Aandacht is de vaardigheid om te kunnen focussen op specifieke stimuli of locaties.
Selectieve aandacht is het richten op één ding, terwijl andere dingen worden genegeerd.
Afleiding is de tussenkomst van een stimulus tijdens de verwerking van een andere stimulus.
Verdeelde aandacht is je richten op meer dan één ding tegelijkertijd.
Een attentional capture is een snelle verschuiving van de aandacht.
Visueel scannen is de beweging van de ogen van één locatie of object naar een andere.
Op basis van resultaten van onderzoek naar selectieve aandacht kwam Broadbent met zijn filter aandachtsmodel (filter model of attention). Dit model is ook wel een bottleneck model genoemd, omdat de filter de stroming van informatie filter zoals de flessenhals dat doet met vocht. In Broadbents model vertraagt half de stroom van de informatie echter niet. Zijn model laat informatie door op basis van specifieke fysieke kenmerken van de informatie. Het model wordt ook wel het vroege selectiemodel genoemd, omdat de filter de informatie waar de aandacht niet op gericht is meteen aan het begin elimineert, dus voordat het volledig is geanalyseerd en voordat het bewust is waargenomen.
Onderzoekers die bezig waren met het onderzoeken van onderdelen van Broadbents model ontdekte het cocktail party effect. Dat is de vaardigheid om je te richten op één stimulus terwijl andere stimuli worden uitgefilterd. Hierdoor merk je tussen veel andere stimuli wel op dat je naam wordt genoemd.
Anne Treisman stelde aangepaste versie van Broadbents model voor, attenuation model of attention. Treisman beweerde dat selectie in twee fases plaatsvindt en ze verving Broadbents filter met een verzwakker (attenuator). De verzwakker analyseert het binnenkomend bericht op basis van:
Zijn fysieke kenmerken.
Zijn taal.
Zijn betekenis.
Verder beweerde Treisman dat de analyse van het bericht stopt wanneer het bericht geïdentificeerd is.
De verzwakker heeft geen alles-of-niets karakter. Zowel het bericht waar de aandacht op gericht is als het bericht waar de aandacht niet op gericht is, worden door de verzwakker gelaten zodra ze geïdentificeerd zijn. Het bericht met de aandacht komt alleen binnen op volle sterkte, terwijl het andere bericht verzwakt is.
De tweede fase is de woordenboek eenheid (dictionary unit). Dat is een verwerkingseenheid dat opgeslagen woorden bevat en drempels heeft voor het activeren van de woorden. De naam van de luisteraar of woorden die refereren aan gevaar hebben lage drempels. Onbelangrijke woorden voor de luisteraar hebben hoge drempels.
Onderzoekers zoals MacKay kwamen met de late selectie aandachtsmodellen (late selection models of attention). Dat is een model voor selectieve aandacht dat suggereert dat de selectie van stimuli voor de laatste verwerking pas plaatsvindt nadat de informatie van een bericht geanalyseerd is op betekenis.
De verwerkingscapaciteit refereert aan de hoeveelheid informatie die mensen kunnen verwerken en stelt een limiet aan hun vermogen om inkomende informatie te verwerken.
De perceptuele belasting verwijst naar de moeilijkheid van een taak. Taak met een lage belasting, low-load tasks, gebruiken een kleine hoeveelheid van iemands verwerkingscapaciteit. Moeilijke taken daarentegen doen een groot beroep op iemands verwerkingscapaciteit. Deze taken worden high-load tasks genoemd.
Lavie bedacht haar load theory of attention. Deze theorie stelt voor dat de vaardigheid om taak-irrelevante stimuli te negeren afhankelijk is van de belasting van de taak die de persoon uitvoert. Taken met een hoge belasting resulteren in weinig afleiding.
Onderzoeksresultaten tonen ook aan dat er grote individuele verschillen zijn in de mate waarop iemand af te leiden is tijdens taken met een lage belasting. De vaardigheid wordt aangestuurd vanuit de frontale kwab, die verantwoordelijk lijkt te zijn voor meer executieve controlefuncties.
De cognitieve belasting is de totale hoeveelheid mentale inspanning die in het werkgeheugen wordt gebruikt.
Soms zien we iets niet, terwijl het in ons directe zicht is. Een voorbeeld hiervan is onbedoelde blindheid. Dit is iets niet opmerken terwijl het duidelijk in zicht is en het wordt vaak veroorzaakt door het geen aandacht hebben voor het object of de plaats van het object.
De moeite om veranderingen in scènes op te pikken wordt veranderingsblindheid genoemd. Dit is niet alleen een fenomeen voorkomend in het laboratorium. Het gebeurt ook vaak in populaire films.
Een andere functie van aandacht is dat het verbindend (binding) is. Binding is het proces waarbij kenmerken zoals kleur, vorm, beweging en locatie worden gecombineerd om onze perceptie van een coherent object te creëren.
De vraag hoe dit gebeurt, wordt het binding probleem genoemd. Treisman’s feature integration theory geeft antwoord op deze vraag door een twee-fases-proces voor te stellen. Volgens Treisman is de preattentive stage de eerste fase in het verwerken van een beeld of object. In deze fase worden objecten geanalyseerd voor verschillende kenmerken. Elk van de kenmerken worden door een ander hersengebied verwerkt, dus bestaan ze in deze fase nog los van elkaar. In deze fase kunnen illusory conjunctions ontstaan. Dat zijn situaties waarin kenmerken van verschillende objecten onterecht gecombineerd worden.
De focused attention stage is de tweede fase en in deze fase worden de verschillende kenmerken samengevoegd. Zodra de kenmerken zijn samengevoegd, ervaren we bewust het object.
Onderzoek doen naar de rol van aandacht in binding kan door middel van visuele zoektocht (visual search). Dit vindt plaats wanneer een persoon zoekt naar een stimulus of object dat zich tussen een aantal andere stimuli of objecten bevindt.