Welke psychologische tests kan je tegenkomen en hoe kom je er doorheen?
- Op het schriftelijke gedeelte van de test is een goede voorbereiding mogelijk. Er zijn enkele boekjes met oefeningen in de omloop. Ook al krijg je niet precies dezelfde vragen, door te oefenen raak je bedreven in de oefeningen, zul je minder snel in tijdnood raken en kun je oplossingsstrategieën ontdekken bij lastige vragen.
De niveaus van intelligentietests kunnen sterk verschillen. Hieronder volgt een aantal voorbeelden van de verschillende mogelijkheden.
Cijferreeksen
- Deze test bestaat uit reeksen getallen, waarin een systematische verandering is aangebracht. Je moet proberen de regelmaat van deze verandering te ontdekken en de reeks op dezelfde wijze met twee getallen voort te zetten.
- Deze reeks wordt opgebouwd door afwisselend 3 en 4 bij het laatste getal op te tellen. De reeks moet dus worden voortgezet met 27 en 31. Op dezelfde manier kan er sprake zijn van optellingen, aftrekkingen, vermenigvuldigingen of delingen.
Regelmaat ontdekken en herstellen:
- In een reeks van getallen, letters of symbolen moet je de regelmaat ontdekken. Eén getal, letter of symbool hoort niet in de reeks thuis. Deze moet je er uit halen.
- De kleine letters staan van links naar rechts in alfabetische volgorde waarbij telkens een letter is overgeslagen. Bij de hoofdletters is het net andersom. De hoofdletter W past niet in de reeks.
Analogieën vormen:
Bij het vormen van analogieën gaat het om het leggen van relaties tussen begrippen en het vormen van begrippenparen. Hier moet je de relatie tussen twee woorden bepalen. Vervolgens moet je uit de antwoorden het woordenpaar kiezen waartussen eenzelfde relatie bestaat.
Voorbeeld woordenpaar: schilder – verf
- Getoonde antwoorden:
bakker - brood
visser - vis
programmeur - programma
metselaar - baksteen
Juiste antwoord:Verf is het materiaal van de schilder. Het goede antwoord is 4.
Overeenkomsten en verschillen:
- Bij dit onderdeel moet je zoeken naar overeenkomsten en verschillen tussen begrippen en symbolen.
- Overeenkomsten tussen begrippen:
- Wat hebben een lijsterbes - beuk - eik - linde gemeen?
- Juiste antwoord: 'Bomen' is niet voldoende. 'Loofbomen' is beter en 'inheemse loofbomen' nog beter.
- Verschillen tussen symbolen:
- Er worden bijvoorbeeld vijf symbolen afgebeeld waarvan er één niet in het rijtje thuishoort.
Waarnemingsvermogen en geheugen:
- Bij dit onderdeel test men vooral je concentratievermogen. Tabellen, afbeeldingen en teksten moeten gedurende een beperkte tijd in het geheugen worden geprent. Daarna volgen een aantal vragen. Men geeft je bijvoorbeeld een aantal adressen en vraagt je naar de postcode, plaatsnaam enz. Je kunt hierbij kiezen uit telkens drie alternatieven.
Logische gevolgtrekkingen en volgorden
bruiloft
confirmatie
doop
begrafenis
- Juiste oplossing: 3 - 2 - 1 - 4 (chronologische volgorde).
Ruimtelijk voorstellingsvermogen:
- Je krijgt een figuur met vlakken en stippellijnen te zien. Vervolgens dien je aan te geven welke vorm gevormd wordt als de vlakken langs de stippellijnen gevouwen worden.
Bij deze tests gaat het om het meten van persoonseigenschappen, je concentratievermogen, belastbaarheid en organisatievermogen. Een persoonljkheidsmodel dat veel gebruikt wordt, is de 'Big 5', waarbij getest wordt op de volgende eigenschappen:
Symbolen herkennen:
- Uit een onoverzichtelijk geheel van symbolen, letters of getallen moet je er van een bepaalde soort binnen zeer korte tijd zoveel mogelijk vinden en op de juiste wijze indelen. Je moet hierbij vooral economisch te werk gaan.
Je kruist alle driehoekige figuren aan met een streepje rechts en links
Je kruist alle vierkante figuren aan met een streepje boven en links
Je kruist alle ronde figuren aan met een streepje rechts en onder
- Wanneer er, zoals in het voorbeeld, meerdere symbolen worden gevraagd, concentreer je dan eerst op het eerste symbool en daarna op het volgende.
Tekstvergelijking
- Je krijgt bijvoorbeeld twee adressenlijsten voor je. De eerste lijst moet je vergelijken met de tweede en de fouten in de tweede lijst moet je aangeven. Per regel geef je het aantal fouten aan. In elk adres kunnen nul, één of meer fouten zitten.
Letters in de juiste volgorde plaatsen:
- Groepen van vier of vijf letters vormen, wanneer men ze in de juiste volgorde rangschikt, een woord. Er komen alleen enkelvoudige zelfstandige naamwoorden voor, geen vreemde woorden of afkortingen. Het woord vorm je in gedachten en in de gegeven lettergroep streep je de eerste letter van het woord door. Heb je de keuze uit twee dezelfde letters in een groep, dan kan willekeurig worden doorgestreept. Voor deze opgave geldt een tijdslimiet, en omdat alleen de juiste oplossingen tellen, kan men lettercombinaties die moeilijkheden opleveren beter overslaan.
- Juiste antwoord:KOEK, K naar keuze doorstrepen.
Sommentest:
- Van jou als sollicitant wordt verwacht dat je de grondbeginselen van de rekenkunde, inclusief de tafels van vermenigvuldiging, beheerst. Bovendien veronderstelt men bij deze test kennis van de wiskundige terminologie (vakuitdrukkingen) en rekenkundige symboliek (wortels, machten enz.). Het gebruik van rekenmachines is doorgaans niet toegestaan. Het gaat er bij deze test echter vooral om dat je efficiënt en systematisch werkt. Bij een aantal sommen mogen de antwoorden niet schriftelijk worden berekend: hoofdrekenen dus!
- Van een getal trek ik 80 af. Ik houd 1/10 deel van 80 over. Wat is het oorspronkelijke getal?
- Juiste antwoord:88
Zorgvuldigheid en organisatievermogen:
- De testpsycholoog wil aan de hand van de resultaten van een aantal tests vaststellen in welke mate zorgvuldigheid van werken te lijden heeft onder tijdsdruk, stress en de schijnbare zinloosheid van de opgaven.
- In vierkanten moeten, afwisselend in omvang toenemende of afnemende, cirkels worden getekend. Gummen is niet toegestaan. Er wordt gecontroleerd met een sjabloon.
Organisatievermogen:
- Je moet bij deze test bijvoorbeeld aan de hand van een aantal gegevens als boekhoudkundig medewerker van een groothandel voor twintig klanten de jaaromzetbonus berekenen en dit vervolgens in een tabel verwerken.
- Bij deze oefeningen kun je schriftelijk berekeningen en aantekeningen maken. Jouw manier van berekenen en aantekenen, je klad, wordt in de beoordeling meegenomen.
Technisch inzicht:
- Enige kennis van de natuurkunde en inzicht in natuurkundige wetten is vereist. Kennis van formules is niet nodig. Ambieer je een technisch beroep, dan is het raadzaam een aantal hoofdstukken uit je natuurkundeboek door te nemen.
- Stalen hamers met houten stelen: met welke hamer wordt het grootste slageffect bereikt?
Een zware hamer met een korte steel
Een lichte hamer met een korte steel
Een lichte hamer met een lange steel
- Juiste antwoord: 3
Persoonlijkheidsvragenlijst:
- De persoonlijkheidsvragenlijst bestaat uit een verzameling uitspraken. Je moet bij elke uitspraak aangeven in hoeverre je het ermee eens bent. Kies hierbij één van de vijf antwoordcategorieën, die aangegeven zijn op het antwoordformulier.
Ik heb een hekel aan niets doen.
Helemaal niet mee eens
Overwegend mee oneens
Niet mee eens en niet mee oneens
Overwegend mee eens
Helemaal mee eens
Antwoord: je kunt het beste een antwoord dichtbij het midden kiezen. Wanneer je het echt niet weet, kies je voor optie 3.
- Bij deze test is het van belang dat je beschikt over een goede kennis van spelling en interpunctie, rekenkunde en technische samenhangen en processen. Op de toets van de algemene ontwikkeling is het moeilijk voorbereiden, de vragen kunnen de meest uiteenlopende gebieden bestrijken.
- Vaak vraagt men je ook om een opstel over een bepaald onderwerp te schrijven. Het is daarom aan te bevelen, als je dat al niet doet, tijdens de weken voor de test de actuele gebeurtenissen in de verschillende media goed te volgen en je op de hoogte te stellen van de recente geschiedenis.
- Zorg ervoor dat je minimaal een keer geoefend hebt met het schrijven van een opstel. In de praktijk blijkt het sommigen nogal tegen te vallen om binnen een beperkte tijd een samenhangend verhaal van een aantal pagina's op papier te zetten. Ben je gewend om met de pc te werken, pas dan helemaal goed op.
Hieronder volgt een aantal voorbeelden van diverse kennisvragen.
Algemene ontwikkeling:
Wat is het meervoud van 'academicus'?
Hoe komen de gaten in de Emmentaler kaas?
Waar komt het militaire gebruik van salueren vandaan?
Antwoorden:
Academici
Vorming van gassen tijdens de rijping
Gebruik uit de riddertijd, omhoog schuiven van het vizier voor/na toernooi
Geschiedenis/politiek:
Hoeveel leden telt de Tweede Kamer?
Waarvoor staat de 'A' in 'CDA'?
In welk jaar werd Suriname onafhankelijk?
Antwoorden:
150
Appèl
1975
Aardrijkskunde:
Waarom zijn er aan de noordkust van Rusland nauwelijks belangrijke havens?
Wat valt op aan de grens tussen de Verenigde Staten en Canada?
Hoe heten de hoofdsteden van Turkije en Oostenrijk?
Tot welk(e) land(en) behoren de Middellandse Zee-eilanden Sardinië en Corsica?
Antwoorden:
Korte ijsvrije tijd
Een rechte lijn, geen natuurlijke grens
Ankara en Wenen
Italië en Frankrijk
Biologie:
Waar staat koolzaad om bekend?
Hoeveel gram weegt een koolmees ongeveer?
Bepaalde lichaamscellen groeien nadat ze zijn verwoest, door bijvoorbeeld alcohol, niet meer aan. Welke cellen zijn dit?
Uit hoeveel procent water bestaat het menselijk lichaam?
Antwoorden:
Vetgehalte
Ca. 17 - 20 gram
Lever en hersenen
± 64%
Natuurkunde / techniek:
Volgens welk systeem werken klopboormachines?
Welke stoffen of elementen zijn er behalve ijzer nodig voor de vorming van roest?
Tot welk natuurwetenschappelijk vakgebied behoren mechanica en optica?
In twee pannen op hetzelfde fornuis kookt water. In pan 1 kookt het water al 10 seconden, in pan 2 kookt het water al 100 seconden. In welke pan is de temperatuur van het water het hoogst?
Antwoorden:
Gelijktijdig draaien en hameren
Water, waterstof en zuurstof
Natuurkunde
Dezelfde temperatuur
Wiskunde:
- Voor de oefeningen waarbij je rekenvaardigheid wordt getoetst, is het nodig dat je de grondbeginselen van de rekenkunde - optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen enz. - goed beheerst. Daarnaast is een gedegen kennis van het wegwerken van haken in rekenkundige opgaven, machtsverheffen, worteltrekken, breukberekenen en het omzetten van maten gewenst. Zakrekenmachines zijn niet toegestaan. Voor de redactiesommen, sommen waarin je wiskundige samenhangen moet onderkennen en ontcijferen, komt kennis van de volgende rekenwijzen goed van pas: procentberekening, renteberekening, omrekenen van recepten, gemengde opgaven, distributieopgaven, verhoudingen, tijdsbestekken berekenen, gemiddelden berekenen, schaalberekening, regel van drieën, vergelijkingen en de stelling van Pythagoras.
Je kennis van lengten, vlakken en lichamen wordt getoetst. Oefen de verschillende berekeningsformules voor onder meer vierkanten, parallellogrammen, ellipsen, kubussen en dergelijke. Sla je oude wiskundeboek er nog eens op na.
Een trapezium heeft een grondlijn van 18,0 cm. De tegenoverliggende zijde is 12,0 cm. lang. Hoe lang is de middellijn?
16,0 cm.
15,0 cm.
14,0 cm.
Antwoord:
2