met de Joods-Christelijke traditie vergelijkbare waardering van arbeid.
  • In de Islam is eveneens sprake van een positieve waardering van arbeid.

Is er recht op werk?

  • De Universele Verklaring noemt het recht op werk, vrije keuze van arbeid, rechtvaardige en gunstige werkomstandigheden, bescherming tegen werkloosheid, gelijke betaling voor gelijke arbeid, rechtvaardige beloning, en zonodig aanvullende bescherming en voorzieningen.
  • Deze rechten zijn ook opgenomen in een VN-verdrag (EcSoCu). Meer dan 180 verdragen over werk, arbeidsomstandigheden, voorzieningen en dergelijke zijn afgesloten in het kader van de ILO. In 2003 waren wereldwijd 188 miljoen mensen officieel werkloos, 6% van de arbeidsbevolking. Het feitelijk aantal ligt veel en veel hoger: er is aanzienlijke verborgen werkloosheid, zoals in staatsbedrijven (China), ambtenarij (Afrika) en de landbouw. Ook wordt in veel landen het werk van vrouwen (in de landbouw, het huishouden, de huisindustrie) niet officieel als werk geregistreerd.
  • Mensen moeten zonder discriminatie toegang hebben tot werk. Ze mogen werk vrij kiezen. Er moet sprake zijn van een redelijke betaling, veilige werkomstandigheden en een redelijke beperking van werkuren. Iedereen heeft het recht zich te organiseren in een vakbond en heeft (binnen redelijke grenzen) stakingsrecht. Iedereen heeft recht op sociale zekerheid. Elke vorm van slavernij is verboden.

Is werk of een carrière meer dan geld verdienen?

  • Dat werk voor het individu inmiddels meer is dan louter een manier om in het bestaan te voorzien wordt onder andere aangetoond door empirisch onderzoek. De resultaten liggen steeds in dezelfde lijn; tussen de 15 en 20% van de respondenten geeft aan te stoppen met werken, ongeveer 80% blijft echter gewoon doorwerken, hoewel dat uit financieel oogpunt dus niet meer nodig is. Van dit laatste percentage zegt wel een groot deel onder andere voorwaarden te willen werken
  • Werk blijkt een belangrijke statusverschaffer kan zijn, een bron van contacten met anderen, een middel om de tijd in te delen, structuur te geven aan het leven, een mogelijkheid om bezig te zijn en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Werk geeft het gevoel nuttig te zijn
Plezier en passie voor werk, studie en omgeving: vragen en antwoorden

Plezier en passie voor werk, studie en omgeving: vragen en antwoorden

Wat vind jij nu leuk en hoe kom je achter ‘je passie'?

Wat vind jij nu leuk en hoe kom je achter ‘je passie'?

Doe wat je leuk vindt... maar wat vind je nu leuk en hoe kom je achter ‘je passie'?

  • Nog los van de vraag of een passie wel echt bestaat, is het wel een handige houvast bij vragen over wat je nu leuk vindt en wat leuk vinden dan wel is.
  • Een zogenaamde passie kan je komen aanwaaien, daar rol je soms in zonder dat je het door hebt. Je kunt er ook wat meer moeite voor doen, door het op te zoeken en je er zo in te laten rollen. Je eerste biertje of wijntje smaakt vaak heel anders dan je honderdste of je laatste.
  • Moeilijker wordt het als je er meer moeite voor moet gaan doen en het niet vanzelf gaat. Zeker als je verwachtingspatroon vanaf het begin heel hoog is en je continu naar je kennis of buurman blijft kijken die zo gepassioneerd praat over zijn hobby, werk of studie. Het kan dan steeds moeilijker worden om erachter te komen wat jouw passie is of wat jij nu echt leuk vindt.
  • Check en gebruik de JoHo competentietools
Waarom is het zo moeilijk om erachter te komen wat je leuk vindt?

Waarom is het zo moeilijk om erachter te komen wat je leuk vindt?

Waarom is het nu zo moeilijk om erachter te komen wat je leuk vindt?

  • Iets leuk vinden heeft deels te maken met jouw eigen keuze om iets leuk te vinden, en deels om het ook leuk te maken. Daarnaast speelt mee dat je je er bewust van moet zijn, achter die keuzes moet gaan staan en eerlijk naar jezelf en je omgeving moet proberen te blijven.

Keuzes maken is moeilijk

  • We hebben allemaal last van het feit dat keuzes maken makkelijker is gezegd dan gedaan. Keuzes hebben consequenties, keuzes lijken soms onbereikbaar ("wie voor een dubbeltje is geboren, wordt nooit een kwartje"), keuzes zijn moeilijk los te koppelen van de situatie waar je je nu in bevindt en keuzes zijn heel moeilijk eerlijk te maken.
  • Eerlijk zijn naar jezelf valt vaak echt niet mee.

Keuzes kunnen vergaande conseqenties hebben

  • Iets echt leuk vinden, kan vergaande consequenties hebben voor jezelf of je omgeving. Een baan in het buitenland, een nieuwe vriendengroep, een andere relatie, het zijn allemaal zaken waar je vaak eigenlijk niet aan wilt denken. Ze uitspreken is al lastig, laat staan ze uitvoeren .. dan is het toch makkelijker om het gewoon weg te drukken of er voor weg te lopen.

Kiezen voor veiligheid is makkelijker

  • Kiezen voor veiligheid en wat je kent, is makkelijker dan kiezen voor dat wat je nog niet kent. Vaak zal je door voorwaarden te koppelen aan bepaalde keuzes het voor jezelf makkelijker maken om voor de veilige bekende weg te kiezen.
Wie en wat kan je helpen bij het zoeken naar wat je wil, wat je nu echt leuk vindt?

Wie en wat kan je helpen bij het zoeken naar wat je wil, wat je nu echt leuk vindt?

Wat kan je helpen bij het zoeken naar wat je wil, wat je nu echt leuk vindt?

  • Neem de tijd, schrijf zaken op, leg het weer weg en pak het de volgende dag, de volgende maand of het volgende jaar weer op.
  • Laat je negativiteit even varen. Bijna iedereen heeft bij tijd en wijle meer en minder last van negativiteit, maar in dit proces moet je echt je best doen om het zo ver mogelijk weg te stoppen.
  • Gebruik de lijsten met eigenschappen en vaardigheden en maak drie lijstjes: één met de voor jou 25 belangrijkste, de 10 belangrijkste en de 3 belangrijkste.
  • Kijk om je heen, lees verhalen van anderen die op zoek zijn naar hun drijfveren, verdiep je in de arbeidsmarkt en andere zaken die zin (kunnen) geven aan je bestaan.
  • Denk eens na over een sabbatical, een tussenjaar, wat zou je dan het liefste willen doen, met wie, waar en hoe en als dat juist de vraag is, neem dan de volgende stap in overweging.
  • Probeer op een rustig moment op een rustige lokatie rustig na te denken over je mogelijkheden zonder daarbij alle beperkingen die er nu zijn op te roepen of beperkingen die er mogelijk nog gaan komen. Denk leeftijdloos, relatieloos, baanloos, etc. Laat je onzekerheden los en durf een keer te dromen. Het maakt in dit geval niet uit dat je droom uiteindelijk toch nooit bereikbaar is, maar het helpt je om meer achter je ultieme drijfveren te komen. Lukt het je niet om groots te dromen, zoek het dan dichter bij huis en maak het kleiner.
  • Probeer uit te zoeken waar je dromen vandaan komen, ga op zoek naar je eerlijkheid. Komt je droom niet voort uit het afstand willen nemen van je ouders of is het er juist van jongs af aan ingepompt? Waarom denk je dat je droomt wat je droomt?
  • Maak een tekening van al je wensen, schrijf een essay, plak foto's op een board (je eigen moodboard), kies wat bij je past.
Hoe maak je van je werk iets leuks?

Hoe maak je van je werk iets leuks?

Hoe maak je van je werk iets leuks?

  • Door te beseffen dat je veertig / vijftig uur van de week aan het werk bent tijdens je meest productieve uren en dat je er dan maar beter iets moois van kan maken.
  • Door jezelf te zijn.
  • Door je ideëen kwijt te kunnen in je werk en daar energie van te krijgen.
  • Door je open te stellen voor alles om je heen, jezelf in de spiegel te kijken en uit te vinden wat je wilt leren.
  • Door je vast te houden aan je persoonlijke motivatie.
  • Door je eigen connectie te zoeken met het doel van de organisatie waar je voor werkt.
  • Door te genieten van de sociale aspecten van je werk: interactie met gelijkgezinden die je zult tegenkomen als je op de goede plek zit.
  • Door trots te zijn op wat je doet, al dan niet samen met anderen.

Hoe houd je rekening met achterstallig onderhoud?

  • Door omstandigheden zullen organisaties vaak met de gedocumenteerde procedures en werkwijzes achterlopen in de praktijk, maar de geest en de kaders zullen zelden van de huidige praktijk verschillen. 
  • Door zelf te focussen op groei voorkom je dat je zelf gaat achterlopen.

Moet je de organisatie veranderen als jij denkt dat er iets niet goed is?

  • Een mens kan je niet of nauwelijks veranderen, dus verwacht dat zeker niet van een organisatie want die bestaat uit een hele groep mensen.
  • Moet je er daarom maar niet aan beginnen? Nee dat ook weer niet, want groei of vernieuwing zijn niet alleen soms heel hard nodig maar soms ook heel prettig. Houd wel het eeuwenoude credo van Franciscus van Assisi in de gaten: "Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien."

Moet je blijven zitten als je niet op je plek zit?

  • Luister naar je gevoel (ervaring): blijf niet zitten als je voelt dat je niet op je plek zit en veel moeite moet doen om je aan te passen.
  • Geef jezelf wel tijd!. Laat je niet te snel afschrikken door een nieuwe werkplek. De kans is groot dat je na verloop van tijd en na beheersing van de meeste werkzaamheden een werkplek ook veel meer gaat waarderen en relativeren.
  • Vraag eerlijke feedback. Vaak krijg je pas jaren later door wat je in je beginjaren nou echt hebt geleerd. Een bekende valkuil in de eerste paar jaar van een werkend leven is, dat je het gevoel hebt dat je bent uitgeleerd op de plek waar je zit,. Later kom je er dan (soms met spijt) achter dat dat veel minder het geval was dan je zelf had gedacht. Vaak begin je pas echt goed te leren en te presteren op het moment dat je ook echt goed begint te worden in wat je doet. Daar goed zicht op krijgen met behulp van open en eerlijke collega's, met ruime ervaring op jouw werkgebied, kan je een heel stuk op weg helpen.
  • Besef dat een organisatie en haar medewerkers zich niet aan jou zullen kunnen en moeten aanpassen. Als het dus niet lukt om het jezelf naar je zin te maken, kun je vaak beter ergens anders gaan werken, wie weet voel je je daar meer thuis.
  • Heb je nog weinig werkervaring, besef dan dat jouw gras misschien wel groener is, dan dat je op het moment van onvrede beseft.
Hoe kan je onduidelijkheid in je werk voorkomen?

Hoe kan je onduidelijkheid in je werk voorkomen?

Hoe kan je onduidelijkheid in je werk voorkomen?

  • Als er iets niet duidelijk voor je is, zorg er dan zelf voor dat het wel duidelijk voor je wordt. Bijvoorbeeld door vragen te stellen en antwoorden te vinden. Als dit niet lukt, probeer er dan achter te komen wat je wel of niet moet doen in zo'n situatie.
  • Onduidelijkheid is iets anders dan onzekerheid, tijdelijk of voorlopig. Beleidszaken, netwerken, producten en zich ontwikkelende procedures zullen altijd te kampen hebben met een gevoel van onduidelijkheid. In werkelijkheid zijn de dingen vaak in beweging of ontwikkeling en in meerdere gevallen zijn zaken simpelweg complex. Misschien zal het tijd, energie en moeite kosten om tot de kern van de zaken door te dringen. Blijf  dus niet aan de oppervlakte, want dan zal elke ontwikkeling als 'onduidelijk' op je blijven overkomen.
  • Acceptatie van tijdelijke onzekerheid helpt je op weg naar jouw duidelijkheid.
  • Gebruik bestaande handboeken, richtlijnen en gedachtengangen, maak notities en geeft jezelf de tijd om zaken te doorgronden en te begrijpen.
  • Start bij de basis, met je voeten in de werkklei.
    Wat is een bore-out en wat kan je er aan doen?

    Wat is een bore-out en wat kan je er aan doen?

    Wat is een bore-out?

    Een bore-out is een fenomeen waarbij iemand ziek wordt van verveling op het werk. In tegenstelling tot een burn-out, die ontstaat door overbelasting, ontstaat een bore-out juist door onderbelasting. Je werk is te makkelijk, te saai of je hebt simpelweg te weinig te doen. Dit kan leiden tot stress, demotivatie, een gevoel van zinloosheid en zelfs tot lichamelijke klachten.

    Wat zijn de oorzaken van een bore-out?

    • Te weinig uitdaging: Je werk biedt onvoldoende intellectuele prikkels.
    • Te weinig verantwoordelijkheid: Je krijgt te weinig kansen om je talenten in te zetten.
    • Gebrek aan autonomie: Je hebt weinig invloed op je eigen werk.
    • Onvoldoende waardering: Je voelt je niet gewaardeerd voor je werk.

    Hoe ga je met een bore-out om?

    1. Voer proactieve gesprekken:
      • Met je leidinggevende: Bespreek je gevoelens van verveling openlijk en vraag om meer uitdagende taken of verantwoordelijkheden.
      • Met collega's: Zoek naar mogelijkheden om samen nieuwe projecten op te starten of bestaande processen te verbeteren.
      • Met een mentor: Een ervaren collega of kennis kan je begeleiden en inspireren.
    2. Verdiep je persoonlijke ontwikkeling:
      • Cursussen en workshops: Volg trainingen om nieuwe vaardigheden te leren en je kennis te vergroten.
      • Hobby's en vrijwilligerswerk: Richt je op hobby's en vrijwilligerswerk om je creativiteit te stimuleren en nieuwe energie op te doen.
      • Mentale training: Beoefen mindfulness of andere technieken om stress te verminderen en je focus te verbeteren.
      • Ga op reis: Nieuwe omgevingen en culturen kunnen je inspireren.
    3. Start met job crafting:
      • Eigen initiatief: Probeer zelf je werk leuker te maken door taken te herverdelen of nieuwe elementen toe te voegen.
      • Samenwerken: Werk samen met collega's om nieuwe projecten op te zetten.
    4. Plan je carrière:
      • Alternatieven onderzoeken: Overweeg andere functies binnen je organisatie of zoek naar nieuwe uitdagingen buiten je huidige werkgever.
      • Zelfstandig ondernemen: Als je ondernemend bent, kun je overwegen om een eigen bedrijf te starten.
    5. Zorg voor jezelf
      • Beweeg voldoende: Lichaamsbeweging vermindert stress en verhoogt je energielevel.
      • Eet gezond: Gezonde voeding zorgt voor een fit lichaam en een scherpe geest.
      • Slaap voldoende: Voldoende slaap is essentieel voor een goede concentratie en productiviteit.
      • Ontspan: Neem regelmatig tijd voor ontspanning, bijvoorbeeld door te mediteren of een boek te lezen.

    Wanneer hulp zoeken bij een bore-out?

    Als je het gevoel hebt dat je niet meer alleen uit de put komt, kan je altijd professionele hulp zoeken. Een coach of psycholoog kan je helpen om je situatie te analyseren en nieuwe perspectieven te ontwikkelen.

    Wat is een burn-out?

    Wat is een burn-out?

    Wat is een burn-out?

    • Een burn-out is psychische, emotionele, of lichamelijke vorm van uitputting. 
    • Het burn-outsyndroom is een speciale consequentie van stress die ontstaat als een iemand dag in dag voor een langere periode stress ervaart door werk, studie of andere spanning veroorzakende situaties.
    • Vaak is dit een combinatie, en is de ene situatie weer het gevolg van de ander.

    Wat zijn negatieve gevoelens?

    • Negatieve gevoelens, stemmingen en emoties: voorbeelden hiervan zijn humeurig zijn, angstig zijn, zich zorgen maken, boosheid, bitter of vijandig zijn.

    Wat is een negatieve houding?

    • Voorbeelden hiervan zijn: een negatieve kijk op verschillende aspecten van je baan en organisatie, je ondergewaardeerd voelen of een gebrek aan controle ervaren.
    Zingeving en motivatie: zoek voldoening bij studie, werk, reizen en de wereld om je heen
    Werkplezier en energie van je werk krijgen: leer je om te werken of werk je om te leren?

    Beroepskeuze, carrière en studiekeuze: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

    Beroepskeuze, carrière en studiekeuze: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

    Wanneer en hoe worden beroeps- en carrière assessments gedaan?

    Wanneer en hoe worden beroeps- en carrière assessments gedaan?


    Waaruit bestaat de Organisatie Assessment?

    Organisatiepsychologie houdt zich bezig met gedrag in werksituaties. Organisatiepsychologen worden onder andere ingezet voor het bedrijfsleven, voor reclame en in het leger.

    De rol van tests in personeelsselectie

    Omdat tests waardevolle informatie verschaffen over potentiële werkprestaties worden ze gebruikt door veel bedrijven en organisaties voor personeel selectie. Het lijkt simpel, degene die het hoogst correleert met het opgegeven werkcriterium zal het best presteren. Maar werkgedrag is niet simpel, één-dimensionaal gedrag. Daarnaast hangt complex gedrag vaak ook voor een deel sterk af van de situatie. Een perfecte benadering voor selectie kan dus nog steeds niet voor iedereen valide zijn. Vervolgens heb je ook nog te maken met legaliteit. Selectieprocedures hebben vaak zo'n grote impact op of de persoon wordt aangenomen dat er strikte regels zijn die moeten worden nageleefd. Personeelsselectie is daarom een vage, conditionele en onzekere taak. Voor personeelsselectie zijn verschillende manieren die in dit hoofdstuk besproken worden.

    Autobiografische data

    De biodata zijn lijsten met data van de geschiedenis van het persoonlijke- en werkverleden. Het bevat ook demografische informatie. De biodata is objectief en in scores in te delen. Het rationele van biodata is dat werk-gerelateerd gedrag voorspeld kan worden uit keuzes en behaalde doelen van vroeger. De data wordt verzameld via vragenlijsten.

    Na het verzamelen van de biodata moeten psychologen vanuit de gemiddelden de werkprestaties voorspellen. Dit wordt gedaan door de bestaande werknemers in te delen in een succesvolle en onsuccesvolle groep, gezien werkprestaties, salaris en beoordelingen. De biodata worden dan vergeleken met deze twee groepen. Door middel van cross validatie wordt het vergeleken met een tweede groep van succesvolle en onsuccesvolle groepen.

    Biodata heeft ongeveer een gelijke validiteit als gestandaardiseerde tests. Men moet oppassen dat er geen conclusies getrokken worden uit bepaalde demografische factoren (leeftijd, sekse, ras), ook al kan dit wel werkprestaties voorspellen. Er is gebleken dat personen eerlijker zijn over hun biodata wanneer ze elk antwoord specifiek moeten toelichten.

    Er is weinig twijfel of pure objectieve data accuraat de werkprestaties kunnen voorspellen. Werkgevers vertrouwen echter meer op subjectieve informatie zoals het sollicitatiegesprek wanneer ze iemand willen aannemen.

    Het sollicitatiegesprek

    Hoewel het sollicitatiegesprek slechts een onderdeel is van het evaluatieproces, is het voor veel werknemers de doorslaggevende factor om iemand aan te nemen. Vroegere studies geven echter aan dat het sollicitatiegesprek onbetrouwbaar is, gezien inter-beoordeel betrouwbaarheden van -.50. Daarnaast zijn werknemers gevoelig voor de halo-bias: de neiging om iemand hoog of laag in te schatten op alle dimensies vanwege zijn algemene indruk. Betrouwbaarheden bleken hoger te zijn, wanneer men door een panel werd geïnterviewd of wanneer het sollicitatiegesprek was gestandaardiseerd.

    Ditzelfde patroon is ook bij de validiteit te zien. In vroegere studies waarbij ongestructureerde sollicitatiegesprekken werden onderzocht, bleek de validiteit erg slecht te zijn (-.20). Voor gestructureerde gesprekken is de validiteit al veel hoger (.67). Belangrijk is dat sollicitatiegesprekken bijna altijd in combinatie met andere informatie worden gebruikt. Studies gaven aan dat de validiteit minder wordt wanneer er naast andere informatie (referenties of objectieve tests) ook gebruik gemaakt wordt van een lang sollicitatiegesprek. Studies hebben alleen aangetoond dat sollicitatiegesprekken, wanneer ongestructureerd, de validiteit van een sollicitatieprocedure kunnen verminderen.

    Sollicitatiegesprekken kunnen dus valide zijn wanneer ze gestructureerd en gestandaardiseerd zijn. Het probleem is echter dat de toepassing van het gesprek vaak ongestructureerd is, wat voor onrealistische beoordelingen zorgt.

    Ondanks de twijfelachtige betrouwbaarheid en validiteit worden sollicitatiegesprekken ten eerste gebruikt de eventueel toekomstige werknemers te ontmoeten. Ten tweede is er veel onderzoek gedaan naar de handdruk van de sollicitant en de indruk daarvan. Een stevige handdruk geeft positieve effecten of de sollicitant wordt aangenomen. Dit effect geldt sterker voor vrouwen. Ten derde is gebleken dat de indruk die in de eerste paar minuten, nog voor het sollicitatiegesprek, gekregen wordt, een verschil maakt of de sollicitant wordt aangenomen.

    Cognitieve vaardigheidstests

    Cognitieve tests kunnen verwijzen naar algemene intelligentie of verschillende specifieke structuren ervan. Cognitieve tests blijken redelijk goed valide te zijn voor personeelsselectie. Een zorg met het gebruik van cognitieve tests is dat het leidt tot een ‘adverse impact’ voor minderheden. Dat betekent dat witte mensen eerder gekozen worden. Daarom moeten de tests gebruikt worden in combinatie met bijvoorbeeld biodata. Uit onderzoek is gebleken dat tests voor algemene intelligentie (de g factor) een betere voorspeller zijn voor werksucces dan specifieke cognitieve metingen.

    Dat komt doordat de meeste banen complex zijn en dus meerdere cognitieve vaardigheden vergen. Specifieke cognitieve vaardigheden zijn alleen wel van belang, omdat verschillende beroepen verschillende vaardigheden vragen. Een algemene cognitieve meting kan dit vaak niet naar voren brengen. De testen zijn snel, niet duur en makkelijk om te interpreteren. Ze worden gebruikt voor personeelsselectie, evaluatie en screening.

    Wonderlic Peronnel Test-Revised (WPT-R)

    Deze test meet algemene mentale vaardigheden en wordt veel gebruikt wegens zijn formaat (50 items), beknoptheid (12 minuten) en parallelle versies (ongeveer 16). De betrouwbaarheid is indrukwekkend, gezien de beknoptheid. Interne consistentie is rond de .90 en parallelle versies correleren met .90. De validiteit is ook positief, gezien de correlatie van .91 met de WAIS. Nadelen van de test zijn echter dat de test minder goed te doen is voor mensen met visueel-spatiële beperkingen en wiens moedertaal niet Engels is.

    Bennet Mechanical Comprehension Test (BMCT)

    Deze test wordt vooral gebruikt bij het begrijpen van mechanische constructies en principes. Voor veel werkgebieden is dit essentieel. De test bestaat uit afbeeldingen met vragen van alledaagse mechanische en technische basisprincipes. Het is een betrouwbare (split-half van boven de .80) en valide (.80) test. De test bleek een zeer goede voorspeller voor pilootsuccessen in de Tweede Wereldoorlog. Het enige nadeel is dat de test en zijn items gedateerd zijn en dat de test dus gemoderniseerd moet worden.

    Minnesota Clerical Test (MCT)

    De MCT meet snelheid en accuraatheid van perceptie door middel van twee subtests: nummer vergelijking & naam vergelijking. Het kan uitdagend zijn, omdat er 100 gelijke en 100 ongelijke combinaties zijn die maar verschillen op 1 cijfer of 1 letter. De betrouwbaarheid is rond de .85, dus dat is redelijk goed. De validiteit is redelijk, maar niet heel goed. Daarnaast is het vanwege de vage normgroepen, ook niet geheel duidelijk wat de test precies meet, en hoe de test werkprestaties voorspelt. De test is relevant voor kerkelijk werk.

    Persoonlijkheidstests

    Voordat de ‘Big Five’ uit was werd er voor de interpretatie van persoonlijkheidstests voor personeel selectie geen gebruik gemaakt van empirische ondersteuning. Het was de subjectieve mening van de psycholoog. Vroegere studies lieten dan ook zien dat de tests nauwelijks valide waren. Pas rond 1990, met de opkomende populariteit van de Big Five, kwam er bewijs dat persoonlijkheid een nuttige factor is voor personeel selectie. Na een studie blijkt dat mensen die zichzelf beschrijven als betrouwbaar, georganiseerd en hardwerkend (hoge scores op conscientiousness) betere werkprestaties leveren. Verschillende tests die persoonlijkheid meten zijn valide voorspellers voor werkprestaties.

    Integriteitstests

    Een integriteitstest evalueert houdingen en ervaringen gerelateerd aan eerlijkheid, afhankelijkheid, vertrouwen en prosociaal gedrag van een sollicitant. Integriteitstest bestaan uit een deel dat houdingen tegenover illegaal gedrag bevraagt en een deel dat openlijk illegale activiteit bevraagt. Integriteitstests kunnen makkelijk vals ingevuld worden en zijn daarom van mindere waarde.

    Validiteitsstudies toonden aan dat integriteitstests geen goede voorspellers zijn voor werkprestaties maar dat ze wel een goede correlatie hadden met contraproductief werkgedrag. Op die manier is het een valide factor voor personeelsselectie. Er blijven echter veel kanttekeningen bestaan bij het gebruik van integriteitstests. Onder andere vanwege de ongekwalificeerde gebruikers, de invloed van situationele factoren en het ontbreken van optimale cut-off scores.

    Werkproef en situationele oefeningen

    Een werkproef is een miniatuur replica van de baan waar de sollicitant zich voor heeft opgegeven. Het moet de moeilijke elementen van de baan bevatten die goede van slechte kandidaten scheiden. Een validiteitsstudie bleek correlaties tussen de .42 en .66 te vinden tussen werkprestaties en beoordelingen van de leidinggevende.

    Een situationele oefening wordt veel gebruikt bij de selectie van managers en andere professionele posities. Het verschil met de werkproef is dat de situationele oefening de gehele baan omvat en niet slechts delen. Werkproeven en situationele oefeningen zijn gebaseerd op het idee dat vorige prestaties de beste voorspeller zijn voor toekomstige prestaties in hetzelfde domein.

    De in-basket test is een situationele oefening die het werk van een administratief medewerker omvat. Het wordt gescoord op antwoordstijl en inhoud. Antwoordstijl verwijst naar de manier hoe een taak voltooid is. Inhoud verwijst naar hetgene dat gedaan moest worden, dus wat de taak was. Uit de scores volgden drie dimensies: Voorbereiden op actie, Hoeveelheid werk, en Zoeken van steun. Het blijkt dat de in-basket test een goede voorspellende validiteit hebben.

    Een assessment centrum is niet per se een bepaalde plaats in het bedrijf, maar het doel van een assessment centrum is om het managers-potentieel te evalueren door middel van allerlei trainingen, zoals de in-basket techniek. Dit zorgt voor een valide onderzoek naar nieuwe managers. De vraag is alleen of het effectief genoeg is, wanneer je naar de hoge kosten voor zo’n assessment centrum kijkt. Zo is gebleken dat een maximaal effect bereikt wordt, wanneer een assessment centrum gecombineerd wordt met persoonlijkheidstests. De vraag is dus of de kosten opwegen tegen de resultaten.

    Een idee is om alleen de sollicitanten er heen te sturen die met hun score in de middenmoot vallen op screeningstesten en de hogere en lagere scores niet.

    Beoordeling van werkprestaties

    Beoordelingen zijn cruciaal voor werknemers want zonder nuttige feedback weten werknemers niet hoe zij zich moeten verbeteren. Hiervoor zijn dan ook verschillende beoordelingsschalen. Het beoordelen van werkprestaties is een complex probleem, vaak naar verwezen als het criterium probleem, de moeilijkheden die er zijn hebben te maken met het beschrijven en meten van prestatiestructuren. Werkprestaties zijn namelijk vaak complex, vaag en multidimensionaal.

    Verschillende benaderingen

    Een eerste manier om de werkprestaties te beoordelen is door de prestaties te meten. Hierbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de hoeveelheid die een werknemer geproduceerd heeft of hoeveel verkopen hij heeft gedaan. Er zijn verschillende problemen voor deze objectieve en valide methode.

    • De hoeveelheid productie kan buiten de macht van de werknemer liggen.

    • Voor de meeste banen is het niet mogelijk een hoeveelheid te tellen.

    • Zo’n kwantitatieve beoordeling kan de kwaliteit van de productie achteruit laten gaan.

    • Productietellingen zijn onbetrouwbaar, zeker voor korte tijdsbestekken.

    • De hoeveelheid productie kan maar een klein deel van de benodigde vaardigheden zijn.

    Als tweede manier om werkprestaties te beoordelen wordt de absentie van de werknemer bijgehouden. Het is echter een nutteloze meting voor werkprestaties, de extreme uitzonderingen daargelaten. Het eerste probleem is de definiëring van absentie; de criteria zijn vaag. Het tweede probleem is dat absentiemetingen erg onbetrouwbaar zijn. Als laatste zijn de absentiecijfers over het algemeen vrij laag.

    Als derde manier wordt gebruik gemaakt van rapportage van collega’s en van zelfrapportage. Dit is echter ook niet geheel betrouwbaar, want men schat zichzelf hoger in dan collega’s en supervisors hebben andere ideeën over wat belangrijk is in een baan dan werknemers.

    Als meest gebruikte manier zijn beoordelingsschalen die ingevuld worden door de leidinggevende. Ondanks hun milde betrouwbaarheid worden deze gebruikt voor ongeveer ¾ van de beoordelingen.

    Een grafische beoordelingsschaal bestaat uit kenmerken, definities ervan en een continuüm waarop gescoord wordt. Het is simpel, maar de dimensie van werkprestatie is vaag gedefinieerd.

    Een kritische incidentenschaal is gebaseerd op gewenst en ongewenst gedrag tijdens het werk. Dit vormt een lange lijst waar dan bepaalde gedragingen kunnen worden afgevinkt. Een gedragsanker beoordelingsschaal (BARS) is gebaseerd op gedragingen die te maken hebben met de persoonlijkheid en attitudes van de werknemer. Het is een complex, tijdrovend en duur karwei om zo’n criteriumschaal te ontwikkelen.

    Een gedragsobservatieschaal (BOS) is een variatie op de BARS die gescoord wordt van ‘bijna nooit’ tot ‘bijna altijd’ voor de specifieke gedragingen. Een geforceerde keuze schaal is ontwikkeld om bias en subjectiviteit tegen te gaan. Van vier items zijn twee positief en twee negatief. Van de positieve en negatieve items is er een die de baan goed beschrijft. De leidinggevende moet een van de items kiezen als ‘best beschrijvend’ en een als ‘slechts beschrijvend’ voor de werknemer.

    Bronnen van bias

    Een eerste bias die veel gemaakt wordt is het halo-effect. Hierbij worden werknemers beoordeeld op alle dimensies wegens een algemene indruk. Het vaakst komt een positief halo effect voor, dus dat werknemers hoog worden beoordeeld vanwege een goede algemene indruk. Halo effecten kunnen tegen gegaan worden door speciale trainingen, de leidinggevende bekijken terwijl ze beoordelen, oefeningen van te voren doen, bijhouden welke informatie relevant is voor de beoordeling en leidinggevenden gebruiken die minder gevoelig zijn voor halo effecten.

    Er zijn verschillende beoordelaar-biases. Mildheid of juist strengheid zorgt voor te milde of te strenge beoordelingen. Context fouten worden gemaakt wanneer de werknemer beoordeeld wordt op basis van de prestaties van zijn collega’s. Opvallend is dat het affect tegenover de werknemer niet veel effect heeft op de beoordeling.

    Criterium contaminatie bestaat wanneer een criteriummaat onderhevig is aan factoren die niet bij de baan horen. Kans bias ontstaat wanneer verschillende collega’s verschillende kansen hebben op succes. Groepskenmerken bias komt voor wanneer groepskenmerken de individuele prestatie beïnvloeden. Kennis van voorspeller bias ontstaat wanneer de leidinggevende persoonlijke kennis over de werknemer mee laat spelen voor de beoordeling. Bij deze vormen van bias is het dus belangrijk dat de leidinggevende goed onderscheid maakt tussen wat wel en niet relevant is voor de baan.

    Beoordeling van werkprestaties is lastig. De methode moet psychometrisch geldig zijn (geldigheid), maar ook in overeenstemming zijn met de organisatiedoelen (uitvoerbaarheid). Daarnaast mag niet gediscrimineerd worden op ras, sekse en andere factoren (wettigheid). Deze drie factoren botsen vaak met elkaar. Vooral trainingen met beoordelaars kunnen hiertegen helpen. Hierbij worden twee soorten trainingen genoemd: rater error training waarbij de beoordelaar wordt getraind in het vinden van specifieke errors. En frame of reference training waarbij de beoordelaar wordt getraind om bekend te worden met de inhoud van elke prestatie dimensie. Als laatste is er een studie gedaan over culturele verschillen in beoordelingen van werkprestaties.

    Zij vonden dat overeenstemming tussen sociale normen en persoonlijke assessment methodes zorgden voor minder uitloop en absentie. Vooral de 360-evaluatie werkt goed. Hierbij wordt een werknemer door alle niveaus beoordeeld met wie hij interacteert tijdens zijn werk.

    Wat omvat 'carrière assessment' in een bredere maatschappelijke context?

    Carrièreontwikkeling

    Carrière identiteit is een begrip dat nog niet heel lang bestaat maar inmiddels onmisbaar is. Het carrière is een onderdeel geworden van iemands persoonlijkheid. Een baan zegt veel over iemand, over zijn persoonlijkheid, economische klasse en sociale standpunt. Flexibiliteit in carrièreontwikkeling is meer dan ooit nodig door de globalisering van de economie. Mensen wisselen ook vaker van baan. Het is voor psychologen dus niet makkelijk om bij deze ontwikkeling begeleiding te bieden. Zij kunnen dan ook geen simpel antwoord geven waaruit blijkt welke carrière iemand moet gaan volgen.

    Functies van werk

    Voor veel mensen is werk meer dan een middel om voor voedsel en huisvesting te betalen. Veel achtergestelde mensen hebben echter niet de mogelijkheid tot het vervullen van een carrièredroom. Blustein et al. (2008) geven een meta-analyse voor drie sets van behoeften dat werk kan vervullen:

    • Overleving en macht: de meest fundamentele redenen om te werken, namelijk voor basisbehoeften en de toegang tot economische en sociale macht.

    • Sociale connectie: werk is de plek waar onze sociale banden ontstaan. Dit kan weer zorgen voor betere werkprestaties.

    • Zelfontwikkeling: werk kan een vervulling van zelfactualisatie en persoonlijke vervulling zijn.

    Oorsprong van theorieën van carrièreontwikkeling

    In 1909 werd op basis van een duidelijk begrip van 1) jezelf en je mogelijkheden, 2) de benodigdheden en condities voor succes, en 3) redenering over de relatie tussen deze twee de eerste vragenlijst opgesteld voor carrièrekeuze door Parsons. Deze bestond uit 116 items die vragen hadden over de behaalde doelen, interesses en bekwaamheden van de cliënt. Het doel was om persoonlijke kenmerken te matchen aan factoren van de baan, om zo de juiste baan te kunnen kiezen.

    Theorie van de persoon-omgeving fit

    Volgens Holland zijn er persoonlijkheidstypes bestaande uit clusters van persoonlijkheidskenmerken en interesses. Hiermee stelde hij het RIASEC model op van zes persoonlijkheidstypes met bijbehorende werkthema’s:

    1. Realistisch: actie ondernemen.

    2. Onderzoekend (investigative): denkend, ideeën genereren.

    3. Artistiek: schoonheidsleer, creaties.

    4. Sociaal: verbinden en helpen.

    5. Ondernemend (enterprising): leiding geven aan mensen.

    6. Conventioneel: routine en structuren.

    Met de eerste letters van elk type kan dan een Hollandcode worden opgesteld, aangezien elk individu niet slechts 1 type persoonlijkheid vertoont. Dit model is erg invloedrijk geweest.

    Theorie van persoon-omgeving correspondentie

    Ook wel afgekort tot PEC, lijkt deze theorie op die van Holland in het feit dat beide theorieën geschikte carrières bepalen op basis van vaardigheden van de persoon en benodigde kwaliteiten voor beroepen. Hieruit volgen 6 cruciale waarden die belangrijk zijn voor de assessment van carrière ontwikkeling:

    1. Prestatie: het gebruik van iemands vaardigheden en een gevoel van succes hebben.

    2. Altruïsme: harmonie met en dienen van anderen.

    3. Autonomie: onafhankelijk zijn en een gevoel van controle hebben.

    4. Comfort: gevoel van comfort hebben en niet stressvol zijn.

    5. Veiligheid: stabiliteit, orde en voorspelbaarheid.

    6. Status: herkenning en een dominante positie vervullen.

    Als aan deze waarden wordt voldaan, zal een werknemer snel tevreden zijn over zijn baan. Daarnaast zijn er ook omgevingsstijlen op een continuüm die meespelen om een beroep te voltooien:

    • Spoed: de snelheid die nodig is om op eisen te beantwoorden.

    • Tempo: het niveau van inspanning dat geleverd moet worden aan de omgeving.

    • Ritme: het patroon van respons tot de omgeving: stabiel, cyclisch of onvast.

    • Duur: of de duur van de respons tot de omgeving kort of langdurig is.

    De theorie komt overeen met het model van Holland aangezien beiden gaan over het matchen van persoonlijkheidskenmerken aan de factoren van een baan. Het verschil is alleen dat deze theorie meer de nadruk legt op de persoonsbekwaamheden die nodig zijn voor bepaalde beroepen en niet zo zeer op de vaardigheden.

    Vaardigheden kunnen ten slotte aangeleerd worden. Het is van belang wat voor niveau de persoon kan halen met de juiste training. Uit deze theorie is een hypothese gekomen die veel wordt gebruikt in onderzoeken: de tevredenheid van een persoon over een baan is een functie van de match tussen de beschikbare omgevingsfactoren met de waardes van het individu, onder de voorwaarde dat de bekwaamheid van de persoon correspondeert met wat nodig is voor de baan.

    Fase theorieën van carrièreontwikkeling

    Donald Super had een meer flexibele, holistische, levensloop perspectief op carrière ontwikkeling. Het individuele zelfconcept verandert met de tijd en ervaring. Daarmee onderscheidde hij vijf beroepsleven fases, ook wel bekend als de carrièreladder:

    1. Groeifase: observeren van volwassen gedrag en het onderzoeken van fantasieën en interesses in de adolescentie.

    2. Exploratiefase: verdeeld over fantasie, experimentele, en realistische fases, waarbij de jongvolwassene verschillende trainingen/onderwijs uitprobeert.

    3. Vestigingsfase: verdeeld over een proef- en stabilisatiefase, waarbij de volwassene een bedrijf binnenkomt en zich vestigt door relaties en promoties.

    4. Handhavingsfase: het individu kan innovatie nodig hebben, moet zijn vaardigheden bijwerken en ziet zijn carrière stagneren.

    5. Achteruitgangsfase: het individu is ouder en heeft specialisatie, ontkoppeling of pensioen nodig.

    Deze theorie laat zien dat een carrière ontwikkeling levenslang is, maar is wel gebaseerd op blanke middel- of hogere klasse burgers.

    Sociaal cognitieve benaderingen

    Sociale cognitieve benaderingen gaan ervan uit dat mensen leren en attitudes ontwikkelen over werk binnen een sociale context door middel van observatie en het modelleren van gedrag.

    Krumboltz ontwikkelde de ‘Happenstance Learning Theory’ (HLT). Die stelt dat “menselijk gedrag een product is van verschillende leerervaringen die beschikbaar zijn door (on)geplande situaties waarin men zichzelf vindt.

    De leeruitkomsten zijn vaardigheden, interesses, kennis, houdingen, voorkeuren, gevoeligheden, emoties, en toekomstige acties.” Volgens hem moet sociale onrechtvaardigheid tegen worden gegaan. De theorie is gebaseerd op vier premissen:

    1. Carrière begeleiding heeft het doel cliënten te helpen om acties aan te leren zodat hun carrière en persoonlijke leven meer tevredenheid oplevert, niet om een enkele carrièrekeuze te geven.

    2. Assessments moeten gebruikt worden om het leren te stimuleren, niet om persoonlijke kenmerken te matchen met beroepskenmerken. Hij heeft dan ook kritiek op veel tests.

    3. Cliënten leren om onderzoekende acties te gebruiken zodat zij succesvol met ongeplande gebeurtenissen kunnen omgaan, niet om al hun acties in ter verbetering te plannen.

    4. Succes van begeleiding wordt geëvalueerd door wat de cliënt in de echte wereld bereikt, niet wat tijdens de begeleidingssessies gebeurt.

    De theorie is een op activiteiten gebaseerde theorie waarbij de cliënt en de counselor samenwerken om erachter te komen wat de cliënt kan doen om nieuwe dingen te leren en nieuwe kansen aan te grijpen.

    O*NET in carrièreontwikkeling

    De ‘Occupational Information Network’ (O*NET) is een database website, gesponsord door de Amerikaanse overheid, die informatie bevat over duizenden banen, zoals de kennis, vaardigheden, en vermogens die benodigd zijn. Daarnaast zijn er ook verschillende assessment tools beschikbaar, die ook zelf ingevuld kunnen worden.

    Tests voor carrière assessment

    Een eerste test die gebruikt wordt is de ‘Career Beliefs Inventory’ (CBI), ontwikkeld door Krumboltz. Deze meet en identificeert de houdingen en overtuigingen die een carrière ontwikkeling kunnen tegenhouden. Vaak zijn dit zelflimiterende overtuigingen. De CBI moet hierin bewustzijn geven en de potentiële invloed die het heeft. De CBI bestaat uit 96 items verdeeld over 25 schalen onder de volgende vijf factoren:

    1. Jouw huidige carrière situatie (4): werkstatus, carrièreplannen, acceptatie van onzekerheid, openheid.

    2. Wat nodig is voor jouw geluk (5): prestatie/succes, scholing/onderwijs, intrinsieke tevredenheid, gelijkheid aan peers, gestructureerde werkomgeving.

    3. Factoren die jouw keuzes beïnvloeden (6): controle, verantwoordelijkheid, goedkeuring van anderen, vergelijking tussen het zelf en andere, beroep-scholing variatie, carrière pad flexibiliteit.

    4. Veranderingen die jij bereid bent te maken (3): post-training overgang, baan experimentalisatie, herlokalisatie.

    5. Inspanning die jij bereid bent te leveren (7): zelfverbetering, doorgaan met onzekerheid, risico’s nemen, leren van baanvaardigheden, onderhandelen/zoeken, obstakels overwinnen, hard werken.

    Standaardisatie werd gedaan bij 7500 mensen. Betrouwbaarheden waren gemixt: test-hertests tussen de .30 en .70. en interne consistentie tussen de .40 en .80. De CBI had een gemiddelde construct validiteit.

    Tests voor interesse assessment

    Interesse assessment wordt gedaan wegens twee doelen: levenstevredenheid en beroepsproductiviteit. Een goede fit tussen interesses en het gekozen beroep zorgt voor meer tevredenheid, wat weer zorgt voor een hogere productiviteit. Maar de vaardigheden zijn ook belangrijk. Oftewel: productiviteit = vaardigheid x interesse.

    Strong Interest Inventory-Revised (SII-R)

    De SII-R is een herziende versie van de ‘Strong Vocational Interest Blank’ (SVIB). De assumpties van deze test waren:

    1. Elk beroep heeft een gewenst patroon van interesses en persoonlijkheidskenmerken die gerepresenteerd worden door de succesvolle werknemers.

    2. Elk individu heeft stabiele interesses en persoonlijkheidstrekken. Dus wanneer deze overeenkomen met die van het beroep heeft het individu een grote kans om dat beroep uit te oefenen en succesvol te zijn.

    3. Het is mogelijk om individuen in een bepaald beroep te onderscheiden van andere mensen op basis van het gewenst patroon van interesses en trekken van dat beroep.

    De SII-R is ook gebaseerd op deze assumpties. Maar de test is herzien op de punten dat hij korter is; er huidige beroepen zijn toegevoegd; het niveau van zaken, technologie en teamwerk metingen verhoogd zijn; werk en vrije tijd activiteiten zijn verbreed; en de diversiteit van de VS-personeelsbestand is gereflecteerd. De 291 items zijn gebaseerd op de 6 beroepstypes van Holland. De SII-R geeft ook vijf persoonlijke stijlschalen die de leef- en werkstijl reflecteren:

    1. Werkstijl: hoge scores geven interesses in werken met mensen; lage scores met ideeën, data en dingen.

    2. Leer omgeving: hoge scores geven voorkeur voor academische leeromgevingen; lage scores voor toegepaste leeractiviteiten.

    3. Leiderschapsstijl: hoge scores geven comfort in het nemen van de leiding; lage scores geven ongemakkelijkheid daarmee.

    4. Risico’s nemen/avontuur: hoge scores geven voorkeur voor riskante en avontuurlijke activiteiten; lage scores voor veilige en voorspelbare activiteiten.

    5. Team oriëntatie: hoge scores geven voorkeur voor samenwerking en teamwerk; lage scores voor alleen en onafhankelijk werken.

    Betrouwbaarheden van de SII-R zijn goed: test-hertests van .90, maar is lager bij adolescenten en wanneer er langere tijd tussen zit. De validiteit is ook redelijk goed: twee op de drie personen kiest een ‘juiste baan’.

    Vocational Preference Inventory (VPI)

    De VPI meet in totaal 11 dimensies. Naast de 6 persoonlijkheid-omgeving dimensies van Holland meet het ook Zelfcontrole, Mannelijkheid/vrouwelijkheid, Status, Zeldzaamheid, en Berusting. Het is een korte test van 160 items met ja/nee vragen.

    De test-hertest betrouwbaarheid is .89-.97. De eigenschappen van het standaardisatie sample zijn niet goed gedefinieerd en daarom zijn de normen wat lastig om te interpreteren. De validiteit is erg goed, de test komt sterk overeen met het model van Holland.

    Door middel van de VPI kon de theorie van Holland op veel beroepen worden toegepast, zodat voor veel beroepen een drie-letterige Hollandcode ontstond, zo krijgt een landschapsarchitect RIA en een vastgoedhandelaar ECS. Dit kan ook toegepast worden op universiteitsmasters.

    Self-Directed Search (SDS)

    De SDS meet de 6 RIASEC thema’s op 4 schalen met dichitome items: Activiteiten, Competenties, Beroepen en Zelf-inschattingen. Wanneer de SDS gescoord wordt, worden de drie hoogste thema’s omgevormd tot een Hollandcode. De SDS is vooral digitaal, wat het voordeel heeft dat het snel en simpel is en dat er niemand nodig is om te scoren, interpreteren of feedback te geven. Zowel de construct als de voorspellende validiteit worden ondersteund door verschillende studies.

    Campbell Interest and Skill Survey

    De CISS bestaat uit 200 interesse items en 120 vaardigheidsitems die door een persoon zelf gegeven worden op een 6-puntsschaal. Interesse items bevatten beroepen, schoolvakken en werkactiviteiten en de vaardigheidsitems bevatten activiteiten die beoordeeld worden op ‘expert op dit gebied’ tot ‘geen ervaring’.

    De CISS wordt gescoord op verschillende schalen, waaronder een Oriëntatieschaal die het profiel opstelt middels 7 oriëntaties: Invloed, Organisatie, Helpen, Creëren, Analyseren, Produceren, en Avonturieren. De andere schalen zijn: Basis interesses en vaardigheden Schaal, Beroepsschalen, Speciale schalen, en Procedurele checks.

    De betrouwbaarheid is erg sterk; de meeste schalen hebben een test-hertest van .80. Ook de validiteit van de CISS wordt bevestigd door verschillende correlatiestudies. Het is dus een handig instrument, zeker omdat het digitaal is en men het zelf kan interpreteren. In het boek staan voorbeelden van de resultaten van de CISS. De CISS zal een rivaal zijn voor de SII-R.

    Wat is psychologisch testen?

    Wat is psychologisch testen?

    Een korte geschiedenis

    Als de bekende “Appel Test” van Eva in de Tuin van Eden niet meetelt, waren de Chinezen in 2200 voor Christus de eerste die echt gebruik maakten van tests. Zij testten de competentie van toekomstige overheidsfunctionarissen door hun schriftelijk te ondervragen over kennis over de wet, geografie, landbouw, en andere onderwerpen.

    In de 18e en vroeg 19e eeuw was Gauss de eerste die officieel het principe van een meetfout constateerde en specifieke verdelingskenmerken rapporteerde (Gauss-curve, ofwel de normaalverdeling). In de 19e eeuw ontwikkelden psychiaters in Engeland en de Verenigde Staten classificatiesystemen om mentale problemen te groeperen. Ook promootte onder andere Kraeplin het gebruik van de vrije associatie test bij psychiatrische patiënten, een test waarbij een persoon aan de hand van een stimulus de eerste respons moet geven die hij of zij met die stimulus associeert. Een aantal psychologen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het testen van de cognitieve vaardigheden, waarbij het gebruik van objectieve procedures de belangrijkste ontwikkeling was, zijn Galton, Cattell en Wissler. Galton was de grondlegger van mentale tests: hij was de eerste die op grootschalig niveau systematisch individuele verschillen in fysieke, sensorische en motorische data verzamelde en met elkaar vergeleek. De focus lag op de correlatie van deze data met de intellectuele capaciteiten (“brass instruments era”). Samen met Cattell ontwikkelde Galton de eerste gestandaardiseerde vragenlijsten die werden gebruikt om persoonlijkheid te meten. Cattell was ook de eerste die de term “mentale test” gebruikte in een gepubliceerd artikel. Wissler weerlegde (deels onterecht) de notie dat intellectuele vaardigheden en de sensorisch-motorische data correleren: dit introduceerde een tijdperk waarin intellect gezien ging worden als een geraffineerder mentaal proces van hogere orde (zoals Binet deed).

    Ook in de 20e eeuw werden veel tests ontwikkeld. Zo kwamen Binet en Simon aan het begin van de 20e eeuw met de Binet-Simon scale. Deze schaal mat intelligentie onder andere aan de hand van beredenering, begrip en het korte termijn geheugen van een persoon. De Binet-Simon scale was een goede voorspeller voor academisch succes en wordt, na enige herzieningen, nog steeds gebruikt. In de Verenigde Staten kreeg de intelligentietest een boost doordat het leger vlak voor de Eerste Wereldoorlog gebruik ging maken van Alfa (verbale) en Beta (non-verbale) bekwaamheidstaken voor rekruten. Verder ontwikkelde Woodworth in 1918 de Personal Data Sheet: de eerste formele persoonlijkheidstest. In de jaren '20 ontwikkelde Rosarch de Rosarch Inktblok Test, wat tot het begin van de 21e eeuw een van de meest gebruikte tests is. In de jaren ’30 ontwikkelde Wechsler een intelligentietest die zowel verbale als non-verbale intelligentie mat: tegenwoordig zijn de (herziene) Wechsler intelligentietests de populairste intelligentietests. De Minnesota Multiphasic Personality Inventory, oftewel de MMPI (oorspronkelijk geïntroduceerd in de jaren ’40, tegenwoordig is er een MMPI-2) vergemakkelijkt de diagnose van psychiatrische stoornissen en is nu de populairste methode om de persoonlijkheid te beoordelen.

    Wat is het verschil tussen test, measurement en assessment?

    De termen test, measurement en assessment worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is er een wezenlijk verschil tussen de drie:

    • Een test is een middel of procedure waarmee een deel van het gedrag van een persoon in kaart wordt gebracht, geëvalueerd wordt en gescoord wordt, met behulp van gestandaardiseerde procedures.
    • Measurement wordt letterlijk vertaald als 'meting'. In deze samenvatting zal het woord measurement echter gebruikt worden. Bij measurement wordt er aan een aantal regels gehouden om zo kenmerken, gedrag en attributen van personen te becijferen.
    • Assessment wordt letterlijk vertaald als 'vaststelling'. Omdat deze vertaling de lading van het woord niet dekt, zal in het vervolg het woord assessment worden gebruikt. Assessment is elke systematische manier waarop informatie wordt verzameld om karakteristieken van mensen of objecten te kunnen begrijpen. Bij assessment worden meerdere scores en tests gebruikt om de informatie te verzamelen.

    Assessment is de term die meestal wordt gebruikt om het testen en meten van personen te weergeven: de termen measurement en testing worden minder vaak gebruikt omdat ze een negatieve lading hebben. Twee andere belangrijke termen die veel zullen terugkomen zijn betrouwbaarheid (de stabiliteit of consistentie van testscores) en validiteit (de accuraatheid van de interpretatie van testscores).

    Welke verschillende soorten tests en scoring zijn er?

    Tests

    Cronbach deelde in 1990 tests op in maximale prestatie tests en typische respons tests.

    Maximale prestatie tests worden gebruikt om het maximale kunnen van een persoon te meten. Een voorbeeld hiervan is een intelligentietest. Er zijn drie voornaamste indelingen:

    1. Ten eerste wordt er onderscheid gemaakt tussen een prestatietest of een bekwaamheidstest. Een prestatietest meet kennis van een persoon in een specifiek domein. Hierbij wordt gekeken welke kennis een persoon heeft verworven. Een bekwaamheidstest meet kennis met betrekking tot levenservaring. Bekwaamheidstests zijn goede voorspellers voor toekomstig succes.
    2. Daarnaast spreek je van een objectieve of een subjectieve test. Een objectieve test kan door een computer nagekeken worden omdat een vastgestelde sleutel wordt gebruikt, waardoor de manier van beoordelen altijd gelijk is. Een subjectieve test moet worden nagekeken door een persoon.
    3. Als laatste moeten maximale prestatie tests worden ingedeeld in speed of power tests. Een speed test bevat relatief makkelijke items en meet de snelheid waarmee een persoon de test doorloopt. Bij een power test gaat het om de moeilijkheidsgraad van de vragen die de persoon juist beantwoordt. De tijd waarin de test doorlopen wordt, is hierbij niet van belang. De meeste tests zijn echter een combinatie van een speed en power test.

    Typische respons tests meten het typische gedrag van de onderzochte en worden meestal gebruikt om de persoonlijkheid te meten. Typische respons tests zijn er in verschillende vormen:

    • Bij objectieve persoonlijkheidstests worden items op een objectieve manier beoordeeld door middel van een vastgestelde antwoordsleutel. Over de interpretatie van het antwoord kan niet worden gediscussieerd.
    • Bij projectieve persoonlijkheidstests krijgt de persoon een onduidelijke stimulus te zien, waarop hij de eerste respons moet geven die in hem naar boven kwam. Onderzoekers denken dat op deze manier onbewuste driften naar boven komen. Projectieve persoonlijkheidstests gebruiken ongestructureerd of ambigu materiaal dat een oneindige mogelijkheid aan reacties teweeg kan brengen (“wat ziet u in deze inktvlek?) . De projectieve hypothese stelt dat het individu reageert op een manier dat haar/zijn onbewuste behoeftes en motieven reflecteert zonder interferentie van de ego of het bewuste denken.

    Bij alle soorten tests kan nog onderscheid gemaakt worden tussen gestandaardiseerde en niet-gestandaardiseerde tests. Bij een gestandaardiseerde test zijn de testcondities zoveel mogelijk hetzelfde voor alle personen die de test ondergaan. Een niet-gestandaardiseerde test is minder formeel. Verder kunnen alle tests ook nog onderverdeeld worden in individuele tests of groepstests. Individuele tests zijn ontwikkeld om af te nemen bij 1 persoon per keer. Groepstests kunnen worden afgenomen bij meer dan 1 persoon per keer.

    Scoring

    Scores op een test kunnen op verschillende manier geïnterpreteerd worden. Normgerichte scores worden relatief geïnterpreteerd. Dit betekent dat de scores worden vergeleken met de scores van andere mensen. Criteriumgerichte scores worden vergeleken met een absolute standaard, waarbij het criterium van te voren is vastgesteld en los staat van prestaties van anderen.

    Welke aannames worden er gedaan?

    • Psychologische constructen, zoals intelligentie en depressie, bestaan.
    • Psychologische constructen kunnen gemeten worden.
    • Het meten van constructen gebeurt nooit perfect. Er is altijd een mate van error aanwezig. Dit geldt voor metingen in alle vakgebieden (oftewel: error is inherent aan alle metingen).
    • Elk construct kan op verschillende manieren gemeten worden, waarbij elke testmethode zijn voor- en nadelen heeft. Angst kan bijvoorbeeld het best gemeten worden door een combinatie van interviews en observaties.
    • Belangrijke beslissingen moeten genomen worden op basis van meerdere testen. Een diagnose moet accuraat vastgesteld worden en dit mag nooit op basis van een enkele meting.
    • De prestatie op tests kan gegeneraliseerd worden naar niet-geteste gedragingen.
    • Testen, ook al zijn ze niet perfect, geven nuttige informatie waardoor psychologen betere beslissingen kunnen maken.
    • Testen kunnen op een eerlijke manier afgenomen worden, maar er is niet één test die geheel eerlijk is voor alle participanten.
    • Testen kunnen vooroordelen opleveren voor individuen en de maatschappij.

    De voornaamste reden dat mensen tests gebruiken, is omdat mensen niet goed zijn in het objectief beoordelen van anderen, en de meeste metingprocedures die niet gebaseerd zijn op tests bevatten een subjectief oordeel. Testen geven ons het idee dat het ons informatie oplevert over belangrijke psychologische constructen, waardoor psychologen betere beslissingen kunnen maken.

    Hoe wordt een assessment toegepast?

    Elk jaar worden er zo’n 20.000 nieuwe psychologische testen ontwikkeld. Hierbij moet rekening gehouden worden met richtlijnen van The Standard for Educational and Psychological Testing. Door middel van deze richtlijnen hebben participanten die deelnemen aan een test rechten met betrekking tot vertrouwelijkheid en de informatie die ze krijgen. Testen kennen verschillende toepassingen, zo kunnen ze onder andere gebruikt worden bij de diagnosestelling, het opstellen van een behandelplan, zelfreflectie, als evaluatie, bij het beslissen van het toekennen van een licentie of voor wetenschappelijke doeleinden.

    Assessment ontwikkelt zich steeds verder in de 21e eeuw. Een nieuwe vorm van testen is Computerized Adaptive Testing (CAT). Hierin selecteert de computer items met een bepaalde moeilijkheidsgraad voor de participant. Deze items worden geselecteerd op basis van de prestatie van de participant op eerdere items.

    Welke verschillende soorten beroepstesten bestaan er?

    Welke verschillende soorten beroepstesten bestaan er?

    Beroepentests meten onder andere vaardigheden, attitudes, meningen, interesses en kennis. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van instrumenten, zoals vragenlijsten, die worden toegepast in werkomgevingen. Eerst volgt een kort overzicht van de geschiedenis achter personeelsselectie tests.


    Hoe is de Industrieelorganisatorische (I-O) psychologie ontstaan?

    Al aan het begin van 1900 werd psychologie toegepast in bedrijven. De nadruk lag vooral op de vaardigheden die nodig waren voor het uitvoeren van een bepaalde baan. De I-O psychologie groeide door de economische omgeving van kapitalisme en industrialisatie op dat moment. Vooral de Eerste Wereldoorlog had een grote invloed op de groei van de I-O psychologie. Na de Eerste Wereldoorlog werden belangrijke psychologische organisaties opgericht. De I-O psychologie heeft vanaf dat moment bijgedragen in veel bekende onderzoeken op wetenschappelijk gebied, zoals de Hawthorne onderzoeken. Hoewel de bevindingen van de Hawthorne onderzoeken vaak bekritiseerd worden, moet niet vergeten worden dat deze studies wel al gecontroleerde, wetenschappelijke veldonderzoeken waren. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de I-O psychologie nog verder, doordat honderden psychologen werkzaam werden bij leger- en burgerinstanties.

    Wat zijn personeelsselectietests?

    Personeelselectietests zijn bedoeld om werknemers in te huren die succesvol zullen zijn in hun werk. Het doel hiervan is dat organisaties geld besparen doordat werknemers worden ingehuurd die hun werk goed doen en tevreden zijn in de werkomgeving. Hieronder worden de meest gebruikte methoden behandelt voor het selecteren van personeel.

    Cognitieve vaardigheidstests

    Cognitieve vaardigheidstests worden als sinds de Eerste Wereldoorlog toegepast. Ze meten onder andere beredenering, verbale vaardigheden en probleemoplossend vermogen. Het gebruik ervan heeft geleid tot veel discussie in de toegepaste psychologie, terwijl onderzoek heeft aangetoond dat resultaten op cognitieve vaardigheidstests een goede voorspeller zijn voor werkprestaties. Volgens Wagner (1997) waren vernieuwde statistische methodes, zoals de opkomst van meta-analyses, verantwoordelijk voor een nieuw tijdperk van cognitieve vaardigheidstests. Doordat een grote hoeveelheid cognitieve vaardigheidstests werd samengevoegd, ontstond een hoge betrouwbaarheid en daarmee een goede toepassing op nieuwe werknemers. John Hunter en Frank Schmidt deden verschillende meta-analyses en kwamen tot onder andere deze conclusies:

    • Cognitieve vaardigheid is over het algemeen een goede voorspeller voor werkprestatie. Het validiteitscoëfficiënt tussen cognitieve vaardigheid en werkprestatie is namelijk r = 0.53. Hogere validiteitscoëfficiënten zijn gevonden voor professionele functies en lagere coëfficiënten voor functies die minder vaardigheden vereisen.
    • De mogelijkheid van cognitieve vaardigheidstests om werkprestatie te voorspellen, kan verbeterd worden door andere variabelen in test toe te voegen.
    • Scores op cognitieve vaardigheidstest voorspellen het te bereiken beroepsniveau.
    • Vakkennis bemiddelt (“mediates”) de relatie cognitieve vaardigheden – werkprestaties.

    Voordelen van cognitieve vaardigheidstests zijn de validiteit van de scores, het gemak waarmee de test afgenomen kan worden zonder dat hier training voor nodig is, het is kosteneffectief en het is niet onderhevig aan pogingen om impressies of onechte reacties te fabriceren. Een nadeel is dat deze tests duur zijn en dat er veel tijd gaat zitten in het ontwikkelen van deze tests. Een tweede nadeel is dat prestatie sterk verschilt tussen verschillende etnische groepen en geslachten. Zo scoren minderheidsgroepen tot één standaarddeviatie onder scores van meerderheidsgroepen. Dit is alleen het geval bij cognitieve vaardigheidtests: niet bij de volgende methodes. Om dergelijke prestatieverschillen te vermijden, hebben Sackett en collega’s een aantal strategieën bedacht:

    • Het combineren van cognitieve vaardigheidstests met niet-cognitieve, valide voorspellers voor werkprestatie.
    • Het verwijderen van testitems die cultureel bevooroordeeld zijn.
    • Presenteer testitems zodanig dat verbale- en leesvaardigheden de resultaten niet kunnen vertekenen. Gebruik bijvoorbeeld een auditieve of visuele presentatie van de items.
    • Een motiverende instructie zorgt voor het compleet invullen van de vaardigheidstest.
    • Biedt coaching aan en studeer- en oefenmateriaal.

    De toepassing van elke strategie heeft echter slechts een klein (verwaarloosbaar) effect op het verminderen van de prestatieverschillen. Er lijkt meer en meer consensus te komen tussen I-O psychologen en onderzoekers dat de scores op cognitieve vaardigheidstests zowel valide als eerlijk zijn. Dit wordt geconcludeerd uit veel meta-analytische studies.

    De meest gebruikte cognitieve vaardigheidstest is de Wonderlic Personnel Test (WPT). De WPT bestaat uit 50 meerkeuze items die onder andere gaan over rekenen, vocabulaire en probleemoplossend vermogen. De participant heeft twaalf minuten om de test in te vullen. De WPT heeft verschillende toepassingen.

    Interviews

    Werknemerinterviews zijn één van de meest gebruikte methoden om kandidaten voor een baan te evalueren. De interviewer gebruikt een ongestructureerde of gestructureerde benadering in het gesprek. Bij een ongestructureerde benadering past de interviewer zijn vragen aan de sollicitant of op de inhoud van het gesprek aan. De resultaten op een ongestructureerd interview zijn subjectief en kunnen moeilijk vergelijkbaar zijn. Bij de gestructureerde benadering worden de vragen voorafgaand aan het interview bedacht. Alle sollicitanten krijgen dezelfde vragen en de antwoorden hierop kunnen objectief gescoord en makkelijk vergeleken worden.

    De mate waarin interviews werkprestatie kunnen voorspellen, is nog onduidelijk. Verschillende onderzoeken tonen verschillende validiteitcoëfficiënten tussen interviews en werkprestatie. Gestructureerde interviews zouden over het algemeen een hoger validiteitcoëfficiënt hebben dan ongestructureerde interviews. De oorzaak hiervan kan zijn dat gestructureerde interviews een hogere betrouwbaarheid hebben, hoewel een hogere betrouwbaarheid ook niet altijd geassocieerd hoeft te zijn met een hoger validiteitscoëfficiënt. Meer onderzoek is zeker nodig.

    Voordelen zijn dat het gebruik van interviews gunstig is voor sollicitanten (zij verwachten een interview) en dat het de mogelijkheid biedt tot verbale communicatie tussen de interviewer en de sollicitant. Nadelen zijn dat het wel gevoelig is voor verschillende meetfouten en/of vooroordelen. Ook is het een tijdrovend proces, kan het duur zijn om interviewers te trainen en kunnen sollicitanten sociaal wenselijk antwoorden.

    Persoonlijkheidstests

    Persoonlijkheid beschrijft de unieke karakteristieken van een persoon die hem/haar definieren en die gebruikt worden door het individu wanneer hij/zij communiceert met anderen. Voorbeelden van deze karakteristieken zijn flexibiliteit, intuïtie en agressie. Persoonlijkheid wordt in werkomgevingen meestal gemeten door middel van zelfrapportage vragenlijsten. Persoonlijkheidstests die geen informatie geven over de mentale gezondheid van een persoon worden over het algemeen geschikt bevonden voor werkomstandigheden. Op deze manier wordt geen inbreuk gepleegd op de privacy van de persoon.

    Uit meta-analytisch onderzoek van Barrick en Mount in 1991, die de Big-5 persoonlijkheidsdimensies met de werkprestaties vergeleken, blijkt dat persoonlijkheidstests een goede voorspeller zijn van werkprestatie. Zo vonden zij dat personen die hoog scoren op consciëntieusheid, zowel verantwoordelijk als georganiseerd zijn. Deze mensen leveren over het algemeen een betere werkprestatie dan mensen die laag op consciëntieusheid scoren. Verder bleek uit het onderzoek dat extraversie een valide voorspeller was voor banen als managers en verkopers. Openheid voor nieuwe ervaringen was een significante voorspeller voor personen die trainingen op hun werk ondergingen, terwijl emotionele stabiliteit en vriendelijkheid geen valide voorspellers lijken te zijn voor werkprestatie. Tett, Jackson en Rothstein (1991) vonden met hun meta-analyse zelfs nog sterkere relaties tussen persoonlijkheid en werkprestaties.

    Echter, de laatste paar jaar is er een tweedeling gekomen in de onderzoekers die de resultaten interpreteren. Morgeson en collega’s (2007) beargumenteerde dat er drie voornaamste problemen waren:

    1. De lage validiteitcoëfficiënten.
    2. De afhankelijkheid van meta-analyses die de werkelijke relatie tussen persoonlijkheid en werkprestatie overschatten door de hoeveelheid statistische correcties.
    3. De onduidelijke effecten op een persoonlijkheidstest en de relatie tot werkprestatie wanneer een sollicitant zich anders voordoet op de persoonlijkheidstest.

    Andere onderzoekers zijn juist weer erg overtuigend in het weerleggen van deze beweringen. Een veel gebruikte, niet klinische persoonlijkheidstest die veel in werkomgevingen wordt gebruikt is de Hogan Personality Inventory – Revised (HPI-R). De HPI-R is gebaseerd op het vijf-factor model van persoonlijkheid en bestaat uit 206 juist/onjuist items. De resultaten op de HPI-R meten Aanpassing (Adjustment), Ambitie (Ambition), Sociale vaardigheden (Sociability), Interpersoonlijke gevoeligheid (Interpersonal Sensitivity), Voorzichtigheid (Prudence), Creativiteit (Inquisitive) en Leerbenadering (Learning Approach). Verder laten de resultaten de sterke en zwakke punten van de persoon zien. Ook komen karakteristieken naar voren die relevant zijn voor succes in werkomstandigheden en wordt duidelijk of de persoon de juiste kandidaat is voor de werkpositie.

    Het voordeel van persoonlijkheidstests is dat de scores valide zijn en de tests gemakkelijk zijn af te nemen. Nadelen zijn dat deze methode niet geliefd is bij sollicitanten en zij sociaal wenselijk kunnen antwoorden.

    Integriteittests

    Integriteittests, als alternatief van de leugendetectortest die niet meer in werkomgevingen mogen worden toegepast, zijn zelfrapportage tests die meten of iemand geneigd is om niet eerlijk te antwoorden. Integriteit gaat over het adequaat uitoefenen van een functie. Integriteitstests hebben een validiteitscoëfficiënt van r = 0.41 met werkprestatie en hebben hiermee de grootste validiteitscoëfficiënt in het voorspellen van werkprestatie op basis van cognitieve vaardigheidstests. Er zijn twee verschillende soorten integriteitstests. Open integriteitstests bestaan uit vragen met betrekking tot algemene aannames en attitudes tegenover onder andere diefstal en andere overtredingen, en bekentenissen aangaande dergelijke overtredingen. Persoonlijkheid-georiënteerde integriteitstests bestaan uit vragen over persoonlijkheidskenmerken die gerelateerd zijn aan diefstal, zoals sensatiezoekend gedrag. Sackett en collega’s analyseerden integriteittests en concludeerden het volgende:

    • Integriteit reflecteert een complexe mix van de Big 5 persoonlijkheidsdimensies, hoewel een groot deel van variatie van integriteit nog onverklaard blijft.
    • Integriteit heeft sterke correlaties met cognitieve vaardigheden.
    • Criteriumgerelateerde onderzoeken laten positieve correlaties zien tussen integriteit testscores en werkprestatie.
    • Het is nog onduidelijk welk effect responssets hebben op integriteit testscores.

    De Personnel Selection Inventory (PSI) is één van de meest gebruikte integriteitstests. De PSI bestaat uit een groot aantal werkgerelateerde domeinen. Elk antwoord op een directe of indirecte vraag heeft een waarde, en alle waarden opgeteld resulteren in een totale schaalscore voor eerlijkheid. Een voorbeeld van een indirecte vraag: “Het is OK om wat van de regels af te wijken – nooit, zelden, soms, vaak of bijna altijd”. Een voorbeeld van een directe vraag: “Geef een schatting van de waarde van de koopwaar die je gebruikt hebt voor persoonlijk gebruik: €0, €5, €15, €25, €100, €500, €1000, €2000, of meer”.

    Integriteittests leveren valide scores en geven sollicitanten de boodschap dat integriteit belangrijk is. Daarnaast zijn deze tests makkelijk af te nemen (pen en papier of op de computer). Ook hier kunnen sollicitanten echter sociaal wenselijk antwoorden en de methode is bij hen niet geliefd.

    Assessment centers

    Een assessment center is een samenstelling van taken of oefeningen waarmee een werkomgeving wordt gesimuleerd. Voorbeelden van assessment centers zijn groepsdiscussies, mondelinge presentatie oefeningen en rollenspellen. De participanten worden geobserveerd en beoordeeld op verschillende dimensies zoals communicatie, motivatie en stress tolerantie. Onderzoek toont aan dat de relatie tussen dimensies op een assessment center en cognitieve vaardigheden en persoonlijkheid relatief laag is, namelijk r = 0.30 of kleiner. Meer onderzoek is nodig.

    Assessment centers leveren valide resultaten op en worden, vanwege de inhoudelijke relevantie tot het werk, als positief ervaren door sollicitanten. Ook biedt deze methode de mogelijkheid tot feedback. Nadelen zijn de kosten en de tijd die erin gaat zitten om het te ontwikkelen. De afname tijd is aanzienlijk langer dan bij voorgaande methodes.

    Werkvoorbeeld tests

    Werkvoorbeeld tests worden ook wel prestatiegebaseerde tests of simulaties genoemd. Ze worden al tientallen jaren gebruikt om werknemers voor banen te selecteren. Bij werkvoorbeeld tests moeten deelnemers taken uitvoeren die gerelateerd zijn aan de functie die ze willen gaan vervullen, zoals het beantwoorden van telefoontjes of het schrijven van een brief naar een klant. Door middel van een werkvoorbeeld test wordt direct bewijs geleverd voor de vaardigheden van de deelnemer. Deze tests worden gezien als één van de meest effectieve methoden om toekomstige werkprestaties te voorspellen, hoewel een recente meta-analyse van Roth en collega’s (2005) laat zien dat r = 0.33, in tegenstelling tot r=0.54 in eerdere studies). De test heeft een hoge face validity. Er worden meerdere nadelen van werkvoorbeeld tests genoemd. Het is bijvoorbeeld moeilijk om een representatieve steekproef aan taken te selecteren. Verder nemen werkvoorbeeld tests aan dat deelnemers de kennis en vaardigheden voor de baan al bezitten. Ook is dat deze test duur in vergelijking met andere selectiemethoden. Verder meten deze tests niet de bekwaamheid van de sollicitant tot het uitvoeren van complexe taken, en is de methode ongeschikt voor banen die slechts een kleine training vereisen waarna de functie goed uitgevoerd kan worden. De test wordt wel als positief ervaren door de sollicitant, vanwege de werkrelevantie.

    Biografische data

    Biografische data refereert naar de persoonlijke ervaringen en achtergrond van deelnemers. De beste voorspeller voor toekomstig gedrag is namelijk gedrag dat in het verleden heeft plaatsgevonden. Biografische data kan onder andere door middel van een gestructureerd interview of zelfrapportage vragenlijsten verkregen worden. Biografische data blijkt voorspellend te zijn voor werkprestatie. De correlatie tussen biografische data en werkprestatie is r = 0.37. Deze vorm van data is een valide voorspeller voor werkprestatie in verschillende organisaties en omgevingen. Het verkrijgen van biografische data is gemakkelijk en kosteneffectief. Nadelen zijn dat sollicitanten zichzelf veel positiever kunnen presenteren en dat het geen informatie geeft over het huidige gedrag en functioneren.

    Hoe kies je een personeelselectie benadering?

    Bij het kiezen van een geschikte personeelselectie benadering moet onder andere rekening gehouden worden met effectiviteit, kosten en beschikbare tijd. Ook de reactie van de deelnemers is een factor waar rekening mee gehouden moet worden. Hausknecht en collega’s (2004) geven verschillende redenen waarom de reacties van toekomstige werknemers op de gekozen methode belangrijk zijn:

    • Als deelnemers vinden dat de personeelselectie benadering inbreuk pleegt op hun privacy, kunnen topkandidaten afvallen, omdat ze het bedrijf als minder aantrekkelijk beschouwen.
    • Deelnemers die negatief tegenover de gekozen benadering staan, kunnen andere mensen afraden voor het bedrijf te werken.
    • Sollicitanten kunnen ze een aangeboden baan om dezelfde reden afwijzen.
    • Negatieve reacties kunnen leiden tot aangiftes of klachten.
    • Ook kunnen negatieve reacties leiden tot het boycotten van (producten van) dat bedrijf.

    Ook blijkt uit hetzelfde onderzoek dat interviews en werkvoorbeeld tests als positief worden gezien door participanten. Cognitieve vaardigheidstests, persoonlijkheidstests en biografische data zijn methoden die een middelmatige voorkeur hadden voor participanten. Eerlijkheidstests hadden de minste voorkeur.

    Baananalyse

    Voordat een methode wordt gekozen om een werknemer te selecteren, moet een duidelijk beeld bestaan van de kennis en vaardigheden waarover een toekomstige werknemer moet beschikken. Baananalyse is het proces dat gebruikt wordt om een baan te definiëren. Volgens Harvey (1991) zijn de drie belangrijkste karakteristieken van baananalyse het beschrijven van waarneembaarheden, het beschrijven van werkgedrag dat onafhankelijk is van persoonlijke karakteristieken, en het alleen bijvoegen van observaties die te verifiëren en te herhalen zijn. Hieronder worden de meest gebruikelijke manieren behandeld om informatie over banen te verzamelen.

    • Het interview is één van de meest gebruikte methoden om informatie over een baan te verzamelen. Interviews zijn over het algemeen goedkoop, maar de kwaliteit van de data kan vertekend zijn door de (tekortschietende) vaardigheden van de interviewer.
    • Door werknemers direct te observeren wordt ook informatie over de baan verkregen. Vooral banen waar handarbeid bij komt kijken zijn geschikt voor directe observatie.
    • Een duurdere vorm van baananalyse is het inzetten van experts, genaamd SMEs (subject-matter experts). In groepen van 5 tot 10 SMEs stellen zij de baaninhoud samen. Op deze manier wordt veel informatie gegeven over de baan, zonder dat deze wordt geïnterpreteerd door een interviewer of observator.
    • Vragenlijsten kunnen een grote verscheidenheid aan werktaken bevatten. Een werknemer die al langer werkzaam is in zijn functie, kan de relevantie van elk item op de vragenlijst beoordelen met betrekking tot zijn baan. Op deze manier ontstaat een lijst van de items die de baan het best definiëren.

    Hoe wordt werkprestatie geevalueerd?

    Onderzoek naar de criteria voor werkprestatie zijn net zo controversieel als onderzoek naar personeelselectie. Het criteriumprobleem refereert naar de moeilijkheid om prestatiecriteria, die mutidimensionaal en afhankelijk van bepaalde situaties zijn, te meten. Zodra een sollicitant is gekozen en werkzaam is, moet zijn werkprestatie op een bepaalde manier gemeten worden. Hieronder volgen de meest gebruikte methoden om werkprestatie te meten.

    Benaderingen voor prestatiebeoordelingen

    De belangrijkste bronnen in het verzamelen van prestatiebeoordelingen zijn de leidinggevende, de leeftijdsgenoot, de directe supervisor, en de persoon zelf. Meestal wordt de beoordeling van de leidinggevende gebruikt omdat deze verantwoordelijk is voor het succes of falen van zijn werknemers. Werknemers zien de beoordeling door leeftijdsgenoten over het algemeen als negatief. Het beoordelen van een directe supervisor door een ondergeschikte wordt als betrouwbaar gezien, omdat het voor verbetering van het gedrag van de supervisor zorgt. Ook neemt de effectiviteit van de supervisor toe door de informele feedback die hij op zijn gedrag krijgt. Bij zelfrapportage beoordeelt een werknemer zichzelf op een aantal prestatiedimensies. Hoewel deze vorm van beoordeling goedkoop is, kan het voor een vertekend en dus onbetrouwbaar beeld zorgen. Volgens Cascio (1991) kan de effectiviteit van zelfrapportages toenemen wanneer (i) werknemers zichzelf moeten vergelijken met andere werknemers, (ii) als zij meerdere mogelijkheden krijgen tot zelfevaluatie (waarbij zelfevaluatie gezien wordt als een trainbare vaardigheid) en (iii) als de betrouwbaarheid van gegevens wordt verzekerd.

    Het vergelijken van beoordelingsbenaderingen

    Harris en Schaubroeck (1988) kwamen door middel van meta-analytisch onderzoek tot de conclusie dat het gebruik van meerdere beoordelaars voor werkprestatie een aantal voordelen met zich meebrengt. Meerdere beoordelaars hebben allemaal een verschillende kijk op de baan, waardoor de betrouwbaarheid wordt vergroot. Hoewel er wel significante correlaties bestaan tussen de beoordelingen, wordt een relatief lage hoeveelheid van de algehele variatie gedeeld. Dit houdt in dat elke beoordeling unieke informatie oplevert. Onderzoek van Hoffman en collega’s toonde aan dat subjectieve prestatiebeoordelingen een validiteit van rond de r = 0.00 had. De onderzoekers concludeerden verder dat subjectieve en objectieve prestatieresultaten een gelijk niveau van validiteit hadden. Dit betekent echter niet dat ze hetzelfde meten. Een meta-analytisch onderzoek van Bommer en collega’s toont namelijk aan dat subjectieve en objectieve prestatieresultaten niet verwisselbaar zijn.

    Vormen van beoordelingsmethoden

    Een beoordelaar kan gebruik maken van een relatieve of absolute beoordelingsmethode. Een relatieve beoordelingsmethode vergelijkt de prestatie van de beoordeelde met de prestatie van andere personen die hetzelfde werk verrichten. Een absolute beoordelingsmethode vergelijkt het gedrag van een werknemer met een vastgelegde prestatie of meting. De resultaten op een beoordelingsmethode geven een bepaalde waarde. Deze waarde wordt vervolgens vergeleken met de vooraf bepaalde meting.

    Bronnen van error

    Bij het ontwikkelen van effectieve methoden om werkprestatie te meten, worden vaak fouten gemaakt zoals Toegevendheid (Leniency) en Hevigheid (Severity). Bij toegevendheid wordt een werknemer beter beoordeeld dan zijn werkelijke werkprestatie. Bij hevigheid wordt een werknemer negatiever of heviger beoordeeld dan zijn werkelijke werkprestatie. Deze fouten zijn het resultaat van systematische beoordelingsfouten. Ze kunnen voorkomen worden door beoordelaars te informeren over hoe ze deze beoordelingsinstrumenten moeten gebruiken en door ze van de waarde van de beoordelingen te overtuigen.

    Welke wettelijke problemen zijn er?

    De Uniform Guidelines on Employee Selection Procedures (UGESP) geeft richtlijnen met betrekking tot de karakteristieken van acceptabele selectieprocedures. Deze richtlijnen kunnen op selectieprocedures als promotie, ontslag en het inhuren van nieuwe werknemers worden toegepast. Een voorbeeld van zo’n richtlijn is Discriminatie. In de UGESP wordt hiermee het gebruik van elke selectieprocedure bedoeld die een nadelige impact heeft op leden van welke etniciteit of sekse dan ook.

    Welke carrièretests zijn er?

    Carrièretests worden gebruikt om informatie te geven over de attitudes en interesses van een persoon die geïnteresseerd is in een bepaalde baan. Deze tests zijn tegenwoordig op het internet te vinden. Hieronder worden de meest gebruikte carrièretests behandeld.

    • De Strong Interest Inventory – Revised Edition (SII-R) is één van de bekendste carrièretests die wordt gebruikt van middelbare scholieren tot volwassenen. Deze test bestaat uit 291 items die meet op vier schalen: Algemene Beroepsthema’s, Standaard Interesses, Persoonlijke Stijl en Beroepsschalen.
    • De Career Decision-Making System – Revised (CDM-R) meet carrière-interesse. De CDM-R kan met de hand of computer beoordeeld worden. Bij het invullen van deze test, geeft de student antwoord op vragen met betrekking tot carrièrekeuze, schoolvakken, werkwaardes zoals salaris en creativiteit, vaardigheden, toekomstige plannen en interesses. Aan de hand van de scores worden een aantal beroepen gegeven die overeenkomen met de interesses van de student. De test komt in twee vormen: één voor jongere studenten of zij met een zwakkere leesvaardigheid, en een vorm voor mensen met een sterkere leesvaardigheid.
    • De Self-Directed Search (SDS) is een beroepsinteresse test die een beschrijving geeft van de overeenkomsten tussen de persoonlijkheid van een persoon en verschillende beroepen. Er zijn twee vormen van de SDS: één voor mensen met een gemiddelde leesvaardigheid en één voor mensen met een zwakkere leesvaardigheid of een lager opleidingsniveau.
    Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

    Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

    Het plannen van je carrière, het switchen van je loopbaan en het aanvaarden van toeval bij je beroepskeuze Beroepskeuze - Carrièreswitch - Functies - Werkrollen - Werksectoren Collega's kiezen - Levenspad volgen - Werktoekomst bepalen - Zelf bijdragen Inhoud Vragen: o.a. Wat is werk, wat is een carrière en waarom werken wij? Wat zijn competenties, kwaliteiten en vaardigheden? Wat is...... lees verder op de pagina
    Werken en ontwikkelen in binnen en buitenland: thema's en startpagina's

    Werken en ontwikkelen in binnen en buitenland: thema's en startpagina's

    Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

    Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

    Het plannen van je carrière, het switchen van je loopbaan en het aanvaarden van toeval bij je beroepskeuze Beroepskeuze - Carrièreswitch - Functies - Werkrollen - Werksectoren Collega's kiezen - Levenspad volgen - Werktoekomst bepalen - Zelf bijdragen Inhoud Vragen: o.a. Wat is werk, wat is een carrière en waarom werken wij? Wat zijn competenties, kwaliteiten en vaardigheden? Wat is...... lees verder op de pagina
    Competenties en vaardigheden opdoen voor je studie, je werk, je reis en je leven

    Competenties en vaardigheden opdoen voor je studie, je werk, je reis en je leven

    Competenties en vaardigheden voor je studie, je werk, je reizen en je leven Alle eigenschappen, kwaliteiten, waarden, vaardigheden, competenties, talenten en contenties die bijdragen aan een zingevende en succesvolle leer-, werk en leefomgeving Inhoud Vragen: o.a. Wat zijn competenties of kwaliteiten? Wat zijn eigenschappen? Wat zijn waarden? Wat zijn contenties? Wat is talent en talenten? Wat is talentontwikkeling? Wat zijn...... lees verder op de pagina
    Detachering als expat en uitzenden naar het buitenland

    Detachering als expat en uitzenden naar het buitenland

    Inhoud : detachering als expat en uitzending naar het buitenland Wat is een expat ? Waar komt de term expatriate vandaan? Wat betekent uitzending naar het buitenland en expatriëring? Wat is het verschil tussen een expats en een emigrant ? ⇧ Inhoud : detachering als expat en uitzending naar het buitenland Wat is een expat, waar komt de term expatriate...... lees verder op de pagina
    Functies en werkzaamheden uitoefenen tijdens je baan, stage of vrijwilligerswerk in het buitenland

    Functies en werkzaamheden uitoefenen tijdens je baan, stage of vrijwilligerswerk in het buitenland

    Functies en werkzaamheden voor je loopbaan in Nederland of baan in het buitenland Functies per sector en werkveld zoals communicatie, duurzaamheid, geestelijke zorg, horeca, hospitality, maatschappelijke werk, medische zorg, onderwijs, onderzoek, recht of sport Inhoud: o.a. Wat zijn de startpagina's voor werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland per activiteit en functie? Wat zijn de startpagina's voor sollicitaties en...... lees verder op de pagina
    Ondernemen of als zzp'er werken in het buitenland

    Ondernemen of als zzp'er werken in het buitenland

    Ondernemerschap en ondernemers in het buitenland Digital Nomad - Eenmanszaak - Initiatiefnemer - Working nomad - ZZP'er Inhoud: o.a. Waar let je op als je een eigen bedrijf wilt starten in het buitenland? Wat moet je wel en niet doen als je een zakelijke samenwerking wil aangaan met een buitenlandse partner? Wat zijn extra aandachtspunten als je een eigen bedrijf...... lees verder op de pagina
    Een sabbatical nemen, een time-out hebben of met lang verlof naar in het buitenland gaan
    Solliciteren en sollicitatieprocedures doorlopen in binnen- en buitenland

    Solliciteren en sollicitatieprocedures doorlopen in binnen- en buitenland

    Solliciteren, sollicitaties en sollicitatieprocedures in binnen- en buitenland Arbeidscontract - Arbeidsovereenkomst - Arbeidsvoorwaarden - Assessment Center - Sollicitatiebrief - Sollicitatiegesprek - Sollicitatiemail -Stagegesprek - Stagemail Inhoud o.a. Wat is je CV of een Curriculum Vitae? Wat is het belang van je CV en waar let je op? Wat wil je laten zien met je Curriculum Vitae (CV)? Sollicitatiebrief: Hoe schrijf...... lees verder op de pagina
    Tijdelijk werk, parttime werk, bijbaan en studentenbaan zoeken in binnen- en buitenland

    Tijdelijk werk, parttime werk, bijbaan en studentenbaan zoeken in binnen- en buitenland

    Tijdelijk werk, bijbaan en studentenbaan in Nederland of buitenland Met advies, coaching, keuzehulp en inspiratie rond banen, bemiddelende organisaties, bestemmingen, branches, competenties, functies, sectoren, vacatures, verzekeringen en werkgevers Inhoud: o.a. Wat is werken en waarom zou je werken? Hoe zit het met sollicitaties en procedure in buitenland en binnenland ? Hoe zit het met sollicitatiegesprekken in buitenland en binnenland? Hoe...... lees verder op de pagina
    Vacature in het buitenland zoeken en vacaturetools voor baan, stage en vrijwilligerswerk

    Vacature in het buitenland zoeken en vacaturetools voor baan, stage en vrijwilligerswerk

    Vacatures voor een baan in het buitenland, stage in het buitenland en vrijwilligerswerk in het buitenland Vacaturetools voor je persoonlijke ontwikkeling en internationale samenwerking Inhoud: o.a Wat zijn belangrijke vragen rond het plannen van je loopbaan en het zoeken naar vacatures Wat zijn belangrijke vragen rond oriënteren en voorbereiden op betaald werken in het buitenland Wat zijn belangrijke vragen rond...... lees verder op de pagina
    Vrijwilligerswerk in het buitenland doen en vacatures voor vrijwilligerswerk

    Vrijwilligerswerk in het buitenland doen en vacatures voor vrijwilligerswerk

    Vrijwilligerswerk in het buitenland doen, projecten in het buitenland steunen en vacatures voor vrijwilligerswerk in het buitenland zoeken Inhoud: o.a Wat zijn de vragen die je jezelf moet stellen als je vrijwilligerswerk in het buitenland wilt gaan doen? Waarom vrijwilligerswerk doen in het buitenland en waarom een ander helpen? Wat kunnen redenen zijn om géén vrijwilligerswerk in het buitenland te...... lees verder op de pagina
    Werken in het buitenland

    Werken in het buitenland

    Werken in het buitenland en jezelf ontwikkelen in een internationale omgeving Vragen en antwoorden over advies, betaald werken in het buitenland, coaching, keuzehulp en inspiratie rond banen, bemiddelende organisaties, bestemmingen, branches, competenties, functies, sectoren, vacatures, verzekeringen en werkgevers Inhoud: o.a. Wat zijn de 7 vragen die je kunt stellen als je wilt gaan werken in het buitenland? Hoe ziet de...... lees verder op de pagina
    Werkplezier en energie van je werk krijgen: leer je om te werken of werk je om te leren?
    Werken en jezelf ontwikkelen in binnen- en buitenland
    Competenties versterken, vaardigheden ontwikkelen en motivaties ontdekken: thema's en startpagina's
    Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

    Carrière switchen, beroep kiezen en loopbaan plannen

    Het plannen van je carrière, het switchen van je loopbaan en het aanvaarden van toeval bij je beroepskeuze Beroepskeuze - Carrièreswitch - Functies - Werkrollen - Werksectoren Collega's kiezen - Levenspad volgen - Werktoekomst bepalen - Zelf bijdragen Inhoud Vragen: o.a. Wat is werk, wat is een carrière en waarom werken wij? Wat zijn competenties, kwaliteiten en vaardigheden? Wat is...... lees verder op de pagina
    Competenties en vaardigheden opdoen voor je studie, je werk, je reis en je leven

    Competenties en vaardigheden opdoen voor je studie, je werk, je reis en je leven

    Competenties en vaardigheden voor je studie, je werk, je reizen en je leven Alle eigenschappen, kwaliteiten, waarden, vaardigheden, competenties, talenten en contenties die bijdragen aan een zingevende en succesvolle leer-, werk en leefomgeving Inhoud Vragen: o.a. Wat zijn competenties of kwaliteiten? Wat zijn eigenschappen? Wat zijn waarden? Wat zijn contenties? Wat is talent en talenten? Wat is talentontwikkeling? Wat zijn...... lees verder op de pagina
    Functies en werkzaamheden uitoefenen tijdens je baan, stage of vrijwilligerswerk in het buitenland

    Functies en werkzaamheden uitoefenen tijdens je baan, stage of vrijwilligerswerk in het buitenland

    Functies en werkzaamheden voor je loopbaan in Nederland of baan in het buitenland Functies per sector en werkveld zoals communicatie, duurzaamheid, geestelijke zorg, horeca, hospitality, maatschappelijke werk, medische zorg, onderwijs, onderzoek, recht of sport Inhoud: o.a. Wat zijn de startpagina's voor werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland per activiteit en functie? Wat zijn de startpagina's voor sollicitaties en...... lees verder op de pagina
    Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

    Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

    Tevreden voelen met je studie, je werkzaamheden en de invulling van je leven Een content gevoel, geluksgevoel en goed gevoel via: behulpzaamheid, betrokkenheid, inlevingsvermogen, onafhankelijkheid, stabiliteit, stapgerichtheid, vrijheid, zelfbewustzijn en zingeving Inhoud: o.a. Wat is contentheid, wat zijn contenties en de bronnen van een goed of gelukkig gevoel? Behulpzaamheid & Onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen Betrokkenheid &...... lees verder op de pagina
    Gesprekken houden, overleggen en discussie voeren

    Gesprekken houden, overleggen en discussie voeren

    Discussie, gesprek en overleg in binnen- en buitenland Argumenteren, Discussiëren, Gesprekken voeren, Overleggen, Overtuigen, Vergaderen Inhoud o.a. Wat is argumenteren? Wat is overtuigend zijn? Wat wordt verstaan onder overtuigingskracht Hoe wordt argumentatie ingezet bij het overtuigen? Wat moet je wel of niet doen tijdens een sollicitatiegesprek? Competenties en vaardigheden Hoe wordt argumentatie ingezet bij het overtuigen? Wat kan je doen...... lees verder op de pagina
    Goede argumenten gebruiken en logisch redeneren bij studie, stage of werk

    Goede argumenten gebruiken en logisch redeneren bij studie, stage of werk

    Argumentatie gebruiken en logica aantonen Leren argumenteren, clichés vermijden, logische gevolgen trekken, overtuigend redeneren en consistent reageren Inhoud Wat is een argument ? Wat is de basis van goed argumenteren? ⇧ Inhoud Wat is een argument? Wat is argumenteren? Wat voor soorten argumenten zijn er? Hoe wordt argumentatie ingezet bij het overtuigen? Wat is het nut van argumentatie? Hoe wordt...... lees verder op de pagina
    Kennis overdragen, feiten uitwisselen en boodschappen overbrengen bij studie, stage en werk

    Kennis overdragen, feiten uitwisselen en boodschappen overbrengen bij studie, stage en werk

    Feiten uitwisselen, kennis overdragen, boodschappen overbrengen, begrip kweken en betrokkenheid versterken Argumentatie - Communicatie - Overtuigingskracht - Redenatie - Tekstgebruik - Schrijfvaardigheden inhoud: o.a. Wat is communiceren? Wat is mondelinge, schriftelijke en non-verbale communicatie? Wat is argumenteren en wat is het nut van argumentatie? Studiehulp en samenvattingen Waar vind je de samenvattingen en studiehulp voor tekstgebruik? Waar vind je de...... lees verder op de pagina
    Studiekeuze maken en master kiezen

    Studiekeuze maken en master kiezen

    Studie, master of cursus zoeken en kiezen voor je opleiding en toekomst Van motivatie, plezier, specialisatie, talent en toekomstperspectief naar zingeving of zelfinzicht Inhoud : o.a Wat is talent en wat zijn talenten? Wat zijn de stappen die je kan nemen als je een studie, een master, een cursus of een opleiding wil kiezen? Welke studies kan je doen: Wat...... lees verder op de pagina
    Talent en aanleg ontdekken en waarderen om te leren, te werken en te leven

    Talent en aanleg ontdekken en waarderen om te leren, te werken en te leven

    Talenten en aanleg ontdekken, benutten, waarderen en tot recht laten komen Inhoud Vragen: o.a. Wat is talent en wat zijn talenten? Wat zijn competenties of kwaliteiten? Wat zijn eigenschappen, kwaliteiten, waarden, vaardigheden, competenties, talenten en contenties? Wat zijn betrokken spreuken en tips rond authenticiteit, jezelf zijn, talent, kwaliteit en zelfinzicht? Verdiepen en studeren: Hoe en waar kan je je competenties,...... lees verder op de pagina
    Twijfelen of keuzes maken: van keuzestress naar een goede beslissing
    Vraag stellen en antwoord zoeken: van probleem naar oplossing gaan
    Werkplezier en energie van je werk krijgen: leer je om te werken of werk je om te leren?
    Emoties, indicaties en motivaties: uitgelichte thema's

    Behulpzaamheid versus onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen

    Behulpzaamheid versus onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen

    Behulpzaam zijn, anderen helpen, geven in plaats van nemen Altruïsme - Dankbaarheid - Gewetensvolheid - Respect - Sociaal gedrag Inhoud: o.a. Wat is onbehulpzaam zijn en onbehulpzaamheid? Wat houdt dankbaarheid in? Wat betekent servicegericht zijn en wat is klantgericht zijn? Wat is gewetensvol, en wat is naar je geweten handelen? Wat is respect en respectloosheid? Wat is asociaal zijn, en...... lees verder op de pagina
    Beleving versus verveling: creëer perspectief door het openen van nieuwe deuren
    Betrokkenheid versus onverschilligheid: geef niet op maar ergens om
    Inlevingsvermogen versus onbegrip: maak gebruik van je empathische vaardigheden
    Onafhankelijkheid versus afhankelijkheid: blijf bij jezelf en laat die kudde achter je

    Onafhankelijkheid versus afhankelijkheid: blijf bij jezelf en laat die kudde achter je

    Onafhankelijkheid: je eigen weg vinden, jezelf weren tegen oneigenlijk gedrag en afstand nemen van kuddegedrag en meeloperij Afhankelijkheid - Authenticiteit - Beïnvloeding - Betrouwbaarheid - Jezelf zijn - Integriteit Inhoud: o.a. Wat is onafhankelijkheid en wat houdt onafhankelijk zijn in? Wat is een genuanceerd oordeel? Wat is integer zijn en over integriteit beschikken? Wat is bescheidenheid en wat houdt bescheiden...... lees verder op de pagina
    Stap voor stap versus ongefocussed: richt je op je reis en niet op je bestemming
    Stabiliteit versus stress: ga actief om met je negatieve emoties

    Stabiliteit versus stress: ga actief om met je negatieve emoties

    Stress voorkomen, met spanning omgaan en je stabiliteit te versterken Angst overwinnen - Burnout bestrijden - Drukte dimmen - Emotie erkennen - Evenwichtigheid versterken - Relaxed reageren - Spanning positief inzetten Inhoud: o.a. Wat is stress, wat is gestresst zijn, en wat is stressbestendigheid? Wat is stabiliteit en wat betekent je mentaal stabiel en in balans voelen? Wat houdt instabiliteit...... lees verder op de pagina
    Succes versus teleurstelling: waardeer en vier je kleine succes

    Succes versus teleurstelling: waardeer en vier je kleine succes

    Stilstaan bij behaalde doelen, vieren van de eigen kleine en grote successen Waardering van de ander voelen, zonder die ook nodig te hebben Inhoud: o.a. Wat is trots en waar bestaat trots zijn uit? Wat houdt dankbaarheid in? Wat is doorzettingsvermogen, volhoudendheid en volharding? Wat is teleurstelling en wat betekent teleurgesteld zijn? Wat is spijt en wat betekent spijtvol zijn?...... lees verder op de pagina
    Tolerantie versus onverdraagzaamheid: laat de ander zijn eigen weg bewandelen
    Verbondenheid versus eenzaamheid: leg en onderhoud sociale contacten
    Vrijheid versus beperking: voel je onbeperkt en niet begrensd

    Vrijheid versus beperking: voel je onbeperkt en niet begrensd

    Onbeperktheid en vrijheid van geest Je vrij voelen, je niet begrensd voelen, jezelf weren tegen wenselijk gedrag zonder gronden Inhoud o.a. Wat is je onbeperkt voelen? Wat houdt vrijheid en je vrij voelen in? Wat is onafhankelijkheid en wat houdt onafhankelijk zijn in? Wat is energiek zijn, en betekent energie hebben? Wat is tolerantie en tolerant zijn? Wat houdt je...... lees verder op de pagina
    Zelfbewust zijn versus onzekerheid: ontdek je kwaliteiten, verkrijg zelfinzicht en omzeil je klippen

    Zelfbewust zijn versus onzekerheid: ontdek je kwaliteiten, verkrijg zelfinzicht en omzeil je klippen

    Zelfbewust zijn, zelfkennis en zelfinzicht opdoen, kwaliteiten ontdekken, kansen benutten en klippen omzeilen Eigen bestemming vinden - Onzekerheid plek - Zelfvertrouwen versterken Inhoud: o.a. Wat betekent zelfbewustheid en wat wordt verstaan onder zelfbewust zijn? Wat betekent onzekerheid en je onzeker voelen, en wat is vertrouwen en vertrouwen hebben? Wat betekent zelfverzekerdheid en wat wordt verstaan onder zelfwaardering? Wat betekent negativiteit...... lees verder op de pagina
    Zingeving en motivatie: zoek voldoening bij studie, werk, reizen en de wereld om je heen
    Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

    Gelukkig en tevreden voelen door te weten wat je wilt, of te weten wat je niet wil

    Tevreden voelen met je studie, je werkzaamheden en de invulling van je leven Een content gevoel, geluksgevoel en goed gevoel via: behulpzaamheid, betrokkenheid, inlevingsvermogen, onafhankelijkheid, stabiliteit, stapgerichtheid, vrijheid, zelfbewustzijn en zingeving Inhoud: o.a. Wat is contentheid, wat zijn contenties en de bronnen van een goed of gelukkig gevoel? Behulpzaamheid & Onbehulpzaamheid: help jezelf door de ander te helpen Betrokkenheid &...... lees verder op de pagina

    JoHo WorldSupporter: tips en suggesties
    Begeleid en bied zorg aan jongeren met een beperking in Suriname - Activities Abroad Supporter
    Begeleid en bied zorg aan jongeren met een beperking in Suriname. Mogelijkheden voor stage of werkervaringsplaats; als...
    Doe onderzoek naar mogelijkheden voor duurzaam toerisme in Ghana - Activities Abroad Supporter
    Je participeert in onderzoek naar mogelijkheden voor duurzaam toerisme in een klein dorp in het noorden van Ghana. Je...
    Werk online als psycholoog of psychotherapeut - Activities Abroad Supporter
    Je krijgt aanmeldingen doorgestuurd per mail die bij jou passen qua ervaring en tijdszone. Je plant zelf het...
    Teach English songs to children online - Activities Abroad Supporter
    You teach basis English vocabulary and sentences through English songs You prepare one English song per class...
    Vind jij natuurbehoud en het welzijn van dieren belangrijk? Doe onderzoek naar het gedrag van dieren in Tanzania - Activities Abroad Supporter
    Vind jij natuurbehoud en het welzijn van dieren belangrijk? Doe onderzoek naar het gedrag van dieren en help mee met...
    Ben jij student rechten? Doe dan ervaring op bij een advocatenkantoor in Frankrijk - Activities Abroad Supporter
    De stage is geschikt voor rechtenstudenten gespecialiseerd in ondernemingsrecht of arbeidsrecht, die de Franse taal...
    Develop your marketing-, textwriting or sales competencies at a language school in Peru - Activities Abroad Supporter
    You handle incoming e-mails and other communication at the sales department. You perform editorial tasks, such as...
    Stage psychologie op Curaçao - Supporter of Wereldstage
    Voor studenten pscyhologie biedt WereldStage verschillende interessante stageplekken op Curacao. Bijvoorbeeld deze...
    Stage voor rechtenstudenten op Curaçao - Supporter of Wereldstage
    Als student rechten zijn er interessante stagemogelijkheden op Curacao! Check bijvoorbeeld deze meeloopstage voor...
    Doe ervaring op met het geven van therapie aan uit huis geplaatste kinderen op Curaçao - Internship Supporter
    Werkzaamheden & Ervaringen Werkzaamheden in het kort: o.a. Je loopt stage bij een opvang voor kinderen...
    JoHo WorldSupporter: samenvattingen en studiehulp
    Samenvattingen: de beste definities, omschrijvingen en begrippenlijsten voor psychologische communicatie - Psychology Supporter
    Definities, omschrijvingen en begrippenlijsten voor psychologische communicatie Waar gaat de pagina over? Inhoud:...
    Samenvatting bij Communication skills for medicine - Lloyd & Bor - 3e druk - Vintage Supporter
    Communicatieskills - Welke communicatievaardigheden zijn belangrijk in de medische sector? - Chapter 1...
    Skill Sheets: a summary - Vintage Supporter
    The Challenges Introduction: The Need for integrating Skill Development Integration of world communities...
    Boeksamenvatting bij de 1e druk van Recepten voor een Goed Gesprek van Esch e.a. - Vintage Supporter
    Goed gesprek, deel 1: De arts-patiënt relatie - Chapter 2 Patiënten verwachten veel van hun arts. Ze...
    Studiegids voor samenvattingen bij Human Factors in Simple and Complex Systems van Proctor en Van Zandt - Social Science Supporter
    Studiegids met samenvattingen en studiehulp voor: Boektitel: Human Factors in Simple and Complex SystemsAuteurs:...
    What general skills does a social worker need? - Chapter 6 - Radost
    The listening skills can be divided into non-selective (actually impossible not to perform) and selective. The...
    Studiegids met flashcards en definities bij Professionele Gespreksvoering aan de Universiteit Utrecht - Hugo
    Flashcards en definities bij Professionele Gespreksvoering Online flashcards bij Professionele Gespreksvoering...
    Burgerlijk recht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 7a - Law Supporter
    Vragen Vraag 1 Rozelaar BV, gevestigd te Woerden is een groot Nederlands bedrijf voor de productie van...
    Burgerlijk recht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 6b - Law Supporter
    Vragen Vraag 1a Aram is eigenaar van een Bentley silver shadow waarmee hij iedere zondag door het...
    Burgerlijk recht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 6a - Law Supporter
    Vragen Vraag 1a Vermeer BV heeft een vordering op Van Rijn BV ter grootte van 25.000. In verband met...

    Wegwijzer bij competentie en motivatie
    Competentie en kwaliteit
    Samenvattingen en studiehulp
    Studie in het buitenland
    Stage en werkervaring
    Vrijwilligerswerk
    Werk
    JoHo Worldsupporter doelstellingen
    • Zie de doelstellingen van JoHo WorldSupporter voor: het versterken van begrip voor andere culturen en personen, het stimuleren van tolerantie in de wereld om je heen, het wereldwijd delen van kennis en knowhow, en het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling in binnen- en buitenland
    Samenvattingen en studiehulp: per studie en vakgebied
    Samenvattingen en studiehulp voor internationale, bestuurskundige en beleidskundige opleidingen

      Vertrekken naar het buitenland

      Probleemloos wonen of tijdelijk verblijven in het buitenland?

      Betaald werk, vrijwilligerswerk en stages in het buitenland per werkveld en vakgebied

      Pagina onderwerp:

      je carrière en toekomst vormgeven

      Account - Bereikbaarheid - Contact - Dienstenwijzer - Gegevens - Vacatures - Zoeken