Er is toenemende interesse naar de ontwikkeling en implementatie van mindfulness gebaseerde psychotherapie voor volwassenen met chronische pijn, angst, depressie en andere stoornissen. Daaropvolgend is onderzoek en uitoefening bij kinderen en adolescenten opgekomen.
Mindfulness wordt gezien als een soort van op het nu gerichte aandacht, uitoefening van mindfulness wordt vaak gezien als het trainen van aandacht. Het gaat om ‘’denkende aandacht’’ of ‘’denkend bewustzijn’’. Als proces is mindfulness de gedraging van het geven van niet oordelende aandacht aan interne en externe gebeurtenissen op elk moment. Interne gebeurtenissen zijn gedachten, emoties, percepties en lichaamssensaties. Externe gebeurtenissen gaan over de omgeving, situaties en inter-persoonlijke ervaringen. Het uitoefenen van mindfulness is het telkens terugkeren van aandacht. Een mindfull staat van de gedachten is aandachtig en ontvangen voor ervaringen, geassocieerd met een attitude van nieuwsgierigheid en niet oordelende acceptatie.
Mindfulness is gebaseerd op een paradigma dat fundamenteel verschilt van CGT. Mindfulness heeft een andere theoretische basis en gaat waarschijnlijk uit van andere werkzame mechanismen. Sommige elementen ontleent het echter aan de traditionele cognitieve en gedragstherapie, bijvoorbeeld het gebruik van een probleemvorming model, identificatie van doelen, herhaalde observaties van gedachten en gevoelens, huiswerkopdrachten en evaluatie van de behandeling. Deze componenten zijn geïntegreerd in een paradigma van mindfulness en acceptatie.
CGT richt zich op de inhoud van gedachten, mindfulness richt zich op het proces van denken. Het werkzame mechanisme in zowel CGT als mindfulness is echter resultaat van verandering van niet de inhoud van de gedachten maar de processen van gedachten. Decentering is een centrale component van de werkzaamheid van mindfulness, gedefinieerd als metacognitief inzicht. Dit is het ervaren van gedachten als gebeurtenissen in het veld van bewustzijn, ondanks hun inhoud.
CGT modellen maken gebruik van blootstellingstaken, voor bijvoorbeeld het behandelen van angsten. Dit is situationele blootstelling. Mindfulness maakt gebruik van blootstelling aan het leven; het behandeld vermijdende gedragingen door het aanmoedigen van gedachten aandacht voor keuzes en promoten zo psychologische veerkrachtigheid. De oefening van de aandacht bij ongewenste gedachten en gevoelens houden kan gezien worden als onconditionele blootstelling met respons preventie.
CGT is beschreven als een veranderingsgebaseerde model, terwijl mindfulness een acceptatie gebaseerd model is. Het is de oefening van observeren wat zich op doet op elk moment met niet oordelende acceptatie. Hierbij wordt niet geprobeerd gedachten of emoties te vermijden of veranderen, zelfs als deze onaangenaam zijn. De paradox is dat juist vanuit deze acceptatie therapeutische veranderingen mogelijk worden.
Het onderzoeken van of definiëren van mindfulness als therapeutische interventie bevat moeilijkheden en paradoxen. Ten eerste is mindfulness fundamenteel niet conceptueel en experimenteel. Hierom is het extreem moeilijk of zelfs onmogelijk om mindfulness op een accurate manier in woorden te beschrijven. Ten tweede gaat mindfulness niet over het analyseren, archiveren of veranderen van dingen, waardoor uitoefening dus geen ‘’interventie’’ is. De therapeut laat het idee van verandering gaan en houdt een attitude van acceptatie aan.
Om onderzoek naar mindfulness te doen met het mogelijk zijn mindfulness te meten. Hiervoor zijn vier zelfrapportage meetinstrumenten beschikbaar: the Child and Adolescent Mindfulness Measure (CAMM), the Mindful Thinking and Action Scale for Adolescents, the Mindful Attention Awareness Scale (MAAS) en the Avoidance and Fusion Questionairre for Youth (AFQ-Y0).
Het drie niveau tevredenheid model (Germer, 2005) van mindfulness geeft een bruikbare structuur voor het beschrijven van manieren waarop mindfulness geïntegreerd kan worden in therapie. Het eerste niveau beslaat de mindfulness van de therapeut zelf, wat aspecten van de therapie kan vergroten. Het twee niveau is het theoretische raamwerk van mindfulness voor de therapeutische benadering. Het derde niveau is het niveau waarop mindfulness vaardigheden aan cliënten geleerd worden.
De meest prominente mindfulness gebaseerde therapie is de eerder besproken (hoofdstuk 13) dialectische gedragstherapie (DBT). Daarnaast zijn de volgende therapieën ook gebaseerd op mindfulness: acceptatie en committent therapie (ACT), mindfulness gebaseerde stressreductie (MBSR) en mindfulness gebaseerde cognitieve therapie (MBSR). MBSR en MBCT kan onderscheiden worden in het delen van een empathie op 1. Het onderhouden van de therapeut van de eigen uitoefening van mindfulness en 2. Het ontwikkelen van een consistent dagelijkse uitoefening van mindfulness bij de cliënt. DBT en ACT leren meer specifieke cognitieve vaardigheden, emotieregulatie strategieën en gedragsverandering strategieën die afwezig zijn in de meeste practice-based therapieën (MBSR en MBCT).
Dialectische gedragstherapie
DBT is een behandeling voor bordeline en integreert verandering en acceptatie. Het helpt de cliënt bij paradoxale spanningen die opkomen tussen gepolariseerde posities. Er moet een balans worden gevonden tussen onconditionele zelfacceptatie en de herkenning dat gedragsverandering nodig is.
DBT bij adolescenten
DBT richt zich op de ontwikkeling van adolescenten en erkent hierbij de belangrijke rol van de ouders en familie door hen bij de behandeling te betrekken.
Acceptatie en committent therapie
ACT combineert elementen van gedragstherapie, mindfulness en acceptatie. Het is gebaseerd op het relationele raamwerk (relational frame theory, RFT). RFT is een constructivistische theorie van de menselijke taal en cognitie. Het stelt voor dat alle gebeurtenissen en acties alleen betekenis hebben wanneer ze plaatsvinden in de relationele context. Hoofdkenmerken van ACT zijn cognitieve fusion en experimentele vermijding, welke leiden tot psychologische inflexibiliteit en leiden.
ACT bij adolescenten
Het flexibele model van ACT kan aangepast worden aan de therapeutische en ontwikkeling vereisten van jeugdigen. ACT-A richt zich op het ontwikkelen van algemene psychologische flexibiliteit en acceptatie van alle ervaren fenomenen.
Mindfulness gebaseerde stressreductie
MBSR is ontwikkeld voor patiënten met chronische pijn en daarna ook toegepast bij andere fysieke en psychologische gezondheidscondities. Het is op een educatieve manier gepresenteerd, in plaats van als een therapeutische benadering. Wekelijkse groepssessies zijn vooral experimentele oefeningen, met dialoog, psycho-educatie en oefeningen gerelateerd aan het experimenteel leren van levensproblemen.
MBSR bij kinderen en adolescenten
De aanpassing van MBSR programma’s voor jeugdigen in klinische en niet klinische settings is geaccepteerd. Net als bij alle therapieën, zijn hier aanpassingen geschikt voor de ontwikkeling voor nodig. Dit zijn bijvoorbeeld kortere oefeningen en het betrekken van sensorische leeractiviteiten.
Mindfulness gebaseerde cognitieve therapie
MBCT was van origine bedoeld voor het voorkomen van depressieve terugval van voorheen depressieve cliënten. Het lijkt erg op MBSR. MBCT integreert cognitieve technieken gericht op het verminderen van cognitieve kwetsbaarheden om depressieve terugval te voorkomen met stemmingsgerelateerde cognitieve, affectieve en psychologische patronen.
MBCT bij kinderen en adolescenten
Ook MBCT moet ontwikkelingsgeschikt gemaakt worden voor de toepassing bij kinderen en adolescenten. Dit gaat op dezelfde manier als bij MBSR. MBCT-C is op veerkracht gebaseerd.
Binnen het paradigma van blootstelling aan het leven die benadrukt wordt door mindfulness therapie, kan het moeilijk zijn in het heden te blijven met gedachten en gevoelens. Er zijn echter geen negatieve uitkomsten van mindfulness interventies gerapporteerd. Mindfulness wordt echter niet aanbevolen wanneer sprake is van traumatische herinneringen.
Gedachten om mee af te sluiten
Bijna iedereen heeft de mogelijkheid mindfulness bewustzijn uit te oefenen. Het is een makkelijke uitoefening in het brengen van groter bewustzijn in plaats van het leven op de automatische piloot. Het verschil tussen mindfulness bij jeugdigen en volwassenen is nog niet duidelijk, maar jeugdigen lijken responsiever voor mindfulness. Bij erg jonge cliënten kan echter sprake zijn van een onvrijwillige participatie, wat de therapie kan bemoeilijken.