Ontwikkelingspsychologie: uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen
Study guide with Adolescence by Steinberg
Study guide with Adolescence by Steinberg
Online summaries and study assistance with the 12th edition of Adolescence by Steinberg
- For Booksummaries with Adolescence by Steinberg see Summaries per chapter with Adolescence
- For summaries, bulletpoints, practice exams and glossaries with earlier editions of Adolescence by Steinberg, see Study guide with Adolescence by Steinberg
Table of content of the summary with Adolescence by Steinberg
- What is the study of adolescent development? - Chapter 0
- What are the biological transitions? - Chapter 1
- What are the cognitive transitions? - Chapter 2
- What are the social transitions? - Chapter 3
- What is the influence of the family context on adolescence? - Chapter 4
- What is the influence of peer groups on adolescence? - Chapter 5
- What is the influence of the school context on adolescence? - Chapter 6
- What is the influence of work, leisure and media on adolescence? - Chapter 7
- How does identity develop? - Chapter 8
- How does autonomy develop? - Chapter 9
- How does intimacy develop? - Chapter 10
- How does sexuality develop? - Chapter 11
- How does achievement develop? - Chapter 12
- What psychosocial problems can occur in adolescence? - Chapter 13
Related content on joho.org
Study guide with Developmental Psychology by Leman et al.
Study guide with Developmental Psychology
Online summaries and study assistance with Developmental Psychology on worldsupporter.org
- Nederlands: Boeksamenvatting bij alle hoofdstukken van de 2e druk van Developmental Psychology van Leman et al.
More summaries and study assistance with Developmental Psychology
- For summaries, bulletpoints and practice exams
- see the supporting content of the study guide with Developmental Psychology by Leman et al. on WorldSupporter
Table of content (Inhoudsopgave)
- Hoofdstuk 1 - Wat zijn de thema's en perspectieven binnen de ontwikkelingspsychologie?
- Hoofdstuk 2 - Welke theorieën zijn er binnen de ontwikkelingspsychologie?
- Hoofdstuk 3 - Welke onderzoeksmethoden worden er gebruikt binnen de ontwikkelingspsychologie?
- Hoofdstuk 4 - Hoe ontwikkelt het kind zich fysiek?
- Hoofdstuk 5 - Wat gebeurt er biologisch gezien tijdens de ontwikkeling?
- Hoofdstuk 6 - Hoe verloopt de perceptuele en sensomotorische ontwikkeling?
- Hoofdstuk 7 - Hoe verloopt de emotionele ontwikkeling en hechting?
- Hoofdstuk 8 - Hoe verloopt de taalontwikkeling bij kinderen?
- Hoofdstuk 9 - Hoe wordt cognitie bestudeerd binnen de ontwikkelingspsychologie?
- Hoofdstuk 10 - Hoe ontwikkelen de cognitieve functies van kinderen?
- Hoofdstuk 11 - Hoe ontwikkelt intelligentie bij kinderen?
- Hoofdstuk 12 - Welke invloed heeft de sociale omgeving op de ontwikkeling van het kind?
- Hoofdstuk 13 - Hoe ontwikkelt de sociale identiteit van een kind?
- Hoofdstuk 14 - Hoe ontwikkelen kinderen moreel besef en gedrag?
- Hoofdstuk 15 - Wat houdt ontwikkelingspathologie in?
- Hoofdstuk 16 - Hoe ontwikkelen volwassenen zich verder?
Related content on joho.org
Study guide with Experience Human Development by Papalia and Martorell
Study guide with Experience Human Development
Online summaries and study assistance with the 14th edition of Experience Human Development by Papalia and Martorell
- For Booksummaries with Psychology by Gray see Samenvattingen per hoofdstuk bij de 14e druk
- For Practice exams with Psychology by Gray see TentamenTests bij de 14e druk
- For summaries with earlier editions of Experience Human Development by Papalia and Martorell, see Study guide with Experience Human Development by Papalia and Martorell
Related content on joho.org
Study guide with How Children Develop by Siegler et al.
Study guide with How Children Develop
Online summaries and study assistance with the 6th edition of How Children Develop by Siegler a.o.
- For Dutch Booksummaries with How Children Develop, see Samenvattingen per hoofdstuk bij de 6e druk
- For English Booksummaries with How Children Develop, see Summaries per chapter with the 6th edition
- For Dutch Practice exams with How Children Develop, see TentamenTests bij de 6e druk
- For English Practice exams with How Children Develop, see Examtests with the 6th edition
- For English ExamTickets with How Children Develop, see ExamTickets with How Children Develop
- For summaries, bulletpoints and practice exams with earlier editions of How Children Develop, see Study guide with How Children Develop by Siegler a.o. - 2023/2024
Table of content of the Dutch summary
- Waar gaat het boek How Children Develop over? - Chapter 0
- Waarom onderzoeken we de ontwikkeling van kinderen? - Chapter 1
- Hoe verloopt de prenatale ontwikkeling? - Chapter 2
- Wat is het verband tussen biologie en gedrag? - Chapter 3
- Welke cognitieve ontwikkelingstheorieën zijn er? - Chapter 4
- Hoe ontwikkelen perceptie, actie, en leren zich in de kindertijd? - Chapter 5
- Hoe verloopt de taalontwikkeling van kinderen? - Chapter 6
- Hoe verloopt de conceptuele ontwikkeling van kinderen? - Chapter 7
- Wat is intelligentie en hoe ontwikkelt het zich? - Chapter 8
- Welke theorieën over de sociale ontwikkeling van kinderen zijn er? - Chapter 9
- Hoe verloopt de emotionele ontwikkeling van kinderen? - Chapter 10
- Welke theorieën bestaan er over de hechting van kinderen? - Chapter 11
- Welke invloed heeft familie op de ontwikkeling van kinderen? - Chapter 12
- Welke invloed hebben leeftijdsgenoten op de ontwikkeling van kinderen? - Chapter 13
- Hoe verloopt de morele ontwikkeling van kinderen? - Chapter 14
- Hoe verloopt de genderontwikkeling van kinderen? - Chapter 15
- Welke conclusies kunnen we aan de hand van voorgaande chapters trekken? - Chapter 16
Related content on joho.org
Hoe ontwikkelt het lichaamsbeeld bij kinderen?
Het lichaamsbeeld ontwikkelt zich geleidelijk met leeftijd. In iedere ontwikkelingsfase zijn er specifieke aspecten van het lichaamsbeeld die veranderen aan de hand van ervaringen van het kind. In dit hoofdstuk staat de ontwikkeling van lichaamsbeeld van pasgeboren baby’s tot basisschoolkinderen centraal.
Pasgeboren baby’s
Liefdevolle aanrakingen, in de ontwikkelingspsychologie ‘affectief bevestigende aanrakingen’ genoemd, spelen een basale rol bij pasgeboren baby’s. Het samengaan van de blik, stem en aanrakingen van een persoon is heel belangrijk omdat deze het fundament vormen voor het te ontwikkelen lichaamsbeeld. De tast is het zintuig waarmee baby’s de meest directe ervaringen kunnen opdoen; andere zintuigen zijn nog niet optimaal ontwikkeld. Affectief bevestigende aanraking leidt tot het vormen van een band en een gevoel van veiligheid vanwaaruit de baby de wereld en zichzelf kan exploreren.
Het belang van liefdevolle aanrakingen en de behoefte van baby’s hieraan wordt ondersteund door het bekende experiment van Harlow. Hij liet babychimpansees kiezen tussen twee surrogaatmoeders. De kleintjes bleken een warme, zachte surrogaatmoeder van kussens te verkiezen boven een ijzeren frame waar ze melk konden halen. De behoefte aan voedsel werd dus gedomineerd door de behoefte aan een warm en zacht gevoel.
Peuters
Rond de leeftijd van 2 jaar hebben de meeste kinderen zelfbesef ontwikkeld. Dit kan aangetoond worden doordat ze zichzelf bijvoorbeeld in de spiegel herkennen.
Waarschijnlijk hebben mensen een aangeboren eigenschap om dit ‘ik-gevoel’, oftewel lichaamsego, te ontwikkelen. Er is een specifiek gebied in de hersenschors waar het lichaam gerepresenteerd wordt. Leerervaringen, zoals aanrakingen, kijkrichting en benoemingen van anderen, activeren het aangeboren vermogen om een lichaamsego te ontwikkelen. Het lichaamsbeeld ontwikkelt dus in interactie met anderen. Anderen zijn als het ware een spiegel.
Geleidelijk ontwikkelt een kind cognitieve schema’s over het lichaam. Schema’s verlenen betekenis aan ervaring, maar zijn ook voortdurend aan verandering onderhevig door nieuwe ervaringen. Een normaal lichaamsbeeld wordt opgebouwd door drie typen ervaring:
1. Spiegeling. De manier waarop de ouders op het kind reageren beïnvloedt de ontwikkeling van het lichaamsbeeld van het kind. Meestal is het de moeder die als spiegel voor het kind fungeert.
2. Eigen gedrag. De ervaringen van het kind met het eigen gedrag in relatie tot anderen en de gevolgen ervan dragen bij tot het ontstaan van het lichaamsbeeld.
3. Interne lichaamssensaties. De ervaringen van het kind met de eigen interne lichaamssensaties zijn belangrijk bij het ontwikkelen van het lichaamsbeeld. Omdat de peuter nog geen taal kent, vallen emotionele en lichamelijke sensaties samen met het lichaamsego.
Rond het eerste jaar begint een kind te leren lopen. Doordat een kind zich nu beter in de ruimte kan voortbewegen, leert een kind zijn lichaam in te schatten qua lengte en omvang ten opzichte van de omringende ruimte.
Kindertijd
Naarmate een kind ouder wordt leert het meer lichaamsfuncties te beheersen, bijvoorbeeld door zindelijkheidstraining. Het leren van lichaamsfuncties gaat samen met het leren van controle over het lichaam, dus gaat het ten koste van het lichamelijk genot. Het kind leert welke delen van het lichaam heimelijke delen zijn en welke functies ondeugend, lelijk en beschaamd zijn. Volwassenen stimuleren het kind om zijn lichaam onder controle te krijgen. Het lichaam als bron van plezier en genot verandert in een vies lichaam dat in bedwang gehouden moet worden. Kinderen kunnen enkel onderscheid maken tussen prettig en onprettig. Het is de taak van de ouders om het kind te leren wat de culturele betekenis van de verschillende lichaamsdelen is. Volwassenen geven een andere reactie aan het kind, afhankelijk van welk lichaamsdeel aangeraakt wordt. Het niet leren van dergelijke ‘regels’ kan er voor zorgen dat het kind zichzelf buiten de groep voelt staan en dat kan veel gevoelens van schaamte geven.
Kinderen leren ook al snel onderscheid maken tussen jongens en meisjes. Het socialiseringsproces zorgt ervoor dat mensen, of ze het nu willen of niet, jongens en meisjes op verschillende manieren opvoeden.
Jongens hebben bijvoorbeeld meer bewegingsruimte dan meisjes. Hierdoor worden jongens minder vaak aangeraakt door hun moeder. Impliciet leren we kinderen hierdoor dat koestering en aangeraakt worden gepaard gaat met gebrek aan bewegingsruimte. En, omgekeerd, meer bewegingsvrijheid hangt samen met minder aangeraakt worden. Ouders reageren anders, maar ook de cultuur vindt sekse een belangrijke indelingscriterium tussen mensen.
Rond het derde levensjaar is een kind in staat ‘ik’ en ‘jij’ uit elkaar te houden. Het maken van dit onderscheid is een belangrijke stap in de ontwikkeling van het zelfbewustzijn van het kind. Door ‘ik’ te kunnen zeggen kan het kind zichzelf afgrenzen van anderen. Het woordje ‘nee’ wordt in deze periode veel gebruikt. Ook het woord ‘nee’ is van belang, omdat nee- zeggen helpt het kind om te leren wat van hem is en wat niet. Daarnaast leren kinderen in deze periode woorden om naar zichzelf te verwijzen.
Basisschoolleeftijd
De meeste kinderen beginnen met school als ze 4 zijn. Op school moeten ze veel stilzitten, waardoor het lichaam als bron van plezier en kennis op de achtergrond raakt. De nadruk gaat liggen op intellectuele ontwikkeling.
Naast intelligentie en schoolprestaties draag het uiterlijk bij aan de populariteit van een kind in de klas, en daardoor aan het zelfvertrouwen. Onbewust worden positievere eigenschappen toegekend aan aantrekkelijke kinderen.
Ook sportiviteit draagt bij aan het mogen meedoen in een groep en erbij horen. Kinderen die wel goed zijn in sport, behoren tot de populaire kinderen. Motorisch wat onhandig zijn, betekent eigenlijk je lichamelijk niet makkelijk in de wereld begeven. Het kennen van de eigen lichaamsgrenzen is van belang voor het motorisch soepel bewegen. Nieuwe vaardigheden zijn in het begin van het leerproces altijd ongecoördineerd. Wanneer het automatisch lijkt te zijn geworden, is het ingebed in het lichaamsbeeld.
Het lichaamsbeeld is het referentiepunt voor ruimtelijke oriëntatie. Het is hierbij belangrijk om te weten waar het lichaam begint en waar het ophoudt.
Motorisch onhandige kinderen hebben wellicht moeite met zelf ruimte innemen. Ook kan het zijn dat ze geen vast referentiepunt nemen. Omdat het lichaamsbeeld uit meerdere dimensies bestaat, kunnen er verschillende factoren ten grondslag liggen aan motorische onhandigheid.
Speelgoed en kleding
Spelen is een onderdeel van de socialisering. Het aanbod van speelgoed heeft invloed op het lichaamsbeeld. Poppen zijn hier een duidelijk voorbeeld van. Poppen voor meisjes zijn in de loop der jaren steeds dunner geworden, jongenspoppen steeds gespierder. Het zijn culturele modellen van het lichaamsideaal.
Daarnaast is het aanbod gescheiden voor jongens en meisjes. Voor meisjes is er meer ruimte om ook jongensspeelgoed te gebruiken, dan andersom. Dit hoort bij de socialisatie van mannelijkheid of vrouwelijkheid.
Verschillende vormen van spelen hebben invloed op het lichaamsbeeld. Bewegingsspelen dragen bij aan het leren kennen van het lichaam. Kinderen in steden spelen steeds minder buiten; de vraag is wat de consequentie is voor hun lichaamsbeeld. Constructiespelen helpen bij het ontwikkelen van logisch redeneren en ruimtelijke oriëntatie. Competitiespelen hebben betrekking op de vergelijking van zelf en anderen.
Net als bij speelgoed, is er bij kleding sprake van een duidelijk onderscheid tussen wat voor jongens en wat voor meisjes bedoeld is. Kleding is een uitdrukkingsmiddel dat belangrijk is voor de ontwikkeling van zelfbeeld. Het drukt uit bij welke groep je hoort en het lichaam kan ermee geaccentueerd of juist verborgen worden.
Kennis over het lichaam
Kennis over het eigen lichaam neemt sterk toe tijdens de lager schoolperiode. Volgens sommige onderzoekers drukken jongere kinderen de kennis over hun lichaam uit in termen van wat er in het lichaam wordt gestopt en wat eruit komt. Ook verwijzen jonge kinderen meer naar de psychologische of sociale betekenis van lichaamsdelen, door bijvoorbeeld het hart te zien als symbool voor liefde. Oudere kinderen noemen eerder de biologische functies.
Onderzoek over lichaamskennis vanaf 12 jaar is helaas schaars. Dit is precies het moment dat secundaire geslachtsontwikkeling begint. Er vindt dus een grote verandering in het lichaamsbeeld plaats.
Ook onderzoek naar verschillen in lichaamsbeeld tussen jongens en meisjes ontbreekt.
Wel is er enig onderzoek naar de invloed van seksueel misbruik. Hieruit blijkt dat misbruikte kinderen vaak een minder goed besef hebben van hun eigen lichaam en een lagere globale zelfwaardering hebben.
Aanrakingen
Het lichaamsbeeld wordt ontwikkeld door het samenzijn en het samenleven van een kind met andere mensen. Hierbij gaat het niet alleen om aangeraakt worden, maar ook om de duur, de locatie, de intensiteit en de sensatie van de aanraking. Uit onderzoek komt een aantal bevindingen naar voren:
Langdurige en intense aanrakingen zorgen voor een groeiend besef van het eigen lichaam;
Hoe regelmatiger en hoe meer mensen worden aangeraakt, hoe accurater het lichaamsbeeld is;
Pijnlijke aanrakingen verstoren het functioneren van het perceptuele systeem;
Prettige aanrakingen zijn van wezenlijk belang voor een gezond en positief lichaamsbeeld.
Het aantal aanrakingen dat kinderen krijgen neemt af naarmate ze ouder worden. Dit komt onder meer doordat de emotionele afstand tussen hen en hun ouders groter wordt.
Aanrakingen blijven belangrijk gedurende het leven. Oudere mensen ontvangen helaas weinig aanrakingen, bijvoorbeeld doordat ze hun partner verloren hebben en doordat lichamelijke kenmerken van ouderdom als onaantrekkelijk gezien worden.
Een laatste punt is dat aanrakingen invloed hebben op hechting. Er is sprake van veilige hechting wanneer een kind zichzelf als waardevol ziet en anderen als betrouwbaar. Het gevoel waardevol te zijn wordt bevorderd door affectief bevestigende aanrakingen, die in het begin van het hoofdstuk besproken zijn.